Sjors van Beek

69 Artikelen
1 Waanlinks
780 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Judy van der Velden (cc)

Polder-NSA

NIEUWS - Interessant sms’je kwam er ineens binnen van de politie, gisteren om 16.48 uur: ‘De politie vraagt: op 3 maart werd een lunchroom door een explosie verwoest. Was u die dag in Zwolle? Kijk vanavond naar Opsporing Verzocht. Tips bel: 0900-8844’.

Zwolle? Daar kom ik vrijwel nooit, laten we zeggen: één keer in de vijf jaar. Maar op 3 maart was ik er toevallig wel, voor het maken van deze reportage.

En ’s ochtends rond 8.30 uur liep ik langs de met politielinten afgezette shoarmatent in de Zwolse binnenstad die kort daarvoor was opgeblazen.

Dus het zal geen 100% toeval zijn, dat de politie uitgerekend mij dit sms’je stuurt. Nou weten we allang dat de politie van een bepaald telefoonnummer achteraf kan traceren bij welke zendmast het zich bevond. Maar in dit geval is er toch wat anders aan de hand.

De politie heeft geen enkele reden om mijn telefoonnummer na te gaan in relatie tot die aanslag in Zwolle. (Echt niet!) Dus langs die weg zullen ze me niet getraceerd hebben.

Dat laat maar één mogelijkheid open: de politie kan dus achteraf reconstrueren welke telefoonnummers in het bereik van een bepaalde zendmast zijn geweest. En dat roept voor mij toch wel de nodige vragen op. Zoals: hoe is dit wettelijk geregeld? Tot hoe ver terug in de tijd kan de politie dit nagaan? En vooral: tot in welke straal rond een zendmast? Mogen ze dit ook rond meerdere zendmasten tegelijk? Zo ja: tot welke grens? Oftewel: kan de politie – theoretisch – nagaan waar alle mobiele telefoons in Nederland zich op uur X van dag Y bevonden?

Foto: TijsB (cc)

Balanceren rond het kind (3)

REPORTAGE - Dit is het derde deel van een reportage over de werkzaamheden van Bureau Jeugdzorg in Overijssel. Delen één en twee verschenen gisteren en eergisteren.

Jeugdzorg is bepaald niet de enige instantie die zich bekommert om kinderen in probleemgezinnen. En de samenwerking tussen de verschillende hulpverleners en instanties, daar valt best nog wat aan te verbeteren, erkent menig Jeugdzorgwerker in Overijssel. ‘Al die hulpverleners… Er wordt soms veel gepraat en veel gepapegaaid, maar als je vraagt: wie is er voor het laatst bij dat gezin op bezoek geweest, is het stil,’ merkt gezinsvoogd Jeroen van Duijn (36) op.

‘Ik zou zó graag willen dat alle partijen aan één tafel zitten. Nu komt er meestal pas overleg als de zaken langs elkaar heen gaan lopen,’ zegt ook gezinsvoogd Marloes Bos (26). ‘We hollen vaak achter de feiten aan, steeds moet ik allerlei instanties aan de jas trekken. Vandaag nog: belt een moeder me op dat haar zoon van de leerplichtambtenaar naar Bureau Halt moet. Ik als gezinsvoogd weet van niks.’

En dat terwijl – zoals in vrijwel elke overheidssector – alles, echt alles op papier wordt vastgelegd. ‘De soms zeer ingrijpende keuzes moeten achteraf kunnen worden verantwoord,’ luidt de motivatie. Maar soms lijken nut en noodzaak van al dat schrijfwerk ver te zoeken. Jeugdreclasseerder Sharlon Calmez (41): ‘Het middel wordt soms belangrijker dan het doel. We worden afgerekend op de doorlooptijden. Ik móet een Plan van Aanpak leveren binnen zes weken, ook als de ouders ziek zijn of een kind niet op de gesprekken komt opdagen. Desnoods dus een halfbakken plan. Dat vind ik wel triest.’

Foto: TijsB (cc)

Balanceren rond het kind (2)

REPORTAGE - Dit is het tweede deel van een reportage over de werkzaamheden van Bureau Jeugdzorg in Overijssel. Deel één verscheen gisteren, deel drie verschijnt morgen.

Afwegingen, de hele week door. ‘Het is de kern van ons vak,’ zegt Job van Dijkhuizen (52), praktijkleider van het AMK. ‘We nemen voortdurend beslissingen die soms heel erg ingrijpen in het leven van een kind. Wat weten we over het kind? Weten we genoeg? Moet Jeugdzorg zich hier eigenlijk wel mee bemoeien? Zijn wij het aangewezen orgaan? Niks doen is ook een besluit. En de ellende is: je weet soms pas jaren later of je de juiste beslissing hebt genomen.’

Het steekt menig Jeugdzorgmedewerker, zo blijkt: wat ze ook beslissen, kritiek ligt voortdurend op de loer. ‘Als we niks doen, krijgen we daarover verwijten. Als we wel wat doen, horen we: “Waar bemoeien jullie je mee?”’

Damned if you do and damned if you don’t. En bij elk besluit is de vraag: wat is goed genoeg? ‘Neem een moeder in de prostitutie, maar het kind gaat wel netjes naar school, heeft goed te eten en is voldoende gekleed,’ zo schetst Clemens Schaap (39) van het Crisis Interventie Team. Hij heeft het over ‘wikmomenten’, over checken bij andere hulpverleners, bij school, bij de politie. Lastig is het als alles ‘vaag en ongrijpbaar blijft’. Of als de ouders ontkennen dat er een probleem is. ‘Wij doen niet aan waarheidsvinding zoals Justitie dat doet. De waarheid is voor Jeugdzorg niet makkelijk te achterhalen en de meningen zijn verdeeld hoever Jeugdzorg daarin moet gaan.’

Foto: TijsB (cc)

Balanceren rond het kind (1)

REPORTAGE - Dit is het eerste deel van een reportage over de werkzaamheden van Bureau Jeugdzorg in Overijssel. Delen twee en drie volgen morgen en overmorgen.

Eventjes hangt er een verpletterende stilte in de Zwolse rechtszaal. Dan stort de 14-jarige Davy zich snikkend in de armen van zijn moeder. Vervolgens wordt hij door twee potige parketwachten weggeleid. In de deuropening draait hij zich nog een keer om: ‘Doei mam…! Doei mam…!’

Vrijwel alle aanwezigen vechten tegen de tranen. De voogd. De advocaat. Moeder natuurlijk. Maar ook de rechter die Davy (niet zijn echte naam) zojuist heeft ‘veroordeeld’ tot zes maanden in de zogeheten gesloten Jeugdzorg blijft niet onberoerd. Zes maanden achter slot en grendel. Voor zijn eigen bestwil, zo is de vaste overtuiging van betrokkenen. ‘En aan de wettelijke criteria is voldaan,’ aldus de rechter.

Over de benodigde duur van de maatregel, het zwaarste middel dat Jeugdzorg heeft, verschillen de meningen enigszins. Maar dàt Davy tegen zichzelf en verkeerde vrienden beschermd moet worden en dat hij behandeld moet worden om verder afglijden richting gevangenis te voorkomen, daarover is iedereen het eens. Zelfs Davy: ‘Maar zes maanden…? Noemen jullie dat tijdelijk?! Het is veel te lang,’ vindt de puber.

Foto: Francois de Halleux (cc)

Vijftig tinten racisme

OPINIE - Racisme bestaat in diverse kleuren. Dat betoogt, vrij vertaald, Volkskrant-columnist Jonathan van het Reve dit weekend in zijn artikel ‘Racisme, hoe bedoelt u?’.

Volgens hem heb je racisme en racisme, het ene verwerpelijker dan het andere. En niet alles wat racisme wordt genoemd, ‘verdient’ die titel. Hij pleit voor een aanscherping van de definitie en oppert alvast een driedeling: ‘Volracisme’: bepaalde etnische groepen zijn inferieur en moeten daarom minder rechten hebben.

‘Halfracisme’: bepaalde etnische groepen zijn inferieur maar moeten wel dezelfde rechten hebben.

‘Nationaalracisme’: bepaalde etnische groepen moeten minder rechten hebben omdat ze hier ‘niet horen’- niet omdat ze als ‘ras’ inferieur zouden zijn.

Religiekritiek (‘weg met de islam’) of xenofobie (‘ik vreet geen couscous’) is volgens hem geen racisme, kwetsen op basis van etniciteit (‘mof’, ‘nikker’) evenmin. Grapjes over Chinezen noemt hij ‘stereotypisme’.

Ik vind zijn betoog een verademing. Eentje die de soms loeiharde discussies, ook hier op Sargasso, een grote stap verder kan brengen.

Bekijk bijvoorbeeld eens de bijna 200 reacties (waaronder ook enkele van ondergetekende) onder het recente artikel ‘Hollandse namen’. Het gaat – van beide zijden – van dik hout zaagt men planken. De beschuldigingen van racisme zijn niet van de lucht en de aangevallenen (onder wie ondergetekende) verweren zich soms emotioneel.

Foto: Jeroen van Lieshout (cc)

Bordendiarree (3)

De volgende etappe in de poging een weg te kappen door de Grote Snelheidsjungle.

Op 16 januari diende ik een WOB-verzoek in waarin ik Rijkswaterstaat vroeg om de plaatsaanduiding van alle snelheidsborden langs de A4. Op 14 maart een tussenstand en nu is er dan een besluit. Let wel: niet het besluit, maar een besluit. We zijn er nog lang niet want de gevraagde informatie is niet geleverd.

Uit de documenten die wel alvast zijn geleverd, valt echter al wel het een en ander te destilleren.

Wist u, dat de 56,7 kilometer lange A4 in elke rijrichting is opgedeeld in zeventien (!) verschillende snelheidsvakken? Dat is een gemiddelde van 3,3 kilometer per snelheidsvak. Dat is overigens de situatie zoals die gold op 1 september 2012, de dag dat de snelheid ‘overal’ omhoog ging naar 130.

Sommige vakken met gelijke snelheid grenzen aan elkaar, dus daar hoeft niet te worden geremd (of versneld). In totaal gelden overdag op dat stukje snelweg in elke rijrichting vier verschillende snelheden. ’s Avonds en ’s nachts moet de Wakkere Rijder vijf keer wisselen van snelheid. Het kortste vak is 1,0 kilometer ‘lang’: van 100 kilometer per uur naar 100-130 km/per uur, en weer terug naar 100.  Die ‘100-130 km’ is, uitgedrukt in Rijkswaterstaat-jargon: ‘Snelheidslimiet na wegnemen voorbehoud’.

Foto: Tom Jutte (cc)

Lokale strijd

COLUMN - Vindt u ook dat ‘Den Haag’ een te grote rol speelt bij lokale verkiezingen? De oplossing: laat gemeenten zelf besluiten wanneer ze verkiezingen organiseren.

Eigenlijk briljant in al zijn eenvoud, dat idee van kennis drs. Hans P. in Abcoude. Dus toch maar even delen, op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen-met-de-historisch-lage-opkomst.

Ook zo moe van al die landelijke kopstukken die niet van het televisiescherm te branden zijn? Ook zo de buik vol van al die landelijke partijen, die institutionele mastodonten, die zich mengen in de – God betere het – de lokale verkiezingsstrijd? Ook zo bleu van al die ‘debatten’ over… ja, over wat eigenlijk? In ieder geval niet over de zaken die er in een gemeenteraad toe doen.

En ook zo moedeloos over al die prognoses rond lage opkomst, de theorieën over tanende politiek interesse en bladiebla? Iedereen breekt zich het hoofd over hoe de lokale kiezer weer naar de lokale stembus te krijgen. Simpel, zegt drs. Hans P.: ‘Laat de verkiezingsdatum vrij. Organiseer die verkiezingen in elke gemeente op een andere datum.’

Eureka!

In één klap verlost van de koppeling met ‘Den Haag’!

Nóóit meer bemoeienis van de Samsoms, de Ruttes, de Pechtolds van deze wereld!

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Gevalletje WOBstructie: schande!

Dat gemeenten, of ‘bestuursorganen’ in brede zin, de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) vaak aan hun laars lappen, dat wisten we al. We hebben er hier al vaak over geschreven. Hier bijvoorbeeld en hier.

Wobben in Nederland is vaak een gebed zonder eind, een hemeltergend ‘spel’ van tijdrekken, tegenwerken, traineren, afhouden, ontmoedigen. De rij voorbeelden is onafzienbaar. Maar de gemeente Leudal wint nu echt de hoofdprijs. Wat deze Limburgse gemeente Wob-technisch gezien klaarspeelt grenst aan het ongelofelijke. En, geachte Leudallers: maak uw borst maar nat want dit gaan we uitvechten! Tot aan de Hoge Raad!

Als gastdocent Wob geef ik les aan studenten over dit op papier zo mooie middel. En ik begeleid de studenten bij het indienen van hun eerste Wob-verzoek. Die verzoeken worden vervolgens omgezet in ‘echte’ nieuwsartikelen – geen loze exercitie dus, er gebeurt ook echt wat met de (journalistieke) informatie die boven water komt.

Een studente aan de Fontys Hogeschool voor Journalistiek in Tilburg wilde in dit verband inzage in het ‘dossier Gijsbert Ruiter’. Het internet barst van de verhalen over deze kwestie, hier is er eentje; hier een tweede.

Héél kort samengevat: man wordt geterroriseerd door woonwagenbewoners in zijn straat, bouwt een hek rond zijn huis en gaat door het lint als gemeente plus politie met veel machtsvertoon dat hek willen weghalen. Die kwestie dus. De studente vraagt om alle relevante documenten die er bij de gemeente over liggen. En ze vraagt om digitale aanlevering. Met als achterliggend idee: dat scheelt iedereen kopieerkosten.

Foto: Chriszwolle (cc)

Bordendiarree 2

ONDERZOEK - Gossie…. Een excuusmail van een ambtenaar omdat een Wob-verzoek ergens onbeantwoord is blijven slingeren. Dat gebeurt niet vaak. Dat wil zeggen: dergelijke excuses. Dat rondslingeren, dat is schering en inslag.

En de kwestie? Weet u nog? Op 16 januari schreef ik dat ik de ‘bordendiarree’ langs de snelwegen wel een beetje beu ben. En ik diende een Wob-verzoek in om, kort gezegd, de locatie van alle snelheidsaanduidingen langs de A4 in kaart te brengen. Dat verzoek ging richting minister van Infrastructuur & Milieu. De wettelijke beantwoordingstermijn is vier weken, ergo op Valentijnsdag had er antwoord moeten zijn.

Noppes.

Geen ontvangstbevestiging, geen verzoek om uitstel van de beantwoordingstermijn, laat staan een inhoudelijk besluit. Op 28 februari nog steeds niks, helemaal nada, waarna ik een zogeheten ‘ingebrekestelling’ stuurde. Zeg maar: een dwangsom instelde.

Weer niks. Oorverdovend stil. Nou had ik de dwangsom lekker door kunnen laten lopen à 40 tot 50 euro per dag, tot een maximum van 1260 euro. Makkelijk verdiend. Desondanks de telefoon gepakt en de persvoorlichting van het ministerie gebeld om te vragen wat er toch aan de hand was. Daarop kwam enkele uren later een mailtje terug van de verantwoordelijke jurist van Rijkswaterstaat. ‘Bij de behandeling van uw verzoek zijn twee diensten van Rijkswaterstaat (RWS) betrokken, omdat de A4 zowel in het beheersgebied van RWS West-Nederland Zuid (voorheen RWS Zuid-Holland) als in het gebied van West-Nederland Noord (voorheen RWS Noord-Holland) loopt. Door een intern misverstand – dat voornamelijk aan mij te wijten is – heeft echter geen van beide diensten het verzoek adequaat opgepakt en is eveneens verzuimd u een ontvangstbevestiging te sturen, terwijl dat uiteraard wel gebruikelijk is. Ik wil u mijn verontschuldigingen aanbieden voor de gang van zaken.’

Foto: Sam Wolff (cc)

Zwijgend ten einde?

COLUMN - Vraag me maar niet waarom ik hier nu ineens over schrijf. Hou het maar op een combinatie van aanleidingen. Vraag me ook maar geen details – wat ik kwijt wil, staat hier onder. En nee, ik ben niet suïcidaal, dit is geen verkapte noodkreet. Maar ik breek me dus al een poos het hoofd over de vraag: als iemand denkt aan suïcide – zelfmoord in dat kale, kille Nederlandse woord – moet hij dan zijn omgeving daar over inlichten of niet? Een vrij duivels dilemma.

Want ga maar na: als je niks zegt en je stapt er ‘onverwacht’ uit, laat je dierbaren achter met duizend vragen. Afscheidsbrieven lossen dit niet, of slechts zeer ten dele op. De nabestaanden zullen zich tot in lengte van dagen blijven afvragen: hoe is het mogelijk dat ik dit níet heb zien aankomen?! Heb ik mijn familielid/partner/vriend dan zó verwaarloosd? Heb ik zó slecht geluisterd?! Bovenop het verwoestende verdriet van de suïcide sec geeft dat een extra kwelling. En een tipje van de sluier waarom ik hier over schrijf: ik spreek uit ervaring.

Maar als je wél aankondigt dat je ‘het niet meer ziet zitten’ zorgt dat voor angst en misschien zelfs paniek in je omgeving. Ook dat heb ik ervaren. In het beste geval leidt dat tot hulp waardoor je van je voornemen – of misschien pas vage idee – wordt afgehouden. In het slechtste geval vindt de suïcide wél plaats – en zit eenieder bovenop het verdriet met een immens schuldgevoel. ‘Hij/zij had het nog gezegd… en ik heb niks ondernomen’.

Foto: Kevin Hoogheem (cc)

Bon bini hypocrisie

OPINIE - Inwoners van de Nederland mogen zich niet zomaar op de Nederlandse Antillen vestigen. Waarom wordt er dan geklaagd als omgekeerd dezelfde regel zou gaan gelden?

Eerlijk gezegd word ik een beetje moe van de hypocrisie uit Antilliaanse hoek. Het verongelijkte, het automatische gemekker over rassendiscriminatie zodra er iets in de regelgeving niet bevalt.

Zoals in dit geval.

Kort gezegd: er ligt een wetsvoorstel om de komst van Antillianen (preciezer: inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten) naar Nederland aan regels te binden. Ideeën daarover stuiten al jaren op verzet en vanuit Antilliaanse kring wordt al jaren olie op dat vuurtje gegooid. Regelgeving is discriminerend, is de mantra uit de West. Wij zijn allen inwoners van één Koninkrijk, met gelijke rechten, enzovoort enzovoort.

Oh ja…?

En waarom mag ik als ‘vasteland’-Nederlander me dan niet zomaar vestigen op Curaçao?! Waarom moet ik dan éérst een baan hebben, en een werkvergunning? Waarom mag ik me niet melden bij de ‘sociale dienst’ van Willemstad, een uitkering ophalen en op het strand gaan liggen?

En ik kan het weten. In 1999 vestigde ik me op Curaçao en ik herinner me nog levendig de papieren rompslomp die dat met zich meebracht. In mijn schuurtje staat nog altijd het ‘archief’ uit die tijd, met stapels formulieren, vrijstellingen, vergunningen.

Foto: Elvin (cc)

Vrouwencluppie

OPINIE - Al dagen loop ik te denken over het verschil tussen mannen en vrouwen. Over feminisme. Over glazen plafonds en zo.

De aanleiding? Een bezoekje deze week aan de Nieuwjaarsborrel van ‘Vrouw & Media’. Nieuwjaarsborrel… eigenlijk meer een debatavond. Over de vraag hoe je jezelf ‘neerzet als een journalistiek merk’.

Interessante sprekers. Pardon, spreeksters. Niet dat ik het altijd eens ben met Asha ten Broeke, verre van. Maar ze is wèl een boeiend fenomeen – taak nummer één voor een columniste. En de journalisten Liesbeth Staats en Roos Schlikker bleken inspirerende dames met een goed verhaal. Gespreksleidster (en vice-voorzitter van Vrouw & Media) Mensje Melchior deed wat ze moest doen, het gesprek leiden, en ze deed het voortreffelijk.

In de zaal zo’n 120 vrouwen. Journalistes. En verhip, daar, in een hoekje: één man. Ondergetekende.

Eén man in het Hol van de Leeuwin. En dat houdt me sindsdien dus bezig. Hoe kàn het dat er maar één man komt opdagen op een avond die voor elke freelance journalist (m/v) interessant is?! Durfden de anderen niet? Wisten ze het niet? Dachten ze: da’s een vrouwenclubje, daar heb ik niks te zoeken?

Stapje verder: wat is dat precies voor een ‘vrouwenclubje’?

Vorige Volgende