dossier

Israël/Palestina conflict

Alle artikelen die de afgelopen jaren op Sargasso verschenen zijn en betrekking hebben op het Israël-Palestina conflict.


Foto: Enric Borràs (cc)

Twee verhalen over Palestina

Israël en de Palestijnen. Er bestaan zo langzamerhand twee verhalen. Er is het oude verhaal, dat in de westerse wereld tot 1967 zonder vragen werd herhaald: de Joden waren na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog teruggekeerd naar hun aloude land, waren laaghartig aangevallen door de Arabieren, maar weerstonden hun vijanden dapper.

Na de Zesdaagse Oorlog kwamen er vragen over het Palestijnse probleem, maar de eersten in Nederland die er iets over zeiden, werden met hoon overladen. Ze verdedigden immers standpunten van de terroristen die zich in 1964 in de PLO hadden verenigd. Geleidelijk kwam er echter meer oog voor de ellende van de Palestijnen, en inmiddels is er naast het eerste verhaal een tweede ontstaan, over Joden die zich vestigden in het aloude land van de Palestijnen en laaghartig dorpen ontruimden, en over de weerstand van het Palestijnse volk.

Wat de twee verhalen – in historisch jargon: “de twee narratieven” – gemeen hebben, is dat er selectief wordt omgegaan met de feiten. Waarom negeren de mensen die het tweede verhaal vertellen, zo vaak dat de Joden in 1947 het VN-delingsverdrag aanvaardden en dat de Arabische landen in 1948 niet vochten om de Palestijnse leiders te steunen, maar stukken van het Mandaatgebied wilden veroveren voor zichzelf? Misschien omdat Egypte en Jordanië de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever later opgaven? Waarom erkennen Israëli’s en de aanhangers van het eerste verhaal zo zelden dat de Israëlische strijdkrachten in 1948 Arabische dorpen ontruimden, eerst uit militaire noodzaak, maar steeds meer om land over te nemen? De archieven zijn open, de Israëlische krijgsplannen zijn voor iedereen in te zien.

Foto: Enric Borràs (cc)

De progressie in de geschiedenis

Toont de geschiedenis vooruitgang? Leren wij iets? Het zijn geen kleine vragen voor een eenvoudige blogger, maar de herdenking van de bouw van de Berlijnse Muur riep die vragen op. De muur van Berlijn werd in 1961 gebouwd en werd in 1989 afgebroken. Mag je dat begrijpen, respectievelijk daar blij om zijn?

“Ein deutsches Drama aber hat ein guter Ende gefunden; das Drama der deutschen Teilung.”(Die Welt, 13 augustus, 2011)

De geschiedenis heeft geen eindpunt, geen doel of richting, dus ik word door twijfel bevangen als ik zo’n zin lees. Het is mooie ironie: Marxistische dialectiek gaat uit van een onweerstaanbare historische noodzakelijkheid en ontwikkeling, maar het is net de overwinning op deze wijze van denken, die werd gevierd bij onze oosterburen.

Maar dan begint mijn binnenste een dialoog: de revolutie ‘met het gerucht van vallende bladeren’ was toch prachtig? Miljoenen onderdrukten werden toch bevrijd? Gedenk de euforie van de rinkelende sleutelbossen in Praag, de pleinen in Leipzig waar “wir sind das Volk” werd gescandeerd, de eindeloze files van walmende Trabantjes en Wartburgs, met DDR burgers die hun begroetingsgeld kwamen omzetten in verse sinaasappels.

Allemaal waar, denk ik dan. Maar ik stond er ook met de neus boven op toen Gerhard Schroeder en Angela Merkel verkiezingscampagne voerden in Jena: die keuze ging  tussen “Dreck”of “Scheisse”, zo wist men op het marktplein. Ik bedoel: is met het einde van het Duitse Drama van de deling, ook het rationele en democratische leven gevestigd? Het ‘meisje van Kohl’ is inmiddels al jaren de onbenoemde leidster van de Verenigde Staten van de Euro, maar indrukwekkend is haar leiderschap niet. Het is waar: politieke gevangenen zijn er niet of nauwelijks meer. Die Welt nog eens: “Die Mauer demonstrierte was ein totaler Staat ist.” Maar pardon? Dat wisten de Duitsers toch wel, wat ein totaler Staat is? Hadden ze de muur nodig voor die herinnering?

Foto: Enric Borràs (cc)

Atlas van het Israelisch-Palestijnse conflict

De relatie tussen Joden/Israëli’s en Palestijnen zorgt al ruim 100 jaar voor spanningen in het Midden-Oosten. Een oplossing is nog lang niet in zicht. De Palestijnen bezitten nog maar elf procent van hun territorium van 1947 en Israël is niet geneigd de in 1967 bezette gebieden terug te geven of vluchtelingen te laten terugkeren naar hun dorp of stad van herkomst. Beide antagonisten maken aanspraak op dezelfde gebieden, steden, heilige plaatsen, zeker op Jeruzalem en de geschiedenis van haat en geweld is lang.

Malkit Shoshan is zelf een joodse, opgegroeid in een context van volle bewondering voor het mirakel Israël, waarin de periode van 2000 jaar ballingschap genegeerd werd en gedaan werd alsof Israël altijd bestaan had, zonder verband met de Palestijnse tragedie.



Haar atlas is niet de eerste. Martin Gilbert stelde in 1993 al zijn atlas samen over de geschiedenis vanaf 636 na Christus. Het is een briljant boek met heldere kaarten, die klassikaal ook zeer bruikbaar zijn. Van zijn hand is ook nog een atlas van de Joodse geschiedenis, vanaf 2.000 voor Christus, waarin het conflict in een iets andere context aanwezig is. Vreemd genoeg ontbreken beide atlassen in de bibliografie van Shoshan. De atlas van Shoshan en designer Joost Grootens begint in 1040 v.C. en reikt tot 2010 n.C. Hij overkoepelt dus drie millennia.

Foto: Enric Borràs (cc)

Hamas, vijand

Laat ik dit stuk maar beginnen met een bekentenis, dan kunt u zelf bepalen of u verder leest: ja. Ik ben zo iemand die de palestijnen op de westelijke jordaanoever en de gazastrook intuïtief in de eerste plaats ziet als verliezers. Een door verheffingsidealen verblinde palestijnenknuffelaar ben ik zeker niet, maar ik heb – observeer ik – als vanzelf begrip, en een bepaalde mate van sympathie, voor de woede die er onder hen leeft – en met ‘hen’ bedoel ik dan de mannen, vrouwen en kinderen die daar in die omstandigheden zoveel mogelijk op normale wijze iets van hun leven willen maken. Ik begrijp dat die mensen boos, ziedend, laaiend zijn vanwege de situatie waarin ze zitten. En ik ben deels boos met hen, want ze zijn en worden door de loop der dingen ongenadig gepakt, en ja, ik ben zo iemand die meent te zien dat het deels, grotendeels Israel is dat aan het Palestijnse rad van fortuin draait. De Palestijnen – althans, de welwillenden onder hen – kijken toe en zien hoe het rad steeds opnieuw tot stilstand komt bij ‘0’. Dat is meer dan schrijnend. Maar slachtofferschap is nooit iets passiefs of objectiefs. Het is iets dat je jezelf aanmeet, of dat anderen jou aanmeten naar aanleiding van de loop der dingen, en iets dat zich na verloop van tijd in een bepaalde richting ontwikkelt. Alle betrokkenen spelen daarin een actieve rol. Gedeeld en gecultiveerd slachtofferschap is bovendien vruchtbare grond voor van alles en nog wat. Mooie dingen, zoals saamhorigheid, maar vaak ook lelijke dingen, zoals binair vijanddenken en extremisme.

Foto: Enric Borràs (cc)

Weinig revolutionairen, maar veel steun voor revolutie

Eergisteren was het een jaar geleden dat Khaled Said door de politie van Alexandrië werd doodgeslagen nadat hij getuige was geweest van een drugsdeal van twee agenten. Enkele honderden demonstranten herdachten dit in Cairo met een demonstratie tegen politie-willekeur. Hier één van hen met een poster van het verminkte lijk van Khaled Said bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. (Foto Hossam Hamalawy).

Twee tegelijk verschenen enquêtes – een van het International Republican Institute (IRI), de andere van Gallup Abu Dhabi – bevestigen dat de Egyptische bevolking en masse achter de omwenteling staat die Mubarak de laan uitstuurde. Om en nabij de negentig procent in beide onderzoeken is er blij mee dat hij weg is. Een meerderheid verwacht ook dat het nu beter zal gaan met Egypte (90% – IRI) en een veel groter aantal mensen dan voorheen heeft het gevoel dat de economie- die in slechte staat verkeert –  nu kan opkrabbelen (Gallup: 46% – was 15% vóór de revolutie). Gallup meldt ook dat veel minder mensen nu – na de revolutie nog zouden willen emigreren. Vóór de revolutie was dat 23%, nu nog 11%.

Foto: Enric Borràs (cc)

Polderen om Palestina

Dit is een gastbijdrage van Marcel Otto, journalist en historicus.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu hield dinsdag een toespraak voor het Amerikaanse Congres. “Als leider van Israël is het mijn verantwoordelijkheid om mijn volk naar vrede te leiden”, zei hij. Ook als dat betekent dat er ‘pijnlijke compromissen’ moeten worden gemaakt. Veelbelovende woorden, die het dan ook goed deden als kop boven nieuwsberichten.

En inderdaad gaf Netanyahu in zijn toespraak aan bereid te zijn concessies te doen. “Voor daadwerkelijke vrede moeten we delen van het oude joodse vaderland opgeven”, sprak hij. Dat betekent dat in elke vredesovereenkomst die een einde maakt aan het conflict sommige nederzettingen achter de grenzen van Israël zullen blijven. Het ‘Israëlische volk is bereid een verregaand compromis te bewerkstelligen’ als de Palestijnen, en dan met name de Palestijnse president Mahmoud Abbas, ertoe besluiten ‘een joodse staat te accepteren’.

Hier hield de Israëlische bereidwilligheid echter wel op. “Israël zal niet terugkeren naar de onverdedigbare grenzen van 1967”, zei Netanyahu. “Een groot deel van de 650 duizend Israëliërs dat achter de grenzen van 1967 woont, is gevestigd in (buiten-)wijken van Jeruzalem en groter-Tel Aviv. Deze gebieden zijn dichtbevolkt, maar geografisch gezien ook vrij klein. In elke serieuze vredesovereenkomst worden deze gebieden, evenals andere plekken van essentieel strategisch en nationaal belang, opgenomen binnen de definitieve grenzen van Israël.”

Foto: Enric Borràs (cc)

Ach ja, de grenzen van 1967

En ineens hebben we dus nu een ‘kwestie’ over de grenzen van 1967. Obama hield een speech over het Midden-Oosten, donderdagavond. Daarin plaatste hij zich vijf maanden na dato op een – om het beleefd te zeggen – weinig overtuigende manier – alsnog achter de diverse opstanden in de Arabische wereld.(Kijk hier voor een verslag op mijn andere, Engelstalige blog).

In dezelfde toespraak maakte hij ook opmerkingen over het Israelisch-Palestijnse conflict. Daarbij vielen een paar dingen op. Om te beginnen dat hij, toen hij het had over de rest van de Arabische wereld, wel sprak over allerlei waarden en vrijheden waar de VS achter zouden staan, maar dat geheel achterwege liet toen hij het had over de Palestijnen. In verband met Israel-Palestina had hij het uitsluitend over de verbondenheid met Israel en het feit dat Amerika volop stond achter Israels veiligheidseisen.

Verder viel op dat hij 1) niet kwam met nieuwe plannen voor hervatting van enig overleg, 2) hij zich uitsprak tegen een erkenning door de Verenigde Naties van een Palestijnse staat, waar de Palestijnse Autoriteit op aanstuurt, 3) hij aangaf dat van Israel niet verwacht kan worden dat het vredesbesprekingen aangaat als de Palestijnse kant zojuist een akkoord heeft gesloten met een organisatie (Hamas) die weigert Israels bestaansrecht te erkennen, 4) hij zei dat een eventuele Palestijnse staat gedemilitariseerd moet zijn

Foto: Enric Borràs (cc)

Twee manieren van overleven als Joden

Ik wil beginnen met een verwijzing naar een collega blogger, de Magnes Zionist, alias Jerry Haber (wat op zijn beurt weer een alias is van een Amerikaans/Israelische professor in de filosofie en Joodse medievalistiek). Ik heb Haber vaker geciteerd op dit blog. Dit keer ga ik hem zelfs twee keer aanhalen. Op de dood van Osama bin Laden reageerde hij met een citaat uit het bijbelboek Spreuken:

Verheug je niet over de val van je vijand, juich niet als hij ten onder gaat.Want de HEER ziet het en keurt het af, en laat zijn woede op je vijand varen. Wind je niet op over kwaadaardige mensen, wees niet jaloers op goddelozen.Want wie kwaad doet, heeft geen toekomst,het licht van goddelozen wordt gedoofd. (Spreuken 24:17-20).

Ik sluit me daar graag bij aan (en zie tot mijn verrassing dat Anja Meulenbelt op haar blog ook Haber’s bijbelcitaat aanhaalt).

Een tweede aanhaling van Haber betreft een stukje van hem waarin hij verwijst naar de Joodse filosoof Emil Fackenheim. Die schreef destijds dat na de Holocaust als aanvulling op de 613 ge- en verboden in de Tora eigenlijk een soort 614e gebod kwam, dat inhield dat Joden als Joden moesten overleven om Hitler die hen had willen uitroeien, niet alsnog postuum de overwinning te gunnen.

Foto: Enric Borràs (cc)

Chamas, Chesbollah, Turkse ’terroristen’ en een ‘legale’ blokkade

Onweerstaanbaar werd ik herinnerd aan die keer, jaren geleden alweer, dat ik naast mijn intussen overleden NRC-collega Michael Stein zat bij een persconferentie in Algerije van de intussen ok al niet meer onder ons verkerende George Habash, de leider van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina.  Mijn collega Michael wilde wat vragen en riep om de aandacht te trekken: ´Mister Chabash, mister Chabash!´

Onmiddellijk zag ik tientallen vijandige blikken op Michael gericht, die zich met deze uitspraak kenbaar maakte als een zionist, misschien zelfs wel een Israeli. Ik moest hem een fikse trap onder de tafel geven en hem in het oor fluisteren: ´Michael, het is Habash, Chabash is de Israelische uitspraak,´ zodat hij zich  haastig kon corrigeren.

Het debat van donderdagmorgen in de Tweede Kamer over de komende ´Freedom Flotilla 2´ en de mogelijke deelname van Nederlandse organisaties daarin leverde een soortgelijke ervaring op. Uri Rosenthal had het consequent over Chamas en Chesbollah waar hij Hamas en Hezbollah bedoelde, daarmee te kennen gevend dat we een zionistische minister van buitenlandse zaken hebben, zoniet zelfs een Israelische.

Het was niet het enige dat opviel aan dit debat. Het belangrijkste was toch dat de Nederlandse regering, c.q. Rosenthal, kennelijk vindt dat de blokkade die Israel ten aanzien van Gaza in stand houdt legaal is. En het tweede dat belangrijk was, was dat geen van de Kamerleden dit standpunt aanviel, iets wat me zeer teleurstelde in PvdA, GroenLinks en de SP.

Foto: Enric Borràs (cc)

Quote van de Dag: Israëlisch eiland voor Gaza

[qvdd]

Een eiland zou de Palestijnen een haven en zelfs een vliegveld bezorgen. Ik ben nu in het stadium waarin de premier groen licht moet geven. Dit is nog nooit gebeurd… Ik weet zeker dat Europa en de VS en vele bedrijven hier onderdeel van willen zijn.

De Israëlische minister van Transport Yisrael Katz is trots op het plan een kunstmatig eiland voor de kust van de Gazastrook te bouwen. De internationale gemeenschap zou voor de beveiliging moeten zorgen.

De Palestijnse autoriteit en Hamas zijn niet blij met het plan. Ze noemen het respectievelijk “pure fantasie” en “een Zionistische poging om de blokkade van Gaza te internationaliseren”.

Foto: Enric Borràs (cc)

Wat doen we met islamitisch antisemitisme?

GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Bart Voorzanger, die zich afvraagt of onze reactie op antisemitische uitingen van jonge allochtonen verband houdt met ons onverwerkte oorlogsverleden.

Onze reactie op antisemitische uitingen van jonge allochtonen heeft alles te maken met onze geschiedenis. We denken kwaad te bestrijden dat ons nu van buiten bedreigt, maar het gaat in feite wellicht vooral om spoken uit ons eigen verleden. Misschien moeten we daar toch eens bij stilstaan voor we die blagen een proces aandoen.

Ik groeide op in een wereld waarin wel eens werd gegrapt over Duitsers die ‘hun’ kuil claimden aan een zonnig Noordzeestrand, en waarin besmuikt werd gelachen als iemand een Duitser die de weg vroeg de verkeerde kant op stuurde, of – wat botter – om teruggave van z’n gestolen fiets vroeg. Echt chique vond niemand dat, maar ’t gold toch als begrijpelijk, en als onschuldig genoeg om toelaatbaar te zijn. De oorlog lag nog vers in ’t geheugen en een beetje afreageren moest kunnen. Al gauw nam de welvaart toe en gingen we op buitenlandse vakanties, maar wie daarbij toch maar liever niet naar Duitsland ging, hoefde dat niet uit te leggen. ’t Is volslagen idioot, maar dat ‘toch liever niet’ voel ik nú nog.

Vorige Volgende