Studium Generale Universiteit Utrecht

211 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: Soil Science (cc)

Waarom een koe gelijk is aan een wc-rol

ACHTERGROND - Seksisme. migratie, basisinkomen, democratie en referenda. In de serie “Tegen de stroom in” spreken wetenschappers, experts en opiniemakers over oude zorgen en nieuwe oplossingen. Wanneer zijn die succesvol? Welke rol speelt geld en neoliberaal denken daarin? En verliest elke stroming uiteindelijk aan kracht en relevantie? Vandaag: hoe houdbaar is de ethische, politieke en juridische superioriteit van mensen boven dieren? Een rechtsfilosoof en dierenwelzijnexpert komen met nieuwe inzichten.

Mishandelingen in slachthuizen, vergassing van kippen en enorme stalbranden: de bio-industrie was volop in het nieuws afgelopen zomer. “Qua brandveiligheid zijn de dieren in de bio-industrie gelijk aan wc-rollen,” riep Arjen Lubach verontwaardigd uit in zijn show. Die vergelijking komt aardig in de buurt, aldus rechtsfilosoof Janneke Vink (UL). Dieren hebben sinds 2013 weliswaar hun eigen subcategorie binnen het recht, maar worden (net als de wc-rol) nog steeds gezien als object. Zij doet onderzoek naar de mogelijkheden van het geven van grondrechten aan dieren. Dierenwelzijnsonderzoeker dr. Hans Hopster (WUR) pleit voor veranderingen binnen het huidige systeem. Daarbij is een grote rol weggelegd voor de consument, maar ook in regelgeving en transparantie zijn behoorlijke stappen te maken. “In neoliberaal Nederland vormt de wet slechts een vangnet en moeten alle overige eisen voor dierenwelzijn van de markt komen. Daar zitten nogal wat beperkingen aan.”

Foto: Charlotte Cooper (cc)

Wees niet bang voor het f-woord

ACHTERGROND - Seksisme. migratie, basisinkomen, democratie en referenda. In de serie “Tegen de stroom in” spreken wetenschappers, experts en opiniemakers over oude zorgen en nieuwe oplossingen. Wanneer zijn die succesvol? Welke rol speelt geld en neoliberaal denken daarin? En verliest elke stroming uiteindelijk aan kracht en relevantie? Vandaag: waarom is feminisme nog nodig?

Zangeressen, acteurs en grote bedrijven pronken met t-shirts vol feministische leuzen. Vrouwen op topposities in de politiek. Waarom is feminisme vandaag de dag dan nodig?

“Het is een mythe dat feministen mannenhaters zijn”. Genderwetenschapper prof. dr. Maaike Meijer neemt geen blad voor de mond in de lezing Feminisme 3.0. Dat geldt ook voor mede-spreker en oprichter van het feministisch platform Stellindames.nl Justine van de Beek. Beiden feminist, maar uit een verschillende generatie. In de reeks ‘Tegen de stroom in’ spreken ze over de idealen, doelen en strategieën van de vrouwenemancipatiebeweging, toen en nu. Was feminisme vroeger nog een vies woord, tegenwoordig is het voor grote sterren bon-ton om ermee te pronken. Maar dat betekent allerminst dat de strijd om gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen gestreden is.

Hét feminisme bestaat niet

Hardcore en radicaal was ze, toen ze de actiegroep Paarse September oprichtte. Prof. Meijer is al vanaf de jaren ’70 actief bezig met het feminisme, als onderzoeker maar ook als spreekbuis van de stroming. Ze vertelt over de evolutie die de stroming doormaakte, maar ook zijzelf. Samen met Dolle Mina was Paarse September de meest bekende actiegroep uit de tweede feministische golf. Maar de ‘Paarse’ dames vonden de ‘Mina’s’ maar slappe hap, die zich conformeerde naar het ‘heteronormatieve patriarchaat’. Daarmee bedoelen ze dat alle maatschappelijke normen, structuren en praktijken zijn gevormd rondom de autoriteit van hetero’s en mannen. Paarse September ging daar vol tegenin, zij claimde dat lesbisch zijn een individuele én politieke daad is. De activisten weigerden consequent om met mannen te praten. Dat was voor die tijd (en misschien nu nog) ongekend.

Meijer en haar vriendinnen sloten mannen uit, niet omdat ze hen haatten, maar omdat vrouwen tot dan toe altijd slechts konden ‘zijn’ in relatie tot mannen. Ze benadrukt hoe belangrijk het was voor haar en anderen om zich te ontplooien zonder het toeziende oog van die mannen. Onder de Mina’s waren wél mannen, die zich om allerlei uiteenlopende redenen hadden aangesloten. De verschillen in houding tussen de actiegroepen zijn illustratief voor een sociale beweging. Vorige week vertelde prof. Jan Willem Duyvendak hoe de ‘outsiders’ zich eerst aanpassen aan de mainstream. Dit soort activisme gaat over in vechten voor representatie en gelijke rechten, en de volgende stap is dat de radicalere outsiders willen dat de mainstream verandert. Dit is precies de ontwikkeling die de vrouwenbeweging meemaakte. Meijer toont een vermakelijk filmpje waarin in we de Dolle Mina’s in actie zien: ze doen aan wedding chrashen en vallen mannen op straat lastig. Ze stellen klassieke genderrollen en straatintimidatie aan de kaak.

Terugkerende thema’s

Ageren tegen genderrollen en straatintimidatie – doet de huidige generatie feministen dat niet ook? Ken je de ‘catcalling’ video nog? Jazeker, erkent Justine van de Beek. Het hedendaags activisme speelt zich vooral online af. Het is laagdrempelig en verspreidt zich als een olievlek. Van de Beek zelf kwam in aanraking met feminisme via Twitter en Tumblr. Ze wist niet eens dat het voorheen een negatieve connotatie had. Er is natuurlijk sinds de Mina’s veel veranderd, maar een aantal zaken spelen nu nog steeds. De feministen uit de jaren ’70 waren bezig met bewustwording omtrent de seksualiteit van vrouwen. Van de Beeks scriptieonderzoek ging over slutshaming. Een sociaal stigma voor vrouwen en meisjes, die traditionele verwachtingspatronen omtrent seksuele gedragingen doorbreken. Plat gezegd: vrouwen die hun seksualiteit omarmen en veel bedpartners hebben worden als ‘slet’ gelabeld. Deze indoctrinatie begint al vroeg, zelfs moeders maken zich er schuldig aan. Maar er is verzet. Voormalig stripper en nu activist Amber Rose begon de ‘slutwalk’ een protestmars. Omarm de term, zegt Rose. Daarmee breek je het systeem: als ik me er niet voor schaam, kan jij me niet onder de duim houden. Via de grote schare volgers die Rose heeft verspreid het idee zich snel.

Microprotesten met grote impact

Zo’n succesvolle slut-walk is leuk, maar natuurlijk is er nog veel werk aan de winkel. Van de Beek benadrukt dat er geen officiële handleiding is voor het zijn van een ‘goede feminist’, maar ze heeft wel een idee over hoe je tegenwoordig ‘bij de groep hoort’. De huidige generatie richt zich meer op intersectionaliteit. Een term gemunt door de Amerikaanse advocate en academicus Kimberlé Crenshaw (zie haar TED talk), die uitlegt dat er een doorkruising van identiteiten plaatsvindt. Die verschillende assen leiden tot onderdrukking, zij snijden en versterken elkaar. Lesbische vrouwen en zwarte vrouwen ondervinden dubbele discriminatie. Het is belangrijk om die verschillende assen te erkennen. En, zo stelt Van de Beek, is het ook belangrijk om mensen om je heen te wijzen op ongewenst gedrag of uitlatingen. Als je vriendin een ander meisje een slet noemt, zal een ‘echte’ feminist daar wat van zeggen (dat geldt natuurlijk ook voor mannen). Want “als je het patriarchaat wil slopen maar stil blijft als je omgeving iets zegt, wat betekent dat dan nog?” Een voorbeeld van het daily activism.

Dankzij vrouwen als Meijer en andere activisten zijn er veel stappen gezet. We vinden het heel normaal dat Claudia de Breij geïnterviewd wordt voor Zomergasten door Janine Abbring. Twee vrouwen op zo’n podium was voorheen ondenkbaar. Maar de representatie gaat verder dan de media. Vrouwen op topposities kunnen feministische kwesties op de agenda zetten. Zo pleitte voormalig minister Jet Bussemaker voor meer vrouwelijke hoogleraren in de academie en Meijer is blij met haar rector aan de Universiteit van Maastricht, Rianne Letschert. Met vrouwen aan het roer is er meer kans dat een nieuwe weg ingeslagen wordt en de status quo wordt doorbroken. De grote gebaren van een sociale beweging en het micro-activisme zorgen voor een krachtige mix. Gezien de belangstelling voor deze lezing, het enthousiasme (en soms woede) in de zaal en bij Van de Beek, moet het patriarchaat vrezen voor zijn voortbestaan. Het werd eens tijd.

Dit artikel van Laura Mol verscheen eerder op Studium Generale Utrecht.

Foto: Alan Levine (cc)

De deeleconomie vraagt om een nieuw soort samenleving

ACHTERGROND - De deeleconomie blijft populair, maar krijgt ook kritiek. Hoe kunnen nieuwe en oude platformen floreren, zonder dat anderen daar de dupe van worden?

Internetondernemer Daan Weddepohl is een visionair. Een dromer. Of de deeleconomie toekomst heeft? Natuurlijk, dat moet! “Onze consumptie van spullen heeft meer milieu-impact dan vlees eten en vliegen bij elkaar.” Daarom richtte Weddepohl het online platform Peerby op, waarmee je spullen kan lenen van mensen uit de buurt. Weddepohl ziet een toekomst voor zich waarin delen mainstream is geworden. Waarbij bedrijven geen lampen verkopen, maar lichturen. Waarin je bij de aankoop van je huis automatisch toegang krijgt tot de buurtstofzuiger of de deelgrasmaaier. Een circulaire economie, met producten ontworpen op duurzaamheid, niet op snelle consumptie. Dat vraagt om een compleet ander systeem.

Hoogleraar innovatiestudies prof. dr. Koen Frenken (UU) doet onderzoek naar de deeleconomie vanuit een economisch perspectief. Welke nieuwe vraagstukken gaan er spelen en zijn daar al oplossingen voor?

De platformeconomie     

Hoe moeten we die deeleconomie precies definiëren? Dat is de vraag waar Frenken zich de afgelopen tijd mee bezig heeft gehouden. Hij hanteert de definitie:

Consumenten die elkaar tijdelijk toegang geven tot hun eigen spullen, als ze die zelf niet gebruiken.

Foto: ibmphoto24 (cc)

Een glazen bol vol criminelen

DATA - In 2017 moet Nederland het eerste land worden waar ‘predictive policing‘ nationaal wordt toegepast. Door data en algoritmen wordt misdaad voorkomen. Onomstreden is het niet. Waar liggen de valkuilen?

“The ‘Minority Report’ is a modern fact, not fiction.” Het hoofd van de politie in New York William Bratton refereerde met deze uitspraak naar de sciencefiction film The Minority Report (2002). In de film is het aantal ernstige misdrijven teruggebracht tot nul. De Pre Crime-politie voorspelt moorden en stopt moordenaars voordat ze de daad uitvoeren. Deze voorspellingen worden gedaan door drie gemuteerde mensen die misdaden visualiseren voor ze gepleegd worden. De film waarschuwt voor een overheid die in de hoofden van de burgers kruipt en geen boodschap heeft aan recht op privacy. Maar het stelt ook de vraag: is ons gedrag te voorspellen?

Misdaad aanpakken voordat het heeft plaatsgevonden gebeurt niet alleen in films. Anno 2017 maken politiekorpsen overal ter wereld gebruik van algoritmes om preventief in te grijpen. Volgens Bratton is dit nieuwe instrument van de politie de toekomst. Ook in Nederland wordt predictive policing enthousiast ontvangen.

Voormalig afdelingshoofd Business Intelligence van de Nederlandse politie Rutger Rienks in De Groene Amsterdammer: “Als je als overheids- of politieorganisatie criminaliteit op deze manier kunt uitbannen, dan lijkt mij dat een droom waar je je hard voor moet maken.”  Een ‘buienradar voor boeven’ kan helpen misdaad in de kiem te smoren, maar waar liggen de valkuilen? Wat zijn de gevolgen van het voorspellen van menselijk gedrag aan de hand van data? En hoe objectief zijn data?

Foto: Bas Bogers (cc)

Graven in het culturele archief

400 jaar kolonialisme heeft sporen nagelaten in onze huidige samenleving. Toch blijven veel Nederlanders ontkennen. Hoe komen we verder? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ een bijdrage van cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker.

Een zwarte mannelijke universiteitshoogleraar verzorgt met zijn witte mannelijke assistent onderzoeker in opleiding een cursus. In het evaluatieverslag worden de rollen omgedraaid: veel studenten nemen aan dat de witte wetenschapper de universiteitshoogleraar is. Het is een van de voorbeelden die volgens cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker (UU) laat zien dat ras nog steeds een belangrijke basis van ongelijkheid is. De oorzaken daarvan moeten we zoeken in 400 jaar imperialisme en kolonialisme.

Cultureel archief

“Ras bestaat niet, maar racisme wel.” Het is de wrange erfenis van ons koloniaal verleden. Een raciale fictie, in het leven geroepen om een Westers imperialistisch systeem van ongelijkheid te legitimeren dat 400 jaar lang bestond. Maar wie tegenwoordig naar de Nederlandse samenleving kijkt, moet toegeven dat racisme nog steeds aan de orde van de dag is. Hoewel het kolonialisme formeel voorbij is, leeft de onderliggende logica dus nog steeds voort. Hoe kan dit? Volgens Gloria Wekker heeft Nederland in al die jaren een cultureel archief opgebouwd: een verzameling historisch bepaalde ideeën, houdingen en gevoelens tegenover mensen van kleur. Geen fysiek archief dus, maar een die tussen onze oren zit, en waar we nog steeds uit putten als we het over etnische minderheden hebben.

Foto: The Advocacy Project (cc)

Srebrenica: een spook met veel gedaantes

ACHTERGROND - Politicoloog dr. Erna Rijsdijk (Nederlandse Defensie Academie) legt in een lezing in de reeks ‘Duister verleden’ uit hoe Srebrenica een soort spook is geworden dat rondwaart in de Nederlandse maatschappij.

De val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 houdt de gemoederen bezig. Na twee NIOD-rapporten en diverse journalistieke reconstructies lijkt het spook nog steeds niet bezworen.

“De naam Srebrenica doet veel Nederlanders pijn. …  In juli 1995 gebeurde daar iets vreselijks.” Zo begint het hoofdstuk over de val van Srebrenica in de canon van de Nederlandse geschiedenis. Gevolgd door een nogal simpele weergave van wat nu bijna 22 jaar geleden gebeurde: meer dan 7000 moslims werden gedeporteerd en vermoord op gezag van de Bosnisch-Servische generaal Mladić, ondanks de aanwezigheid van Nederlandse VN-militairen.

Aandacht voor de massamoord in de Nederlandse schoolboeken is er nauwelijks. Toen ik op de middelbare school zat, kwam het een enkele keer ter sprake. En als we het er al over hadden, ontbrak het aan een Bosnisch perspectief en was er geen ruimte voor de context waarin deze verschrikkelijke gebeurtenis zich voltrok.

De contouren van het spook

De manier waarop de val van Srebrenica doorleeft in de Nederlandse samenleving is diffuus, ongrijpbaar, maar aanwezig: het is een spook. Volgens Rijsdijk is het misschien wel interessanter om te kijken naar hoe zo’n gebeurtenis blijft rondspoken in de samenleving dan naar wat er feitelijk gebeurd is. Want, zoals de Amerikaanse politicoloog Wendy Brown schreef: “We inherit not what really happened to the dead, but what lives on from that happening.” Wát precies doorleeft van zo’n gebeurtenis verschilt bovendien per betrokkene: de Nederlandse, de Dutchbatters, en de nabestaanden.

Foto: Bas Bogers (cc)

Waarom het koloniaal verleden wel èn niet aanwezig is

ACHTERGROND - Van de VOC tot de WIC: verhalen uit de koloniën duiken keer op keer op uit onze collectieve dode hoek om ons te verrassen en confronteren. Hoe is dit te verklaren? Een bijdrage uit de Studium Generale serie ‘Duister Verleden’ van de Universiteit Utrecht

“Laten we blij zijn met elkaar. Laten we zeggen: ‘Nederland kan het weer!’, die VOC-mentaliteit. Over grenzen heen kijken! Dynamiek! Toch?” Op deze befaamde naïeve uitspraak van Jan-Peter Balkenende in 2009 volgde een stortvloed aan reacties. Balkenende ging volledig voorbij aan donkere kanten van de ‘handelsgeest’, denk aan de plunderingen en slavenhandel. Was de oud-premier verblind door stiekeme trots en het romantische idee van het koloniaal verleden? Of was hij het echt ‘vergeten’?

Een vergeten verleden?

“De omgang met ons koloniaal verleden is als een weerlicht: iets flikkert in de verte. Het is er wel en het is er niet.” Dit is de metafoor die historicus prof. dr. Remco Raben (UU) graag aanhaalt. Collectief wordt er – bewust of onbewust – weggekeken van het koloniaal verleden. Tegelijkertijd duikt het keer op keer weer op uit onze collectieve dode hoek – het verrast en confronteert. Soms wordt de positieve kant belicht en soms alleen het negatieve, maar alle versies zijn relevant en kunnen naast elkaar bestaan. Raben: “Veel postkoloniale harten kunnen in een borst kloppen: trots en trauma, goed en fout, vergeten en herinneren.”

Foto: Shannon Clark (cc)

Eén Europa, één Holocaustherinnering?

ACHTERGROND - ‘Het Achterhuis,’ kamp Westerbork of Vught: na de oorlog zijn het plekken geworden waar we de Holocaust actief herinneren. Toch is dat niet in heel Europa zo. In Oost-Europa, waar het geweld na de Tweede Wereldoorlog doorging, is men het niet eens over de betekenis en bestemming van beladen locaties. Hoe ga je met deze plekken om? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ plaatst historicus prof. dr. Rob van der Laarse (UvA) de Holocaustherinnering in Europees perspectief.

Ondanks pogingen van Europa om een universeel geldend verhaal van de Holocaust te maken, is er nog steeds geen versie waarin iedereen zich herkent. Een lijn tekent zich af tussen Oost- en West-Europa.

Op 27 januari 1945 werd Auschwitz door het Russische Rode Leger bevrijd. 70 Jaar later was de Russische president Vladimir Poetin tijdens de Holocaust Memorial Day in Auschwitz de opvallende afwezige. De bevrijder werd niet uitgenodigd. Hoe kon dit zo gebeuren? In de lezing ‘Van Holocaust tot herinneringsoorlog’ legt historicus prof. dr. Rob van der Laarse uit hoe politiek en herinnering onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Nooit meer Auschwitz

De herinnering aan de Holocaust is één van de ideologische fundamenten van de Europese eenwording. In 2000 legden Europese hoogwaardigheidsbekleders de Stockholm-declaratie af. Dit vormde het begin van The International Task Force for International Cooperation in Holocaust Education, Remembrance and Research, kortweg ITF. Boodschap: nooit meer Auschwitz. De Holocaust heeft universele betekenis, omdat het de grondvesten van de beschaving aantastte.

Foto: Dako Huang (cc)

Hoe we de vervelende scepticus de deur uit bonjouren

ACHTERGROND - Hoe kunnen we weten dat de wereld buiten ons bestaat? En, is het eigenlijk wel zinnig om dat jezelf af te vragen?

De filosoof René Descartes stelde in 1644 dat je nergens zeker van kan zijn. Behalve dat je niks zeker weet. Alles wat zich buiten jou afspeelt kan dus een illusie zijn, gecreëerd door een kwade geest. De film The Matrix speelt met dit idee. Neo komt er daar achter dat hij leeft in een cocon, een schijnwereld. Een film. Fictie dus. Maar de vraag hoe we erachter komen of de werkelijkheid buiten ons bestaat, houdt vele filosofen al eeuwenlang bezig. Kunnen we bewijzen dat er een werkelijkheid buiten ons bestaat?

Twijfelen is doodgewoon. Je kan over van alles dubben: of het zal gaan regenen, over de studie die je kiest of waar je naartoe op vakantie gaat. Ook twijfel over specifieke uitspraken is normaal. Als ik beweer dat er vandaag om 12 uur duizend mensen in de Universiteitsbibliotheek rondlopen, kan jouw twijfel over mijn claim weerlegd of bevestigd worden door onderzoek. Simpel: we sluiten ramen en deuren en turven. Maar de scepticus gaat veel verder. Die twijfelt niet aan specifieke uitspraken, de echte scepticus twijfelt of er niet iets mis met alle uitspraken over de wereld buiten ons. Dat die wereld er überhaupt is. Voor de scepticus is de Matrix geen fictie, maar een optie die niet uit te sluiten is. Hij daagt je uit: ‘De wereld om ons heen echt? Bewijs het maar.’

Foto: frankieleon (cc)

De hoge prijs van armoede

ACHTERGROND - Zo’n 1,1 miljard mensen moeten rondkomen van een dollar of minder per dag. Gaan we die extreme armoede ooit de wereld uit helpen en wat is daar dan de beste manier voor?

“Wanneer er geen eten is, groeien de kinderen niet. Ze hebben geen energie om te spelen. Ze liggen daar maar omdat ze slechts zout en tortilla’s binnenkrijgen.” Victor Coj is vader van jonge kinderen, hij woont op het platteland van Guatemala. Samen met zijn gezin moet hij rondkomen van minder dan een dollar per dag. Als rijke westerling kun je je niet voorstellen hoe moeilijk dat is, maar door de documentaire Living on One Dollar krijg je een beetje een idee. Is er een manier om die de wereld uit te bannen?

De documentaire is gemaakt door de Amerikaanse studenten Chris Temple and Zach Ingrasci. Samen met twee vrienden reizen ze in hun zomervakantie naar het plattelandsdorpje Peña Blanca om daar 56 dagen te wonen en rond te komen van minder dan een dollar per dag. Door de armoede te ervaren en dorpelingen te interviewen over hun leven hopen ze beter begrip te krijgen van wat extreme armoede is en wat het met je doet.

Foto: Ammon Beckstrom (cc)

In het heetst van de strijd

ACHTERGROND - Hoe kunnen we geweld verklaren? En hoe gaan we het te lijf? Met het oog op een geweldloze toekomst kunnen we er maar beter over blijven praten.

Of het nu op tv is of in real life, vroeg of laat krijgen we allemaal met geweld te maken. Het is het moment dat de dialoog ophoudt en machtsverhoudingen definitief worden bepaald. Het lijkt bij het leven te horen. We ervaren het, plegen het of zoeken het op in boeken of films. Hoe valt onze intrinsieke neiging naar geweld te verklaren? En hoe kunnen we er het beste mee omgaan? In het Science Café gaat Sofie van den Enk met verschillende wetenschappers van de Universiteit Utrecht op zoek naar antwoorden.

Geweld: biologisch verklaard

Om het menselijk gedrag te verklaren loont het soms om te kijken naar onze meest nabije soortgenoten. Volgens bioloog prof. Liesbeth Sterck, die onderzoek deed naar geweld bij mensapen, is de aanleiding voor agressief gedrag vaak simpel: twee individuen willen tegelijkertijd hetzelfde, voedsel of een seksuele partner. En dus ontstaat er een conflict. Of de gemoederen hoog oplopen en het daadwerkelijk tot een gewelddadig conflict leidt, hangt af van de belangen. Want eigenlijk vechten apen liever niet. In een potje bluffen worden de krachtsverhoudingen gemeten en wie daar als winnaar uit de bus komt, krijgt wat hij of zij wil. Geweld en agressie hebben zo dus een sociale functie: conflicten tussen individuen bevestigen de hiërarchie in de groep. En misschien ligt daar wel de evolutionaire oorsprong van het geweld dat we als mens ook kennen.

Foto: Emily Webber (cc)

De designerbaby als moreel vraagstuk

ACHTERGROND - De CRISPR/Cas9-techniek maakt het mogelijk om stukjes DNA te knippen en plakken, waarmee designerbaby’s dichterbij komen. Een goede ethische discussie hierover kan zorgen voor juiste beleidskeuzes.

Toen in 1978 Louise Brown als eerste door middel van IVF ter wereld kwam barstte een wereldwijde discussie los over vergelijkbare morele vraagstukken. Was dit soort ingrijpen in de natuur wel verantwoord? Inmiddels kijken we niet meer op van IVF. In 2006 en 2013 bracht Brown zelf twee zoons ter wereld.

Het is goed denkbaar dat over een jaar of 25 haar zoons voor de keuze staan of zij hun potentiële toekomstige nageslacht willen laten screenen op mogelijke overerfelijke ziekten of beperkingen. Of hun kinderen zelfs van bepaalde genetische voordelen willen laten voorzien.

De wetenschap is hard op weg de mogelijkheden daarvoor binnen handbereik te brengen. Met behulp van CRISPR/Cas9 is het mogelijk om stukjes DNA te knippen en plakken, waarmee designerbaby’s niet langer tot het domein van de science fiction behoren. Hoe ga je om met innovaties die weerstand oproepen in de samenleving? Is dit een reden voor onderzoekers om hun werk in het geheim te doen?

Tijdens de vierde lezing in de reeks Machtige geheimen legde dr. Annelien Bredenoord, medisch ethicus verbonden aan het UMC Utrecht en Eerste Kamerlid, het publiek uit dat er verschillende morele posities mogelijk zijn ten aanzien van het zogenaamde genome editing. Het in kaart brengen van die posities is een belangrijke stap in het formuleren van eenduidig beleid en heldere wetgeving.

Vorige Volgende