Kyra

63 Artikelen
5 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Duurzaam dichten in de wegwerpmaatschappij

Het klonk zo mooi: een duurzame gedichtenwedstrijd met als hoofdprijs het winnende gedicht op 100.000 pakken biologische melk. Welke dichter wil dat niet? Helaas is het nog niet zeker of het winnende gedicht van Uft van Duurstede op de melkpakken zal verschijnen.

Stel je voor dat jouw winnende dichtregels op een melkpak staan afgedrukt en dat ze worden voorgelezen aan menig ontbijttafel. Een paar melkpakken verder kennen de kinderen jouw gedicht helemaal uit het hoofd. Ze dragen het voor in de klas, aan de familie en aan elkaar. Jouw duurzame poëzie gaat de wereld in. Zoiets moeten de organisatoren van Dichten voor een bewoonbare aarde voor ogen hebben gehad. Deze poëziewedstrijd werd georganiseerd door een groepje vrijwilligers van de Protestantse Kerk van Amsterdam. Verschillende partijen uit de duurzame hoek ondersteunden deze activiteit. De jury werd gevormd door Hannemieke Stamperius, Theo de Boer, Marjolijn van Heemstra en Udo Doedens. Ze moesten een keuze maken uit 133 inzendingen.

Afgelopen donderdag vond de muzikale prijsuitreiking plaats op de immense zolder van het Van Limmikhof in Amsterdam. De beste gedichten waren op muziek gezet en werden ten gehore gebracht door verschillende zangers en musici. Het hoogtepunt van de avond was de gesproken column van Johan van de Gronden, directeur van het Wereld Natuur Fonds. Hij vulde de jury aan met zijn opmerking dat er veel schuldgevoel in de gedichten zit, er waren weinig lyrische inzendingen, geen odes aan de natuur. Hij eindigde met ‘De dichter moet er weer op uit. Je moet zoeken’.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Drie gedichten in tien jaar

Op de kleuterschool leerde ik één gedichtje. Het ging over een ondeugend hondje. Fikje was zijn naam. Als vijfjarige was ik diep onder de indruk dat je met rijmende woorden zoiets grappigs kon vertellen. Ik leerde het versje helemaal uit mijn hoofd om het thuis op te kunnen zeggen voor de familie.

Vijf jaar later zat ik in de vierde klas van de lagere school, mijn leerprestaties werden steeds slechter, ik verveelde me suf in de klas. In een opwelling schreef ik in mijn werkschrift het gedicht over Fikje. Ik had jaren niet meer aan hem gedacht, maar blijkbaar verlangde ik op een moeilijk moment naar vrolijke taal in de klas. Toen de eerste regels me te binnen schoten, noteerde ik ze direct, ik was bang dat ze me weer zouden ontglippen. De meester vond mijn aantekeningen in mijn schrift en werd boos toen hij mijn ‘flauwekul’ over Fikje las.

Pas op mijn vijftiende maakte ik kennis met echte poëzie: Mei van Herman Gorter en De Akelei van Ida Gerhardt. Deze gedichten werden in de jaren zeventig op veel middelbare scholen behandeld. Ik heb ze niet uit mijn hoofd geleerd, dat was volgens de leraar Nederlands niet nodig. Het ging erom dat we begrepen dat de dichter met de woorden niet zozeer een lang verhaal wilde vertellen, maar een emotie wilde uitdrukken, een gevoel wilde overbrengen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Koning Voetbal is weer bezig

Deze week moeten de kinderen de problemen van de grote mensen weer eens gaan oplossen. Daarvoor worden ze aanstaande donderdag naar de ArenA gelokt. De wedstrijd Ajax-AZ zal omkleed worden door een speciaal feestprogramma dat helemaal op kinderen zal zijn afgestemd. Het belooft een megafestijn te worden voor twintigduizend toeschouwertjes tussen de zes en twaalf jaar oud. De kinderen konden zich vorige week via hun school of sportvereniging opgeven. Voor elke zes leerlingen mag er één volwassene mee naar binnen.

Door de scholen is verschillend gereageerd op de uitnodiging. Een school in Asten heeft de gelegenheid aangegrepen om met de hoogste klassen naar de wedstrijd in de ArenA te gaan kijken. ‘Het team van de Bonifatiusschool verwacht dat het bijwonen van deze wedstrijd in de ArenA een unieke en onvergetelijke belevenis zal zijn voor de kinderen…’’ Voor de hoogste klassen van De Vlieberg in Den Helder is het een sneue boel. De kinderen uit groep 5 en 6 hadden hun begeleiding op tijd rond en zij hebben zich daardoor op tijd aan kunnen melden, maar de groepen 7 en 8 waren net te laat met de aanmelding en zij moeten op school blijven. Er zijn meer kinderen diep teleurgesteld. In Doorwerth waren 96 leerlingen van Basisschool Dorendal in de veronderstelling dat ze de wedstrijd konden bijwonen, want er was al een bevestiging van Ajax, maar later kwam er een mailtje dat zich te veel scholen hadden aangemeld. Dorendal viel buiten de boot.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De kritische clips van Lucanet

 

Sinds enkele jaren plaatst pianiste Lucanet filmpjes op YouTube. Haar eerste clip, Bruintje van Gerard Atema, was al eens als dagsluiting te horen en te zien op Sargasso.

In de videoclips laat Lucanet haar pianovoordrachten begeleiden door bewegende beelden. De meeste clips zijn gemaakt in samenwerking met beeldende en/of videokunstenaars. Mooie voorbeelden hiervan zijn: Circus Polka van Stravinsky, RGB-memory, geheugen in kleur, muziek van Simeon ten Holt en Gavotte van Schönberg.

In 2011 was Lucanet bijzonder productief, ze plaatste zeker tien nieuwe muziekclips op YouTube. Opvallend is dat haar clips politieker worden. Naar aanleiding van de protesten tegen de bezuinigingen in de kunstsector maakte ze het schattige clipje Mars der beschaving met muziek van Ludwig van Beethoven. In november verscheen De ogen van Eva met muziek van C.F. Johnson: Cum Bag Rag. Ook deze clip laat zich lezen als protest tegen de maatschappelijke ontwikkeling door de keuze van woorden die op het gezicht van het meisje verschijnen. Op kerstavond kwam Lucanet met Occupy Amsterdam – it’s time to wake up, een video gemaakt op het Beursplein met als achtergrondmuziek een etude van Chopin.

Met deze kritische clips komen we bij een belangrijk omslagpunt in het videowerk van Lucanet: droegen haar clips aanvankelijk consequent de namen van de muziekstukken, in 2011 komt ze vooral met video’s waarbij de titels verwijzen naar belangrijke gebeurtenissen of zaken die haar bezighouden. Ook Koninginnedag, Zelfportret en Spoorbrug zijn voorbeelden van deze nieuwe insteek. Om welke muziek het gaat, dat lijkt op de tweede plaats te komen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Wat gaan we leren in 2012?

Helaas behoor ik niet tot de bofkonten die een kaartje voor de Leonardo-tentoonstelling in Londen hebben kunnen bemachtigen, dus behelp ik me met kunstboeken over Leonardo da Vinci uit de openbare bibliotheek. De meeste opmerkingen over zijn werk neem ik maar met een korrel zout. Zou het echt zo zijn dat de opengewerkte plooi in de mouw van Cecilia Gallerani verwijst naar een vagina? Nou ja! Ik geloof toch meer in het idee van Marcel Duchamp, dat de kijker zelf het kunstwerk af maakt door zijn eigen interpretatie er aan te geven.

Leonardo wordt de eerste moderne mens genoemd vanwege zijn onderzoekende en experimentele houding. Hij droeg vaak een riem met aantekenboekjes en hij speelde met de gedachte om daarvan iets te gaan publiceren, maar hij deed het niet. Al dat onderzoek had voornamelijk tot doel om zijn projecten te vervolmaken, die hij overigens lang niet altijd af maakte, omdat hij al weer door iets anders gegrepen was. Hij schilderde voor het geld, af en toe moest hij ook iets verdienen. Hij hield zich liever bezig met grote feestprojecten. Een andere hobby van hem was het ontleden van het menselijk lichaam, vaak in het geniep, want snijden in lijken was in het begin van de 16 eeuw niet in Rome toegestaan. Leonardo deed dit niet alleen uit pure nieuwsgierigheid, hij kon de verworven kennis ook gebruiken voor zijn schilderkunst.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Blogsters op Sargasso

Wie zijn op Sargasso de blogsters van het eerste uur? Waar schreven ze over? Hieronder een verslag van een snelle verkenning.

Een van de eerste blogsters op Sargasso is Lilith. Ze was er zo’n beetje vanaf het begin bij. Ze begon met bloggen in 2002 en ze hield het vol tot 2007. In  een persoonlijke en onderhoudende stijl vertelde ze haar verhalen. Een van haar eerste posts ging over verjaardagen vieren, er kwamen 42 reacties, dat was veel in die tijd. Lilith schreef over alles wat ze tegenkwam. Opmerkelijk is hoe kort de stukjes in de het eerste jaar van Sargasso waren. Een berichtje over een film die in de maak is, dat zou nu niet meer zo snel op dit blog geplaatst  worden. Lilith gooide ook nog wel eens een gedicht  tussendoor. De berichten van Lilith zijn voorbeelden van het oude bloggen. Ook zij schreef over Sinterklaas,  maar ze wijdde en slechts enkele alinea’s aan. Haar laatste post is van 2007. Op  het laatst plaatste ze vooral waanlinks. Geen enkele vrouw op Sargasso heeft  Lilith kunnen evenaren wat het aantal posts betreft.

Vanaf april 2006 werd Sargasso versterkt door Akufu, een biologe, en dat is te merken aan de onderwerpen die ze koos. In die tijd zijn de berichten op  Sargasso wat langer aan het worden. Enkele alinea’s zijn geen uitzondering  meer. Akufu woonde een tijdje op Hawaï, en in die tijd ging ze lifeloggen. Een  van haar laatste posts ging over kerstvieren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hendrik en Willem Valk: een dubbelportret (2/2)

Deze winter komt het Veenkoloniaal Museum in Veendam met een verrassende tentoonstelling over twee talentvolle broers: Hendrik Valk – de kunstschilder en Willem Valk – de beeldhouwer. Deze week aandacht voor Willem Valk (1898-1977)

Wat Hildo Krop is voor Amsterdam, dat is Willem Valk voor Groningen; overal in de stad kom je zijn beeldhouwwerken tegen. Voor het stadhuis staat de in brons gegoten buste van Rabenhaupt. In de Herestraat vind je de beeldschone decoraties aan gebouw De Faun. En op de Kijk in ’t Jatbrug staan vier beelden gehouwen uit Zweeds graniet, ze markeren de hoeken van de brug.

Groningen is na Amsterdam de voornaamste stad waar in de stijl van de Amsterdamse school gebouwd werd. Een belangrijke locale architect was Siebe Jan Bouma, hij ontwierp meerdere scholen, overheidsgebouwen en woonhuizen. Zijn stijl kan getypeerd worden als een mix van Amsterdamse school en kubisme. De ornamenten liet hij vaak door Willem Valk ontwerpen. Deze samenwerking leverde opmerkelijk versierde architectuur op. Een mooi voorbeeld is het gebouw van het Grafisch Museum in Groningen, dat oorspronkelijk dienst deed als schoolgebouw. Willem Valk maakte hiervoor de sluitsteen boven de poort.

Je vindt de beelden van Willem Valk ook buiten de stad. Het
Heideschaap, dat jarenlang in het grootste park van Hoogezand stond, dat staat nu even geparkeerd in de hal van het Veenkoloniaal Museum. In Harlingen vinden we Joris en de draak. Het mooiste beeld van Willem Valk staat in Assen. Het gaat om het Provinciaal Gedenkteken, dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend houdt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hendrik en Willem Valk: een dubbelportret (1/2)

Deze winter komt het Veenkoloniaal Museum in Veendam met een verrassende tentoonstelling over twee talentvolle broers: Hendrik Valk – de kunstschilder en Willem Valk – de beeldhouwer. Vandaag aandacht voor het werk van Hendrik Valk (1897-1986).

Eerlijk gezegd, ik had nog nooit van Hendrik Valk gehoord. Ik kwam eigenlijk voor zijn broer Willem, wiens beelden je overal in de stad Groningen tegenkomt. In het museum had ik al snel in de gaten dat Hendrik de ster van de expositie is. Ik begrijp nu ook hoe dat komt: zijn schilderijen hebben iets magisch, het is onmogelijk om er niet naar te kijken. Met enkele penseelstreken en een steunkleurtje kon hij karakteristieke portretten neerzetten. Het meest subliem is ‘De socialist van het eerste uur’, een van de topstukken van de tentoonstelling.

Veel van de kunstwerken op de expositie zijn afkomstig van particulieren. Ze hangen vrij dicht bij elkaar in groepen bijeen. Niet alleen naast elkaar, maar ook boven elkaar, in een doordachte compositie, zeg maar in ‘salon style’. Deze manier van tentoonstellen is riskant, maar bij de schilderijen van Hendrik Valk werkt het goed. De tentoonstelling geeft goed weer hoe zijn manier van werken in de loop der jaren veranderde. In de jaren zestig worden zijn schilderijen wat gevulder. Zijn schilderijtjes van de jaren zeventig zijn kleuriger, bloemrijker, bijna gezellig. Hij greep graag terug op oude thema’s. Een mooi voorbeeld hiervan is het huisje in Wassenaar dat hij in de jaren twintig schilderde. Decennia later deed hij het nog eens over, maar dan in achterglasschildertechniek.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Christa Wolf en het onverenigde Duitsland

Vorige week overleed de schrijfster Christa Wolf op 82 jarige leeftijd in Berlijn. Jarenlang was zij de belangrijkste representant van de Oost-Duitse literatuur. Precies een maand voor haar overlijden verscheen in ons land haar laatste roman in Nederlandse vertaling: Stad der engelen of The Overcoat of Dr. Freud.

Ik was er nog maar net in begonnen, met lichte tegenzin, want een comfortabel boek is het niet. Een hoofdstukindeling ontbreekt, de lezer wordt aan de hand van korte aantekeningen door het verhaal van de hoofdpersoon geloodst. Die aantekeningen waren twintig jaar eerder door de schrijfster in Los Angeles gemaakt. Ze wilde daar gaan werken aan een nieuw boek. De muur in Berlijn was nog maar net gevallen. In dezelfde tijd kwam Christa Wolf onder vuur te liggen. Ze bleek korte tijd informeel medewerkster te zijn geweest voor de Staatssicherheitsdienst. Dat zijzelf jarenlang intensief door de Stasi werd gevolgd kreeg minder aandacht in de media.

Ook al wordt dit boek als roman gepresenteerd, het gaat hier om Christa Wolf zelf. Haar verhaal komt zeer langzaam op gang. De eerste honderd bladzijden moet je accepteren, dat het hier om de schrijver gaat, niet om de lezer. De lezer hoeft niets te begrijpen, die moet zich tevredenstellen met de rol als toeschouwer en alle trivialiteiten accepteren. Zinloos is dit alles niet, want na ruim honderd pagina’s doorbijten wordt de lezer beloond voor het vertrouwen. De toon wordt persoonlijker, minder afstandelijk. De schrijfster durft zich dan eindelijk bloot te geven. Ze stelt zich de vraag hoe het mogelijk is dat ze de werkzaamheden als informeel medewerkster is vergeten, ze had er later nooit meer aan gedacht. Ze zoekt haar motieven voor haar diensten voor de Stasi alleen binnen zichzelf. De belangrijkste constatering is dat ze in die tijd nog niet schreef. Ze had met gemak allerlei praktische omstandigheden erbij kunnen halen, maar ze laat haar persoonlijk leven buiten beschouwing. De enige omgevingsfactor die ze toelaat is dat het maar toeval is geweest dat ze in de DDR terecht is gekomen. Als het paard voor de wagen niet zo uitgeput was geweest, dan had ze met haar ouders vanuit Polen, vluchtend voor het Russische leger, verder naar het westen kunnen reizen. Dan was ze volwassen geworden in de Bondsrepubliek en dan was ze waarschijnlijk nooit informant van een geheime dienst geweest, maar ook geen schrijfster. Allemaal speculatie achteraf, want niemand wist in 1945 hoe het verder zou gaan met beide Duitslanden.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Wat te lezen tijdens de feestdagen?

Op Sargasso verschenen het afgelopen jaar meer dan zeventig recensies. In verband met de feestdagen heb ik de vijftien fijnste boeken op een rijtje gezet. Zoek je nog snel even een Sinterklaascadeau voor iemand die je nauwelijks kent? Of wil je die verwaarloosde vriendin met kerst verrassen met een dikke pil? Met wie je de feestdagen ook doorbrengt, voor iedereen is wel een passend boek te vinden. Vergeef me dit keer de hokjesgeest, soms kun je niet zonder hem. Het spreekt vanzelf dat elke lezer in meerdere hokjes past.

Komedie in mineur, Hans Keilson, voor iedereen

Duiven vliegen op, Melinda Nadj Abonji, voor iedereen

Half mens, Maartje Wortel, voor jongeren die willen lezen

Lieve Céline, Hanna Bervoets, voor zorgzame types

Van alles het beste, Rona Jaffe, voor dames in kantoren

De groep, Mary McCarthy, voor vrouwen met ambities

Duitse les, Siegfried Lenz, voor rücksichtslose ambtenaren

Alles is gekleurd, Joost Zwagerman, voor uitgesproken kunstminnaars

God gaf ons apparaten, Sylvia Hubers, voor liefhebbers van poëzie

World food cafe classics, Chris & Carolyn Caldicott, voor principiële thuiskokers

De schuldenberg, Jaap van Duijn, voor liberalen die het niet snappen

Dag Vlaanderen, Christian Deborsu, voor wie de Walen beter wil begrijpen

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

God gaf ons apparaten

Sylvia Hubers is stadsdichter van Haarlem. Deze week verschijnt haar nieuwste dichtbundel.

Er is geen dichteres in Nederland die zo Hollands schrijft als Sylvia Hubers. Tot die conclusie kwam ik tijdens het lezen van haar nieuwste dichtbundel God gaf ons apparaten. Daarin komt God op verschillende plaatsen boven drijven. Al zegt de dichteres van zichzelf dat ze katholieke hersenen heeft, ik bespeur toch ook resten van het calvinisme in haar teksten. Een van de mooiste gedichten begint met:

Er was een overbodige god in een overbodig universum die overbodige mensen aan het denken had gezet.

‘Maarten ’t Hart’, dacht ik soms, die geeft me hetzelfde gevoel. Sylvia is klaar met het geloof, maar ze vindt het nog te fabelachtig om er niet over te schrijven. Gelijk heeft ze, het levert boeiende poëzie op. De meeste gedichten kunnen ook als kort vreemd proza worden opgevat.

Tijdens het lezen vroeg ik mij af hoe dat gaat met het redigeren van een dichtbundel. Mag de uitgever er nog iets aan veranderen? Of is het bij poëzie taboe om wijzigingen voor te stellen? Ik stip dit even aan, omdat ik in haar beste gedicht het woord echter tegenkwam, zonder twijfel het lelijkste woord uit de Nederlandse taal.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Boekrecensie | Het universum uitgelegd aan mijn kleinkinderen

Wat was er voor de oerknal? Waarom weten wij zo zeker dat er kernexplosies in de zon plaatsvinden? En wat zijn zwarte gaten nou precies?

Voor filosofisch ingestelde kinderen is er een mooi boekje verschenen over de geschiedenis van het universum. Hubert Reeves behandelt in dialoogvorm een keur aan vragen die ingaan op allerlei aspecten van het heelal. Als grootvader is hij met zijn kleindochter in gesprek over zijn vakgebied: de astronomie. Vanuit hun ligstoelen bekijken zij de nachtelijke sterrenhemel.

Het boek begint met een hoofdstukje over de menselijke voortplanting. Dat lijkt misschien overbodig in een kinderboek over sterrenkunde, maar het heeft toch een functie: Reeves wil zijn kleinkind uit leggen dat wij zelf ook sterrenstof zijn.

Hij gebruikt in het boek vaker huis- en tuinbegrippen om het universum te beschrijven. Bijvoorbeeld: het heelal kun je vergelijken met een rozijnenpudding en ons sterrenstelsel is net een bijenkorf. Dat is de kracht van dit kinderboek: abstracte feiten over het universum worden uitgelegd aan de hand van alledaagse voorbeelden. Hubert Reeves weet ook een brug te slaan tussen astronomische kennis en het klimaatprobleem.

De kleindochter stelt goede vragen. Ze wil bijvoorbeeld weten hoe je de leeftijd van de zon kunt bepalen en waarom er op de aarde wel zuurstof is en op andere planeten niet. Het boeiendste onderwerp vind ik of er in de toekomst op aarde een hogere levensvorm dan de mens te verwachten is. Als wij ons hebben ontwikkeld vanuit eencelligen, dan is het toch niet ondenkbaar dat de mens zal evolueren tot een nog complexer wezen?

Vorige Volgende