ACHTERGROND - Toen ik ruim drie jaar geleden* begon met mijn promotieonderzoek naar het Nijmeegse bijstandsexperiment, had ik beloofd jullie af en toe een update te geven over interessante dingen die ik tegenkwam in de literatuur. Dat heb ik, ahum, slechts vrij beperkt gedaan. Bij deze alsnog wat interessante dingen, uit de (redelijk recente) Nederlandse literatuur. Iedereen die dit boeiend vind kan dus zelf vrij laagdrempelig dieper de materie in.
Alle artikelen waar ik het hieronder over heb komen uit het boek ‘Streng Maar Onrechtvaardig – De bijstand gewogen’. Het is het jaarboek 2020 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, en gaat zoals de titel al verraadt over de bijstand. In 13 artikelen (plus een inleiding en een conclusie) laten wetenschappers uit verschillende disciplines hun licht schijnen over hoe het gesteld is met de ‘rechtvaardigheid van de bijstand’. De duiding vanuit (onder andere) historische, filosofische, juridische en sociologische perspectieven, tja… laten we zeggen dat de titel van het boek al een hint geeft?
Ik beperk me tot een aantal artikelen die relevant zijn voor mijn eigen onderzoek, verwacht dus geen hele boekreview.
Sollicitaties LARP’en als re-integratie
Laten we beginnen met de huidige re-integratiesystematiek. Deze wordt pijnlijk beschreven in het stuk “Naar een ‘droombaan’ via een ‘broodbaan’ – Re-integratie naar betaald werk door training in optimisme”, door de socioloog Josien Arts. Zij deed een jaar lang onderzoek onder zowel klanten als klantmanagers bij drie sociale diensten. Wat ze beschrijft stemt niet vrolijk. Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen vinden elkaar op dit onderwerp: werk, dat zeker aan ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’ steeds onzekerder en flexibeler wordt; eisen aan werknemers die steeds hoger worden, ook bij laagopgeleid werk; bijstandsgerechtigden die steeds meer verplichtingen krijgen, volgens de wet ‘geactiveerd’ moeten worden en geprikkeld tot ‘zelfredzaamheid’; de bezuinigingen op re-integratie, waardoor sociale diensten mensen eigenlijk weinig te bieden hebben (bijvoorbeeld op het gebied van scholing).
Wat blijft dus over om te doen? Optimisme! Mentale weerbaarheidstrainingen, motiverende posters, teksten als Wie wil zoekt een mogelijkheid. Wie niet wil zoekt een reden. En daarmee worden de bijstandsgerechtigden, hoe kansloos hun positie ook, verantwoordelijk gemaakt voor het falen van het systeem dat hen in de steek laat. Want ze waren gewoon niet optimistisch genoeg, hebben de moed opgegeven, waren niet écht gemotiveerd.
Het idee dat sociale diensten de bijstandsgerechtigden mee willen geven is dat ze eerst alle eisen moeten laten vallen om wat voor baan dan ook te vinden (de ‘broodbaan’), en dat ze van daar uit verder kunnen naar een droombaan. Gemiddeld genomen is dat zo (blijkt uit meerder onderzoeken), kans op voltijdwerk neemt toe voor mensen in de bijstand wanneer ze eerst deeltijdwerk doen. Maar een andere kant is er ook. Veel bijstandsgerechtigden hebben de ervaring dat bijverdienen of tijdelijk werk en daarna weer op straat komen te staan (wat heel makkelijk gebeurt van uit ‘flex’ constructies) leidt tot gedoe. Opnieuw een uitkering aan moeten vragen, de bureaucratische molen weer door, verrekening van inkomsten met bijverdienen en/of naderhand een brief van de belastingdienst dat de toeslagen deels terug moeten worden betaald. Het “een broodbaan is beter dan niets” is dan niet waar, heeft men door schade en schande ondervonden.
Maar het wordt nog erger. Niet alleen de positie van de bijstandsgerechtigden is precair. Een deel van de klantmanagers zit daar óók op een uitzendcontract. De bijstandsgerechtigden moeten oefenen met solliciteren, elevator pitches houden en zich ‘representatief’ kleden. Maar er zijn nauwelijks werkgevers geïnteresseerd in bijeenkomsten met deze doelgroep. Omdat er toch geoefend moet worden, doen ze dat onder elkaar, of op zijn best met een accountmanager van een bedrijf dat het contact met de re-integratieorganisatie onderhoudt (maar die zelf geen mensen aan kan nemen).
Met andere woorden: de studie schetst het beeld van de klantmanager met een precair contract, die helemaal niets te bieden heeft aan mensen in de bijstand die moeten werken, hen desalniettemin dwingt te oefenen met solliciteren naar banen die er niet zijn, en LARPt elevatorpitchers met ze die ze op kunnen voeren voor een recruiter of job hunter die nooit komt.
Niet alleen als bijstandsgerechtigde, maar ook als lezer is het lastig daar optimistisch bij te blijven.
Arbitraire machtsuitoefening
Gerelateerd aan het bovenstaande verhaal is het sanctieregime: mensen moeten immers solliciteren, of anders… Ja, wat anders? Dat verschilt per gemeente, zo blijkt uit de studie Regels en macht – Rechtvaardigheid in het gemeentelijk re-integratiebeleid”, door de jurist Anja Eleveld**. Zij kijkt naar bijstandsrelaties vanuit het neo-republikeinse rechtvaardigheidsconcept, wat zoveel wil zeggen als dat de overheid moet streven naar het minimaliseren van arbitraire machtsuitoefening. Bijstandsgerechtigden zijn daar bijzonder kwetsbaar voor, omdat ze voor hun levensonderhoud volledig afhankelijk zijn van de overheid.
Eleveld onderzoekt drie gemeenten (door middel van analyse van wetgeving en lokale regels, en het afnemen van 130 interviews), waarbij opvalt dat er grote verschillen zijn tussen de gemeenten. Bijvoorbeeld in het aantal opgelegde sancties en de hoogte van de sancties. Ze stelt onder andere vast dat casemanagers en werkcoaches veel vrijheid hebben, er weinig inspraak is voor inspraak vanuit de bijstandsgerechtigde, en dat doelen van werkstages dan ook éénzijdig worden opgelegd aan de bijstandsgerechtigde, in plaats van dat een gesprek plaatsvind over wat deze nodig heeft. Gemeenten maken het door middel van procedurele barrières moeilijk om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen beslissingen over werkstages, terwijl bezwaar en beroep een wettelijk recht is . Niet geheel verrassend leidt dit tot verlies van vertrouwen in de overheid aan de kant van bijstandsgerechtigden, en tot risicomijdend gedrag.
Eleveld concludeert ten slotte dat de gemeente waarbij wel (meer) gewerkt wordt volgens het door haar gehanteerde rechtvaardigheidsconcept efficiënter is: “bijstandsgerechtigden die meer vertrouwen hebben in de goede bedoelingen van de gemeente, zullen immers eerder een beroep doen op inspraak gevende maatregelen … die hen helpen een brug te slaan naar de arbeidsmarkt”.
Is de bijstand toereikend?
Ten slotte is er het artikel “De Nederlandse bijstand is niet toereikend – vooral veel kinderen leven onder de armoedegrens”, van onderzoeker Benedikt Goderis van het SCP. Ook hier geeft de titel de clou al weg. Tijdens de laatste formatieperiode (verdorie, vier jaar geleden alweer) heb ik me boos gemaakt over de Kamer die met ruime meerderheid een motie afwees waarin alleen gevraagd werd om te onderzoeken of het sociaal minimum, met name de bijstand, nog wel toereikend was.
Het officiële ‘niet willen weten’ vond ik schrijnend, vooral omdat we stiekem allemaal wel weten wat het antwoord is op die vraag (“neen”). Maar als je dat als Tweede Kamer officieel te horen krijgt, dan moet je er wat mee, en dat was blijkbaar niet wenselijk voor een meerderheid van de partijen.
Afijn, Goderis heeft het allemaal keurig op een rijtje gezet, historisch/chronologisch en aan de hand van drie verschillende definities van de armoedegrens. En, quelle surprise, “Op basis van de meest gangbare schattingen van wat iemand in Nederland nodig heeft, kan dus worden geconcludeerd dat de hoogte van de bijstandsuitkering voor bijna alle huishoudtypen onvoldoende is.” Daarnaast zijn kinderen extra de dupe: “Paren met een, twee of drie kinderen kwamen er het meest bekaaid van af. Hun besteedbare inkomen lag op maandbasis gemiddeld 165 euro onder wat ze minimaal nodig hadden.”
Wellicht kan iemand daar in de huidige formatie wat inspiratie uit putten?
Al met al: boeiend, zij het wat deprimerend, leesvoer dus.
*ruim drie jaar geleden? RUIM DRIE JAAR?!?!? FUCK! Dat betekent dat ik eind dit jaar een proefschrift af moet hebben! Waarom ben ik dan mijn tijd aan het verdoen met het schrijven van (te lange) blogjes?!
**daarnaast verschilt het óók nog eens per medewerker die je treft bij de sociale dienst, blijkt uit Handhaving van de bijstandsregels – Uitvoerders zoeken ruimte voor eigen keuzes, van Paulien de Winter.
János Betkó doet als extern promovendus bij de Radboud Universiteit (afdeling Sociologie) onderzoek naar de effecten van het Nijmeegse bijstandsexperiment. Hij schrijft op Sargasso over deze proef met de bijstand.
Reacties (15)
Een stevige terechtwijzing naar de politiek is op zijn plaats.
Maar wat kunnen werkgevers en werknemers (waar ik mijzelf onder schaar) doen?
Ligt er een taak voor vakbonden, werkgeversverenigingen en ondernemingsraden?
Ligt er een taak of kans bij mijzelf?
Op zich interessant om een aantal recente onderzoeken van de bijstand te bespreken.
Wel mis ik bespreking van de dilemma’s waarmee de organisatie van steun voor de onderkant van de samenleving (in dit geval de bijstand) onvermijdelijk gepaard gaat.
Dit benoem ik niet om het huidige systeem te verdedigen. Alleen is het wel belangrijk om te realiseren dat als je dingen anders gaat doen, dat dit niet alleen maar voordelen zal hebben, en het is goed om deze te bespreken.
Twee voorbeelden die in de tekst aangestipt worden:
“Gemiddeld genomen is dat zo (blijkt uit meerder onderzoeken), kans op voltijdwerk neemt toe voor mensen in de bijstand wanneer ze eerst deeltijdwerk doen.”
Dit lijkt me een belangrijke constatering, waar wel heel makkelijk overheen gestapt wordt. Op het moment dat je je alleen richt op de groep voor wie dit niet geldt, en daarop je beleid gaat aanpassen, loop je het risico dat je de grote groep voor wie deeltijdwerk wél een opstap is tot voltijdwerk tekort gaat doen. Dat moeten we niet willen lijkt me.
“Ze stelt onder andere vast dat casemanagers en werkcoaches veel vrijheid hebben,”
Dit wordt gekoppeld aan negatieve gevolgen van die vrijheid. Maar zo werkt die vrijheid natuurlijk niet, die vrijheid kan ook gebruikt worden voor maatwerk dat positief uitpakt voor de bijstandsgerechtigde. Op basis van dit onderzoek denk je misschien: we moeten die vrijheid inperken, want mensen ondervinden daar nadeel van. Maar daarmee beknot je ook de vrijheid van medewerkers om (voor de bijstandsgerechtigde) positief af te wijken.
Er zal altijd spanning zitten tussen enerzijds standaardisatie van regels (duidelijk, rechtsgelijkheid, eenvoudig in de uitvoering) en maatwerk (toegespitst op context, flexibel, menselijk).
Wat betreft dat eerste (bijverdienen), dit is geen of/of. Ja, mensen die in de bijstand gaan bijverdienen hebben daarna meer kans op werk. Dit is belangrijk, en noem ik niet voor iets. Het is ook wel logisch eigenlijk: als je werkt doe je werkervaring op, en bouw je een netwerk op, om maar twee dingen te noemen, die belangrijk zijn voor het vinden van een (andere, voltijd) baan. MAAR, het is ook zo dat werken in deeltijd zorgt voor een heleboel gedoe kan zorgen, en in het ergste geval: armoede, stress en schulden, wanneer bijvoorbeeld de huurtoeslag een jaar later terugbetaald moet worden (terwijl dat geld al lang weer op is). Dat laatste kun je wel degelijk aanpakken zonder dat het leidt tot ‘verlies’ op het eerste (dat mensen tijdelijk werk doen en daar baat bij hebben). Sterker nog, ik durf zelfs het omgekeerde te stellen: wanneer de toeslagensystematiek wordt aangepakt en de verrekening van inkomsten bij gemeenten soepeler gaat, zullen veel meer mensen gaan werken in deeltijd (met alle positieve gevolgen van dien).
Wat betreft dat tweede wat je zegt, dit: “Er zal altijd spanning zitten tussen enerzijds standaardisatie van regels (duidelijk, rechtsgelijkheid, eenvoudig in de uitvoering) en maatwerk (toegespitst op context, flexibel, menselijk).” is natuurlijk waar. Wat hier belangrijk is, is de context: mensen op een minimumniveau die voor hun bestaan afhankelijk zijn van de overheid. Als het gaat om sanctioneren en beboeten van deze mensen zijn een gestandaardiseerd fundament en stevige rechtsbescherming passend. Dat sluit niet uit dat meer maatwerk kan worden toegepast als het bijvoorbeeld gaat om het begeleiden naar werk.
Ik lees hierin veel wat ik ook in studies over het Duitse HartzIV gelezen heb.
ik lees tussen de regels vooral dat er kost wat kost een onderklasse in stand moet worden gehouden omdat er een hele industrie zijn brood mee verdient en de rest kan zich er lekker boven verheven voelen.
Een uiterst misselijk denkraam, als je het mij vraagt.
En in feite is elk bericht over dit onderwerp een argument vóór een basisloon.
Dat vraag ik me dus af. Het mag van mij wel meer uitgewerkt worden wat dat precies betekent ‘gemiddeld genomen hebben mensen daar baat bij’, en hoe dat dat komt. Over welke aantallen hebben we het? Dan kan je ook beter beoordelen wat voor maatregelen gaan helpen. Ik bedoel, hervormen van het toeslagensysteem om een paar mensen in de bijstand te helpen, dat is nogal wat. Je moet dan veel breder kijken naar de effecten dan alleen mensen in de bijstand.
Op zich eens dat een integraler werkende overheid veel leed zou kunnen voorkomen, maar..
Stevige rechtsbescherming betekent dat overheidsmedewerkers worden beperkt in hun handelen, en zich heel goed moeten verantwoorden. Verkijk je er niet op dat dit ook positieve acties beperkt; even langslopen bij een collega van schuldsanering om te zien wat iemand nog meer op z’n bordje heeft liggen wordt daarbij ook moeilijk, want de regels weten niet of je dat doet om de cliënt te helpen of om te zien of de cliënt de regels overtreedt. De eisen aan rechtsbescherming leveren ook bureaucratie op en vergroot de afstand tussen overheid en burger.
Het probleem is dat dit niet een objectief af te bakenen categorie is, en ook niet stabiel in de tijd. Hoe stellen we vast dat dit zo is, hoe ver reikt je eigen verantwoordelijkheid, wat mogen we van je omgeving verwachten? Om deze vragen te beantwoorden zijn er allerlei wetten, regels en kaders ingesteld. Wat mij betreft is hierin te weinig oog voor de situatie van kwetsbare burgers, maar versoepelen zal deze vragen niet doen verdwijnen. Er zijn altijd grensgevallen en tegengestelde belangen.
Help yourself :) Hier heb je een voorzet: https://www.uu.nl/nieuws/werken-naast-de-bijstand-een-springplank-naar-financiele-zelfstandigheid ; maar je kan ook kijken naar rapporten van Divosa over dit onderwerp, en volgens mij heeft Atlas voor Gemeenten ook ooit een dergelijke analyse gemaakt in het kader van het verdeelmodel van de bijstand (hoe het geld van het rijk naar de gemeenten gaat).
Maar eh… laten we wel wezen, als je schrijft “hervormen van het toeslagensysteem om een paar mensen in de bijstand te helpen,” dan heb je wel een stukje actualiteit gemist hoor. Er zijn volgens nog wel meer dingetjes, ook een paar keer in de media geweest, die hebben aangetoond dat het huidige toeslagensysteem *ahum* suboptimaal werkt. En het gaat (natuurlijk) niet om “een paar mensen”, zo’n 10% van de mensen in de bijstand werkt in deeltijd, en we hebben momenteel ruim 430k bijstandsgerechtigden.
nou… volgens mij is wezenlijker (en mag nog beter worden verantwoord) wanneer ambtenaren financiële sancties opleggen aan mensen op het minimum. Tuurlijk zijn er grensgevallen en ik ontken niet dat er nooit spanning is, maar als je een minimum vaststelt (dat ook nog eens te laag is vastgesteld, zie het stuk) mogen daar toch extra waarborgen voor komen dat iemand daar niet onder zakt.
Waar, en een open deur. En geen reden om de grens niet te verleggen, want dat maakt het in ieder geval minder schrijnend als het mis gaat.
Ik doel juist op die ‘andere dingetjes’. Er wonen 17 miljoen mensen in Nederland, 94% daarvan ontvangt geen bijstand. Bijstandsgerechtigden zijn in Nederland een relatief kleine groep. 57% van de huishoudens ontvangt toeslagen. Hervormen van de toeslagen gaat veel meer mensen aan dan alleen mensen in de bijstand, je moet meer belangen meewegen. Er zitten nogal wat stapjes tussen ‘als het toeslagensysteem wordt aangepakt’ (hoe? Voor wie?) naar ‘mensen in de bijstand gaan vaker daarnaast werken’.
Laten we zeggen dat ik wat sceptisch ben dat grote systeemveranderingen leiden tot grote verbeteringen, er zit nogal wat wishful thinking achter, ongeacht ideologische achtergrond.
Ik deel je streven, maar dan nog is dit een aanname die je eerst moet hard maken. Je verbeterd de situatie voor mensen die in de bijstand zitten, maar dat kan maar zo negatieve gevolgen hebben voor andere groepen die je niet op je netvlies hebt staan.
Je had het over rechtsbescherming van burgers, wat betekent dat de gemeente meer tijd kwijt is om misbruik te onderbouwen, dat medewerkers defensief worden want anders gaan ze nat bij de rechter, en die extra bureaucratie zullen ze deels verhalen op de burger. Het frustreert niet alleen te makkelijke sancties, maar ook soepelheid.
Het gaat me er niet om de huidige situatie te verdedigen, maar om te laten zien dat er altijd een andere kant is, en dat je die serieus mee moet wegen. Er zijn mensen die vastlopen in de bijstand, én er is fraude. Er zijn mensen die door de strenge regels worden gefrustreerd in hun ontwikkeling, én er zijn mensen die wel een schop onder de kont kunnen gebruiken. Burgers hebben te maken met een slechte rechtsbescherming door de overheid, én de overheid wordt gefrustreerd in het aanpakken van maatschappelijke problemen door rechtsbescherming van free riders.
Na 43 jaar werken in bijstand terecht gekomen.
Dit is ongelooflijk hoe deze hel waar je 43 werkjaren aan meebetaalt hebt een bijstand moeras is om in zelfmoord terecht komt.
2x mislukt.
Ben benieuwd hoelang het duurt voor de 3e poging.
Ik voel mij als afval dat niet meer mag meedoen.
Haal ik mijn 63e levenjaar?
Nog veel kloppen op de deur zal niet meehelpen
Oef. Sterkte / succes :(
“hen desalniettemin dwingt te oefenen met solliciteren naar banen die er niet zijn”
Hier ben ik het niet mee eens. Die banen zijn er wel: de sociale werkplaatsen zijn dan uit het beleid verdwenen, maar het werk is er nog steeds. Hoe dat wordt ingevuld? Heel simpel: door de mensen in de bijstand voor hun uitkering te laten werken. Daarmee hou je de structuur van die werkplaatsen in stand (de mensen die er zitten en onder de oude WSW vallen, kunnen hun werk blijven doen) en tekorten in personeel kun je ‘gratis’ opvangen. Daarmee worden meerdere vliegen in één klap geslagen: het is duur om de (infra)structuur van de oude Sociale Werkplaatsen (SW) in stand te houden en er zitten aan de andere kant genoeg mensen zonder werk te ‘genieten’ van de bijstand. En om die te activeren is zo’n voormalige SW ideaal.
Nu zou je denken dat iemand eigenlijk boventallig zou moeten zijn om dat werk te doen, maar dat hoeft niet. Ze geven het beestje een andere naam en presto: werkervaringsplek. Als het namelijk als vrijwilligerswerk wordt gepresenteerd, kan er nauwelijks dwang worden toegepast en moet het aan regels voldoen. Onder het mom van ‘activering’ kan veel meer.
Hier is dan die rechtsbescherming (#4.0) heel relevant, want activering zou op die manier geen verplichting mogen zijn. Daarnaast krijg je mensen die niet gemotiveerd zijn en ook nog eens een straf boven het hoofd hangt omdat ze niet enthousiast genoeg meewerken aan een dead-end job.
Correct me if i’m wrong, maar jij juicht het dus toe dat iemand zijn baan verliest en die als werkervaringsplek met een uitkering weer terugkrijgt? Daar is een woord voor: uitbuiting.
Ik weet niet hoeveel die dure sociale werkplaatsen kosten, maar het is vast minder dan wat de schatkist met het schrappen van de dividendbelasting misloopt of met steun aan parasitaire bedrijfstakken zoals de luchtvaart over de balk gooit.
Dan moet ik je inderdaad corrigeren: ik juich dat nergens toe! Vind het ronduit schandalig dat ik op een bepaald moment moest gaan concurreren met een oud-klasgenoot: Ik met mijn WSW-indicatie en hij als ‘normale’ uitkeringstrekker. Hij mocht aan de slag binnen de SW om zijn uitkering terug te verdienen en ik kon er naar fluiten omdat ik te duur was!
Correct me if I’m wrong, maar jij bent toch een Limburger? Ga dan eens in Margraten kijken bij RD4: daar werken tig mensen, maar er zijn maar 2 of 3 mensen die op de loonlijst staan. Als je op die anderen het label ‘vrijwilligerswerk’ zou plakken, kun je de tent morgen al sluiten. En de gemeente gaat er gewoon in mee, omdat die blij is om mensen te kunnen ‘activeren’. Maar de mensen die ik gesproken heb, werkten er al de nodige jaren … dat kun je dus amper een opstap naar een baan noemen.
Dat Sociale Werkplaatsen duur zijn/waren heeft te maken met het feit dat ze geestdodend werk doen. Ze zeggen te kijken naar de talenten van mensen, maar kijken vooral hoe ze die binnen hun eigen muren aan de slag kunnen krijgen. Daar krijgen ze dan ook nog subsidie voor, maar zelfs dan nog piepen ze dat ze niet kostendekkend kunnen werken. Zo ver ik weet was er maar één SW in Limburg die geld verdiende. Hoe? Door ECHT te kijken naar de talenten van de werknemers en maatwerk te leveren.
En trouwens: die SW’s hadden er ook een handje van om de contracten zo te interpreteren zoals ze zelf wilden. Was je aan je vierde verlenging (voor onbepaalde tijd) toe, zetten ze je gewoon drie maanden op straat. Daarna begon de cyclus weer gewoon. En het UWV vond dat volkomen normaal.
En als je terug mocht komen, lieten ze je vooral weten dat je blij mocht zijn dat je niet achteraan op de wachtlijst was komen te staan en dat je je loonschaal mocht behouden.
Een Sittardse GL-wethouder (met het voorkomen van een vieze man) heeft het eens gepresteerd om zelf naar de posterijen te stappen met de vraag of die nog wat bijna gratis personeel konden gebruiken. Niet andersom! Het beloofde uitzicht op vast werk bestond uit het kantineraam, dat uitkeek op een heftruckchauffeur die bij het bedrijf ernaast met een vast contract zijn rondjes draaide.
Hier bij ons in zeeland was het precies ook zo. Mensen mochten gewoon hetzelfde werk doen voor een uitkering. Ik zou het niet erg vinden als dit zeg maar als proefperiode zou zijn van 1 a 2 maanden, maar jaren werken bij een bedrijf met een functie maar die bedrijf kan me niet aannemen en me volledige loon betalen!?
Daarbij klopt het dat het systeem van deeltijd werken niet werkt. Ik heb aan vanalles meegewerkt. Studie gedaan enz maar als toen ik werk had werd dat (logisch) ingehouden op mijn uitkering. Maar er was maar elke keer voor 1 a 2 weken werk of dan een maand. Er vielen steeds gaten tussen. Waardoor ik financieel steeds in een gat viel terwijl ik wel kinderen heb en vaste lasten. Dus van dat niet gemotiveerd zijn aan mijn kant klopt helemaal. Ik durf niets aan te nemen omdat ik geen zekerheid hebt. Ben ik blij en gelukkig in een uitkering? Absoluut niet!! Want rondkomen en iets opbouwen dat kan je niet.
Ik heb de pech gehad ( aan de ene kant) dat ik een tienermoeder was en gedwongen was om in een uitkering te gaan. Heb vanaf het begin alles willen doen, kon een masteropleiding doen enz maar kreeg geen toestemming en hulp. En zo zit ik nog steeds in een uitkering, en zie ik geen uitvlucht meer. Soliciteer nog wel eens maar wie wilt iemand die al ouder is geen werkervaring heeft enz. Dan zegt me opleidings niveau niets.
Ik hoop dat die basisinkomen er komt, zodat ik eindelijk een zekerheid hebt en dan kan gaan werken en iets opbouwen.