Een reis naar de eenhoorns met ChatGPT
Vrijdag 2 december verscheen er een spectaculair nieuwe chatbot online: ChatGPT van het software-bedrijf OpenAI. Het is een systeem waarmee je gesprekken kunt voeren in ieder geval alle talen die ik enigszins beheers. Het is een systeem dat getraind is door honderden miljarden woorden – vermoedelijk vooral van het internet geschraapt – te lezen en zo te leren welke woorden vaak in de omgeving van welke andere woorden staan, en wat voor andere patronen de taal die ze lezen kenmerken.
Zo’n ’taalmodel’ kun je vervolgens op allerlei manieren gebruiken. Als je weet wat er vaak voorkomt, kun je dat inzetten om zelf taal voort te brengen die sterk lijkt op al die bestaande taal die je tot je hebt genomen. Automatische vertalers werken er bijvoorbeeld mee, en instrumenten die schrijvers kunnen bijstaan, maar OpenAI heeft het nu dus gebruikt om een chatbot te maken. Ik heb de indruk dat ChatGTP vooral geschikt is om zakelijke vragen te beantwoorden. Het kan putten uit allerlei encyclopedische kennis, maar kan bijvoorbeeld ook opdrachten uitvoeren zoals redactiesommen (‘Een boer heeft vijf kippen en iedere kip legt vijf eieren…’) of programmeertaken (‘Schrijf een Pythonscript dat telt hoe vaak de letter m voorkomt in een tekst”).
Dat werkt allemaal verbluffend goed. Nadat ik een en ander had geprobeerd, besloot ik ChatGTP tot enige fictie te verleiden. Mijn eerste vraag (mijn vragen staan steeds in vet) was geïnspireerd door een vraag die een paar jaar geleden aan een eerdere versie van ChatGTP was gesteld. Ik geef het hier weer als een soort documentatie van waar we met dit soort systemen nu staan. Je moet je voorstellen dat de antwoorden van ChatGTP er over het algemeen binnen een paar seconden waren.