Wantrouwen
COLUMN - De NSA, de geheime dienst van de VS, onttrekt op grote schaal gebruikersdata aan internetbedrijven. Ze blijken ook hun Nederlandse confrères vrijelijk toegang te verschaffen tot die goudmijn. De onthulling heeft fikse repercussies.
Zo blijkt de NSA keihard tegen de Amerikaanse senaat te hebben gelogen. Directeur James Clapper verklaarde daar afgelopen maart onder ede dat de NSA ‘geen massale dataverzamelingen’ over burgers aanlegt. Die man kun je dus nooit meer vertrouwen.
Ook de betrokken bedrijven (waaronder Yahoo, Facebook, Google, Microsoft en Apple) zitten met de gebakken peren. Zij hebben een fikse reputatieschade opgelopen: ze staan nu te boek als verlengstuk, tegen heug en meug, van de verzamelde opsporingsdiensten. Als gebruiker kunnen we zulke bedrijven daarom niet meer vertrouwen.
Wie wil nog zijn agenda, foto’s, documenten of e-mails in de cloud zetten – bijvoorbeeld via al die leuke Google apps – nu duidelijk is dat de NSA daar rechtstreeks toegang toe heeft? Noorwegen heeft daarom overheidsdiensten verboden om Google apps te gebruiken: het geeft immers geen pas je eigen burgers willens en wetens bloot te stellen aan privacyschending door vreemde mogendheden. We kunnen clouddiensten simpelweg niet meer vertrouwen.
(Niet dat je iets te verbergen hoeft te hebben om daar kopschuw van te zijn. De enige relevante vraag is: op grond van welk recht mag een overheid – die van ons, laat staan een vreemde overheid – in hemelsnaam in onze gegevens zoeken, wanneer er geen enkele verdenking tegen je bestaat?)