RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.
In het najaar van 2018 publiceerde The New York Times een serie artikelen over China onder de kop: The land that failed to fail. Vaak was aangekondigd dat China zou falen; de Communistische Partij zou de macht kwijtraken, de economische groei zou stagneren of grootschalige onrust zou de kop op steken. Maar geen enkele keer was dat gebeurd en China ontwikkelt zich nog steeds met de vaart van een hogesnelheidslijn.
De Britse sinoloog Martin Jacques noemt dat ‘mislukkingsscenario’ in zijn boek When China rules the world een van de verkeerde manieren waarmee vanuit het Westen naar China wordt gekeken. Die visie gaat ervan uit dat er maar een manier is waarop landen modern kunnen worden, namelijk de westerse manier. Alle andere manieren zullen vroeg of laat vastlopen. Maar dat klopt niet, stelt Jacques, er zijn vele wegen naar de moderniteit. China toont daarvan de belangrijkste.
Eenheid
China is anders, anders dan het Westen. Dat is een van de twee centrale boodschappen van Jacques. De andere boodschap is dat China het belangrijkste land ter wereld gaat worden.
China is anders door zijn geschiedenis van continuïteit en eenheid. Chinezen zijn geneigd om de oorsprong van China vijfduizend jaar in het verleden te zoeken. Dat vindt ook Jacques wat te ruim, maar tweeduizend jaar lang is er wel sprake van China. Andere landen kunnen niet bogen op zo’n lange geschiedenis. Dat verleden vormt China nog sterk. Daarbij horen ook allerlei politieke ideeën en vormen. Het idee van een paternalistische staat met een onbedreigde autoriteit is daar een van. Dat is iets heel anders dan het idee van de staat in het Westen, die steeds in concurrentie was met andere organisaties, zoals de kerk. Een ‘maatschappelijk middenveld’ zoals dat zo mooi heet, heeft China niet en nooit gehad. De staat lijkt sterk op de familie, waarin de pater familias het voor het zeggen heeft, zeker zolang die voor de basale benodigdheden zorgt.