De toxische fusie van het marktfundamentalisme en etno-nationalisme

Foto: Rijksoverheid, Ministerie van financiën, minister Eelco Heinen, foto Martijn Beekman

ANALYSE, LONGREAD - door Bram van Gendt

Op dit moment vindt er een betreurenswaardig versmelting plaats van enerzijds het neoliberalisme en anderzijds populistisch etno-nationalisme. In dit stuk zal ik kort uitleggen wat beide politieke beleidsfilosofieën inhouden, inclusief hun historische achtergrond. Vervolgens zal ik expliciteren op welke manier deze fusie van beide ideologieën tot uitdrukking komt en hoe beide ideologieën elkaar complementeren. Tot slot zal ik, op basis van mijn persoonlijke opvattingen, laten zien hoe de samenleving wél ingericht moet worden en aantonen dat er ook gematigde versies van beide ideologieën bestaan die goed te combineren zijn met een pluriforme, multiculturele postmoderne samenleving.

De Homo Economicus en de wonderen van de marktwerking

Het neoliberalisme is een politieke beleidsfilosofie die sinds de jaren ’70 is opgekomen. De kern is dat de overheid kleiner en slagvaardiger diende te zijn. De kerntaken van de overheid zouden zich beperken tot het fungeren als markmeester en toezichthouder. Delen van de publieke sector moesten zodoende vermarkt worden. Daarnaast zouden delen van de sector op afstand moeten komen te staan, zodat ze niet meer onderdeel uitmaakten van het bureaucratische, centrale overheidsapparaat. De overheid zou daardoor eveneens dichter bij de burger komen te staan.

Naast deregulering en decentralisatie van de overheid is er een evident mensbeeld te ontwaren dat is geworteld in macro-economische marktprincipes afkomstig uit de school van de achttiende-eeuwse econoom Adam Smith. Dit mensbeeld houdt in dat de mens een Homo Economicus is die volledig rationeel handelt om zijn eigen belangen en de bijbehorende (financiële) middelen te maximaliseren. De consequentie daarvan is dat de mens in een permanente concurrentiestrijd verkeert en dat de overheid deze strijd zoveel mogelijk moet faciliteren. Het mensbeeld is dus zeer individualistisch van aard; deze trend van individualisering is de afgelopen decennia verder tot wasdom gekomen door technologische en sociaal-economische ontwikkelingen, zoals digitalisering en een relatief hoge bestaanszekerheid, waardoor het idee is ontstaan dat de mens meer op eigen benen kan staan: zelfredzaamheid.

De overheid heeft dus vooral een toezichthoudende en beheersende rol om de concurrentie tussen individuen te bespoedigen en om de economie flink te kunnen prikkelen. Daarnaast moeten de belastingen fiks verlaagd worden, vooral voor de hogere inkomens, om het zogenaamde trickle down-effect te krijgen: het idee dat belastingverlagingen voor hogere inkomens leiden tot additionele bestedingen en investeringen, wat een positief effect heeft op de economie, waardoor de samenleving als geheel erop vooruitgaat.

Het komt erop neer dat neoliberalen een heilig vertrouwen hebben in de werking van de markt, en als je marktprincipes toepast op andere aspecten van de samenleving, dan zullen er vanzelf wonderen geschieden (de “invisible hand”).

Het populistisch etno-nationalisme: anti-elitairisme en scherpe grenzen van de nationale gemeenschap

Het etno-nationalistische populisme heeft zijn definitieve doorbraak gehad sinds de opkomst van Fortuyn. Na de moord op Fortuyn zijn er allerlei figuren op het politieke toneel verschenen die het kunstje van Fortuyn wilden overdoen: Verdonk, Wilders, Baudet, Eerdmans, Van Haga, en in mindere mate ook Van der Plas. Vanzelfsprekend is Wilders de meest succesvolle etno-nationalistische populist. Hoewel ik van mening ben dat we Baudet niet moeten onderschatten, omdat hij een succesvolle TikTok-campagne uitrolt die aanslaat bij de jongere generatie en bovendien een aanzienlijk aantal zetels kan heroveren van de strategische radicaal-rechtse stemmer die nu uitermate ontevreden is over het onderhandelingsresultaat (pro-Oekraïne, voortzetting energietransitie, enzovoorts), zal ik me desondanks beperken tot het etno-nationalistische populisme van de PVV.

Dit populisme kenmerkt zich door een mythische, monolithische zienswijze op de Nederlandse bevolking. De PVV komt op voor dé Nederlander, maar wat dat Nederlanderschap exact behelst, wordt slechts op impliciete wijze duidelijk. De Nederlandse nationale gemeenschap heeft sterk gedefinieerde grenzen. In feite staat Wilders voor een nationale gemeenschap van vóór de komst van islamitische gastarbeiders. Deze mensen maken ‘pas’ een halve eeuw deel uit van de Nederlandse bevolking en worden beschouwd als een wezensvreemd element. Deze on-Nederlandse bevolkingsgroep wordt zoveel mogelijk geproblematiseerd, en er wordt een evident vijandbeeld geschetst. De religie van deze nieuwkomers wordt gebrandmerkt als een totalitaire ideologie die haaks staat op alle historisch gegroeide waarden die ons land Nederlands maken: de zogenoemde joods-christelijk-humanistische waarden. Om het nationale cultuureigen te beschermen tegen deze vijfde colonne, moet de islamitische religie en haar instituten onwettig verklaard worden. Daarnaast moet de overheid deze wezensvreemde ingezetenen zoveel mogelijk monitoren, en als leden van de Mohammedaanse gemeenschap criminele feiten begaan, dan moeten deze handelingen geprojecteerd worden op de gehele gemeenschap: het criminaliseren van de moslimgemeenschap. De veiligheidsdiensten moeten er alles aan doen om deze (gecriminaliseerde) gemeenschap onder de duim te houden; discriminatie van overheidswege is daarbij gelegitimeerd.

Naast het criminaliseren van recentelijk toegetreden ‘leden’ van onze nationale gemeenschap wordt er ook een allesomvattende zondeboktheorie vervaardigd over deze bevolkingsgroep: zij zijn de schuldigen voor alle beleidsmatige fouten uit het verleden en/of huidige maatschappelijke uitdagingen (woningnood, tekorten in de zorg, etc.). Hierdoor heeft de etno-populist nimmer diepgaande oplossingen geponeerd voor complexe maatschappelijke problematiek.

Dit raakt aan een volgend aspect van het etno-nationalistische populisme: de grootspraak en het idee dat deze magistrale politici met simplistische oneliners het land zullen redden van de ondergang. Deze ondergang zou door de huidige en voorgaande politieke elite zijn veroorzaakt, die gelooft in links-liberale onzin zoals klimaatverandering. Terwijl Wilders fel gekant is tegen de politieke elite, zegt hij te staan voor dat mythische Nederlandse volk. Hij vertolkt vanaf het spreekgestoelte de wil van het volk en hij weet feilloos wat de gevoelens zijn van het volk. Terwijl hij exact weet wat de stemming in het land is, is die verfoeide elite totaal vervreemd geraakt van het volk.

Uitwerking van het neoliberalisme en populistisch etno-nationalisme in de 21e eeuw

Het neoliberalisme is niet per definitie afkeurenswaardig. Het principe dat de overheid efficiënt en niet al te spilzuchtig te werk moet gaan, valt niets op aan te merken. Het is echter te ver doorgeschoten. De woningnood in Nederland is grotendeels te wijten aan deze doorgeschoten implementatie van het neoliberalisme: de overheid heeft simpelweg verzuimd om voldoende woningen te bouwen. Minister Blok beschouwde de woningmarkt als voltooid, waarbij (buitenlandse) beleggers vooral een gewichtige rol moesten gaan spelen. Woningcorporaties werden sinds de jaren ’90 verder op afstand gezet; ze moesten meer conform de wetmatigheden van de markt acteren en hun takenpakket werd ingeperkt. Als het gaat om andere onderdelen van de publieke sector, blijkt de privatisering van nutsvoorzieningen of staatsbedrijven niet per definitie (in sommige gevallen overigens wel) tot meer concurrentie of betere diensten en producten te leiden.

Het leidt wel tot een beperkte toegankelijkheid van bepaalde voorzieningen. In dunbevolkte gebieden van Nederland is het openbaar vervoer bijvoorbeeld verschraald, omdat de buslijnen daar gewoonweg niet rendabel genoeg bleken te zijn. Daarnaast zorgt het ook voor hevige frustratie onder de bevolking en politici, omdat de politiek zeer weinig regie kan nemen. Ministers zijn daardoor meer systeembeheerders geworden; ze zijn slechts verantwoordelijk voor het feit dat het gedecentraliseerde, gedereguleerde systeem naar behoren functioneert.

Zoals ik in de bovenstaande alinea heb duidelijk gemaakt, vind ik het basisbeginsel dat de overheid efficiënter moet werken niet noodzakelijkerwijs een slecht idee. Dat bestuurders en hoge ambtenaren daarvoor hun blik hebben geworpen op de private sector, is ook niet direct vreemd. Om inspiratie op te doen en verbeteringen aan te brengen, kan een kijkje in de andere keuken tot verfrissende, nieuwe inzichten leiden. Echter, de afgelopen bestuurlijke generaties hadden het mensbeeld — voortkomend uit het fundamentalistische marktdenken — nooit moeten overnemen: de notie dat mensen rationeel handelende wezens zijn die concurrenten van elkaar zijn en door de overheid beschouwd moeten worden als consumenten. Dit mensbeeld leidt ertoe dat de overheid de burger is gaan wantrouwen. Denk bijvoorbeeld aan het idee dat mensen maximaal zullen profiteren en misbruik zullen maken van het sociale stelsel. Deze kerngedachte heeft geleid tot het racistische toeslagenschandaal. Bovendien heeft het geleid tot meer concurrentie tussen burgers onderling. De flexibilisering van de arbeidsmarkt en de bijbehorende opkomst van de zzp’er heeft ertoe geleid dat mensen elkaar zijn gaan zien als rivalen, in plaats van dat de medemens iets gegund wordt en dat mensen onderling elkaar tot nieuwe hoogtes voorstuwen. Dit competitieve individualisme leidt tot veel stress en andere gezondheidsrisico’s. Die zero-sum mentaliteit moeten we dus weer helemaal achter ons laten, want het leidt, zoals ik heb getracht te schetsen, tot een negatief mensbeeld waarin weinig plaats is voor het collectieve belang.

Het populistische etno-nationalisme heeft tot op de dag van vandaag (nog) geen wezenlijke beleidsmatige veranderingen teweeggebracht. Daarvoor is het simpelweg niet vaak genoeg aan de macht geweest. Wel heeft het geleid tot het verval van fatsoensnormen in de Kamer én in de samenleving. In de Kamer worden de meest vulgaire teksten uitgebraakt over ‘de ander’. Omdat politici fungeren als maatschappelijke rolmodellen, worden zulke gedragingen ook meer en meer de norm in de samenleving. Burgers vinden in groten getale dat de asielmigratie geremd moet worden, en negatieve vooroordelen over moslims en vluchtelingen zijn aan de orde van de dag. In 2018 (ruimschoots voor Wilders’ verkiezingsoverwinning) vond al ruim een kwart van Nederland dat vluchtelingen een directe bedreiging vormen voor de binnenlandse veiligheid.

Sterker nog: als de NOS of een andere nieuwsomroep iets publiceert over een dodelijk incident waarbij vluchtelingen en/of statushouders betrokken zijn, wordt dit tegenwoordig door hele volksstammen gevierd als een overwinning: ‘Eindelijk zijn we van die uitvreters af.’ Mensen die van mening zijn dat er tegengeluid geboden moet worden tegen de xenofobe uitlatingen van radicaalrechts, worden geframed als ‘deugers’ of ‘vervelende moraliserende types’. Het etno-nationalistische populisme heeft dus met name het discours weten te beïnvloeden, en dat leidt ertoe dat de gedragingen ten aanzien van kwetsbare groepen (LHBTI-gemeenschap en niet-westerse mensen) wreder en onfatsoenlijker worden.

Versmelting etnonationalisme en neoliberalisme

De afgelopen tijd versterken het populistische etnonationalisme en neoliberalisme elkaar. Het neoliberalisme heeft bijvoorbeeld de woningnood veroorzaakt doordat de overheid verzuimd heeft om afdoende (sociale) woningbouw op te leveren. Vervolgens heeft het populisme deze weeffouten van het neoliberalisme misbruikt om hun welbekende zondeboktheorie af te stoffen: de vluchteling heeft de woningnood veroorzaakt. De PVV heeft er dus op een kwalijke manier voor gezorgd dat er na decennia van gevoerd neoliberalisme niet de juiste probleemanalyse wordt gemaakt: de marktprincipes zijn te veel toegepast op onze publieke sector.

Na de totstandkoming van kabinet Schoof is er zowaar een fusie te constateren tussen het neoliberalisme en het populisme. Daar is het Regeerprogramma het product van. Dit kabinet heeft tot doel zoveel mogelijk levensbedreigende asielzoekers buiten te deur te houden, en voor de PVV is het dan met name belangrijk dat onze nationale gemeenschap niet al te veel islamiseert. Daarnaast moeten deze asielzoekers en Nederlandse moslims zoveel mogelijk in de gaten worden gehouden. De telefoons van asielzoekers dienen preventief uitgelezen te worden met behulp van kunstmatige intelligentie. Er moet strenger toezicht gehouden worden op ‘informeel onderwijs’; oftewel islamitische informele onderwijsinstellingen zullen strikt in de gaten worden gehouden. Door dit kabinet is er dus een discutabel beeld gecreëerd van de ander, namelijk dat de ander niet te vertrouwen is en een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid.

De minister van Financiën, Eelco Heinen (VVD), zorgt er vervolgens voor dat het neoliberale beleid niet drastisch herzien wordt, maar dat dit zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Ik moet er namelijk bij opmerken dat de neoliberalisering van de Rijksoverheid gedeeltelijk wordt teruggedraaid, maar dat is sinds Rutte IV ingezet. Tijdens Rutte IV werd het ministerie voor Volkshuisvesting namelijk opnieuw opgericht om vanuit de overheid meer regie te nemen. Mona Keijzer zal dit tijdens het huidige kabinet min of meer voortzetten.

Daar staat tegenover dat ‘begrotingshavik’ Eelco Heinen er alles aan zal doen om de overheid zoveel mogelijk conform marktprincipes in te richten. In De Volkskrant was ook de volgende quote te lezen: ‘Wij lijken het geloof in de markteconomie te verliezen. Ik geloof er heilig in dat als we loslaten, er hele mooie dingen kunnen ontstaan.’ Daarom besluit hij ook om de overheid aanzienlijk te laten slinken: het aantal ambtelijk personeelsleden moet krimpen, subsidies moeten verkleind of verminderd worden, en Heinen kiest voor bezuinigingen in plaats van dat de hogere inkomens kunnen rekenen op lastenverzwaringen. Heinen kiest er dus voor om publieke voorzieningen zoals het onderwijs te versoberen en de overheid kleiner te maken, zodat de economie niet afgeremd wordt door lastenverzwaringen, vanuit het principe dat dit de samenleving ten goede zal komen. Onnodige overheidsinterventies in de samenleving zullen uiteindelijk dat competitieve individualisme schaden. Daarnaast worden de hogere inkomens hoofdzakelijk bevoordeeld door het nieuwe koopkrachtbeleid, terwijl de minima en uitkeringsgerechtigden er door toedoen van het nieuwe Schoof-beleid in relatieve zin minder op vooruit gaan. Initieel zouden de lagere inkomens 4% erop vooruitgaan, en dat is deze zomer geschrapt door het kabinet Schoof.

Het idee is namelijk dat ‘hard werken moet lonen’, wat impliceert dat minima en lagere inkomens niet hard zouden werken en dat uitkeringsgerechtigden sowieso door ongekende luiheid maar thuis op de bank zitten te hangen. Ook dit principe hoort naadloos bij het neoliberale beleid: het idee dat succesvolle mensen financieel geprikkeld moeten worden en dat minder succesvolle of weinig productieve mensen in negatieve zin geprikkeld moeten worden om tot lucratief ondernemerschap te komen (of gewoon zelfontplooiing) of om überhaupt productief te worden.

De begrotingshavik is dus gefixeerd op de ‘markt’; hierdoor zijn de functionerende overheid en de samenhangende (semi-)publieke sectoren van ondergeschikt belang. Bedrijven en welvarende burgers worden daarom zoveel mogelijk ontzien, en minima en lagere inkomens moeten geprikkeld worden om ‘succesvoller’ te worden, want ‘hard werken moet lonen’. Dit is verhullende retoriek om te zeggen dat werkende mensen met een hoog inkomen en vermogenden bevoordeeld worden, wat onder andere raakt aan het idee van een trickle down-effect. Of Eelco Heinen zijn financiële beleid ook heeft geconformeerd aan de trickle down-theorie is niet duidelijk, maar het strookt in ieder geval wel met deze neoliberale beleidsopvatting, omdat er vooral beleid wordt geformuleerd ten behoeve van de hogere middeninkomens en de hogere inkomens. Maar ook de ‘samenleving’ moet ontgelden; hoewel burgers en (grote) bedrijven dus profiteren van dit neoliberaal-populistische kabinet, kan het verenigingsleven rekenen op een fikse btw-verhoging, evenals culturele instellingen.

Het is tijd voor een ander mens- en wereldbeeld

Deze combinatie van neoliberalisme en etnonationalisme is een gevaarlijke cocktail die onze samenleving uiteindelijk zal doen verkruimelen. Dit mensbeeld mag dan ook niet door de politiek gepromoot of genormeerd worden.

Als deze denkbeelden worden gecombineerd, ontstaat een samenleving waarin individuen elkaar beconcurreren om ‘succesvol’ te zijn. De medemens wordt gezien als een rivaal die met hard werken weggeconcurreerd moet worden. Naast de angst voor de medemens als economische concurrent, wordt de angst voor de ander via het PVV-gedachtegoed op een andere manier versterkt. Dit gebeurt namelijk via de etnische dimensie: de angst dat de ‘ander’ de nationale cultuur vernietigt. Beide denkbeelden delen hetzelfde fundament: de medemens wordt negatief geportretteerd, ofwel vanuit een etnische of vanuit een financieel-economische invalshoek. Binnen de nationale gemeenschap zijn we hevig aan het concurreren met elkaar. Aan de randen van die gemeenschap proberen we de vreemdeling zoveel mogelijk te wantrouwen en een vijandsbeeld te scheppen.

De politiek zou juist wederzijds vertrouwen moeten bevorderen. We moeten werken aan een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar en beseffen dat we elkaar nodig hebben om vooruit te komen. De grenzen van de nationale gemeenschap hoeven niet strikt afgebakend te zijn. Ze moeten flexibel genoeg zijn om mensen kansen te geven om volwaardig lid te worden van de Nederlandse samenleving. Wanneer dit wederzijdse vertrouwen wordt gestimuleerd, durven mensen ook vaker risico’s te nemen en verantwoordelijkheid te dragen. Ze weten dan dat falen niet keihard zal worden afgestraft. Dit zal de samenleving optimistischer maken en minder kwetsbaar voor angstprojecties over vluchtelingen. Er ontstaat een echte “we-can-do-it”-mentaliteit.

Nationalisme en liberalisme zijn niet per definitie slechte stromingen. Nationalisme creëert een bepaalde solidariteit, die we hebben ingezet om de verzorgingsstaat op te bouwen. Dit gevoel van samenzijn motiveert mensen elke dag om bijvoorbeeld te waken over onze veiligheid, zoals onze mannen en vrouwen bij Defensie. Maar dit nationalisme moet gepaard gaan met een hoge mate van inclusiviteit. Nieuwkomers en minderheden moeten erop kunnen vertrouwen dat ze volwaardige Nederlandse burgers kunnen worden, mits ze van goede wil zijn. Ze moeten hun democratische waarden weten te verenigen met hun migratieachtergrond of religieuze overtuigingen.

Liberalisme is ook een waardevolle politieke stroming. Ondernemerschap en het beste uit jezelf halen moeten we aanmoedigen. Maar dit moet gebeuren zonder het toxische idee van competitief individualisme, en meer vanuit het besef dat we elkaar nodig hebben om tot creatieve en baanbrekende oplossingen te komen.

De overheid heeft de taak om solidariteit en gemeenschapszin te ondersteunen, zowel financieel als op andere manieren. Zo creëer je een voedingsbodem van vertrouwen en saamhorigheid. Dit wij-gevoel moet ook doorwerken in andere delen van de samenleving, zoals het bedrijfsleven. Daarnaast moet de politiek de regie weer terugnemen op beleidsterreinen waar ministers nu weinig invloed op hebben, zoals energie-infrastructuur en openbaar vervoer. Gelukkig zien we dat de overheid op het gebied van woningbouw weer haar rol oppakt. Samen met het bedrijfsleven wordt gewerkt aan een evenwichtige woningmarkt en het opleveren van voldoende woningen.


Dit artikel is overgenomen van anti-populista. Stukken op dat blog worden geschreven als bijbaan, dus mocht je het stuk waarderen kun je dat ook financieel laten blijken via deze link.

Reacties (22)

#1 stoic

Lijkt verdomd veel op Reagenomics en/of Thatcherisme. In het kort; de rijken worden rijker, de armen armer.
En wat betreft de nieuwe generatie (die niet word voorgetrokken): worden al (bij voorbaat) afgeschreven, worden niet geholpen, slecht onderwijs (te veel werk aan, uitbesteed), worden gehaat, slechte opvoeding (een filmpje: Jock and Nerd: feed me, feed me*), te weinig geld voor (over). * “Plant” is Welsh voor kind.
NB, 4 dingen zijn belangrijk: eten, onderdak, hobby(‘s), iets samen doen (met 1 of meer). En geen gedonderjaag, ophitserijen, gezeik, gelul van mensen, die het zo goed (denken te) “weten”. En veel slaapverwekkend (waar je zelf voor moet zorgen, maw als zodanig beschouwen) nieuws; want morgen is er weer wat “nieuws”, en er gebeurt weer “niets”.

  • Volgende discussie
#2 Bookie

Bij deze definitie van neoliberalisme dan kennen we dat in Nederland niet.
De overheid wordt alleen maar groter. De vermarkte diensten staan nog onder staatstoezicht. De NS is bijvoorbeeld nog een staatsbedrijf, de OV bedrijven worden gereguleerd middels vergaande concessies. De zorgautoriteit kijkt toe op de zorg. Etc.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 beugwant - Reactie op #2

Die toezichthouders -ik noem bv. een NVWA en een Autoriteit Persoonsgegevens- komen chronisch mensen te kort en zijn derhalve papieren tijgers. Dat hele neoliberale beleid is er immers op gericht dat op dit of dat terrein een paar cowboys er met een zak (subsidie)geld vandoor kunnen gaan.

Het buitenlanderprobleem (nog even los van religie) is een sociale klassen-probleem en is willens en wetens door dat groot/roofkapitaal veroorzaakt. Links heeft zich er indertijd tegen verzet (want verdringing en druk op de lonen) en VVD/ARP/KVP/CHU maakte het vervolgens nog bonter door de families te laten … ehm tja… nareizen.
De ontevreden PVV-stemmer -die zich niet alleen in zijn sociale klasse meer en meer verdrongen voelt door die nieuwe Nederlanders, maar ook op de kop gescheten wordt door degenen waar hij juist achteraan loopt- zal op een of andere aan het verstand gebracht moeten worden waar de ware oorzaak van zijn onvrede ligt en waar de juiste weg eruit.
Die taak mag links echt wel wat assertiever uitoefenen.

  • Volgende reactie op #2
#2.2 Hans Custers - Reactie op #2

We kennen het wel degelijk, alleen is het niet overal doorgevoerd in zijn meest extreme vorm. Of is het gewoon niet gelukt om plannen te realiseren (zoals een kleinere overheid). Maar dat betekent niet dat de ideologie enorm veel invloed heeft gehad. En ook in andere landen waar het neoliberalisme de politiek domineerde zijn er nog wel wat uitzonderingen. In het VK heb je bijvoorbeeld de NHS (al hebben de neoliberalen de afgelopen jaren wel enorm hun best gedaan om die te slopen), en in de VS is USPS nooit verzelfstandigd, zoals dat bij ons wel gebeurd is met PostNL.

  • Volgende reactie op #2
  • Vorige reactie op #2
#2.3 beugwant - Reactie op #2.2

Dat de NHS nog bestaat wil niet zeggen dat die soepel functioneert…
à Propos privatiseren: Waar heeft Balkenende indertijd de opbrengst van de verkoop van de NS eigenlijk verstopt?

  • Volgende reactie op #2.2
#2.4 Hans Custers - Reactie op #2.3

Het functioneren van de NHS is inderdaad effectief gesaboteerd door jaren van neoliberaal beleid. Neoliberalen vinden de overheid geen oplossing maar een probleem, en dat weten ze uitstekend te realiseren in de praktijk.

  • Volgende reactie op #2.3
#2.5 cerridwen - Reactie op #2.3

De NS verkocht? Dat zou nieuws zijn.

De NS is altijd een zelfstandig bedrijf geweest met de staat als enige aandeelhouder, daar is in principe nooit iets aan veranderd.

  • Vorige reactie op #2.3
#2.6 Hans Custers - Reactie op #2.5

NS is niet in zijn geheel verkocht, maar wel voor een deel: de goederenpoot NS Cargo.

#2.7 cerridwen - Reactie op #2.6

En een ander deel is dan weer genationaliseerd: ProRail

#2.8 Hans Custers - Reactie op #2.7

Maar houdt dat dan eigenlijk niet in de de Nederlandse staat dat deel van zichzelf heeft gekocht? Want de infrastructuur was altijd al eigendom van de NS, dat zelfstandige bedrijf met de staat als enige aandeelhouder. Al is het wat ondoorzichtig hoe het nou precies is gegaan in de periode 1995 – 2005, met de ene na de andere splitsing, fusie, verzelfstandiging en wat al niet meer.

#2.9 Bookie - Reactie op #2.2

Neoliberalisme is geen ideologie, maar een containerbegrip waar non liberalen van alles ingooien wat ze niet bevalt. Daarom kijk ik naar de gegeven definitie en moet concluderen dat deze in Nederland niet van toepassing is.
Eerder kennen we in Nederland het neoliberalisme in sociaaldemocratische zin waar de overheid veel toezicht heeft over de markt. Tegenwoordig ordoliberalisme genoemd.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ordoliberalisme

  • Vorige reactie op #2.2
#2.10 Hans Custers - Reactie op #2.9

Neoliberalisme is geen ideologie, maar een containerbegrip waar non liberalen van alles ingooien wat ze niet bevalt.

Een ideologie is altijd een containerbegrip. De grote lijnen komen overeen, maar hoe ze worden ingevuld varieert van tijd tot tijd, van plaats tot plaats en van persoon tot persoon.

En, nogmaals, dat neoliberalen er niet in zijn geslaagd om hun wil volledig op te leggen aan de maatschappij betekent niet dat die ideologie ‘niet van toepassing’ is. Of dat hij geen grote invloed heeft gehad. Zo werkt de realiteit niet.

(En dat Wikipedia neoliberalisme tegenwoordig ordoliberalisme noemt verandert natuurlijk helemaal niks aan de inhoudelijke argumentatie.)

#2.11 Bookie - Reactie op #2.10

Ordoliberalisme is old-school neoliberalisme wat min of meer haaks staat op wat men tegenwoordig bedoelt met neoliberalisme.

“De benaming neoliberalisme raakte gaandeweg in onbruik, tot in de jaren 1970 de term neoliberalisme opnieuw opdook, maar nu in een nieuwe betekenis. Na de Tweede Wereldoorlog bleef het ordoliberale denken (het oorspronkelijke neoliberalisme) vooral invloedrijk in Duitsland, waar het mede de basis vormde voor de sociale markteconomie. Elders leeft het voort onder diverse termen als progressief liberalisme, links liberalisme, sociaalliberalisme en in de sociaaldemocratie de Derde weg. “.

#2.12 Hans Custers - Reactie op #2.11

Ik hecht toch echt wat meer waarde aan het oordeel van mensen die zich wat grondiger in het onderwerp hebben verdiept.

Ondertussen blijft het me opvallen dat zoveel neoliberalen niet in staat blijken te zijn om hun overtuigingen te herkennen en erkennen als ideologie. Bekendste voorbeeld: ‘Ik heb geen visie’ van Rutte, die daarmee impliciet zei dat hij niet inzag dat hij de wereld wel degelijk door een ideologisch gekleurde bril bekijkt.

  • Volgende reactie op #2.11
#2.13 Janos - Reactie op #2.12

wou net een linkje naar dat boek plaatsen, maar ben al te laat zie ik :)

  • Volgende reactie op #2.12
#2.14 beugwant - Reactie op #2.12

…het oordeel van mensen die zich wat grondiger in het onderwerp hebben verdiept.

In de aldaar gelinkte Volkskrantrecensie trakteert Grunberg ons toch op een prachtige, zij het persoonlijke, alinea:

Schumpeter was een scherpzinnig man, maar hij zag over het hoofd dat het woord de ene, en de daad de andere kant uit kan marcheren, zonder dat de betrokkene zich een leugenaar voelt of zelfs maar hypocriet. (Deze menselijke eigenschap die allesbehalve schaars is fascineert me buitengewoon. Was deze gedomesticeerde vorm van schizofrenie, die we ook overlevingsstrategie kunnen noemen, minder wijdverspreid geweest, dan was ik vermoedelijk geen romanschrijver geworden.)

  • Vorige reactie op #2.12
#2.15 beugwant - Reactie op #2.11

Er is zeker ook bevindelijk, hervormd en vrijgemaakt neoliberalisme?

  • Vorige reactie op #2.11
#2.16 Hans Custers - Reactie op #2.15

Ja, eigenlijk kun je dat wel zo zeggen. Hayek en Friedman zijn de profeten en hun (tamelijk simplistische en ideologisch gekleurde) economische theorieën het evangelie. Maar politieke stromingen gaven en geven daar hun eigen interpretatie aan. Een deel van de rechterkant neigt nog steeds vrij sterk naar het klassieke (laisser-faire) liberalisme, terwijl links voor de derde weg koos, of het afschudden van ideologische veren. Maar de belangrijkste leerstellingen volgden ze allemaal: de mens is op aarde om de economie te dienen, en daartoe hebben we meer markt nodig en minder (invloed van) de overheid.

#2.17 Joost - Reactie op #2

Ik ben benieuwd of het ambtenarenapparaat echt groter is geworden ten opzichte van de economie en/of de bevolking.

  • Vorige reactie op #2
#2.18 beugwant - Reactie op #2.17

Was de Tweede Kamer bij de huidige verbouwing maar meegegroeid met de bevolkingsaanwas. Een Nederlands Parlement met 300 zetels is echt wel te rechtvaardigen.

#3 Jos van Dijk

Zo langzamerhand krijg ik het idee dat dat ‘etnopopulisme’ van Wilders een rookgordijn is. Daarachter voert hij met de VVD een keihard rechts beleid. Wie al veel heeft zal nog meer krijgen. Rechtstreeks of via alle kanalen die ook deze regering open laat voor belastingontduiking. De ene na de andere belofte voor verbetering van de positie van mensen die nu tekort komen verdwijnt als sneeuw voor de zon bij het personeel van Geert. De argumenten zijn rechtstreeks overgenomen uit het VVD-vocabulair. Wilders is nog steeds een uiterst rechtse VVD’r die nu eindelijk de steun van zijn oude partij krijgt.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Hans Custers

Hoewel ik van mening ben dat we Baudet niet moeten onderschatten, omdat hij een succesvolle TikTok-campagne uitrolt die aanslaat bij de jongere generatie en bovendien een aanzienlijk aantal zetels kan heroveren van de strategische radicaal-rechtse stemmer

Baudet en zijn extremistenzootje spelen in elk geval een invloedrijke rol als useful idiots voor Wilders. Ze zijn zo extreem dat Wilders ineens wat minder onredelijk lijkt. Met andere woorden, ze hebben de rechterkant van het overtonvenster verschoven naar een nog extremer uiterste.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie