Kunst op Zondag | Ten voeten uit
Volop drukte gisteren in het Rijksmuseum, want men kon gratis en voor niets 160 miljoen euro van dichtbij bekijken.
Wat is er zo bijzonder aan Marten Soolmans en Oopjen Coppit (zo heten die euro’s eigenlijk)?
Volgens het Rijskmuseum: “Het waren Rembrandts eerste levensgroot, staand en ten voeten uit geschilderde pendantportretten en ook de enige die hij ooit zou maken.”
Bijzonder is ook, volgens het museum dat tot dan toe (1634) levensgrote (2 meter 10 bij 1 meter 35) staande portretten alleen aan vorsten en adel waren voorbehouden.
Pendantportretten zijn twee individuele portretten die bij elkaar horen. Geen uniek genre. Menig echtpaar is “pendant in de olie” afgebeeld. Het Rijksmuseum heeft bijvoorbeeld pendantportretten, gedateerd rond 1620 van Laurens Reael, gouverneur-generaal van Nederlands Oost-Indië, en zijn vrouw Suzanna Moor. De schilder is onbekend. De schilderijen zijn iets hoger (223 cm) en iets smaller (127 cm)dan die van Rembrandt.
Ongetwijfeld zullen deze Rembrandts zijn eerste levengrote portretten zijn. Hij schilderde wel eerder personen ten voeten uit, maar op kleiner formaat. Dit zelfportet met poedel is ‘slechts’ 66,5 bij 52 centimeter.
De Italiaanse schilder Moretto da Brescia zou echter de eerste zijn die een levensgroot portret heeft gemaakt. Ritratto virile a figura intera (Portret van een man in volle lengte) stamt uit 1526 en is 201 bij 92,2 centimeter groot.