Marian Kocner, de vermoedelijke opdrachtgever van de moord op de Slowaakse journalist Ján Kuciak en zijn vriendin Martina Kušnírová moet opnieuw voor de rechtbank komen. Vorig jaar werd hij vrijgesproken van betrokkenheid. Maar deze week verwees het Hooggerechtshof tot grote tevredenheid van de familie de zaak terug naar een lagere rechtbank voor herbeoordeling omdat de bewijsvoering bij dit vonnis niet deugde.
Volgens het Hooggerechtshof heeft de strafrechter in Pezinok bij een deel van het bewijsmateriaal gefaald in het toepassen van “elementaire logica” en is een ander deel van het materiaal dat het Openbaar Ministerie heeft ingebracht ten onrechte helemaal niet meegenomen. Het gaat met name om het sms-verkeer van Kocer. Uit telefoontaps van zakenman Kocner – die momenteel een gevangenisstraf uitzit voor fraude – kwam bewijs naar voren dat hij de opdracht tot de moord zou hebben gegeven. Het gerechtshof veroordeelde vorig jaar wel de schutter, maar vond het bewijs tegen Kocner onvoldoende.
Jan Kuciak en zijn vriendin werden in februari 2018 in hun eigen huis doodgeschoten door een huurmoordenaar. Kuciak had ontdekt dat zakenman Marian Kocner zich schuldig maakte aan illegale praktijken en belastingfraude en stond op het punt hierover te publiceren. Kuciak en vele andere journalisten zijn een tijd lang bespioneerd in opdracht van Kocner. De moord op Kuciak zorgde voor een grote beroering in het land, ook vanwege de verbindingen die de journalist wist te leggen met corrupte politici. Het kostte toenmalig premier Robert Fico van de sociaaldemocratische partij SMER de kop.
Rechtsstaat en persvrijheid
Internationale organisaties van journalisten hebben de uitspraak van het Hoogerechtshof verwelkomd. Het is ook een opsteker voor hoeders van de persvrijheid en de rechtsstaat in Slowakije temidden van groeiende twijfels over de situatie in omringende landen van de Visegrádgroep. Van de persvrijheid in Hongarije is zo langzamerhand weinig meer over. Polen heeft niet langer de minimumgaranties die nodig zijn om de scheiding der machten te behouden, zei de advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de EU vorige maand naar aanleiding van een reeks van zaken die verband houden met controversiële Poolse justitiële hervormingen. In een lang slepende affaire tegen de Tsjechische premier Babiš en zijn bedrijf Agrofert bevestigde de Europese Commissie dit voorjaar de beschuldigingen van belangenverstrengeling bij de toekenning van EU-subsidies. Vorige week sloot het Europees Parlement hierbij aan met een resolutie die stelt dat Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) ’ten onrechte toegekend zijn aan bedrijven van de Agrofert-groep’. Babiš kon als premier invloed uitoefenen op de besteding van het ESIF-geld, ’terwijl hij tegelijkertijd nog steeds een belang had in de Agrofert-groep.’ Het bedrijf heeft bevestigd dat Babiš uiteindelijk nog steeds profiteert van de resultaten van de holding en de dochterondernemingen. De resolutie van het EP werd met grote meerderheid (550 stemmen) aangenomen. Een groep van liberalen (partijgenoten van Babiš) onthield zich van stemming omdat men vond dat het EP zich beter op alle ontsporingen van de rechtsstaat in Polen en Hongarije kon richten.
Coronacrisis
Terug naar Slowakije. In 2019, een jaar na de moord op Kuciak, won de liberale advocaat Zuzana Čaputová de presidentsverkiezingen. Zij was bekend als activiste tegen corruptie en milieuvervuiling. In reactie op de uitspraak van het Hoogerechtshof zegt ze nu: ‘Het lijden van ouders en familieleden van Ján Kuciak en Martina Kušnírová houdt niet op na de uitspraak van het hooggerechtshof van vandaag, maar ze zijn weer een stap dichter bij gerechtigheid.’ Ook al heeft zij vooral een ceremoniële functie, als president kan zij met haar achtergrond het land hopelijk alert houden voor ontsporingen. In regeringskringen bijvoorbeeld.
De grote overwinnaar van de parlementsverkiezingen vorig jaar maart, de miljardair Igor Matovic, is nauwelijks een jaar na zijn installatie als premier al weer in opspraak gekomen. In maart ontstond een regeringscrisis nadat hij op eigen houtje 2 miljoen doses van het Sputnik-V vaccin tegen het coronavirus had gekocht. Matovic trad af en wisselde zijn positie met de minister van Financiën Eduard Heger. Toen het Slowaakse instituut dat de toestemming voor het gebruik van medicijnen regelt het Russische vaccin afkeurde schakelde Matovic Hongarije in voor een goedkeuringsstempel. Hongarije gebruikt Sputnik-V al langer. Vorige maand besloot de Slowaakse regering vervolgens alsnog te gaan vaccineren met het Russische vaccin. Bij de toelichting op dit besluit zei Minister van Volksgezondheid Vladimír Lengvarský dat hij zich niet zou laten vaccineren door Sputnik en het ook niet zou aanbevelen aan anderen.
De pandemie en de politiek: zijn er landen waar de bestrijding van het virus geen vragen heeft opgeroepen over de integriteit van politici en hun beslissingen?
Reacties (2)
Eh… Kan Hongarije bepalen welke medicijnen in Slowakije toegelaten mogen worden?
Overigens mogen andere Europese landen nog steeds hun grenzen sluiten voor Slowaken die niet goed gevaccineerd zijn, dus een Slowaak die de grens over wil, heeft niet genoeg aan Sputnik.
Ik vind het ook een vreemde gang van zaken. Matovic passeerde zijn eigen keuringsinstantie om puur politieke redenen. Kennelijk kon dat. Maar er kon wel meer in deze pandemie dat bij nader inzien hoogst twijfelachtig was. Niet alleen daar. De Slowaken betalen het gelag. Net als de Nederlandse belastingbetalers in het geval van S.van L.