Wat werkt als het gaat om re-integratie?
In mijn serie over de ‘proef met de bijstand‘* had ik beloofd dat ik jullie af en toe mee zou nemen in interessante wetenschappelijke literatuur. Vandaag gaan we het hebben over: re-integratie. Wat ‘werkt’ als je als beleidsdoel hebt dat mensen zo snel mogelijk uitstromen uit de uitkering naar werk? Eerder kwam dat al zijdelings aan bod, in artikelen of in de discussie in de comments. Maar nu dus als hoofdgerecht, naar aanleiding van het wetenschappelijke artikel ‘Persistent or temporary? Effects of social assistance benefit sanctions on employment quality’ van Markus Wolf.
Daarover later meer. Heel in het kort was de algemene wijsheid van studies naar ‘active labor market policies’, zoals beleid in de (voornamelijk) economische literatuur wordt genoemd dat als doel heeft mensen uit een uitkering naar een baan te krijgen, dat 1) loonkostensubsidie (geld geven aan een bedrijf om iemand aan te nemen die niet volledig rendabel is voor dat bedrijf) werkt 2) sancties (straffen en boetes geven als iemand niet genoeg solliciteert of bepaalde soorten werk niet wil doen) werkt 3) training en scholing een beetje / soms werkt en 4) gesubsidieerde arbeid mensen weg houdt van een baan. Internationaal zijn daar bekende meta-studies naar gedaan, bijvoorbeeld door wetenschappers als David Card en Jochen Kluve. In Nederland heeft Pierre Koning hierover geschreven, onder andere onder de wat provocatieve titel ‘beter een stok dan een wortel’.