Voor de vraag naar welke effecten er van de nieuwe ‘islamistische wave’ in de Arabisch-islamistische wereld uitgaan op de religieuze beleving van moslims en op hun instituties in Nederland is weinig aandacht. Een afsluitend vervolg op de bijdrage van gisteren van Roemer van Oordt.
Midden jaren negentig van de vorige eeuw werd al druk gespeculeerd over de vraag of er een voedingsbodem was voor (radicale vormen van) islamisme in Europa. In dat debat onderscheidden zich grofweg drie stromingen. Steeds dominanter werden de aanhangers van de idee dat het streven naar islamisering van de staat en de samenleving inherent is aan de islam zelf, en migratie van moslims naar Europa automatisch leidt tot meer invloed van het islamisme. Dat discours is uitgemolken door Pim Fortuijn en wordt nu in veel extremere vorm gepredikt door Geert Wilders. Naast deze essentialistische benadering, is er een stroming die grote waarde hecht aan de institutionele banden met de landen van herkomst. In de beleving van deze institutionalisten loopt de opkomst van islamistische bewegingen in de Arabisch-islamitische wereld zo’n beetje één op één met die van de afgeleide zusterbewegingen in Europa.
De derde stroming benadrukt juist de situationele en generationele aspecten en ziet in het verlengde daarvan geen enkele rol voor het islamisme in Europa. Niet alleen is in dat vertoog de maatschappelijke functie van de islam in bijvoorbeeld Nederland onvergelijkbaar met die in het islamitisch hartland, moslims blijven demografisch gezien ook op lange termijn nog een betrekkelijk kleine minderheid, die bovendien sterk verdeeld is en (gedeeltelijk) ook in de toekomst zal zijn langs etnische en religieuze scheidslijnen. De politieke rol van de islam heeft daardoor automatisch weinig betekenis. Ook stellen aanhangers van dit gedachtegoed dat islamisme alleen gedijt in een klimaat van politieke onderdrukking, dat een georganiseerd kader hier ontbreekt en dat voor de tweede en latere generaties moslims in de migratielanden de bronnen van de islam weinig toegankelijk zijn en blijven.
Merites en houdbaarheid
Interessant is het om deze argumentaties op hun merites en actuele houdbaarheid te beoordelen. De nog altijd meer in zwang rakende essentialistische benadering is in mijn optiek niet bruikbaar omdat zij voorbij gaat aan de verscheidenheid die door de geschiedenis van de islam heen heeft bestaan in de relatie tussen religieuze wens en politiek-maatschappelijke werkelijkheid en dus ook in de verschijningsvormen van het islamisme. Sterker nog, de idee dat islamisme automatisch uit de islam voortvloeit is – zeker in combinatie met het tegen ieder onderzoek indruisend PVV-discours over massale moslimmigratie naar Nederland (tsunami van moslims) – gevaarlijke politieke munitie in een polariserende samenleving.
De institutionalisten hadden en hebben het gelijk volgens mij ook niet aan hun zijde. De benadering heeft geen enkel oog voor de specifieke context waarbinnen de bewegingen zich hier moeten ontwikkelen en ziet, in tegenspraak met de dagelijkse praktijk, latere generaties als lijdzame volgers van het religieuspolitieke schaakspel in de landen van herkomst. Zelfs binnen de strak en hiërarchisch georganiseerde Turks-islami(s)tische stromingen die in Nederland actief zijn, is er zeker bij jongeren die het hier goed doen een toenemende wens onafhankelijker van het moederland te opereren.
De benadering die veel aandacht heeft voor de situationele en generationele verscheidenheid heeft mijns inziens te weinig oog voor de diversiteit van het islamisme en de verschillende omstandigheden (al dan niet politiek onderdrukt en met of zonder zichtbaar leiderschap) waarbinnen de bewegingen succesvol opereert. Deze benadering schiet dan ook vooral tekort door grotendeels voorbij te gaan aan de aantrekkingskracht die er zeker onder uitgesloten (groepen) moslimjongeren in de grote steden uitgaat van de meer radicale vormen van islamisme. Sociaaleconomische achterstandswijken met een grote populatie aan moslimjongeren in de grote steden van West-Europa zijn weldegelijk een missiegebied voor de islamisten uit Pakistan, Noord-Afrika, Turkije en het Midden-Oosten. Ondanks ideologische beïnvloeding is de verschijningsvorm van hun bewegingen hier geen kopie van die uit de Arabisch-islamitische wereld. Zij ontwikkelen een eigen internationalistische agenda die meer op de (on) mogelijkheden van de moslimminderheid in de West-Europese context aansluit. Hizb ut-Tahrir is daarvoor exemplarisch.
Gesteund door de huidige economische recessie weten bewegingen als Hizb ut-Tahrir met succes hun wervingsactiviteiten uit te breiden. In verschillende ‘probleemwijken’ van onze hoofdstad heb ik daarvoor getrainde rekruteurs met pen en papier zien rondlopen om zieltjes te winnen. Doelwit zijn in eerste instantie vooral jongeren die zich gediscrimineerd en buitengesloten voelen en die weinig tot geen kennis van de islam hebben. Het gedachtegoed dat Hizb ut-Tahrir in Nederland uitdraagt lijkt vergeleken met een jaar of 15 geleden radicaler en exclusiever van toon: (nog) meer wij tegen zij en sterk leunend op een felle afwijzing van de westerse democratie versus een ophemeling van het islamitische kalifaat. Naast het individuele missiewerk proberen zij een breder publiek te bereiken via goed getimede en doelgerichte acties en een gelikte PR-campagne bestaande uit filmpjes, website en flyers.
De vooral in Rotterdam actieve Sharia4Holland opereert in grote lijnen op dezelfde manier. Met hun explicitere toon en het ontbreken van de afwijzing van geweld zijn hun pijlen ook gericht op ongeorganiseerde jonge moslims én (nog) niet-moslims, die geen aansluiting hebben bij hun omgeving, maar die wel open staan voor meer radicale of zelfs extremistische interpretaties van de islam door het frequenteren van de volledig van de buitenwereld afgeschermde (jihadistische) internetfora. De AIVD noemde in een onlangs verschenen rapport deze fora ‘de kraamkamer voor de hedendaagse jihad’ . Ook de beruchte huiskamerbijeenkomsten lijken door deze nieuwe vormen van dawah weer aan populariteit te winnen. Bekeerlingen spelen in al deze ontwikkelingen overigens vaak een toonaangevende rol.
Groeiende oriëntatie op de islam
Los van het bereik van radicale fora en missionarissen staat in mijn beleving vast dat moslimjongeren door de bank genomen sinds 9/11 meer waarde hechten aan hun islamitische achtergrond. Ritsen onderzoeken (pdf) hebben sinds die tijd in ieder geval aangetoond dat een aanzienlijk deel van jongeren met Marokkaanse en Turkse roots zich meer op het religieuze, dan op het etnische component van hun identiteit profileren. Uit mijn veldwerkbevindingen leid ik af dat deze aandacht resulteert in een groeiende oriëntatie op de islam, juist als middel om zich te onderscheiden in een samenleving die moslims niet accepteert zoals ze (willen) zijn.
De verschijningsvormen daarvan zijn divers: van nauwelijks praktiserend tot uiterst orthodox, maar zelden politiek georiënteerd. Het gros van hen lijkt nu dan ook nog relatief weinig interesse te hebben voor de revolutionaire ontwikkelingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Wel geniet de islamistische premier Recip Erdogan van Turkije bij deze jongeren, door alle verschillen in etniciteit, sociaaleconomische positie en opleidingsniveau heen, een heldenstatus. Hij weet een binnenlandse koers met veel aandacht voor de hardwerkende burger en een centrale, bindende rol van de islam te combineren met een buitenlandbeleid dat in ieder geval aan de oppervlakte onafhankelijkheid van het Westen uitstraalt. Vooral door zijn retoriek tegen verschillende Israëlische leiders over de voortdurende bezetting van Palestijns gebied, plaatsen jonge westerse moslims hem op een voetstuk.
Egypte, Marokko en Tunesië zijn niet blind voor dit succes. Niet voor niets verklaarde de Tunesische islamist en ideoloog van En-Nahda Rachid el-Ghanoushi bij zijn terugkeer de Turkse politieke lijn als lichtend voorbeeld te zien. Mochten de islamisten in Noord-Afrika en elders er in slagen het succes van hun Turkse broeders te herhalen, dan zou dat de aandacht voor de ontwikkelingen in de herkomstgebieden en het hartland van de islam logischerwijze kunnen vergroten.
Overwaaiend effect?
De nieuwe ‘islamistische wave’ aan de andere kant van de Middellandse Zee heeft in mijn ogen geen eenduidig effect op de beleving van de islam door moslimjongeren in Nederland of op het functioneren van hun al dan niet aanwezige instituties. Sommigen kiezen los van die ontwikkelingen voor een apolitieke orthodoxe leefwijze, bij anderen hebben de positieve voorbeelden van de groeiende invloed van de islam in de politiek en maatschappij in de landen van herkomst een zekere weerklank.
Versterkt door de negatieve beeldvorming in het politiek debat en de media over de islam – uitvergroot door de opkomst van de PVV – is hun oriëntatie op de religieuze dimensie van hun identiteit toegenomen. Veel praktiserende moslimjongeren zoeken naar een werkbare balans. In combinatie met de huidige economische crisis proberen de internationaal georiënteerde islamistische bewegingen die balans te verstoren door met enig succes in te spelen op gevoelens van discriminatie, uitsluiting en isolement onder moslimjongeren in de achterstandwijken van de grote steden. Als de voortrekkers van de bestaande islamitische instituties in Nederland in dit krachtenveld een rol willen spelen, zullen zij zich in algemene zin meer open moeten stellen voor de behoeftes van de latere generaties, door hen een plek en podium te bieden om vorm te geven aan hun religieusmaatschappelijke ontwikkeling.
Roemer van Oordt is redacteur/columnist van Republiek Allochtonië en oprichter van projectbureau Zasja. Hij was midden jaren negentig coördinator van het MERA-project ‘islamisms there and here’.
Reacties (1)
Islam is een religie van vrede en tolerantie, De Heilige Profeet vrede zij met hem heeft duidelijk verteld dat het liefhebben van je land waar je woont de helft van een Moslims geloof is.
Wat er tegenwoordig speelt in de zogenaamde Islamitische landen heeft niks met de Islam te maken.
Als uw een duidelijke beeld wilt van de Islam kijk dan hoe de Islam ontstaan is en wat moeilijkheden het heeft moeten doorbrengen. De Islam is niet verspreid met de zwaard. Niemand kan iemand het geloof inbrengen aan een mens met de zwaard dan alleen met vrede en liefde.