Als ‘borstvoeding’ de vraag is, is ‘fles’ geen antwoord
De blogpost van Sabine Roeser over borstvoeding heeft veel losgemaakt. Vandaag een nieuwe reactie, dit keer van columniste Gabriëlle Jurriaans.
Toen ik was bevallen van mijn tweede zoon dacht ik wel te weten hoe ik moest borstvoeden. Met ruim drie jaar borstvoedingservaring op zak zou het dit keer een eitje worden. De eerste 24 uur nadat mijn kind geboren was, zag ik echter geen kraamhulp of vroedvrouw meer. Toen was het leed al geleden: zoonlief weigerde de borst en wij zaten met een borstvoedingsprobleem.
In Nederland wordt op alle fronten gekort op zorg en welzijn. Bezuinigingen hebben directe gevolgen voor miljoenen Nederlanders en dus ook op de zorg rondom borstvoeding. Daarom is de opmerking van Sabine Roeser -dat borstvoeding soms mislukt ‘ondanks al die hulp’- merkwaardig. In die eerste uren na de geboorte van een baby staat er zelden een lactatiekundige aan het kraambed, terwijl dat moment nu juist zo cruciaal is.
Lactatiekundigen kunnen je vertellen hoe frustrerend het is dat zij vaak achter de feiten aan moeten lopen. De druk om borstvoeding te doen slagen, ligt bij verpleegsters, kraamverzorgers en vroedvrouwen. Dat zijn nu net vakgebieden die geteisterd worden door een chronisch hoge werkdruk. Als er überhaupt al voldoende kennis en ervaring over borstvoeding bij hen aanwezig is.