Mexico Stad kan trots zijn. Sinds vorige week beschikt de hoofdstad over het Museo de Memoria y Tolerancia (Herinnerings- en Tolerantie-museum), een gedenkhuis over de Holocaust en genocide. Gisteren was het museum voor het eerst open voor het publiek. Ondergetekende nam enkele van zijn UDLA-studenten mee naar het museum en was onder de indruk.
Na drie kwartier rondlopen in de zalen van het Museo de Memoria y Tolerancia vallen studenten Scott, Isabel en Alejandra ineens even stil. Foto’s, video’s en teksten zeggen veel, maar het indrukwekkendste moment van een bezoek aan het museum is de treinwagon in de Auschwitz-ruimte. Het is een authentieke wagon, gebruikt voor transport van joden naar vernietigingskampen. Alejandra wil niet binnen kijken. “Me da cosa” (= “ik vind het eng”), zegt ze. Scott en Isabel volgen me aarzelend en schuifelen enigszins bedrukt weer naar buiten. “Het is wel erg echt, zo ineens…,” zegt Scott.
Het museum, middenin het historisch centrum, bevindt zich in een vleugel van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vorige week werd het gedenkhuis, een initiatief van de in 1999 opgerichte gelijknamige stichting, met veel fanfare geopend met een bezoek van president Felipe Calderón. Behalve een permanente expositieruimte met als belangrijkste thema de Holocaust en Tweede Wereldoorlog, zijn er ook een bibliotheek, een ‘Tolerantieruimte’ en ruimtes voor tijdelijke exposities gevestigd. De Holocaust is niet het enige thema dat wordt aangesneden: er is ook aandacht, zij het beperkt, voor de volkerenmoorden in Darfur, Cambodja, Rwanda, ex-Joegoslavië en Guatemala.
Hakenkruisvlag
Een dergelijk museum is geen overbodige luxe in Mexico. Hoewel het land officieel deelnam aan de Tweede Wereldoorlog, is de Holocaust onder het leeuwendeel van de bevolking een nauwelijks bekend fenomeen. Antisemitisme, hoewel in het algemeen niet agressief of rabiaat, borrelt bij tijd en wijlen op aan de oppervlakte en de meeste Mexicanen kunnen zich geen voorstelling maken van wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond, laat staan dat ze van andere gevallen van genocide hebben gehoord. Over Hitler en de NSDAP wordt niet zelden (en soms openlijk) bewonderend gesproken.
Om maar een voorbeeld te noemen: enige tijd geleden sprak ik met een bron binnen de Estado Mayor (Generale Staf) van de president, die openlijk nationaal-socialist is. Op Facebook is zijn profielafbeelding het logo van de SS, thuis hangt een grote hakenkruisvlag aan de muur en staat een foto van Hitler op de schoorsteenmantel, naast een foto van vrouw en pasgeboren kind. Een ander contact schreef op zijn FB-profiel: “Als God mij zou toestaan te doden, zou ik beginnen met alle nakomelingen van David.”
David Duke
Scott, Alejandra en Isabel delen die denkwijze niet en lopen met bedrukte gezichten rond als we van zaal tot zaal lopen. Alejandra was het meest onder de indruk van de treinwagon, terwijl Isabel en Scott verbijsterd naar de instrumenten kijken die de nazi’s gebruikten om neuzen en hoofden op te meten van Duitsers, op zoek naar burgers die aan ‘jodenmaten’ voldeden.
Het museum biedt veel beeldmateriaal, tientallen interviews op video, interactieve kaartjes en simpele, maar redelijk volledige uitleg over de basisaspecten omtrent de jodenvervolging. Na het Holocaust-gedeelte volgt een korte uitleg over andere volkerenmoorden. Vooral de slachting onder Mayabevolking in Guatemala van de jaren tachtig verbijstert de studenten. “Ik wist niet dat het zo dichtbij ook gebeurde…,” mompelen de studenten.
Eenmaal buiten praten we nog even na, terwijl we langs de boekenstandjes op de Avenida Juarez wandelen. Bij één van de standjes, op amper tien meter van de uitgang, vinden we het boek Jewish Supremacism van voormalig Ku Klux Klan-leider David Duke, naast een Spaanse vertaling van Mein Kampf en het Manifest van de Nationaal-Socialistische Partij van Argentinië. Dat dan weer wel.
[jan-albert]