Studium Generale Universiteit Utrecht

208 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: ibmphoto24 (cc)

Een glazen bol vol criminelen

DATA - In 2017 moet Nederland het eerste land worden waar ‘predictive policing‘ nationaal wordt toegepast. Door data en algoritmen wordt misdaad voorkomen. Onomstreden is het niet. Waar liggen de valkuilen?

“The ‘Minority Report’ is a modern fact, not fiction.” Het hoofd van de politie in New York William Bratton refereerde met deze uitspraak naar de sciencefiction film The Minority Report (2002). In de film is het aantal ernstige misdrijven teruggebracht tot nul. De Pre Crime-politie voorspelt moorden en stopt moordenaars voordat ze de daad uitvoeren. Deze voorspellingen worden gedaan door drie gemuteerde mensen die misdaden visualiseren voor ze gepleegd worden. De film waarschuwt voor een overheid die in de hoofden van de burgers kruipt en geen boodschap heeft aan recht op privacy. Maar het stelt ook de vraag: is ons gedrag te voorspellen?

Misdaad aanpakken voordat het heeft plaatsgevonden gebeurt niet alleen in films. Anno 2017 maken politiekorpsen overal ter wereld gebruik van algoritmes om preventief in te grijpen. Volgens Bratton is dit nieuwe instrument van de politie de toekomst. Ook in Nederland wordt predictive policing enthousiast ontvangen.

Voormalig afdelingshoofd Business Intelligence van de Nederlandse politie Rutger Rienks in De Groene Amsterdammer: “Als je als overheids- of politieorganisatie criminaliteit op deze manier kunt uitbannen, dan lijkt mij dat een droom waar je je hard voor moet maken.”  Een ‘buienradar voor boeven’ kan helpen misdaad in de kiem te smoren, maar waar liggen de valkuilen? Wat zijn de gevolgen van het voorspellen van menselijk gedrag aan de hand van data? En hoe objectief zijn data?

Foto: Bas Bogers (cc)

Graven in het culturele archief

400 jaar kolonialisme heeft sporen nagelaten in onze huidige samenleving. Toch blijven veel Nederlanders ontkennen. Hoe komen we verder? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ een bijdrage van cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker.

Een zwarte mannelijke universiteitshoogleraar verzorgt met zijn witte mannelijke assistent onderzoeker in opleiding een cursus. In het evaluatieverslag worden de rollen omgedraaid: veel studenten nemen aan dat de witte wetenschapper de universiteitshoogleraar is. Het is een van de voorbeelden die volgens cultureel antropoloog prof. dr. Gloria Wekker (UU) laat zien dat ras nog steeds een belangrijke basis van ongelijkheid is. De oorzaken daarvan moeten we zoeken in 400 jaar imperialisme en kolonialisme.

Cultureel archief

“Ras bestaat niet, maar racisme wel.” Het is de wrange erfenis van ons koloniaal verleden. Een raciale fictie, in het leven geroepen om een Westers imperialistisch systeem van ongelijkheid te legitimeren dat 400 jaar lang bestond. Maar wie tegenwoordig naar de Nederlandse samenleving kijkt, moet toegeven dat racisme nog steeds aan de orde van de dag is. Hoewel het kolonialisme formeel voorbij is, leeft de onderliggende logica dus nog steeds voort. Hoe kan dit? Volgens Gloria Wekker heeft Nederland in al die jaren een cultureel archief opgebouwd: een verzameling historisch bepaalde ideeën, houdingen en gevoelens tegenover mensen van kleur. Geen fysiek archief dus, maar een die tussen onze oren zit, en waar we nog steeds uit putten als we het over etnische minderheden hebben.

Foto: The Advocacy Project (cc)

Srebrenica: een spook met veel gedaantes

ACHTERGROND - Politicoloog dr. Erna Rijsdijk (Nederlandse Defensie Academie) legt in een lezing in de reeks ‘Duister verleden’ uit hoe Srebrenica een soort spook is geworden dat rondwaart in de Nederlandse maatschappij.

De val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 houdt de gemoederen bezig. Na twee NIOD-rapporten en diverse journalistieke reconstructies lijkt het spook nog steeds niet bezworen.

“De naam Srebrenica doet veel Nederlanders pijn. …  In juli 1995 gebeurde daar iets vreselijks.” Zo begint het hoofdstuk over de val van Srebrenica in de canon van de Nederlandse geschiedenis. Gevolgd door een nogal simpele weergave van wat nu bijna 22 jaar geleden gebeurde: meer dan 7000 moslims werden gedeporteerd en vermoord op gezag van de Bosnisch-Servische generaal Mladić, ondanks de aanwezigheid van Nederlandse VN-militairen.

Aandacht voor de massamoord in de Nederlandse schoolboeken is er nauwelijks. Toen ik op de middelbare school zat, kwam het een enkele keer ter sprake. En als we het er al over hadden, ontbrak het aan een Bosnisch perspectief en was er geen ruimte voor de context waarin deze verschrikkelijke gebeurtenis zich voltrok.

De contouren van het spook

De manier waarop de val van Srebrenica doorleeft in de Nederlandse samenleving is diffuus, ongrijpbaar, maar aanwezig: het is een spook. Volgens Rijsdijk is het misschien wel interessanter om te kijken naar hoe zo’n gebeurtenis blijft rondspoken in de samenleving dan naar wat er feitelijk gebeurd is. Want, zoals de Amerikaanse politicoloog Wendy Brown schreef: “We inherit not what really happened to the dead, but what lives on from that happening.” Wát precies doorleeft van zo’n gebeurtenis verschilt bovendien per betrokkene: de Nederlandse, de Dutchbatters, en de nabestaanden.

Foto: Bas Bogers (cc)

Waarom het koloniaal verleden wel èn niet aanwezig is

ACHTERGROND - Van de VOC tot de WIC: verhalen uit de koloniën duiken keer op keer op uit onze collectieve dode hoek om ons te verrassen en confronteren. Hoe is dit te verklaren? Een bijdrage uit de Studium Generale serie ‘Duister Verleden’ van de Universiteit Utrecht

“Laten we blij zijn met elkaar. Laten we zeggen: ‘Nederland kan het weer!’, die VOC-mentaliteit. Over grenzen heen kijken! Dynamiek! Toch?” Op deze befaamde naïeve uitspraak van Jan-Peter Balkenende in 2009 volgde een stortvloed aan reacties. Balkenende ging volledig voorbij aan donkere kanten van de ‘handelsgeest’, denk aan de plunderingen en slavenhandel. Was de oud-premier verblind door stiekeme trots en het romantische idee van het koloniaal verleden? Of was hij het echt ‘vergeten’?

Een vergeten verleden?

“De omgang met ons koloniaal verleden is als een weerlicht: iets flikkert in de verte. Het is er wel en het is er niet.” Dit is de metafoor die historicus prof. dr. Remco Raben (UU) graag aanhaalt. Collectief wordt er – bewust of onbewust – weggekeken van het koloniaal verleden. Tegelijkertijd duikt het keer op keer weer op uit onze collectieve dode hoek – het verrast en confronteert. Soms wordt de positieve kant belicht en soms alleen het negatieve, maar alle versies zijn relevant en kunnen naast elkaar bestaan. Raben: “Veel postkoloniale harten kunnen in een borst kloppen: trots en trauma, goed en fout, vergeten en herinneren.”

Foto: Shannon Clark (cc)

Eén Europa, één Holocaustherinnering?

ACHTERGROND - ‘Het Achterhuis,’ kamp Westerbork of Vught: na de oorlog zijn het plekken geworden waar we de Holocaust actief herinneren. Toch is dat niet in heel Europa zo. In Oost-Europa, waar het geweld na de Tweede Wereldoorlog doorging, is men het niet eens over de betekenis en bestemming van beladen locaties. Hoe ga je met deze plekken om? In de lezingenserie ‘Duister verleden’ plaatst historicus prof. dr. Rob van der Laarse (UvA) de Holocaustherinnering in Europees perspectief.

Ondanks pogingen van Europa om een universeel geldend verhaal van de Holocaust te maken, is er nog steeds geen versie waarin iedereen zich herkent. Een lijn tekent zich af tussen Oost- en West-Europa.

Op 27 januari 1945 werd Auschwitz door het Russische Rode Leger bevrijd. 70 Jaar later was de Russische president Vladimir Poetin tijdens de Holocaust Memorial Day in Auschwitz de opvallende afwezige. De bevrijder werd niet uitgenodigd. Hoe kon dit zo gebeuren? In de lezing ‘Van Holocaust tot herinneringsoorlog’ legt historicus prof. dr. Rob van der Laarse uit hoe politiek en herinnering onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Nooit meer Auschwitz

De herinnering aan de Holocaust is één van de ideologische fundamenten van de Europese eenwording. In 2000 legden Europese hoogwaardigheidsbekleders de Stockholm-declaratie af. Dit vormde het begin van The International Task Force for International Cooperation in Holocaust Education, Remembrance and Research, kortweg ITF. Boodschap: nooit meer Auschwitz. De Holocaust heeft universele betekenis, omdat het de grondvesten van de beschaving aantastte.

Foto: Dako Huang (cc)

Hoe we de vervelende scepticus de deur uit bonjouren

ACHTERGROND - Hoe kunnen we weten dat de wereld buiten ons bestaat? En, is het eigenlijk wel zinnig om dat jezelf af te vragen?

De filosoof René Descartes stelde in 1644 dat je nergens zeker van kan zijn. Behalve dat je niks zeker weet. Alles wat zich buiten jou afspeelt kan dus een illusie zijn, gecreëerd door een kwade geest. De film The Matrix speelt met dit idee. Neo komt er daar achter dat hij leeft in een cocon, een schijnwereld. Een film. Fictie dus. Maar de vraag hoe we erachter komen of de werkelijkheid buiten ons bestaat, houdt vele filosofen al eeuwenlang bezig. Kunnen we bewijzen dat er een werkelijkheid buiten ons bestaat?

Twijfelen is doodgewoon. Je kan over van alles dubben: of het zal gaan regenen, over de studie die je kiest of waar je naartoe op vakantie gaat. Ook twijfel over specifieke uitspraken is normaal. Als ik beweer dat er vandaag om 12 uur duizend mensen in de Universiteitsbibliotheek rondlopen, kan jouw twijfel over mijn claim weerlegd of bevestigd worden door onderzoek. Simpel: we sluiten ramen en deuren en turven. Maar de scepticus gaat veel verder. Die twijfelt niet aan specifieke uitspraken, de echte scepticus twijfelt of er niet iets mis met alle uitspraken over de wereld buiten ons. Dat die wereld er überhaupt is. Voor de scepticus is de Matrix geen fictie, maar een optie die niet uit te sluiten is. Hij daagt je uit: ‘De wereld om ons heen echt? Bewijs het maar.’

Foto: frankieleon (cc)

De hoge prijs van armoede

ACHTERGROND - Zo’n 1,1 miljard mensen moeten rondkomen van een dollar of minder per dag. Gaan we die extreme armoede ooit de wereld uit helpen en wat is daar dan de beste manier voor?

“Wanneer er geen eten is, groeien de kinderen niet. Ze hebben geen energie om te spelen. Ze liggen daar maar omdat ze slechts zout en tortilla’s binnenkrijgen.” Victor Coj is vader van jonge kinderen, hij woont op het platteland van Guatemala. Samen met zijn gezin moet hij rondkomen van minder dan een dollar per dag. Als rijke westerling kun je je niet voorstellen hoe moeilijk dat is, maar door de documentaire Living on One Dollar krijg je een beetje een idee. Is er een manier om die de wereld uit te bannen?

De documentaire is gemaakt door de Amerikaanse studenten Chris Temple and Zach Ingrasci. Samen met twee vrienden reizen ze in hun zomervakantie naar het plattelandsdorpje Peña Blanca om daar 56 dagen te wonen en rond te komen van minder dan een dollar per dag. Door de armoede te ervaren en dorpelingen te interviewen over hun leven hopen ze beter begrip te krijgen van wat extreme armoede is en wat het met je doet.

Foto: Ammon Beckstrom (cc)

In het heetst van de strijd

ACHTERGROND - Hoe kunnen we geweld verklaren? En hoe gaan we het te lijf? Met het oog op een geweldloze toekomst kunnen we er maar beter over blijven praten.

Of het nu op tv is of in real life, vroeg of laat krijgen we allemaal met geweld te maken. Het is het moment dat de dialoog ophoudt en machtsverhoudingen definitief worden bepaald. Het lijkt bij het leven te horen. We ervaren het, plegen het of zoeken het op in boeken of films. Hoe valt onze intrinsieke neiging naar geweld te verklaren? En hoe kunnen we er het beste mee omgaan? In het Science Café gaat Sofie van den Enk met verschillende wetenschappers van de Universiteit Utrecht op zoek naar antwoorden.

Geweld: biologisch verklaard

Om het menselijk gedrag te verklaren loont het soms om te kijken naar onze meest nabije soortgenoten. Volgens bioloog prof. Liesbeth Sterck, die onderzoek deed naar geweld bij mensapen, is de aanleiding voor agressief gedrag vaak simpel: twee individuen willen tegelijkertijd hetzelfde, voedsel of een seksuele partner. En dus ontstaat er een conflict. Of de gemoederen hoog oplopen en het daadwerkelijk tot een gewelddadig conflict leidt, hangt af van de belangen. Want eigenlijk vechten apen liever niet. In een potje bluffen worden de krachtsverhoudingen gemeten en wie daar als winnaar uit de bus komt, krijgt wat hij of zij wil. Geweld en agressie hebben zo dus een sociale functie: conflicten tussen individuen bevestigen de hiërarchie in de groep. En misschien ligt daar wel de evolutionaire oorsprong van het geweld dat we als mens ook kennen.

Foto: Emily Webber (cc)

De designerbaby als moreel vraagstuk

ACHTERGROND - De CRISPR/Cas9-techniek maakt het mogelijk om stukjes DNA te knippen en plakken, waarmee designerbaby’s dichterbij komen. Een goede ethische discussie hierover kan zorgen voor juiste beleidskeuzes.

Toen in 1978 Louise Brown als eerste door middel van IVF ter wereld kwam barstte een wereldwijde discussie los over vergelijkbare morele vraagstukken. Was dit soort ingrijpen in de natuur wel verantwoord? Inmiddels kijken we niet meer op van IVF. In 2006 en 2013 bracht Brown zelf twee zoons ter wereld.

Het is goed denkbaar dat over een jaar of 25 haar zoons voor de keuze staan of zij hun potentiële toekomstige nageslacht willen laten screenen op mogelijke overerfelijke ziekten of beperkingen. Of hun kinderen zelfs van bepaalde genetische voordelen willen laten voorzien.

De wetenschap is hard op weg de mogelijkheden daarvoor binnen handbereik te brengen. Met behulp van CRISPR/Cas9 is het mogelijk om stukjes DNA te knippen en plakken, waarmee designerbaby’s niet langer tot het domein van de science fiction behoren. Hoe ga je om met innovaties die weerstand oproepen in de samenleving? Is dit een reden voor onderzoekers om hun werk in het geheim te doen?

Tijdens de vierde lezing in de reeks Machtige geheimen legde dr. Annelien Bredenoord, medisch ethicus verbonden aan het UMC Utrecht en Eerste Kamerlid, het publiek uit dat er verschillende morele posities mogelijk zijn ten aanzien van het zogenaamde genome editing. Het in kaart brengen van die posities is een belangrijke stap in het formuleren van eenduidig beleid en heldere wetgeving.

Foto: AJC ajcann.wordpress.com (cc)

Dat kan geen toeval zijn!

‘Wist u dat de ceremonie van de Grammy Awards eigenlijk een mediaritueel is ter ere van een historisch geheim genootschap, de Illuminati? En dat de aanslagen in Parijs eigenlijk een geheime operatie van de Franse regering waren? U gelooft het niet? Dan bent u wel heel naïef, er zijn keiharde aanwijzingen voor.’

Zo praten complotdenkers. Gaat het om mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis of om types die hardnekkig bevestiging zoeken voor hun ‘theorieën’ in plaats van die te falsifiëren? Volgens cultuursocioloog prof. dr. Stef Aupers is het eerder een algemeen maatschappelijk verschijnsel dat samenhangt met het afnemende vertrouwen in de instituties (bedrijfsleven, politiek, wetenschap, media) van onze samenleving. Een kleine, machtige elite is bezig het gewone volk om de tuin te leiden, terwijl ze achter de schermen de geschiedenis naar hun hand zetten en op doortrapte wijze hun eigen belangen nastreven.

Tegenwoordig weet je echt niet meer wie of wat je kunt vertrouwen

Complottheorieën zijn er al eeuwen, maar ze zijn de afgelopen halve eeuw van karakter veranderd, aldus Aupers. Waren het vroeger vijandige machten van buiten (zoals joden of moslims) die geheime acties uitvoerden, in de huidige tijd spannen onze eigen autoriteiten tegen ons samen. Het wantrouwen is wijd verbreid: volgens het SCP is zestig procent van de Nederlanders het eens met de stelling ‘Tegenwoordig weet je echt niet meer wie of wat je kunt vertrouwen’. Die onzekerheid vormt een rijke voedingsbodem voor complottheorieën.

Foto: Maurice (cc)

Verder dan morgen

COLUMN - Auteur: Rick Berends.

Als we grote problemen willen oplossen zullen we verder dan vier jaar vooruit moeten kijken, aldus filosoof Marcus Düwell. Visie is helemaal geen ‘olifant, die het zicht beneemt’.

In de politiek is weinig plaats voor de lange termijn. Het ontbreekt aan debatten over toekomstbeelden die verder dan vier jaar reiken en onze eigen minister-president typeerde visie als ‘de olifant die het uitzicht beneemt’. Dat is pijnlijk.

We kijken niet ver genoeg vooruit. Dat verklaart waarom we verbaasd opkijken als vluchtelingen aan de poorten van Europa staan, aanslagen worden gepleegd in de stad van de liefde en het 16 graden in december is. Dat zijn de voorspelbare gevolgen van kortzichtig beleid. Het is tijd voor meer langetermijnvisie. Juist nu, volgens prof. Marcus Düwell (Ethiek Instituut, UU). We zijn het aan toekomstige generaties verplicht.

Duurzaam liberaal

Om die stelling kracht bij te zetten, schetst Düwell in het Filosofisch Café eerst een beeld van de heersende, publieke moraal. Vrijheid staat daarin centraal. Je mag doen en laten wat je wilt, zolang je respect hebt voor de rechten en waardigheid van een ander. Jouw vrijheid houdt op waar die van een ander begint. Veel aanhangers van deze liberale moraal vinden bovendien dat je mensen moet stimuleren om hun leven zelf vorm te geven. Geef mensen de mogelijkheid zich te ontplooien. Onderwijs bijvoorbeeld, is daarom een goed idee.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-09-2022

Ben jij nou zo dom…

VERSLAG - Door Nienke de Haan

De film Idiocracy schetst een samenleving die steeds dommer wordt. Terwijl hoogopgeleiden wikken en wegen over het juiste moment om een kind te nemen en dit uitstellen of afstellen, groeit het aantal kinderen van laagopgeleiden snel in de film. Kan dit scenario realiteit worden? Tijdens de Nacht van Descartes ‘Dom, dommer, domst?’ probeerden vier wetenschappers grip te krijgen op intelligentie. Ze schetsten een geruststellend beeld: we worden eerder slimmer dan dommer.

Intelligentie trainen

Dr. Jelte Wicherts (Sociale- en gedragswetenschappen, TiU) doet onderzoek naar het Flynn-effect, het effect dat het IQ van de mens elk decennium met 3 tot 5 punten toeneemt. We lijken dus niet dommer, maar eerder slimmer te worden. Hoe kan dat? Volgens Wicherts is het Flynn-effect deels een meetprobleem. “We zijn blijkbaar beter geworden in het maken van bepaalde onderdelen van de IQ test.” Als je kijkt naar hoe onze omgeving veranderd is, is dat eigenlijk logisch. We zijn gezonder, hebben beter onderwijs met kleinere klassen, groeien op in kleine gezinnen waarin we veel aandacht krijgen en leven in een complexere omgeving die veel van ons vraagt.

Onze omgeving is dus van grote invloed op onze intelligentie. Betekent dat dat je intelligentie kunt aanleren? Prof. dr. Susan te Pas (Cognitieve psychologie, UU) is positief: “Ons brein is vrij plastisch.” We zijn daardoor in staat een enorme hoeveelheid informatie te verwerken en op te slaan. Denk aan Londense taxichauffeurs die meer dan 25.000 (!) straten uit hun hoofd kennen. Maar ben je slim als je veel feiten kent? Intelligentie is volgens Te Pas grofweg te verdelen in twee soorten: fluïde intelligentie, het inzicht om abstracte problemen op te lossen, en gekristalliseerde intelligentie, kennis die je hebt opgedaan door ervaringen. Hoewel die laatste vorm van intelligentie in hoge mate trainbaar blijkt, zijn er geen eenduidige onderzoeksresultaten over het trainen van inzicht. Hoewel we weten dat zowel genen als omgeving een effect hebben op ons IQ weten we niet precies hoe die zich verhouden.

Vorige Volgende