Vrijheid is ook een vermogen
ANALYSE - Op 5 mei vieren we dat we vrij zijn en staan we stil bij het belang en de betekenis van onze vrijheid. Het is goed dat we minstens één keer per jaar collectief mentaal onderhoud plegen aan een belangrijke, zo niet de belangrijkste waarde van Nederland.
Mijn hoop is dat we in dat onderhoud ook onze definitie van vrijheid repareren. We interpreteren vrijheid namelijk te ‘negatief’, als iets dat bestaat bij de gratie van deafwezigheid van dwang, onderdrukking en belemmering. Omdat onze gedachten vandaag uitgaan naar de bevrijding van de bezetter, is dat heel begrijpelijk. Maar vrijheid heeft ook een ‘positieve’ kant, en is in die zin iets dat toeneemt naarmate er meer capaciteiten in ons aanwezig zijn die maken dat we ook daadwerkelijk onze doelen kunnen verwezenlijken. Negatieve vrijheid gaat over mogen, positieve vrijheid over vermogen.
Dit onderscheid – bekend van de Russisch-Britse liberaal Isaiah Berlin (1909-1997), maar hij was zeker niet de eerste – wordt naar mijn idee te weinig gemaakt ten aanzien van de Nederlandse vrijheden. En dat terwijl het relevanter en nuttiger is dan ooit. Vrijheid als vermogen is soms een beter perspectief dan vrijheid als mogen.
In Nederland mag er heel veel wat betreft seks, drugs en alcohol, maar ook qua meningsuiting, levensbeschouwing en cultuur of op medisch-ethisch gebied. Maar sommige van onze vermaarde vrijheden lijken ‘door te schieten’: misstanden in de prostitutie, comazuipen onder jongeren, scheldpartijen op internet en pesterige journalisten, geweld tegen gezagsdragers, integratieproblemen. Ook het idee van de vrije markt lijkt failliet.