COLUMN - De medische sector moet stapels gegevens van hun patiënten standaard aan de zorgverzekeraars doorsturen. Dat doen ze met behulp van de DBCs, de diagnosebehandelcombinaties. Wat heeft de patiënt, hoe is die diagnose gesteld, wat is de voorgestelde behandeling en prognose; hoe heet de patiënt, wanneer is-ie geboren, waar woont hij, etc.
Dit alles onder het motto: indien bekend is welke behandeling waar gedaan wordt, en met welk resultaat, kan de zorgverzekeraar op een verstandige manier zorg inkopen en besluiten dat ze met sommige zorgverleners liever geen contract willen afsluiten. Marktwerking effectueren kan alleen op basis van een sloot informatie, stellen de zorgverzekeraars.
Helaas leidt dit niet tot goedkopere zorg, wél tot een bureaucratie die a) wezenloos kostbaar is, b) zorgverleners tot wanhoop drijft en c) het medisch geheim de nek heeft omgedraaid. Want de hoofdmoot van uw medische gegevens wordt maandelijks keurig bij uw zorgverzekeraar afgeleverd.
In de psychiatrie weegt die documanie extra. Diagnoses zijn daar moeilijker te stellen: afwijkend weefsel kun je met een MRI opsporen, cellen kun je onder de microscoop leggen; maar psychoses, fobieën, trauma’s en depressies geven zichzelf niet zomaar bloot. En iemands psychiatrisch doopceel doorsturen naar een zorgverzekeraar is stukken ingrijpender dan meedelen dat de cliënt longemfyseem heeft.
Sinds 2012 moet de psychiatrie bovendien per patiënt de zogeheten ROM-data naar de verzekeraars sturen: Routine Outcome Monitoring, bedoeld om te kijken hoe efficiënt een behandeling is. Handig, vonden de verzekeraars: dan kunnen we zien welke behandelaars vlot een depressie wegwerken en welke niet. Alleen bleken die ROM-data amper te helpen om de kosten te drukken.
Ook de Rekenkamer oordeelde eind januari van dit jaar dat die ROM-data niet idioot veel helpen:
We vinden het belangrijk dat de minister van VWS en de betrokken partijen oog houden voor de beperkingen van de ROM [..]. Voorkomen moet worden dat de sector tijd gaat steken in het verzamelen van gegevens die uiteindelijk onvoldoende bruikbaar blijken te zijn in de bekostiging.
Maar de verzekeraars, rupsjes nooit-genoeg die ze zijn, eisen inmiddels juist meer. De Stichting Benchmark GGZ verplicht sinds 1 januari alle zorgverleners in de psychiatrie om nog gedetailleerder informatie over hun cliënten door te geven: van etniciteit en woonplaats plus geboortedatum tot opleiding, leefsituatie, opleiding, diagnose, en vragenlijsten over angsten, stemming, verslavingen, en seksueel leven.
Wie zulke patiëntgegevens niet aanlevert, krijgt voortaan niet meer betaald; op te weinig gegevens aanleveren hebben de zorgverzekeraars een boete gesteld. Oh ja: het verzamelen en verwerken van al die gegevens – waarvan het nut zeer omstreden is, en de legaliteit in twijfel kan worden getrokken – kost naar schatting zo’n dertig miljoen per jaar.
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.
Reacties (4)
Is wachten op het eerste hack-lek of USB stickje dat op straat gevonden wordt…..
@1: Of dat die gegevens ergens anders opduiken. Je wil een hypotheek nemen bijvoorbeeld en die wordt geweigerd omdat men je medische gegevens kon inzien. Wat waarschijnlijk nog een vrij onschuldige schending is…
@1:
Wachten is niet nodig!
Zoek hier maar iets uit.
Verder:
Het kan m.i. geen kwaad om de verkiezingsprogramma’s nog eens na te lopen, waar het het ziektekostenstelsel betreft.
En wel op privatisering, bemoeizucht en solidariteit.
Ook al is iemand ,psygoties, en een gevaar , en ligen de medische en psygiatries rapport gegevens van deze geestesziekke bij gemeenten en psygiaters en artsen er wordt ondanks dat bij deze zogenaamde zorgmijders geen plan van aanpak ondernomen om deze persoon zorg te bieden en perspectief wat een idioote toestand is .