COLUMN - Het is algemeen bekend dat, als het gaat over het verleden, iedereen het beter weet dan historici. Hun opleiding dient immers nergens toe. Linkse hobby. En de overbodigste historici, dat zijn die van continentaal Europa, die vakken hebben als geschiedtheorie, waarbij ze de kentheoretische basis van hun wetenschappelijke vakgebied leren kennen. Professionalisering, dat moeten we niet willen. Als je dan toch moet praten met een historicus, spreek je liever met een Amerikaan of een Brit, want die beschouwen geschiedenis tenminste slechts als scholarship. Maar beter is het natuurlijk om helemaal niet met historici te praten. Als je een Nationaal Historisch Museum wil stichten, kun je ook wel twee kunsthistorici benoemen als directeur. En voor academisch onderwijs over de Oudheid kun je net zo goed een classicus inzetten. Want kunsthistorici en classici weten het beter dan historici. Iedereen weet het immers beter dan degenen die ervoor zijn opgeleid.
Omdat iedereen het altijd beter weet, krijg je als historicus ook voortdurend advies. Momenteel ligt op mijn bureau een boek dat ik écht moest lezen over de plek waar Jezus zou zijn gestorven (Pakistan). En onlangs kregen historici de goede raad zich eens wat meer te verdiepen in de natuurwetenschappen.
Dat ik daar nou nooit zelf op ben gekomen.
Als ik de Livius Nieuwsbrief van de laatste jaren bekijk, zie ik in de snelligheid dat ik daarin aandacht heb besteed aan onderzoek naar klimaatcrises, vulkaanuitbarstingen, DNA en diverse epidemieën. Een mooie synthese van het onderzoek van de afgelopen kwart eeuw is te vinden in Kyle Harpers The Fate of Rome, dat de longue durée (dat wil zeggen: de langzaam veranderende fysische omgeving) documenteert die de achtergrond is van de Romeinse geschiedenis. Keurig boek, hooguit een beetje voorspelbaar. Op mijn blog, bepaald geen wetenschappelijke literatuur, heb ik weleens geschreven over ramanspectroscopie, DNA, isotopenonderzoek en synchrotronstraling. Maar dat is blijkbaar geen aandacht voor de natuurwetenschappen. Als historicus weet ik waarschijnlijk niet wat natuurwetenschappen zijn. Want als historicus weet ik natuurlijk sowieso niks.
Ik ben, zo vermoed ik, ook niet de enige die het niet snapt. Ik las deze zomer The Science of Roman History, een weinig vernieuwende bundel onder redactie van de Oostenrijkse historicus Walter Scheidel waarin staat samengevat wat de afgelopen dertig jaar is toegevoegd vanuit wat hij natuurwetenschappen noemt. Maar Scheidel en zijn team weten vermoedelijk ook niet goed wat ze met dat woord bedoelen. Het zijn natuurlijk ook maar historici.
Oké. Genoeg sarcasme.
Wie historici adviseert zich te verdiepen in de natuurwetenschappen, weet niet wat historici doen. Ik heb tijdens mijn studie – we hebben het over de jaren tachtig – netjes mijn Wilhelm Abel, mijn Fernand Braudel gelezen en ik ken de Annales-school. Ik volg gewoon de wetenschapsbijlagen in de krant, weet dat ik als historicus niet kan zonder abonnement op de New Scientist en publiceerde eerder dit jaar een boekje over de DNA-revolutie. Daarmee ben ik niet bijzonder. Als niet-academicus, buiten de wetenschappelijke discussies, ben ik een achterblijver die slechts half kan meedoen aan de academische mode om de evenementiële geschiedenis te enten op een longue durée die op haar beurt is gefundeerd in de natuurwetenschappen. Wie historici adviseert zich daarin te gaan verdiepen loopt dertig jaar achter de feiten aan.
Toegegeven, er valt veel te zeggen over de kwaliteit van het geschiedenisonderwijs. Ik ben ook niet gelukkig met de gang van zaken. Maar het is nou ook weer niet zo dat historici alleen maar domme dingen zeggen, dat een opleiding overbodig is en dat buitenstaanders het beter weten. Zeker de continentale geschiedwetenschap heeft, althans potentieel, nog wel niveau. Simpel gezegd: ik zou willen dat mensen wat meer respect hadden voor de geesteswetenschappen en dat de geesteswetenschappers zich weer zó gingen gedragen dat ze dat respect waard zijn.
Reacties (1)
Mooi stuk, dank. Mensen hebben veel mening, en weinig idee. Je artikel behoeft eigenljik geen verdere illustraties, maar dit kwam ik onlangs tegen, is bijvoorbeeld ook gedeeltelijk historisch onderzoek: https://www.nature.com/articles/s41467-018-07925-0
Er gebeuren zat mooie dingen.