Rookverbod in jongerencentra toont tweeslachtigheid overheidsbeleid
Het is weer eens zover; zo eens in de zoveel tijd krijgen de instanties het op hun heupen en vinden er talloze controles plaats ter naleving van ingestelde regels. U merkt het wanneer u op uw fiets stapt en aan wordt gehouden omdat uw licht niet werkt, bedrijven en stichtingen merken het door bezoeken van bijvoorbeeld de brandweer. Dat regels moeten worden nageleefd lijkt mij evident, maar soms vraag je je af of regelgeving niet te ver is doorgeschoten.
In het jongerenwerk vinden momenteel controles plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit, een instantie die erop moet toezien of de Drank- en Horecawet en de Tabakswet worden nageleefd. Vanaf 1 januari 2005 is het namelijk verboden te roken in alle door de overheid gesubsidieerde instellingen. Aangezien een jongerencentrum onder het welzijnswerk valt, betekent dit dat de Tabakswet ook voor deze instellingen geldt. En zo geschiedde het dus dat in het jongerencentrum waar ik werk een controleur ons een bezoek bracht. Wij voerden een gedoogbeleid in het centrum, waarbij er overdag niet mocht worden gerookt behalve in een speciale ruimte en op de eerste verdieping nooit; in de podiumzaal mocht dit wel tijdens de avondprgramma’s. Kleine kinderen hadden op deze manier geen last van de rook, evenmin als de sporters die naar de eerste verdieping moeten.