COLUMN - Kinderen met een moedertaal zonder aparte toekomende tijd, zoals Duits en Nederlands, zijn geduldiger. Dat is groot nieuws, want geduld, verwant aan zelfcontrole, veroorzaakt indirect een hoger salaris, betere schoolresultaten en minder gezondheidsklachten.
Het verband tussen de taal die iemand spreekt en zijn zelfcontrole is eerder gesuggereerd, maar nooit eerder onderzocht met een experiment. Het ideale experiment, waarbij een groep kinderen willekeurig verdeeld zou worden over twee taalregio’s, is niet uitvoerbaar, dus zochten de vier Duits-Italiaans-Oostenrijkse economen een regio uit waarin gezinnen van huis uit verschillende talen spreken, maar door elkaar wonen en op dezelfde scholen zitten: de stad Merano in Noord-Italië. De helft van de inwoners is Duitstalig, de andere helft Italiaanstalig; een taal waarin toekomstige gebeurtenissen in een aparte vorm worden uitgedrukt.
Het experiment dat met de kinderen gedaan werd, is een vervolg op de beroemde marshmellowtest. Daarbij gaven psychologen jonge kinderen een marshmellow. Ze beloofden dat als de marshmellow twee minuten later nog op tafel lag, er nog één bij zou komen; daarna liepen ze de kamer uit. Kinderen die het snoepgoed twee minuten onaangeroerd op tafel lieten liggen, bleken twintig jaar later aanzienlijk meer te verdienen dan de kinderen die zichzelf niet konden bedwingen.
De 858 kinderen van alle basisscholen in Merano konden fiches verdienen die per stuk inwisselbaar waren tegen kleine cadeaus, zoals snoepjes, knikkers, kaarten en stickers. Ze kregen de keuze voorgelegd tussen twee fiches nu, of vier fiches over vier weken. Omdat de kinderen al eerder aan zulke onderzoeken hadden meegedaan, vertrouwden ze dat de onderzoekers inderdaad over vier weken weer terug zouden komen. Na het onderzoek werd nog een kort IQ-testje afgenomen.
Zelfs als er rekening gehouden werd met leeftijdsverschillen, intelligentie, cultuurverschillen en inkomensverschillen, waren de Duitstalige kinderen systematisch beter in het vooruitschuiven van de beloning dan de Italiaanse. Dat resultaat is opzienbarend. Hoe kan de taal die iemand spreekt tot een hoger inkomen leiden?
De onderzoekers vermoeden dat de geestelijke afstand tussen het nu en de toekomst groter is voor de kinderen die er een andere werkwoordsvorm voor gebruiken. Daardoor onderschatten ze hoe gelukkig – of ongelukkig – ze van iets worden in de toekomst. Die onderschatting kan doorwerken in allerlei belangrijke beslissingen, zoals hoe lang ze doorleren en of ze gaan roken. Of de Duitstaligen inderdaad ook meer gaan verdienen en langer leven dan hun buurkinderen, weten we pas over twintig jaar.
Reacties (1)
Echt, wordt dit soort onzin nog steeds gepubliceerd? Ik geloof graag dat ze vonden dat “German-speaking children are about 46% more likely than Italian-speaking children to wait for a larger reward in the future”, maar dat kan niet aan de taal worden toegeschreven.
Ten eerste zitten de kinderen wonen in dezelfde plaats en hebben dus ook een gemeenschappelijke taal, en in Zuid-Tirol zijn er kennelijk veel tweetaligen.
Ten tweede zijn de kinderen die thuis Duits spreken uit een andere cultuur afkomstig dan degenen die Italiaans spreken. De Duitsers woonden er al, de Italianen zijn relatief gezien nieuwkomers.
Ten derde zijn er veel, maar dan ook veel meer verschillen tussen Italiaans en Duits dan één aspect van het uitdrukken van tijd. Ik opper hier de hypothese dat het het schrijven van zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter is. Of de werkwoordsplaatsing. Of de eenvoudiger vervoeging in het Duits. Et cetera.
Dus houd alsjeblieft op met dit soort onzin verspreiden.