Het ‘Komt allen tesamen’ klinkt de komende dagen zo vaak, dat een eenzaam wandelingetje een aangename ontsnapping aan het Kerstgedruis zal zijn. Samen is wel het woord van de nabije toekomst. Nu het VN-jaar van de coöperatie op zijn eind loopt, verwachten we volgend jaar een explosie aan artistieke samenwerking.
De overheid wil dat ook. De gedachte is dat samen, in materialistische zin, gelijk staat aan goedkoper. Geen briljante vondst, want sinds mensenheugenis werken mensen al samen. En is het leven er goedkoper op geworden?
Om mensen die al te gehecht zijn aan solistisch samenleven te stimuleren, knijpt de overheid geldstromen af. Wie niet wil fuseren (lokale overheden), wie niet regionaal wil samenwerken (eerstelijns zorg) krijgt minder of geen geld.
Vooral de beeldende kunstenaar wordt nog steeds gezien als het cliché van de solitair denkende en werkende mens die, opgesloten in het atelier, naar het blanke doek staart tot hij op een briljant idee komt. “Ah, kunst!” En dat gaat-ie dan maken.
Dat clichébeeld is al lang niet meer waar. Creatief gezien wil het nog wel eens tot een Gesamtkunstwerk komen. Een term die aan Richard Wagner wordt toegeschreven en betekent dat meerdere disciplines in één artistiek product zijn verenigd. Maar kunstenaars werken ook samen in de vele kunstcollectieven en kunstenaarsverenigingen om hun materiële belangen te delen.
Als het geen losse verbanden in voormalige kraakpanden zijn, dan zijn het stichtingen, verenigingen en wat bv’s. De coöperatie komt minder voor. Terwijl daar de mogelijkheid ligt producenten (de kunstenaars) en consumenten (het publiek) samen te brengen.
In België is een discussie gaande over deze organisatievorm. Ook daar wordt van kunstenaars meer ondernemerschap verwacht. Wouter Hillaert, podiumredacteur bij het tijdschrift Rekto Verso, meent dat de coöperatie “een meer duurzame cultuurproductie kan installeren. De coöperatie maakt ‘een groter maatschappelijk draagvlak voor de kunsten’ eindelijk concreet”.
In hetzelfde tijdschrift ook een artikel met voorbeelden uit Argentinië. “In een coöperatief verband vormt cultuur niet langer een geïsoleerde sector voor de ‘happy few’, maar opnieuw een volwaardig deel van de omgeving die haar voortbrengt”, stellen de schrijvers.
In Nederland zien we coöperaties op het gebied van kunsteducatie. Nu her en der centra voor kunsteducatie zijn wegbezuinigd, lijkt de coöperatie een uitkomst voor de ontslagen zzp’ers. Zoals coöperatie Kunstkade in Leeuwarden en de coöperatie KunstBedrijven Westerkartier in Groningen.
Van een andere orde is de Creatieve Coöperatie in Zwolle, die een broedplaats wil zijn waar “ontmoetingen leiden tot ideeën en tot ontwerpen”. Een mix van creatieve bedrijven die niet alleen een gebouw delen, maar ook elkaar dienen te ondersteunen in de creatieve leerprocessen.
Dat lijkt al op de idealen die in de Belgische discussie naar voren kwamen. Een Amsterdams initiatief denkt dat kunst een “als basis kan dienen voor een totaal nieuw monetair systeem”. De coöperatieve vereniging ‘Kunst Reserve Bank’ wil in een vijfjarig experiment aantonen “dat kunst een functie heeft in de reële economie”. Helaas denkt men dat aan te tonen door munten te slaan en op de markt te brengen, die de kunstenaar wel geld in het laatje brengt, maar waar de koper niet veel mee kan.
Is de coöperatie een goed model voor samenwerking tussen kunstenaars? Het basisprincipe van een coöperatie lijken geschikt: gezamenlijk eigen beheer met even grote zeggenschap voor alle deelnemers. Er zijn echter coöperaties die met dat principe een loopje hebben genomen. Denk aan de Rabobank, energieleverancier NUON of zuivelbedrijf FrieslandCampina.
Samen sterk is het idee van de coöperatie. De vraag is in hoeverre kunstenaars in Nederland hun individuele vrijheden daar voor op willen geven en of ze in staat zijn dat model een waardig nieuwleven in te blazen.
Tot slot: u mist de plaatjes bij dit artikel? Wel, om uw Kerst nog wat goed te maken sluiten we af met een toepasselijk muziekje uit de oude doos. Niet met ‘Komt allen tesamen’, ook niet met het evenveel gehoorde kerstnummer van John Lennon, ooit lid van viermanscoöperatie. Hier zijn versie van ‘Come together’, met Jezus op bas en natuurlijk Lennons Maria op toetsen.
Prettige dagen.
Reacties (8)
Samen komen
(vertaling Bindervoet & Henkes)
(Spuitje, spuitje, spuitje, spuitje)
Hier komt die pletkop komt ie
Langzaamaan groeven heppie
Jojo oogbal issie heilig beatje heppie
Haar tot aan z’n bil
Is een mooie joker want hij doet wat ie wil
(Spuitje, spuitje, spuitje, spuitje)
Hij draag geen schoensmeer heppie
Knopkaas voetbal heppie
Apevinger spuit ie Coca-Cola zegt ie
Ik ken jou, jij ken mij
Wat ik jullie zeggen wil is maak jezelf vrij
Samen komen, klaar uit, via mij
(Spuitje, spuitje, spuitje, spuitje)
Hij Zak productie heppie
Walrus kaplaars heppie
O-no tochtlat issie ruggekraker heppie
Platvoet tot aan z’n bil
Hou jou in zijn leunstoel dan voel jij zijn verschil
Samen komen, klaar uit, via mij
(Spuitje, spuitje) Klaar!
(Kijk uit!)
Hij huist op stelten issie
Vroeg gewaarschuwd issie
Modderwaters heppie Mojo filter zegt ie
Eén en één en één is drie
Moet een goed gezicht zijn anders zie je hem niet
Samen komen, klaar uit, via mij
(Spuitje, spuitje, spuitje)
O! Samen komen, jeh, samen komen, …
Beuys
@2: Beuys als voorbeeld van een “business model”? In meerdere opzichten zeker een ‘sociaal’ kunstenaar te noemen. Je vindt dat een beter voorbeeld voor hoe kunstenaars zich kunnen organiseren? Leg eens uit?
@1: Grappig. En waarom desze reactie? Toevallig of niet, dit werk (van jouzelf en je maatje, toch?) en de in @2 genoemde Beuys zijn te relateren aan Dada en Fluxus. De kunstenaars die in deze bewegingen vallen kun je met een beetje goede uiwl ‘Gesamtkunstenaars’ noemen. Vaak werk(t)en samen met collega’s en soms met mensen uit disciplines buiten de kunsten. Beuys heeft er afstand van genomen, maar heeft met de rest een ‘sociaal engagement’ gemeen.
Bindervoet en Henkes als voorbeeld van een mini-coöperatie?
kunst als amicale factor . persoonlijk denk ik dat het alleen shit oplevert. want welke artiest schrijft collectief onder zijn werk
subsidie voor kunstcollectieven lijkt mij fantastisch
Sozialplastik is iets anders als Gesamtkunstwerk, zoek zelf maar ’s uit. Fluxus indeed.
@6: Zeker, radikaal anders.
Even verder denken. Twee dingetjes: 1. Je pleit dus voor kunstenaars die “sociale kunst” maken? Kunst die voortvloeit uit en/of reageert op de samenleving en waarbij het publiek kan participeren. Beuys is zo zijn eigen weg gegaan, verder van Fluxus.
2. Beuys noemende zie je liever de kunstenaar zijn eigen weg gaan en niet opgaan in een formeel collectief, hooguit in een beweging?
Heeft de overheid al ideeën wat te doen met al die rijkspanden die leeg komen te staan door o.a. fuseren van gemeenten en aan de straatstenen niet zijn te slijten? Na ja…dat het geen coöperatieve broedplaatsen worden van allerlei links werkschuw of anderszins kunstzinnig uitschot die de boel gaan kraken…
/ hint