Jan Paul van Soest

75 Artikelen
20 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Signalen en ruis in het klimaatjaar 2011

Als er iets in klimaatjaar 2011 zichtbaar is geworden, is het wel de groeiende kloof tussen de wetenschap enerzijds en opinievorming in publiek en politiek anderzijds. In die gremia gonzen verschillende ‘sceptische’ argumenten rond die in de wetenschap al lang zijn weerlegd, maar die afgelopen jaar de doodklap hebben gekregen.

Een goede traditie in een jaaroverzicht is eerst gedenken. Dat doen we: In 2011 ontvielen ons definitief de argumenten i) dat de opwarming geen feit is, ii) dat de gemeten opwarming te wijten is aan het urban heat island effect, iii) dat de laatste jaren de opwarming is gestopt, en dat ook iv) de zeespiegelstijging geëindigd is, v) dat de opwarming te verklaren is door natuurlijke variaties, vi) dat het arctisch zee-ijs zich weer herstelt, vii) dat de invloed van de mens op de opwarming minimaal is, en viii) dat de opwarming komt door de zon. Wij gedenken deze argumenten op gepaste wijze, en hopen dat degenen die deze argumenten koesterden de moed en de kracht zullen vinden dit verlies te dragen. Nu waren die argumenten eind 2010 al terminaal, maar naar aanleiding van een serie gebeurtenissen en studies in 2011 kunnen ze nu echt ten grave worden gedragen. Al zullen ze ongetwijfeld nog jaren in de blogosfeer blijven spoken.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

Aynovirus Libertarium Extremum

Het was een onthutsend rapport, dat Stichting Natuur en Milieu in oktober presenteerde, hoewel het voor de insiders geen verrassing kon zijn. In ‘Ranking the Stars’, zoals het rapport heette, werd pijnlijk zichtbaar hoe ver Nederland op het gebied van milieu en energie in de achterhoede verzeild is geraakt.

Op alle ranglijsten valt wel wat af te dingen, maar de veelheid van lijsten die allemaal dezelfde richting op wijzen is toch wel tamelijk overtuigend. Het is onmiskenbaar: Nederland is van gidsland definitief afgegleden naar het niveau van – ecologisch gezien – een bananenrepubliek. Of zoals Piet Sprengers van ASN Bank het perfect formuleerde bij de lancering van de Trouw Duurzame 100: “Nederland is een gidsland van de tegenwerkers geworden”.

Het is verleidelijk verwijtend in de richting van het zittende kabinet te kijken, maar dat is maar gedeeltelijk terecht: de slechte scores op de verschillende ranglijsten kunnen onmogelijk in één enkel jaar zijn ontstaan. Al doet het huidige kabinet ontegenzeggelijk zijn best Nederland zo mogelijk nóg verder naar de onderkant van de lijsten te duwen, de scores uit het rapport Ranking the Stars van Natuur en Milieu zijn het resultaat van zo’n 10 à 15 jaar zwak tot falend milieu- en energiebeleid. Hier is het rapport te downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Stuiptrekkingen van een onhoudbare visie

Om de huidige discussies en machtsstrijd over verduurzaming beter te begrijpen, is het behulpzaam twee ‘kampen’ of visies te onderscheiden.

Kamp A heeft de conclusie getrokken en aanvaard dat onze economie de ecologische grenzen heeft bereikt of zelfs heeft overschreden. In deze visie wordt de economische ontwikkeling nu in belangrijke mate belemmerd doordat de ‘milieugebruiksruimte’ op is.

Er ontstaat schaarste: makkelijk en goedkoop winbare natuurlijke hulpbronnen raken op, de veerkracht van ecosystemen is sterk afgenomen. Nieuwe economische kansen dienen zich in deze visie alleen maar aan indien niet langer naar klassiek financieel-economische winst wordt gestreefd, maar geïnvesteerd wordt in de bescherming en opwaardering van ecosystemen, behoud van het holoceenklimaat, en in hernieuwbare hulpbronnen.

Een toenemend aantal bedrijven omarmt deze visie, op grond van eigen inzichten en kennis, of uit verlicht eigenbelang: wie dat niet doet, loopt grote kans kopje onder te gaan. Is het niet doordat de noodzakelijke hulpbronnen en grondstoffen schaars en duur worden, waardoor de continuïteit van de onderneming gevaar loopt, dan is het wel doordat de samenleving eenvoudigweg geen license to operate meer gunt aan bedrijven die onvoldoende in planet en people investeren.

Kamp B vindt het idee van ecologische grenzen, beperkte veerkracht en schaarse hulpbronnen allemaal maar onzin. Hooguit wordt er een politieke lippendienst aan bewezen, maar in wezen is het beeld dat alle gemekker over natuur en milieu en klimaat en biodiversiteit een barrière is voor de Economische Groei Zoals We Die Altijd Gehad Hebben

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wind in een glas water

Gezegend is het land dat het zich kan veroorloven kostbare tijd van een Ombudsman, ambtenaren en experts in te zetten voor terechte maar onbelangrijke kwesties. In augustus deed de Nationale Ombudsman uitspraak over een klacht dat de website van AgentschapNL over windenergie, www.windenergie.nl, onvolledige informatie zou geven, waardoor een te rooskleurig beeld over wind zou ontstaan. De Ombudsman stelde de klager in het gelijk, waardoor in de zomer zowaar een klein stormpje in een glas water ontstond. Hier staat het stuk van de Ombudsman.

De twee belangrijkste geschilpunten zijn deze.
Ten eerste: moeten conventionele centrales meer bijregelen als er meer wind op het net komt? Daardoor worden conventionele centrales namelijk minder efficiënt, en boekt wind minder CO2-winst dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Het antwoord is: ja, dat is het geval, maar aanvankelijk stond er ‘nee’ op de gewraakte website. Dat is nu gecorrigeerd: door efficiencyverliezen bij extra op- en afregelen bespaart wind 7-9% minder CO2 dan zonder die efficiencyverliezen. De conclusie blijft ongewijzigd: “Inpassen van windenergie leidt dus tot een significant lagere uitstoot van CO2. Daarmee is windenergie een van de schoonste vormen van energieopwekking.”
Is dat van belang? Technisch-economisch wel, het is goed om te weten dat wind iets minder CO2 bespaart dan op het eerste gezicht lijkt Beleidsmatig is dat niet echt relevant. Klager, Ombudsman en AgentschapNL vermelden namelijk niet dat elektriciteitsopwekking onder het emissiehandel-CO2-plafond valt. Alleen dat plafond en niets anders bepaalt hoeveel CO2 stroomopwekking geeft. Daarnaast is er een elektriciteitsmarkt, waar private bedrijven beslissen welke opties, waaronder wind, ze inzetten om geld te verdienen op de stroommarkt. Daarbij houden ze rekening met fluctuerende CO2-prijzen, en met het feit dat sommige opties voor opwekking zoals zon en wind de natuur volgen en niet op afroep beschikbaar zijn. Dat laatste zijn ze gewend: een wisselende vraag naar elektriciteit door afnemers komt voor de energiebedrijven op het zelfde neer als een wisselend aanbod uit duurzame bronnen. Zo optimaliseren de bedrijven hun portfolio op basis van onder meer de (verwachte) elektriciteitsvraag, vraagpatronen, kosten van opties afzonderlijk én in combinatie met elkaar, aanbodpatronen van zon en wind, CO2-prijzen, etcetera. Met die vragen hoeft de overheid zich verder niet bezig te houden. Zelfs de vraag ‘bespaart wind CO2?’ is voor de overheid niet meer interessant: dat zoeken de elektriciteitsbedrijven op de markten voor stroom en CO2 maar lekker zelf uit.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Over klimaatscepsis en hindermacht

Het essay Klompen in de Machinerie gaat op zoek naar de vraag hoe gevestigde belangen veranderingen naar een meer duurzame energiehuishouding belemmeren. Het essay, geschreven op verzoek van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, werd 30 augustus gepubliceerd, en is hier te downloaden. Hieronder het voorwoord.

Het beeld is misschien verrassend, wellicht zelfs schokkend. Lobby 1.0 op herkenbare wijze specifieke belangen behartigen is sluipenderwijs vervangen door lobby 2.0: private belangen beïnvloeden in toenemende mate het publieke denken. Opvattingen over klimaat en energietransitie die bestaande belangen goed uitkomen worden gemeengoed, waarheidsvinding delft het onderspit. Of zoals hoogleraar Jan Rotmans, transitiemanagement Erasmusuniversiteit, het kernachtig in een tweet uitdrukte: ,,Op het slagveld van een transitie sneuvelt de waarheid als eerste. Macht prevaleert boven waarheid.”

Niet alleen private belangen zijn de drijvende krachten hierachter, de utopische varianten van het vrijemarktdenken, zoals beschreven door Hans Achterhuis in zijn prijswinnende boek De Utopie van de Vrije Markt, zijn dat eveneens, misschien zelfs nog wel meer dan belangen sec. De combinatie van een neoliberale utopie en private belangen zetten zo de toon in het politieke en publieke discours, waaruit dan ook nog amper maatregelen voortkomen die een transitie naar een duurzame energiehuishouding bevorderen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Emissiehandel liever inruilen voor CO2-heffing

Begin jaren ’90 verscheen een flink aantal studies die het ‘optimale’ instrumentarium voor milieubeleid probeerden te bepalen. Uit al die rapporten werd wel duidelijk dat marktconforme instrumenten de toekomst zouden moeten hebben. Onduidelijk bleef welk van de twee typen instrumenten de voorkeur zou verdienen: verhandelbare emissierechten, of emissieheffingen. In beginsel zijn beide immers ongeveer even effectief, maar ze sluiten elkaar uit. Bij emissierechten wordt vooraf een quotum, oftewel een volume, vastgelegd: de economie mag niet meer dan x ton per jaar lozen. Voor dat volume worden rechten toegekend, en onder invloed van de vraag resulteert een prijs. Bij heffingen is het precies omgekeerd: vooraf wordt een prijs vastgelegd, en door die prijs verandert de uitstoot oftewel het volume.

In discussies met economen destijds had ik een meer intuïtieve dan volledig beargumenteerde voorkeur voor heffingen boven emissiehandel, voor de economen gold het omgekeerde. De economenredenen waren vooral: emissiehandel geeft echtere, betere marktwerking dan heffingen. Er zou immers kunnen worden gehandeld, wat bij heffingen onmogelijk is, en rechten zouden kunnen worden opgespaard tot gebruik in andere tijden, waardoor de CO2-reductie ook optimaal in de tijd zou plaatsvinden. Bovendien zou bij emissiehandel de invloed van de politiek geringer zijn: de overheid creëert eenmalig een markt door een plafond vast te stellen, en hoeft zich er daarna in wezen amper meer mee te bemoeien. Met zo’n systeem, zo luidde een ander argument, zouden de Amerikanen met hun afkeer van belastingen over de streep kunnen worden getrokken.
Op deze gronden werd in 2005 het Europese emissiehandelssysteem van kracht voor de grote industriële sectoren zoals elektriciteitsproductie, staal en chemie; de huishoudens en diverse MKB-sectoren kwamen niet onder het handelssysteem.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Laat Lomborg ook eens naar de olie- en kolenlobby kijken

Als de milieubeweging en bedrijven die verdienen aan hernieuwbare energie, samen de duurzame passie preken, moet iedereen op zijn kippen passen. Dat vindt het Deense orakel Bjørn Lomborg. Maar zoals het een goed orakel betaamt laat zijn betoog de lezer in verwarring: welke van zijn vele beweringen zijn juist en waardevol, wat zijn halve waarheden of missers?

Het klopt dat het persbericht waarmee het IPCC zijn speciale rapport over duurzame energie lanceerde, de lading niet dekt, zoals Lomborg stelde. Het persbericht belichtte vooral het meest optimistische van de 164 duurzame-energiescenario’s die het IPCC bestudeerde. Bovendien was het rapport nog niet beschikbaar toen het persbericht uitkwam. Spindoctoring! Een Greenpeaceactivist die aan het rapport meeschreef! Zo kauwt Lomborg eerdere op blogs geuite beschuldigingen na.

Timing noch inhoud van het persbericht blijkt beïnvloed door Greenpeace. Het is een standaard en door de IPCC-leden (landen) ondersteunde praktijk dat een persbericht uitgaat zodra de samenvatting voor beleidsmakers is goedgekeurd. Het persbericht is na een doorwaakte nacht gemaakt door de voorlichter van UNEP die op dat moment beschikbaar was. Deze verkoos een journalistieke boven een evenwichtige aanpak: liever een spraakmakend punt voorop dan al die saaie nuances. Procedureel correct, maar de leiding van het IPCC had dit onevenwichtige persbericht niet moeten laten passeren, al was het maar om critici niet zelf de rotte eieren aan te reiken om het IPCC mee te bekogelen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Eerste hulp bij klimaatverwarring

Een wat langere bijdrage vandaag, speciaal voor de mensen die nog op vakantie gaan en leesvoer zoeken voor aan het strand of op de camping.

Lord Monckton ziet ze vliegenSinds november 2009, de dag dat een groot aantal ontvreemde e-mails van de Universiteit van East-Anglia onder de noemer ‘climategate’ op het internet werd geplaatst, is het klimaatdebat er bepaald niet eenvoudiger op geworden. Daarvoor was het leven simpel: het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) vatte eens in de zoveel jaar de wetenschap samen in een lijvig rapport, waarop de wereldpolitiek ja en amen zei, en vervolgens via moeizame internationale processen tot globale afspraken probeerde te komen, waar overigens weinig van terechtkwam. Intussen laat het International Energy Agency IEA weten dat de uitstoot van CO2 vorig jaar hoger was dan ooit tevoren, en dat het niet meer gaat lukken de temperatuurstijging nog binnen de 2 graden Celsius te houden.

Sinds een jaar of wat is het, in het publieke debat en in de media, een beetje een zooitje. Berichten over een ongekend snelle stijging van de CO2-uitstoot en over de onmogelijkheid de temperatuurstijging nog beneden de 2 graden Celsius te houden (IEA), worden afgewisseld met artikelen waarin wordt gesteld dat sprake is van afkoeling in plaats van opwarming. En met beschuldigingen dat klimaatwetenschappers partijdig en niet onafhankelijk zouden zijn, zoals Tweede-Kamerlid René Leegte onlangs nog over het KNMI beweerde. Daarvoor verontschuldigde hij zich later wel.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De transitiefanfare

Als Energietransitie het antwoord is, wat was dan de vraag? Die vraag wordt te weinig gesteld, en misschien nog wel minder beantwoord. We waren het immers toch roerend met elkaar eens dat de energiehuishouding moet veranderen? Omdat olie en gas opraken en zo, en omdat er een piek zit in de olieproductie, en trouwens ook omdat allerlei naargeestige landen onbetrouwbare handelspartners zijn, o ja, en ook omdat het klimaat verandert door uitstoot van CO2. En trouwens, energietransitie kan onze economie er weer bovenop helpen, en biedt kansen voor ons bedrijfsleven. En kolencentrales kunnen toch écht niet meer. En het is zo goed om zelfvoorzienend te zijn, en lollig op zelf zonnepanelen op het dak te hebben. En om de macht van de grote energiemaatschappijen te breken.

Dus …

foto: Bert Haanstra’s Fanfare: uit een ogenschijnlijke kakofonie kan iets harmonieus tevoorschijn komen, maar dat vergt wel een goede regie.

Ja, dus?

Er zijn veel motieven voor energietransitie in omloop. Onder de vlag van ‘een mandje met eindbeelden’ (een metafoor uit de begindagen van de energietransitie) zouden die verschillende motieven eindweegs samen kunnen optrekken. Maar als er écht moet worden doorgepakt, is dat idee niet langer houdbaar. Dan leiden verschillende motieven tot uiteenlopende pakketten maatregelen, met eveneens uiteenlopende mogelijke energiehuishoudingen als gevolg. Niet zo gek, de aloude wet van prof. Jan Tinbergen luidde al zo: iedere afzonderlijke doelstelling heeft een afzonderlijk instrument nodig. Waarom zou dat voor de veelheid van doelstellingen in de energie- en klimaatdiscussie anders zijn?
Het is de hoogste tijd dat eenieder die zich voorstander van een energietransitie vindt man en paard gaat noemen. Waar is het eigenlijk om begonnen?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zelfs Greenpeace en GroenLinks nemen klimaatprobleem onvoldoende serieus

Wie het idee heeft dat klimaatverandering een veel ernstiger probleem is dan wat de analyse van het IPCC liet zien, kan kritiek van verschillende kanten tegemoet zien. Het sceptische smaldeel vindt die ideeën maar alarmistische bangmakerij. Het klimaatgevoelige segment in de samenleving vindt dat zwaar getoonzette woorden over klimaatverandering de Salonfähigkeit van klimaatbeleid nog verder ondergraven, en verzet zich daarnaast tegen opties als CO2-afvang en –opslag (CCS) die in een vergaand klimaatbeleid niet gemist kunnen worden. Conclusie: zelfs groeperingen en partijen als Greenpeace en GroenLinks nemen het klimaatprobleem onvoldoende serieus.

Om de temperatuurstijging tot 2 graden C te beperken zijn in de westerse wereld’negatieve emissies’ nodig:: netto CO2-verwijdering uit de atmosfeer, bijvoorbeelddoor een combinatie van biomassa en CCS.

De bewijsvoering voor deze bewering is aldus.
Er zijn verschillende energiescenario’s gemaakt in opdracht van natuur- en milieuorganisaties als Greenpeace en Wereld Natuur Fonds. Met het oog op een maximaal acceptabele temperatuurstijging van 2 graden Celsius eind deze eeuw mikken die scenario’s op een volledig op duurzame bronnen gebaseerde energiehuishouding, in elk geval in Europa. Die rolt dan uit de modellen dankzij een enorme smak energiebesparing, zonder kernenergie, en in de meeste scenario’s ook zonder CO2-afvang en –opslag (CCS). Fossiele energiecentrales, vooral kolencentrales, worden in die scenario’s vervroegd uit de vaart genomen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het doolhof van de duurzame keuzes

Regelmatig raak ik verzeild in discussies over persoonlijke keuzes en klimaat en milieu. Dan moet ik me als eenzame structuralist teweer stellen tegen een overmacht aan individuele-verantwoordelijkheidsdenkers. Die stroming gaat ervan uit dat een goed geïnformeerd individu (waaronder de meeste van mijn zakelijke contacten, vakgenoten, vrienden en kennissen) de juiste keuzes maakt. Zo kan het in dergelijke discussies gebeuren dat ik stevig word aangesproken op mijn keuzes: Nou nou, jij hebt wel een snelle auto, zeg, mag dat wel in dat vak van jou? Moet jij niet in een Prius rijden? Goh, jij hebt nog aardig wat gloeilampen en halogeenspotjes in je huis. Ik had verwacht dat jij wel zonnepanelen op je dak zou hebben. En zo voorts.

Dan probeer ik maar weer eens uit te leggen hoe ik het zie, als milieukundige én als verantwoordelijk burger, waarvan de zielen in één borst samengesmolten zijn.
“Die snelle auto rijdt wel 1:17” – o, nou, dat is verrassend.
“Als ik autorijd is dat doorgaans voor langere afstanden naar onbereikbare oorden, terwijl een hybride auto vooral zijn winst in stadsritjes behaalt, die heb ik amper met als ik autorijd” – eh, tja, je hebt er kennelijk wel over nagedacht.
“Het merk is trouwens maar een van de twee autofabrikanten waarin een bekend duurzaam beleggingsfonds investeert” – echt, en zit mijn merk daar dan niet in? Dat verbaast me wel zeg.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vijf lessen over kernenergie

Het is op zich te prijzen dat polarisatie over kernenergie in ons land naar aanleiding van Fukushima uitblijft. First things First: eerst aandacht voor de ellende daar, dan lessen leren, dan bezien hoe we met bestaande respectievelijk nieuwe kerncentrales zouden willen omgaan. Door Fukushima is het risico van Borssele bijvoorbeeld niet ineens groter of kleiner geworden. Een kans betekent dat iets kan gebeuren, en als er ergens iets gebeurt verandert door die gebeurtenis op zichzelf de kans niet dat er elders, bijvoorbeeld hier, iets gebeurt. Maar, niet onbelangrijk, onze percepties van de risico’s van kernenergie kunnen veranderen – en dat gebeurt ook – en misschien nog belangrijker: een nadere analyse van wat er gebeurd is kan ook tot een andere technische risicoberekening van kansen zowel als gevolgen leiden.

Precies dat laatste is wat de voormalige commissie Verlenging bedrijfstijd Borssele waarvan ik deel uitmaakte per brief bij minister Verhagen van EL&I bepleitte.

Maar inzake kernenergie zijn inmiddels meer lessen te leren dan Les 1 alleen, over reactorveiligheid. Ik licht een paar inzichten uit die de afgelopen tijd, mede naar aanleiding van Fukushima lijkt het, naar voren zijn gebracht.

Vorige Volgende