ANALYSE - Regelmatig stellen critici van de Duitse energietransitie dat Frankrijks transitie een beter model is om te volgen. Naar aanleiding van de bijeenkomst van ‘ecomodernisten’ vorige week werd dit herhaald door Hidde Boersma op twitter. Tijd dus om eens dieper in het onderwerp te duiken aan de hand van een artikel van Craig Morris en Arne Jungjohann uit 2015.
Tekst: Craig Morris en Arne Jungjohann. Vertaling: Krispijn Beek.
In autustus 2014 noemde de Wall Street Journal de Energiewende Duitsland’s “eenzame revolutie.” En in januari 2015 claimde Deutsche Welle dat “Duitsland redelijk alleen staat in zijn groene energiebeleid – zowel in Europa als wereldwijd.” Vaak wordt Frankrijk voorgesteld als een beter voorbeeld om te volgen. De vergelijking tussen Duitsland en Frankrijk volgt over het algemeen twee lijnen. Op de eerste plaatst zijn de Duitse CO2 emissies per hoofd van de bevolking grofweg 50 procent hoger dan in Frankrijk. Ten tweede was Frankrijk in staat om kernenergie veel sneller uit te rollen dan het Duitsland lukt om hernieuwbare energie op te schalen. Laten we beginnen met een grafiek van het Internationaal Energie Agentschap.
Opschalen kernenergie vs opschalen groene stroom
De Fransen wekken grofweg driekwart van hun elektriciteit op met kernenergie, en ze hebben vanaf 1977 het aandeel kernenergie in ongeveer twee decennia van heel klein naar zo’n 75% opgevoerd. Ter vergelijking, het kostte Duitsland ongeveer 15 jaar om het aandeel hernieuwbare elektriciteit met 20% te laten stijgen vanaf het eind van de jaren 90.
Frankrijk heeft kernenergie duidelijk veel sneller weten op te schalen dan Duitsland hernieuwbare elektriciteit wist op te schalen. Maar als we het Franse voorbeeld volgen leidt dat blijkbaar tot iets dat verbazingwekkend veel overeenkomsten heeft met de Energiewende. In tegenstelling tot de conventionele wijsheid (ook van veel energie experts) volgen Frankrijk en Duitsland een vergelijkbaar pas als het gaat om elektriciteit. Een recente analyse van de Duitse Friedrich Ebert Foundation (PDF in het Duits) laat zien dat de strategische doelen van de twee landen convergeren naar het midden van deze eeuw:
Frankrijk heeft een iets lager CO2 doel voor 2050. Dat komt doordat het startpunt voor Frankrijk met 8,3 ton CO2e per capita per jaar veel lager ligt dan dat van Duitsland (11 ton). Terwijl Frankrijk begint met een minder ambitieus doel voor hernieuwbare elektriciteit in 2020, is het doel voor 2030 ambitieuzer dan Duitslands doel. De doelstellingen voor energie-efficiency op de kort en lange termijn zijn zeer vergelijkbaar.
Toekomstplannen voor kernenergie
Zelfs de plannen voor kernenergie vertonen een verbazingwekkend grote overlap. Duitsland stelt zich ten doel het aandeel kernenergie van 28% op zijn hoogtepunt terug te brengen naar nul procent in 2022. Frankrijk stelt zich ten doel om het aandeel kernenergie terug te brengen met 25% in 2025 (van 75% naar 50%). Duitsland zal 17 kerncentrales sluiten om dat doel te bereiken; Frankrijk een geschat aantal van 22. Blijkbaar leidt een decennia lange afhankelijkheid van kernenergie tot een transitie gericht op grotere efficiency en groene stroom, dat is tenminste het geval in Frankrijk en Duitsland.
Energiedemocratie
Ondanks de gelijkenissen in deze doelen, verschilt de Franse aanpak sterk van Duitsland als het gaat om de rol van burgers en het publiek. Pierre Cannet van WWF Frankrijk zegt: “democratisering of andere manieren om het publiek te betrekken in de (Fanse) energietransitie staat nog in de kinderschoenen”. Anderen, zoals de Franse socioloog en criticus van kernenergie Sezin Topçu is van mening dat geheimzinnigheid de belangrijkste verklaring is voor het succes van kernenergie in Frankrijk. Duitsland in tegenstelling heeft een bewonderenswaardige transparantie bereikt over kernenergie (video in Frans). Wie meer wil weten over de geschiedenis van Franse kernenergie kan hier terecht.
Update situatie 2017
Bij de Franse presidentsverkiezingen zijn nog 2 kandidaten over. Volgens Carbon Brief wil Marine le Pen de Franse nucleaire sector behouden en moderniseren. Haar tegenkandidaat Emmanuel Macron steunt de Franse energietransitiewet uit 2015 en wil het aandeel kernenergie met 25% afbouwen tot 50% in 2025. Ook de voorgenomen sluiting van de kerncentrale in Fessenheim zegt Macron te zullen bekrachtigen als hij gekozen wordt.
Craig Morris (@PPchef) is de hoofdauteur van Global Energy Transition. He is co-auteur van Energy Democracy, de eerste geschiedenis van de Duitse Energiewende en hij is momenteel Senior Fellow bij IASS.
Arne Jungjohann is politiek wetenschapper, Twitterbrainer en energie expert met een focus op de Energiewende, en bijbehorend beleid en communicatie.
Dit artikel is eerder verschenen op Energytransition en met toestemming van de auteurs vertaald door Krispijn Beek.
Reacties (3)
Opmerkelijk, blijkbaar is de Duitse energiewende niet zo bijzonder
“‘Een recente analyse van de Duitse Friedrich Ebert Foundation (PDF in het Duits) laat zien dat de strategische doelen van de twee landen convergeren naar het midden van deze eeuw”
Tot die tijd doet Frankrijk het beter dan Duitsland voor wat klimaat betreft. Duitsland heeft echter een eigen doel, zoveel mogelijk hernieuwbare elektriciteit met ruimschoots ontzien van binnenlandse elektriciteitsproduktie uit bruinkool. Voor zover er mondiale overeenstemming is over prioriteiten is de Franse transitie beter.
Een vergelijking, maar nergens cijfers om het echt goed de vergelijken. Een heel belangrijk performance-criterium is: CO2/kWh
Daarin scoort Duitsland slecht.
CO2/kWh in 2009