Het Centrum Informatie en Documentatie Israël, beter bekend als het CIDI, werd ooit gezien als serieuze speler in de strijd tegen antisemitisme. Een organisatie die cijfers bijhield, rapporten uitbracht en de politiek van broodnodige data voorzag. In een land waar antisemitisme nog altijd gestaag rondsluimert, was dat geen overbodige luxe. Maar die rol is intussen uitgehold tot een klucht. Achter de schijn van waakzaamheid gaat steeds vaker iets anders schuil, namelijk de schaamteloze verheerlijking van Israëlisch geweld.
“IDF imponeert opnieuw”
Op de website van CIDI verscheen recent een lofzang op het Israëlische leger met de titel “IDF imponeert opnieuw”. Daar staat het dan, zonder schaamte: een leger dat systematisch Palestijnse burgers bombardeert en een genocide pleegt, wordt gepresenteerd als indrukwekkend. Alsof het een sportwedstrijd betreft en niet de vernietiging van huizen, ziekenhuizen en levens. De framing is niet kritisch, niet analyserend, maar jubelend. Propaganda, verpakt als verslag.
Een organisatie die pretendeert antisemitisme te registreren en aan te pakken, kan niet tegelijkertijd het PR-bureau van een genocidaal bezettingsleger spelen. Wie slachtoffers van antisemitisme verdedigt en de daden van een leger goedpraat, maakt zichzelf ongeloofwaardig.
De hypocrisie in vol ornaat
CIDI beroept zich graag op de noodzaak antisemitisme te bestrijden. Dat is terecht. Maar ondertussen gebruikt het de fel bekritiseerde IHRA-definitie van antisemitisme om vrijwel elke stevige kritiek op Israël in de verdachtenbank te plaatsen. Het resultaat? Palestijnse stemmen worden verdacht gemaakt, activisten worden gecriminaliseerd, en het publieke debat wordt gemanipuleerd. Het werpt de vraag op: in hoeverre zijn de cijfers van het CIDI betrouwbaar? In hoeverre wordt de antisemitismemonitor een instrument om tegenstanders van de staat Israël monddood te maken?
Waarom een boycot nodig is
Het CIDI kan niet vertrouwd worden haar rol van onafhankelijke waakhond te vervullen zolang ze ondubbelzinnig de kant van Israël kiest. Het gevolg is dat als de organisatie iets of iemand antisemitisch noemt deze classificatie niets meer zegt; achterdocht dient de eerste reactie te zijn. Zolang het CIDI deze dubbele standaard – waakhond én schoothond – volhoudt, is er maar één consequent antwoord: boycot. Een organisatie die de rol van waakhond misbruikt om propaganda te bedrijven, moet buitenspel gezet worden.
Dat is geen aanval op Joodse Nederlanders, integendeel. Wie antisemitisme serieus bestrijdt, verdient een onafhankelijke en geloofwaardige monitor. Juist door CIDI’s gekonkel en propaganda wordt die geloofwaardigheid beschadigd, waardoor slachtoffers van antisemitisme uiteindelijk in de steek worden gelaten.
Tijd voor iets beters
Wat nodig is, is een nieuwe instantie die antisemitisme registreert, zonder politieke agenda. Een organisatie die Joden beschermt zonder Palestijnen te ontkennen, die cijfers presenteert zonder propaganda. Tot die tijd moeten we duidelijk zijn: het CIDI is niet de waakhond die het pretendeert te zijn, maar een propagandakanaal dat geweld verheerlijkt.
Wie nog cijfers overneemt van het CIDI maakt zich medeverantwoordelijk. Propaganda die bommen applaudisseert en activisten verdacht maakt verdient geen plek in een samenleving die beweert tegen antisemitisme en vóór mensenrechten te staan.
Dank aan Hans Custers voor de tip.