OPINIE - Heleen Dupuis heeft moeite met de realiteit.
Afgelopen maandag verwees ik al eens naar dit interview in Trouw met VVD-Eerste Kamerlid en ethica Heleen Dupuis.
Ik wees toen onder andere op Dupuis’ misleidende stelling dat de middeninkomens ‘het hardst’ worden getroffen door de belastingheffing die noodzakelijk is om onze verzorgingsstaat te financieren. In werkelijkheid ligt in Nederland de belastingdruk voor alle inkomensdecielen immers rond de veertig procent.
Dit was echter niet de enige passage waar Dupuis de realiteit miskent. Dupuis:
Onlangs werd bekend dat 90 procent van de huishoudens enige vorm van subsidie geniet, van huurtoeslag tot gratis schoolboeken. Nederland is een van de rijkste landen ter wereld, maar tegelijk maakt zowat iedereen gebruik van sociale voorzieningen. Dat is voor mij een aanwijzing dat we het systeem verkeerd hebben ingericht.
Dupuis vindt daarom dat sociale voorzieningen uitsluitend voor ‘de allerzwaksten’, dat wil zeggen: ‘hooguit tien procent van de huishoudens’, beschikbaar zouden moeten zijn.
Maar misschien zijn we in Nederland juist zo rijk, omdat we de sociale voorzieningen zo breed beschikbaar maken. Onwaarschijnlijk? Niet echt, getuige dit artikel van Femke Roosma, waarin zij onder meer het volgende schrijft:
Walter Korpi en Joakim Palme publiceerden in 1998 een beroemd geworden artikel ‘The strategy of equality and the paradox of redistribution‘ in American Sociological Review. Zij laten zien dat landen die meer universele sociale voorzieningen hebben (voorzieningen voor alle burgers), zoals de Scandinavische landen, succesvoller zijn in het reduceren van armoede dan landen die hun verzorgingsstaat vooral richten op het helpen van de armen, zoals de Angelsaksische landen. Dit is bekend komen te staan als de Paradox of Redistribution: hoe meer uitkeringen en voorzieningen gericht worden op de armen, hoe kleiner de kans dat we armoede daadwerkelijk verminderen.