Twee verhalen over Palestina
Israël en de Palestijnen. Er bestaan zo langzamerhand twee verhalen. Er is het oude verhaal, dat in de westerse wereld tot 1967 zonder vragen werd herhaald: de Joden waren na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog teruggekeerd naar hun aloude land, waren laaghartig aangevallen door de Arabieren, maar weerstonden hun vijanden dapper.
Na de Zesdaagse Oorlog kwamen er vragen over het Palestijnse probleem, maar de eersten in Nederland die er iets over zeiden, werden met hoon overladen. Ze verdedigden immers standpunten van de terroristen die zich in 1964 in de PLO hadden verenigd. Geleidelijk kwam er echter meer oog voor de ellende van de Palestijnen, en inmiddels is er naast het eerste verhaal een tweede ontstaan, over Joden die zich vestigden in het aloude land van de Palestijnen en laaghartig dorpen ontruimden, en over de weerstand van het Palestijnse volk.
Wat de twee verhalen – in historisch jargon: “de twee narratieven” – gemeen hebben, is dat er selectief wordt omgegaan met de feiten. Waarom negeren de mensen die het tweede verhaal vertellen, zo vaak dat de Joden in 1947 het VN-delingsverdrag aanvaardden en dat de Arabische landen in 1948 niet vochten om de Palestijnse leiders te steunen, maar stukken van het Mandaatgebied wilden veroveren voor zichzelf? Misschien omdat Egypte en Jordanië de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever later opgaven? Waarom erkennen Israëli’s en de aanhangers van het eerste verhaal zo zelden dat de Israëlische strijdkrachten in 1948 Arabische dorpen ontruimden, eerst uit militaire noodzaak, maar steeds meer om land over te nemen? De archieven zijn open, de Israëlische krijgsplannen zijn voor iedereen in te zien.