De formatie. Waar waren we ook alweer gebleven? Twee maanden praten over de grondwet, zonder resultaat. Een onbegrepen wegloper, met gespannen verhoudingen als resultaat. Een nieuwe informateur die verwelkomd wordt door het reces, maar dan eindelijk begonnen is. En nu?
De vorming van het extreem rechtse kabinet Wilders I stopte voor het op het bordes stond. Dat kabinet komt er niet weet Den Haag. Al heeft de kiezer dat nog niemand duidelijk horen zeggen. Niemand durft die conclusie voor de camera te trekken, dus daarom wordt er nu eerst een paar weken, onder leiding van Kim Putters, over de vorm van een nieuw kabinet gesproken. Hij zal in die tijd ook moeten zoeken naar een manier om Nederland duidelijk te maken dat er nu toch ook linksere partijen in beeld gaan komen.
Wat valt er nu te verwachten? Eerst zal het minderheidskabinet PVV/VVD/BBB nog even in beeld komen, waarover Omtzigt voorstelde nu te gaan onderhandelen. Gevolgd door een smal extraparlementair kabinet van PVV, VVD, BBB en NSC. Beide zijn echter om dezelfde reden onaantrekkelijk en daarom onwaarschijnlijk. Putters zal hopelijk snel bewegen naar het ook door Omtzigt voorgestelde brede extraparlementaire kabinet. Maar eerst even die twee weinig kansrijke opties.
Minderheidskabinet en smal extraparlementair kabinet
Natuurlijk, het kan. Een minderheidskabinet van VVD, PVV en BBB, met gedoogsteun van NSC. In de Eerste Kamer leunend op JA21 (3 zetels), SGP (2), FvD (2) en nog een partij naar keuze om aan een meerderheid te komen. Een kabinet waar bovendien slechts één van de drie partijen, de VVD, ervaren bestuurders kan leveren. Al zullen niet alle potentiële VVD bestuurders gezien willen worden in een PVV kabinet. De liberalen zullen afvallen net als de degene die verwachten dat het een instabiel tussenkabinetje wordt. Dus nog even los van de heikele inhoudelijke thema’s die er ook in voldoende mate zijn, is het een wankel en lastig te vormen kabinet.
Maar bovenal is het in de Tweede Kamer zeer afhankelijk van Omtzigt. Wilders weet uit eigen ervaring hoeveel macht je als gedoger hebt en hoe afhankelijk dat een kabinet maakt. En waar Rutte I na afhaken van Wilders nog met linkse steun verder kon, zou een extreem rechts kabinet alleen maar op Omtzigt kunnen leunen.
Eigenlijk geldt dat ook voor een smal extraparlementair kabinet van PVV, VVD, BBB en NSC. Zo’n kabinet heeft, hoe je het verder ook organiseert, een lossere verhouding tot de Tweede Kamer. Dat betekent ook dat niet alleen NSC, maar ook de liberalen binnen de VVD zich er minder aan gebonden zullen voelen. En omdat ook in deze variant het accent rechts ligt, zal zo’n kabinet zelden linksere Kamerleden kunnen overhalen voor haar voorstellen te stemmen.
Kortom, elke andere variant van samenwerken tussen PVV, VVD, BBB en NSC heeft voor de eerste drie partijen hetzelfde nadeel. Ze zijn zeer afhankelijk van NSC, omdat er geen alternatieven op rechts zijn om dat kabinet aan een meerderheid te helpen. Vullen we PVV (37), VVD (24) en BBB (7) aan met SGP (3), FvD (3) en Ja21 (1) dan komen we op 75, dus net tekort voor een meerderheid. Het CDA zal in de regel op dezelfde lijn als Omtzigt zitten.
Een breed extraparlementair kabinet en hoe je dat in elkaar zet
De vraag is wat en hoe dan wel? Een breed extraparlementair kabinet? En hoe zetten we dat in elkaar dan?
Als er wordt gezocht naar een breed extraparlementair kabinet, moet ook de manier van onderhandelen veranderen. Vooral omdat er te weinig vertrouwen bestaat tussen de verschillende partijleiders in de kamer. Omtzigt vertrouwt Wilders niet. Yeşilgöz heeft in navolging van Wilders Timmermans in de ban gedaan. Niemand weet wat ‘ie aan Omtzigt heeft (al heeft hij redelijk duidelijk verwoord wat wij wil).
Dat betekent ook dat er wel een akkoord, of meerdere akkoorden moeten worden gesloten. Er is te weinig vertrouwen om een kabinet zonder akkoord aan het werk te zetten, hoewel dat bij een extraparlementaire variant wel als optie wordt gezien. Wat ook kan helpen is dat er meer kamerleden bij de onderhandelingen betrokken worden, dus niet louter de fractievoorzitters.
Onderhandelingen over deelakkoorden
Het proces om tot zo’n breed extraparlementair kabinet te komen zou moeten beginnen met het vaststellen van de meest prangende thema’s. In ieder geval migratie, stikstof, de woningmarkt, bestaanszekerheid, Oekraïne en de EU, duurzaamheid, een betrouwbare overheid. Op elk van die thema’s moet onderhandeld worden om tot een breed gedragen akkoord te komen. Dat betekent dat er bij die onderhandelingen meer dan 4 partijen moeten aanschuiven, 5 of 6 lijkt wenselijk.
Niet al die partijen hoeven over elk thema mee te onderhandelen. Dat GL-PvdA het met de PVV eens wordt over migratie lijkt me onwaarschijnlijk en over duurzaamheid evenmin. Maar er moeten natuurlijk wel voldoende stemmen zijn om een deelakkoord over zo’n onderwerp te ondersteunen. En een onderwerp als stikstof wil je het liefst voor de langere termijn uitonderhandelen. Zo’n akkoord zou dus zo breed mogelijk gedragen moeten worden. Dan ontstaat er duidelijkheid voor de boeren voor meer dan één regeerperiode.
Het zou goed zijn als de partijleiders zelf niet mee onderhandelen over die deelakkoorden, maar dat aan de fractiespecialisten laten. Dat onderhandelen gebeurt onder leiding van een liefst deskundige gespreksleider, een soort hulpformateur. Indien nodig ondersteund met ambtelijke of academische expertise. Johan Remkes wordt dan natuurlijk een laatste keer gevraagd om het stikstofdossier uit te onderhandelen tot een breed onderschreven deelakkoord.
Wat de hoofdformateur doet is de financiën in de gaten houden en aan de hand van de vorderingen een begroting opstellen. Hij zal daarbij geholpen worden door zijn hulpformateurs die precies weten hoe het er met de deelakkoorden voor staat. Over de begroting zal hij regelmatig contact hebben met de fractieleiders, één op één, of in samenstellingen die hij wenselijk acht. Daar zal ook bij onderhandeld moeten worden om een financieel totaalplaatje te krijgen. De fractieleiders zullen tijdens deze onderhandelingen het overzicht kunnen bewaren, via hun eigen onderhandelaars bij de deelakkoorden en over de totale begroting.
De uitkomst van dit proces bestaat uit deelakkoorden op de belangrijkste thema’s, waar voldoende partijen zich aan committeren voor een Kamermeerderheid. Dan volgt de samenstelling van het kabinet zelf.
Samenstellen kabinet
Het zou handig zijn als Eric van der Burg bij de onderhandelingen betrokken is. Van der Burg heeft bewezen dat hij tegen de klippen op iets voor elkaar kan krijgen en dat is een wenselijke eigenschap voor de volgende Minister-president. Het is met die toekomstige rol voor Van der Burg ook handig als hij zelf meewerkt aan de totstandkoming van de akkoorden die het eerste kabinet Van der Burg moet gaan uitvoeren.
Waarom premier Van der Burg? Bij een extraparlementair kabinet ligt het voor de hand dat de fractieleiders niet het kabinet ingaan. Van Omtzigt en Van der Plas moet verwacht worden dat ze eerst eens leiding gaan geven aan hun nieuwe fracties, dat zal ook de stabiliteit van een nieuw kabinet ten goede komen. De PVV zal alleen maar functioneren als de enige erkende leider binnen die partij, gewoon fractievoorzitter is. Voor Yeşilgöz zal het misschien even slikken zijn om als fractieleider aan de gang te gaan, maar ze kent Van der Burg goed (ze gaan terug tot zijn tijd als wethouder in Amsterdam). Bovendien kan hij de liberale vleugel van de VVD vertegenwoordigen, zodat die ook aan boord blijft.
Naast de voordracht van Van der Burg als nieuwe minister-president, kan NSC een minister van financiën aandragen, die, zoals Omtzigt en de VVD willen, goed op de centen kan letten. Samen met de informateur kunnen zij de begroting afronden en op zoek gaan naar andere bewindslieden. Dat kunnen partijleden zijn, die dan op persoonlijke titel gevraagd worden en dus niet hun partij vertegenwoordigen. Het liefst mensen met enige afstand tot het Haagse. Putters zou daarbij best kunnen peilen bij de fractieleiders of ze mensen willen voordragen, maar het kabinet moet wel op afstand komen te staan van de Tweede Kamer. Want een kabinet waar geen enkele partij expliciet aan verbonden is, met aan het hoofd een VVD premier en een NSC minister van financiën, zou in potentie door veel partijen op inhoudelijke gronden gesteund worden.
Belangrijke details
Tot slot zijn er nog zaken die details lijken, maar die belangrijk zijn om zo’n extraparlementair kabinet te laten slagen.
Via die deelakkoorden kunnen partijen dingen binnenhalen, maar ze kunnen ook als chantagemiddel werken. Dat laatste moet voorkomen worden door de tekst van die deelakkoorden. Dus als de PVV een deelakkoord over migratie tekent en GL-PvdA een deelakkoord over duurzaamheid, dan tekenen ze voor het akkoord, ongeacht wat het kabinet verder aan maatregelen neemt.
Het kabinet moet afstand houden tot de kamer, maar tegelijkertijd haar steun krijgen en houden. Dat betekent dat Van der Burg slim moet kiezen wie hij als minister vraagt en voor welke post. Plasterk zou dus best eens terug kunnen keren. Op persoonlijke titel natuurlijk, niet als lid van de PvdA, of de PVV.
Zodra Van der Burg zijn ministersploeg rond heeft, moet hij op de nog niet besproken deelgebieden z’n plannen rondmaken. Denk bijvoorbeeld aan het lerarentekort. Dat is dus aan de nieuwe ministers, die daar in de begroting ook ruimte voor moeten hebben. Bovendien doet hij er verstandig aan direct bij de presentatie van het kabinet en de deelakkoorden, de finale begroting ter instemming aan de kamer voor te leggen. Hopelijk krijgt hij dan een grote meerderheid achter z’n begroting en kan hij aan de slag.
Conclusie
Het is niet onbelangrijk dat politieke partijen af en toe stilstaan bij het gebrek aan vertrouwen in de politiek. Deze opzet maakt het mogelijk snel te gaan onderhandelen over de belangrijkste politieke problemen die om een antwoord vragen, in plaats van na twee maanden met niets naar buiten te komen. Dat komt het vertrouwen ten goede. Bovendien haalt het de druk weg bij de partijleiders, die hun fractieleden moeten inzetten in de onderhandelingen over de deelakkoorden. Zij hoeven dus niet de hele tijd met elkaar in een kamertje te gaan zitten, wat hopelijk voor een wat meer ontspannen omgang zorgt.
Naast de door Omtzigt aangevoerde reden voor een extraparlementair kabinet – een grotere afstand tussen kabinet en kamer – is zo’n variant ook om een andere reden wenselijk. Met het huidige aantal partijen in de Tweede Kamer wordt het vormen van een meerderheidskabinet steeds ingewikkelder. Dan moet er gezocht worden naar nieuwe vormen van politieke samenwerking, zoals een extraparlementair kabinet. Die vorm maakt het echter ook mogelijk om gekwalificeerde bestuurders van buiten de politiek als minister te vragen, zonder dat ze, wat normaal gebeurt, gedwongen lid worden van een politieke partij. Zij representeren in dit kabinet de 98 procent van Nederland die nooit iets met een politieke partij te maken heeft. Den Haag laat daarmee zien dat capabele mensen zonder politieke partij, ook een rol kunnen krijgen in het landsbestuur. Dat is handig met het oog op de toekomst en het is verfrissende politiek.
Reacties (17)
“Er is te weinig vertrouwen om een kabinet zonder akkoord aan het werk te zetten, hoewel dat bij een extraparlementaire variant wel als optie wordt gezien.”
Sterker nog, dat is de essentie van een extraparlementair kabinet. Als er een regeerakkoord tussen partijen aan ten grondslag ligt, is het geen extraparlementair kabinet.
Zo is het natuurlijk niet. Geen enkel kabinet kan functioneren zonder voldoende steun van de kamer, en om zich daarvan te verzekeren zal het kabinet afspraken moeten maken met partijen over steun, en de partijen zullen zich daar aan moeten houden. Het voornaamste verschil is dat bij een extraparlementair kabinet deze akkoorden niet zo gedetailleerd en allesomvattend zijn als bij een traditioneel regeerakkoord.
“Geen enkel kabinet kan functioneren zonder voldoende steun van de kamer”
Dat is in Nederland een waarheid als een koe. Als zodanig is een extraparlementair kabinet in Nederland dan ook niet mogelijk (en sinds WO2 niet voorgekomen). In de praktijk is zo’n “extraparlementair” kabinet dan ook feitelijk een meerderheidskabinet of een minderheidskabinet met gedoogsteun, met een dunner regeerakkoord dan we van Rutte gewend zijn. Ik ben het wel met een vorige auteur eens dat dat feitelijk een zwaktebod is; Je kunt het nauwelijks zien als meer dan pappen en nathouden. Aangezien er voor elk plan een nieuwe meerderheid gevonden moet worden, is de kans klein dat er veel bereikt wordt, of zelfs maar sprake is van samenhangend beleid en omdat geen partij verantwoordelijk is voor het kabinetsbeleid, is het ook maar de vraag hoe financieel solide het beleid zal worden (voor geld uitgeven vind je immers makkelijker een meerderheid dan voor geld beknibbelen*). Ten slotte is de kans heel groot dat partijen op enig moment ontevreden zullen worden over het gerealiseerde beleid en een meerderheid van de Kamer het vertrouwen in het kabinet opzegt. In Limburg is dat ook gebeurd met de eerste “extraparlementaire” (uiteindelijk waren op 2 na alle gedeputeerden gewoon verkozen parlementsleden uit de fracties die een feitelijke meerderheidscoalitie vormden) gedeputeerde staten.
*Ik vermoed dat we met zo’n kabinet dus de komende jaren heel veel “gratis bier” verwijten kunnen verwachten, zodat uiteindelijk het publicitaire effect ervan de nul nadert en bij gevolg volgende kabinetten meer ruimte gaan krijgen om “Italiaans” te begroten, dus zo’n kabinet kan op langere termijn ook nog veel schade veroorzaken.
“Met het huidige aantal partijen in de Tweede Kamer wordt het vormen van een meerderheidskabinet steeds ingewikkelder.”
Waarom is dat eigenlijk? Het kan niet aan het aantal fracties liggen, want de Tweede Kamer heeft door haar geschiedenis heen meestal minstens 10 fracties gekend (in 1933 bv. 14, met bovendien maar 100 zetels te verdelen, of in 1971 ook 14).
Daar heb je gelijk, het ligt niet aan het aantal fracties, maar aan de grootte van de fracties. Nauwelijks meer grote partijen, dus dan heb je wel wat fracties nodig voor een meerderheid…
Niemand weet wat ‘ie aan Omtzigt heeft (al heeft hij redelijk duidelijk verwoord wat wij wil).
Tja, iemand die vóór de verkiezingen hamert op rechtsstatelijkheid, en dan met Wilders gaat overleggen, is inderdaad niet betrouwbaar.
Maar ik vraag mij nog steeds af of hij zelf nou zo graag met Wilders regeren wilde, of dat hij zich liet overbluffen doordat Yesilgöz geen combinatie zonder PVV wilde.
De hele trukendoos wordt uit de kast gehaald omdat Yesilgöz geen kabinet zonder de PVV steunen wil.
Ze had eerder al gezegd heeft dat de VVD niet regeren wilde.
Dat waren 2 domme uitspraken, want nu degradeert ze de VVD tot een bijwagen van de PVV.
Ik denk dat de media dit wat meer onder de aandacht mogen brengen.
Dan kunnen de VVD-leden besluiten dat Yesilgöz beter burgemeester van Rottumerplaat worden kan.
Of VVD-kiezers lopen straks allemaal weg (liberalen naar D66 of Volt, en de racisten naar Wilders want het origineel is beter dan de kopie).
Je kunt wel uitgebreide bespiegelingen houden over voors en tegens van een extraparlementair kabinet, maar wat schiet je daar eigenlijk mee op als niemand blijkt te weten wat dat ‘extraparlementair’ nou eigenlijk betekent? Putters is onder meer aangesteld om uit te zoeken wat zo’n extraparlementair kabinet zou moeten of kunnen zijn. Of wat degenen die met dat begrip schermen daar nou eigenlijk mee bedoelen. Voorlopig heeft het er alle schijn van de ook de politici die erom vragen dat niet zo goed weten.
(Er zijn staatsrechtdeskundigen die menen het betekent dat het initiatief in de formatie weer bij de koning wordt gelegd, die direct en helemaal buiten de Kamer om een formateur aanwijst. Want als het initiatief bij het parlement ligt is het per definitie niet extraparlementair. En volgens mij zijn vrijwel alle staatsrechtdeskundigen het er ondertussen over eens dat de discussie die hier nu over wordt gevoerd vooral uit gebakken lucht bestaat.)
3de keer dit verzoek
Al vraag je het honderd keer, ik maak zelf wel uit waar ik wel of niet op reageer. Als je niet tegen inhoudelijk beargumenteerde kritiek kunt, moet je hier geen stukjes plaatsen. En het staat je natuurlijk ook vrij om mijn argumenten te blijven negeren.
Heeft zoals je weet (als je mijn uitleg hebt gelezen) niets met inhoudelijke kritiek te maken, maar alles met je gedram. Met je altijd weer terugkerende gedram.
Het is heel simpel, Ad. Ik probeer me aan de huisregels te houden die hier staan. Doe ik dat niet, dan is het helemaal terecht als je me op mijn lazer geeft. En dan mag de redactie me in de ban slaan. En anders doe ik blijkbaar niks verkeerd. Hoe moeilijk kan het zijn?
Mijn standpunt blijft dan ook dat ik zelf wel uitmaak waar ik reageer. Hoeveel jij ook doordramt dat je daar geen prijs op stelt. Want dat is jouw probleem, niet het mijne.
Als je mijn reacties vervelend vindt, lees ze dan niet. In plaats van dit kinderachtige gedoe.
Ik zit me ondertussen af te vragen of Omtzigt niet een soort Chance is geworden, uit Being There. Hij is eerder boekhouder dan tuinman, maar lijkt wel per ongeluk in een positie te zijn beland waarin hem allerlei talenten en inzichten worden (of werden) toegedicht die hij niet heeft. Iemand die altijd sterk was in het uitpluizen van cijfers en details, maar die ondertussen behoorlijk is verdwaald in de wereld van het staatsrecht en de politieke machtsspelletjes.
Inderdaad!
(al vind ik eigenlijk dat iedereen een beetje meespeelt in “de nieuwe kleren van de keizer”. Niemand zegt hardop dat PVVD gewoon geen meerderheid heeft. En dat geen enkele deskundige politicus in een kabinet met Wilders stappen wil)
En daar zit meteen de reden waarom er niet zoiets zal komen als een extraparlementair kabinet (wat dat ook mag zijn). Iedereen weet dat beloftes van Wilders niks waard zijn, iedereen weet dat Van der Plas alleen de belangen van haar opdrachtgevers dient, en iedereen heeft ondertussen gezien dat Yesilgöz er geen problemen mee heeft om de hele boel bij elkaar te liegen als ze denkt dat haar dat electoraal uitkomt.
Geen kandidaat-premier of -minister zal erop vertrouwen dat je met deze lui constructief kunt samenwerken zonder dichtgetimmerde afspraken. En dus zal geen zinnig mens daaraan beginnen. We hebben teveel politici die na de verkiezingen gewoon doorgaan met campagne voeren, in plaats van prioriteit te geven aan het oplossen van problemen. Dat is de kern van het probleem. Zolang dat niet wordt opgelost, valt er niet te ontkomen aan uitgebreide regeerakkoorden. En als ze het zonder proberen, zal zo’n kabinet binnen de kortste keren weer uit elkaar spatten.
Extra parlementair, zaken kabinet of hoe je het ook wil noemen lijkt mij niet waarschijnlijk.
Op de eerste plaats worden er nogal wat belangrijke bestuurlijke besluiten genomen in het kabinet, daar zullen de grootste ‘gedoog’ partijen/eenmanszaken altijd grip op willen krijgen. Hierdoor nijg je altijd een politieke inkleuring van de functie. Grip in gradaties wel te verstaan, je kan wel met moties van wantrouwen gaan zwaaien tegen ministers maar dat leidt vrijwel zeker tot een val van kabinet.
Op de tweede plaats, waar ga je mensen vinden? Welke mensen met kennis van zaken en statuur in de private sector van buiten de politieke arena willen er in een zeer onstabiele situatie minister worden?
Wie gaat zijn carrière nog onderbreken voor een half jaartje minister spelen. Voor je het weet heb je jaren beveiliging nodig of raak je beschadigd doordat je in allerlei foute besluiten wordt mee getrokken en zit je alweer op wachtgeld voordat je iets gedaan hebt gekregen.
Volgens mij geloven ze er zelf ook niet in, de manier waarop NSC geframed werd bij het klappen van informatie poging 2 had alle kenmerken van een politieke campagne. Ze zijn bezig met een staarwedstrijd en wachten op wie eerst knippert.
En Plasterk terug als minister, kom op zeg, Hoe goed hij ook is in zijn private carrière , de beste man is niet geschikt voor politiek gebleken. Dat was hij al niet als minister van lege dozen en informatie poging 2 was toch ook een treurige vertoning.
Laat iedereen zich eerst eens gaan concentreren waarom kabinetten en coalities vrijwel altijd zo gevormd werden voordat ze allemaal wilde theorieën gaan lanceren over hoe het allemaal anders moet. Meestal zijn er goede redenen dat het niet allemaal anders gaat.
Gewoon Johan Remkes premier maken als Rutte vertrekt. Formatiegesprekken hebben geen zin omdat Omtzigt zich niet wil binden aan PVV of Pvda/GL dus stop daar gewoon mee.