RECENSIE - Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘Het land van Herkomst’ van E. du Perron, uit 1935.
Wie ben ik? Hoe kan ik dat uitzoeken? Moet ik niet op zijn minst een beetje rust hebben om daarover na te denken? Rust in mijn privé-leven, rust in mijn omgeving, rust in mijzelf?
Nee! Wie gaat wachten tot de omstandigheden ideaal zijn, komt nooit toe aan een beetje nadenken over zichzelf. Dat moet E. du Perron gedacht hebben toen hij in de vroege jaren 1930 aan Het land van herkomst begon. Hij had net een nieuwe liefde. Zijn moeder was onverwacht overleden en bleek vooral ellende te hebben nagelaten. De nazis rukten op in Europa. Du Perron besloot in zijn jeugd te gaan graven.
Hij besloot alle onrust ook in dat boek op te nemen. In de roman – de hoofdpersoon heet Arthur Ducroo, maar er is vermoedelijk nog nooit ook maar één lezer geweest die dacht dat dit iemand anders was dan Du Perron – vertelt de schrijver twee dingen tegelijk: over de jeugdjaren van Ducroo, die zich vooral in Nederlands Indië afspeelden, en over zijn heden waarin hij probeert de nalatenschap van zijn moeder geregeld te krijgen, verslag doet van het opkomend nationaal-socialisme en het communisme, en allerlei gesprekken voert met vrienden – over de liefde, over de politiek en zelfs ook over het boek Het land van herkomst.
Die roman leest daarmee als een lange brief van een vriend uit 1935. (Als Du Perron niet in 1940 aan een hartaanval overleden was, was hij nu 114 jaar oud geweest. Dat had best gekund.) Hij is bovendien een vriend die je alles vertelt: wat hij precies vindt van zijn andere vrienden. Hoe zijn eerste seksuele ervaringen waren. Hoe hij worstelt met de economische crisis. Hoe hij zijn vader, die enkele jaren eerder zelfmoord pleegde, gehaat heeft.
Eerlijkheid, volkomen en taboeloze eerlijkheid, dat is de inzet van Het land van herkomst. Niemand wordt gespaard, want het is de bedoeling om de waarheid over Arthur Ducroo boven water te brengen. Hoe is het om een dertiger te zijn tijdens de crisisjaren? Een dingen die daarbij opvalt (zonder dat de schrijver er iets over zegt): hij omringt zich voortdurend met personen, met vrienden en familie, alsof hij niet alleen kan zijn. Wanneer hij zeventien is, krijgt hij een tijdlang te kampen met iedere nacht terugkerende nachtmerries – het zijn de enige momenten van eenzaamheid die Arthur Ducroo doormaakt.
Een van de fascinerende aspecten van Het land van herkomst is de volkomen internationale sfeer. Niks Hollandse burgerlijke bekrompenheid: Arthur Ducroo leeft in Brussel en Parijs, heeft Franse en Russische vrienden en herinnert zich zijn jeugd in de tropen.
Ik vind trouwens dat je bij een boek dat zo openhartig is als Het land van herkomst, ook best af en toe wat mag overslaan. Als een schrijver je alles vertelt, mag je als lezer ook kiezen. Ik begrijp bijvoorbeeld niets van Ducroos vriendschap met Wijdenes (voor wie Du Perrons beste vriend Menno ter Braak model stond). Die Wijdenes is een vreselijk stijve hark, die niet over gevoelens kan praten en alle gespreksonderwerpen meteen in een vreselijk droge stijl te lijf gaat. Een vreselijk irritante man vind ik hem en de stukken met hem sla ik meestal over. Ja hoor eens, ik heb het te druk met onze eigen crisis en mijn eigen privé-besognes om te lezen over mensen van 80 jaar geleden die ik niet mag.
Behalve dan het eind van het boek, waarin een brief van Wijdenes geciteerd wordt. Die brief grijpt je naar de keel, om de vooruitziendheid waarmee de aanstormende ramp die een paar jaar later over Europa zou komen met ijzingwekkende precisie wordt voorspeld.
Lees Het land van herkomst en leer wat over de jaren dertig. En leer wat over jezelf.
Volgende week: De verlatene van Carry van Bruggen.
Reacties (1)
Ies koeltoer! …