Gastauteur

2.327 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Waarom ontwikkelingssamenwerking ten onder gaat

Een uitzending van Pauw & Witteman toont de onvermijdelijke ondergang van de staatshulp. Hoe oprechte betrokkenheid het aflegt tegen liegen en eigenbelang. Zeker wanneer deze betrokkenheid zich hult in de taal van de koele berekening. Een gastbijdrage van journalist Ralf Bodelier.

Twee maart 2012. Dolf Jansen, Frits Wester en Frits Bolkestein zitten aan tafel bij Pauw en Witteman. Het is de vooravond van de meest zware ronde aan bezuinigingen die Nederland te wachten staat. Onderwerp van gesprek is de onvermijdelijke korting op ontwikkelings-samenwerking.

Het is een iconisch gesprek van niet meer dan zes minuten. Een gesprek dat precies weergeeft waarom de officiële ontwikkelingshulp ten dode is opgeschreven.

Liegen

Jeroen Pauw stelt een vraag. Hij vraagt niet: ‘wat betekent het voor mensen in Afrika of Azië wanneer we twee van de vier miljard aan hulp schrappen?’ Hij vraagt niet ‘kunnen de ziekenhuizen in Rwanda of Ethiopië wel openblijven, of kan de mensenrechtentraining van politiemannen in Congo nog wel doorgaan?’ Pauw vraagt: ‘Kunnen we zonder sancties van de 0.7 procent af?’

‘Jazeker’, antwoordt Frits Bolkestein. Het Europees gemiddelde is 0,35. Dat is de hélft van wat Nederland geeft. Ook wij kunnen zonder meer onze budgetten halveren. Al moet dat omwille van allerlei internationale verplichtingen stapsgewijs gebeuren.

Frits Wester neemt over. Aan die verplichtingen zitten we tot 2015 nog vast. Daarna kan het budget omlaag. Op zich hoeft bezuinigen op de hulp geen probleem te zijn, want de hulporganisaties weten toch niet hoe ze al dat geld moeten verwerken. Dat blijkt aan het einde van het jaar, wanneer de budgetten op moeten. Wester: ‘Dan kijkt men elkaar aan. “weet jij nog wat? Weet jij nog iets”? Dan worden de meest waanzinnige projecten bedacht om de overschotten op te maken.’

Om hoeveel geld het gaat, kan Wester niet precies zeggen, maar hij schat dat het toch al gauw om anderhalve miljard euro gaat.

‘Juist’ zegt Pauw. Bolkestein knikt. Dolf Jansen kijkt vol ongeloof. Maar niemand vraagt Wester wie hem dit heeft ingefluisterd of waar hij dit cijfer vandaan haalt. Want het is natuurlijk lariekoek dat jaarlijks één derde van het Nederlandse ontwikkelingsbudget overschiet en wordt opgeruimd door er ‘waanzinnige’ bestemmingen aan te geven.

Frits Wester liegt dat het gedrukt staat. En hij komt er mee weg.

Bolkestein vult aan. We moeten bovendien beseffen dat de hulp niet helpt. Want hulp leidt niet tot economische groei van landen. Zie Afrika, waar de meeste hulp naar toe gaat. Zeker, Afrikaanse economieën groeien de laatste jaren onstuimig, maar de húlp, zo weet Bolkestein, heeft daar niets, maar ook helemaal niets aan bijgedragen.

Hij haalt de man aan waar hij doorgaans vol verachting over spreekt. ‘Ook Jan Pronk erkent dat’. Bolkestein: ‘Afrikaanse economieën groeien door de hoge grondstofprijzen, door buitenlandse investeringen en door de eigen lokale entrepreneurs.’ ‘Tenzij de hulp ondernemers stimuleert’, probeert Witteman. ‘Dat blijkt dus niet zo te zijn’, antwoordt Bolkestein. Frits Wester knikt. Dolf kijkt weer ongelovig.

Ook Bolkestein liegt. Niets van wat hij zegt klopt. Volgens de laatste statistieken van de OECD-DAC gaat van alle officiële hulp 36 procent naar Afrika. Dat is niet de meeste hulp. In de top tien van landen die in 2010 de meeste hulp ontvingen, staan zelfs maar vier Afrikaanse landen: Congo, Ethiopië en Tanzania. De afgelopen jaren ontvingen Irak en Afghanistan de meeste hulp.

Stimuleert de hulp niet de economische groei? Dat hangt er helemaal van af om hoeveel hulp het gaat en hoe je de hulp inzet. De forse hulp die bijvoorbeeld Zuid-Korea in de jaren ‘50 kreeg –het voor dat moment immens bedrag van 13 miljard dollar- liet de Koreaanse economie wel degelijk groeien. Maar Afrika ontvangt per persoon ook vandaag nog niet meer dan 36 euro per jaar, en dat zijn precies tien eurocent per persoon per dag.

Van dat bedrag zijn 2 cent geoormerkt om economische groei mogelijk te maken, terwijl 4 cent gaat naar ziekenhuizen, onderwijs en ander sociale sectoren. Ondanks dit lage bedrag worden dáár dan ook de meeste successen geboekt. Van afnemende moeder- en kindersterfte tot deelname aan onderwijs of het tot staan brengen van de aidsepidemie.

Een-op-een vertaalt deze betere gezondheid en betere scholing zich niet door in de economische groeicijfers, maar er is weinig twijfel over dat een economie alleen kan groeien wanneer werknemers kunnen lezen en schrijven. En wanneer ze niet voortijdig wegkwijnen aan malaria, tbc of aids. Bovendien blijkt hulp, speciaal gericht op het stimuleren van ondernemers, bijvoorbeeld via microkredieten, al jaren een van de succesnummers van de hulp.

De uitspraken van Wester en Bolkestein houden een eerste belangrijke les in voor iedereen die opkomt voor het belangen van mensen in ontwikkelingslanden: in het Nederland van 2012 komen de tegenstanders van ontwikkelingssamenwerking overal mee weg. Ook met de meest pertinente leugens.

Eigenbelang

Vervolgens bemoeit Dolf Jansen zich met het gesprek. Hij is ambassadeur van Oxfam-Novib en zijn gezicht staat nog steeds op ongeloof. Jansen bezocht projecten in Zuid-Afrika en Oeganda, heeft zijn eigen stichting en is ronduit voorstander van hulp aan zuiderlingen die het beroerd hebben getroffen.

Maar terwijl Bolkestein en Wester met diepe stemmen, uitgestreken gezichten en zonder spoor van twijfel hun onwaarheden uitzenden, spreekt Jansen op persoonlijke titel en met een stem vol schroom. Hij vindt het maar ‘moeilijk te geloven’ dat jaarlijks anderhalf miljard euro aan ontwikkelingsgeld over de balk wordt gegooid. ‘Maar ik kan niet zeggen dat het niet waar is.’ En hij vindt het ‘in moreel en sociaal opzicht’ vreselijk dat waarschijnlijk een a twee miljard van de huidige vier miljard verdwijnen, omdat hij weet hoe moeilijk organisaties als Oxfam-Novib het hebben om hun projecten overeind te houden. Bovendien blijft hulp nodig wanneer de wereldhandel zo onrechtvaardig is als vandaag. Bolkestein kijkt gereserveerd.

Geïntimideerd schakelt Jansen nu door. Hoopt hij steun te krijgen van zijn tafelgenoten? Houdt hij de sceptische blik van Bolkestein niet uit? Want dit is wat hij zegt: ‘Het is niet alleen in het belang van de armen in Afrika, ontwikkelingshulp is ook in ons belang. Wanneer wij over vijftien jaar handel willen drijven met Afrika, moet er wel iets te handelen zijn. En aan landen waar het slecht gaat, valt nu eenmaal niets te verdienen’. Ontwikkelingshulp is, kortom, eigenhulp. Zelfs bij Dolf Jansen ontvangt ontwikkelingshulp zijn laatste rechtvaardiging in het feit dat het óns ten goede komt. Bolkestein knikt minzaam.

Hoe gevaarlijk Jansens redenering is, blijkt tien minuten later. Nog steeds gaat het gesprek over de bezuinigingen. Inzet is nu hoe te bezuinigingen zonder schade toe te brengen aan de Nederlandse economie. Dat lukt niet door salarissen te verlagen of de BTW te verhogen, zegt Bolkestein. ‘Er is niet zo makkelijk iets te vinden dat geen impact heeft op de economie.’ Feitelijk is er maar één bezuiniging denkbaar. ‘En dat is ontwikkelingssamenwerking’. Enkele uren later zal Bolkestein op dit punt uitgebreid worden geciteerd op de nieuwssite nu.nl.

Hij is er weer, die blik van ongeloof in de ogen van Dolf Jansen. Deze tournure had hij niet voorzien. Dacht Jansen nog het budget voor ontwikkelingssamenwerking te redden door te benadrukken dat we het toch vooral voor ons zelf doen, nu blijkt hoe eenvoudig het argument van eigenbelang kan worden omgedraaid.
Ook deze tweede les mag de ontwikkelingssector zich ter harte nemen. Wie zijn oprechte betrokken-heid voor de ander verpakt in de taal van het eigenbelang, legt het altijd af tegen hen die het lot van ander geen fluit kan interesseren.

Ralf Bodelier is journalist, onderzoeker en hoofdredacteur van het Wereldpodium in Tilburg. Hij schreef boeken over Afrika en ontwikkelingssamenwerking, werkte en woonde jarenlang in Malawi en promoveert aanstaande zomer op een proefschrift over kosmopolitisme en ontwikkelingssamenwerking.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

‘Ze’

Wat ís er toch met al die opiniemakers, columnisten, bloggers en bestuurders die steeds als een groepje moslims iets vraagt, onmiddellijk schermen met de ‘neutraliteit’ van de overheid, de ‘openbaarheid’ van het onderwijs, de o zo verheven – buiging, buiging – scheiding van kerk en staat, en wat ze verder nog maar aan hoogs en heiligs van stal kunnen halen om … ja om wat eigenlijk? Om een muis te baren. Om te concluderen dat ‘ze’ er geen recht op hebben – op wat het ook maar is dat ‘ze’ vragen, stelt ethicus Bart Voorzanger.

Kloppen doen die argumenten niet. De scheiding van kerk en staat is al helemáál niet in het geding (daarover elders, hier bijvoorbeeld). Neutraal zijn betekent dat je niemand voortrekt, maar ook wie neutraal is, kan nog best eens iemand helpen. Openbaar zijn betekent dat je niemand uitsluit, maar een openbare instelling mag het z’n bezoekers best naar de zin maken als dat kan zonder uitsluiting. Alleen, dat doet er allemaal niet echt toe, want de conclusie klopt maar al te vaak wel: ‘ze’ hebben er inderdaad geregeld geen recht op – op wat het ook maar is dat ‘ze’ vragen.

Ze hebben geen recht op een eigen zwemuurtje. Ze hebben geen recht op gescheiden inburgeringslessen. Ze hebben geen recht op een aanpassing van uniformvoorschriften zodat ze een hoofddoekje kunnen dragen. Ze hebben geen recht op een beetje subsidie zodat ze de huur van hun moskee in een door hogerhand gerenoveerd en dus opeens duurder gebouw kunnen blijven betalen. Ze hebben geen recht op toegang tot de bezemkast die niemand nodig heeft en waar ze tot voor kort hun middaggebed deden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Shell moet niet zeuren

Er komen te veel regels uit Brussel. Vooral met betrekking tot openheid over geldstromen bij olie, mijn- en bosbouw. Dat vinden althans grote bedrijven zoals Shell. De regering-Rutte zwicht voor de krokodillentranen van deze firma’s en oefent nu druk uit op Brussel om de regels te versoepelen. Want regels zijn volgens deze neoliberale regeringsploeg al snel een belemmering. Met het toegeven aan Shell gaat de regering voorbij aan mens en milieu, stelt PvdA-Europarlementariër Judith Merkies. Bovendien is transparantie een uitstekende winststrategie.

Rutte houdt niet van regels. Maar hoe zit het met maatschappelijk verantwoord ondernemen? Met de verantwoordelijkheid van Europese bedrijven voor de landen waar zij actief zijn? In hoeverre sluiten Rutte en de zijnen hun ogen voor de indirecte steun van grote bedrijven aan corrupte regimes? Bedrijven als Shell hebben al een onvoldoende voor democratisch en transparant handelen. Terwijl het bedrijf het afgelopen jaar forse winst maakte, is het onduidelijk of gastlanden meeprofiteren en of burgers lijden onder de neveneffecten van olie- en gaswinning. Onze regering moet niet toegeven aan de krokodillentranen van de bedrijven, maar werken aan vrijheid en democratie. Want daar staat de partij van premier Rutte toch voor?

Maar al te vaak zijn lokale bevolkingsgroepen en hun leefomgeving de dupe van activiteiten van bos- en mijnbouwbedrijven. En al te vaak staan schandalen in ontwikkelingslanden in de krant omdat de lokale bevolking wordt uitgebuit door grote multinationals. Niet zelden wordt hun leefomgeving geheel vervuild en uitgeput achtergelaten. Neem Zambia: Mopani Copper Mines (MCM), een dochteronderneming van het Zwitserse concern Glencore MCM, heeft veel schade aangebracht aan het milieu en belasting listig ontweken. MCM verkocht koper voor een kwart van de wereldmarktprijs aan het moederbedrijf – en betaalde over dat schijntje belasting aan Zambia. De winst is voor Glencore, dat zelf – u raadt het al – wel wereldprijzen hanteert.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Beelden van de Griekse crisis

We hebben veel artikelen over de eurocrisis en af en toe gelukkig ook een stuk over hoe de crisis huishoudt in Griekenland. Deze foto’s zijn van de Griekse fotograaf SpaceShoe [learning to live with the crisis]. Hij documenteert, met de nodige treurnis, hoe zijn land afglijdt. Hij schrijft: ,,In the past two years Greece faces a humanitarian disaster. I spoke to an old person who had lived through the occupation of Greece from the Nazis. He just saw hundreds of people gathering to a place where farmers gave their products for free. Poor people who used to have jobs, who now face huge difficulties to survive each day. He was crying as he was describing the image. He told me, “I never thought I would live to see the same reality again, but here I am”.

The winter this year in Greece is harsh. It is harsh because according to the official statistics unemployment is over 20%. In reality, it is more than 30%. It is harsh because prices keep on rising but salaries keep on going down. If there is a salary. If there is a job.

The homeless population in Greece has doubled over the past 2 years. I am certain that there would be many more homeless if “family” didn’t play such an important role in Greece. In the absence of the state, “family” is the last shelter.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Het onrealistisch realisme van Paul Brill

Koerden krijgen geen eigen staat, dus Palestijnen ook niet. Dat is ongeveer de strekking van Paul Brill’s betoog, afgelopen weekend in de Volkskrant. Filosoof en student Internationaal Recht Mihai Martoiu Ticu dient Brill van repliek.

Paul Brill’s versie van Volkenrecht is wonderbaarlijker dan Alice in Wonderland. Zijn heimelijke gedachte in zijn laatste column, ”Recht op eigen staat heeft zijn grenzen”, is ons een machtswellustig en op macht berustend beeld van recht aan te smeren. Zijn houding is slechts te verklaren via de natte droom dat Israël ook het resterende stuk van Palestina zal bemachtigen.

Hij betoogt dat de Koerden meer recht op een staat hebben dan de Palestijnen en suggereert dat – omdat de Koerden weinig kans op een eigen staat maken – de Palestijnen het ook moeten ontgelden. Maar hij vergist zich op alle fronten.

Zijn argument dat de Koerden een groter recht op een staat hebben, berust op de volgende premissen:

  • Hun nationalisme is eerder opgebloeid.
  • Ze hebben een eigen taal.
  • Ze hebben een rijke culturele traditie.
  • “Na de Eerste Wereldoorlog heeft er, op grond van het Verdrag van Sèvres, ook heel even een embryonale Koerdische staat bestaan in het gebied rond Diyarbakir (Oost-Turkije).”

Laten we deze allemaal onder de loep nemen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Als ‘borstvoeding’ de vraag is, is ‘fles’ geen antwoord

De blogpost van Sabine Roeser over borstvoeding heeft veel losgemaakt. Vandaag een nieuwe reactie, dit keer van columniste Gabriëlle Jurriaans.

Toen ik was bevallen van mijn tweede zoon dacht ik wel te weten hoe ik moest borstvoeden. Met ruim drie jaar borstvoedingservaring op zak zou het dit keer een eitje worden. De eerste 24 uur nadat mijn kind geboren was, zag ik echter geen kraamhulp of vroedvrouw meer. Toen was het leed al geleden: zoonlief weigerde de borst en wij zaten met een borstvoedingsprobleem.

In Nederland wordt op alle fronten gekort op zorg en welzijn. Bezuinigingen hebben directe gevolgen voor miljoenen Nederlanders en dus ook op de zorg rondom borstvoeding. Daarom is de opmerking van Sabine Roeser -dat borstvoeding soms mislukt ‘ondanks al die hulp’- merkwaardig. In die eerste uren na de geboorte van een baby staat er zelden een lactatiekundige aan het kraambed, terwijl dat moment nu juist zo cruciaal is.

Lactatiekundigen kunnen je vertellen hoe frustrerend het is dat zij vaak achter de feiten aan moeten lopen. De druk om borstvoeding te doen slagen, ligt bij verpleegsters, kraamverzorgers en vroedvrouwen. Dat zijn nu net vakgebieden die geteisterd worden door een chronisch hoge werkdruk. Als er überhaupt al voldoende kennis en ervaring over borstvoeding bij hen aanwezig is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Presidentiële interventies in Michigan

Dit is de eerste bijdrage van Maurits Denekamp, politiek communicatiewetenschapper. Hij zal voor Sargasso de verkiezingen in de VS verslaan.

De campagnes zijn neergestreken in Michigan. Morgen worden hier, net als in Arizona, primaries gehouden. Michigan is de staat van de auto-industrie. Het is de staat waar de Amerikaanse overheid in 2008 en 2009 flink heeft ingegrepen om The Big Three, Chrysler, Ford en General Motors , overeind te houden. Deze interventie wordt ook wel de Auto Industry Bailout genoemd.

Zowel Romney als Santorum benadrukken tegen ingrijpen van de overheid te zijn. Zo ook waar het gaat om de auto-industrie, Amerika’s trots. Dit is van beide een gewaagde stelling. De leningen hebben er namelijk voor gezorgd dat de drie autofabrikanten nog bestaan. General Motors is zelfs gegroeid tot de grootste autoproducent ter wereld. De leningen zijn inmiddels terugbetaald. Met de redding is een enorm aantal banen gered. Waar Michigan eerst dik in de min stond kan inmiddels worden gepronkt met een bescheiden balansoverschot van 457 miljoen dollar. Zo lijkt het er dus op dat de bailout vooral positieve gevolgen heeft gehad.

Het is de vraag hoe Republikeinse kiezers hierop zullen reageren. Houden zij vast aan de principes van een kleine en non-interveniërende overheid of achten zij het welzijn van de staat Michigan belangrijker, ook al betekent dit een proactieve overheid die zich bemoeit met de industrie?

Foto: Images Money (cc)

It’s the monetary system, stupid!

Geld is niet zozeer ruilmiddel, maar vooral een veroorzaker van centralisatie, ongelijkheid en bron van macht. Dat is wellicht de grootste les van de eurocrisis, zegt Zeitgeist-coördinator Seth Lievense.

We zijn gered! Het akkoord is misschien niet optimaal, de weg voor de Grieken is lang en Noord-Europa moet flink in de buidel tasten, maar veel keuze hadden we niet. De druk is van de ketel en we kunnen er weer even tegenaan.’ Het algemene debat wijkt aldoor niet ver af van deze gedachtegang. Toch weten we dat we enkel tijd hebben gekocht. Sinds 2008 is er eigenlijk weinig veranderd en zijn problemen enkel geëscaleerd. Alhoewel, één constante lijken we van uit te kunnen gaan: de bank als winnaar. Keer op keer.

Hoe zijn we hier eigenlijk gekomen? Het begon al lange tijd geleden in de Verenigde Staten met het verstrekken van makkelijk toegankelijk krediet via de creditcards/leningen en gaf de economie daarmee een grote voorsprong ten opzichte van andere economieën. De rekening werd vervolgens niet betaald, maar opgevangen met nieuw makkelijk toegankelijk krediet in de vorm van hypotheken. De rotte appels werden gebundeld in pakketjes met andere schulden en kregen een triple-a kredietwaardigheid van de kredietbeoordelaars -de welbekende Credit Default Swaps (CDS). De schulden konden met deze CDS’s worden geëxporteerd en de risico’s werden de problemen van internationale banken, (lokale) overheden en pensioenfondsen. De aflossingsproblemen in de VS werden zo ieders probleem, de waarde van dit triple-a bezit verdampte deels en de banken, lokale overheden en pensioenfondsen zaten in grootse schulden. Wederom werd nieuw krediet verleend, nu door de Centrale Banken of de overheid -welke vervolgens bij de Centrale Bank aankloppen. En zo zitten we nu bij -het door Goldman Sachs uitverkochte- Griekenland dat gisteren weer voor €130 miljard aan krediet werd voorzien van de Centrale Bank, het IMF en instituut Europa: ‘de trojka’. Ze hebben zich ondertussen gevormd tot de dominante spelers met Europa als speelveld.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Verlos de Grieken van hun verlossers!

Onder het mom van redden, wordt Griekenland kapot bezuinigd. Europese burgers mogen dit niet laten gebeuren. Een Europees manifest, uit het Frans vertaald door Dennis Schep.

Terwijl de helft van de Griekse jeugd werkloos is en er 25.000 daklozen door Athene dwalen; terwijl 30% van de Griekse bevolking onder de armoedegrens leeft en duizenden families zich gedwongen zien hun kinderen elders onder te brengen om ze voor honger en kou te behoeden; terwijl vluchtelingen en de nieuwe armen wedijveren om de best gevulde vuilnisbakken, leggen de “redders” van Griekenland het land een nieuw hulpplan op – onder het voorwendsel dat de Grieken er niet hard genoeg voor werken – dat de sociale misstanden dreigt te verdubbelen. Een plan dat een einde maakt aan het recht op arbeid, dat de armen in de meest extreme vorm van ellende stort, en de middenklasse zal doen verdwijnen.

Het doel is niet om Griekenland te “redden.” Alle economen die hun naam waardig zijn zijn het hierover eens. Het gaat erom tijd te winnen om de interesses van de schuldeisers veilig te stellen, terwijl het land langzaam in faillissement afglijdt. Maar bovenal gaat het erom van Griekenland een laboratorium van sociale verandering te maken dat, in de volgende fase van de crisis, over heel Europa uitgespreid zal worden. Het model waarmee nu in Griekenland geëxperimenteerd wordt is een model waarin sociale diensten, scholen en ziekenhuizen worden geruïneerd, waarin gezondheid tot een privilege voor de rijken wordt, en waarin kwetsbare bevolkingsgroepen zijn gedoemd tot een zorgvuldig geplande eliminatie, terwijl zij die nog werken veroordeeld worden tot de meest extreme vormen van verarming en precariteit.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Gletsjers passen niet in flitsende koppen

‘Gletsjers en polen smelten minder dan gedacht’, kopt een artikeltje op de populaire site nu.nl. Diverse andere media geven vergelijkbare berichten over een onderzoek dat begin februari in Nature verscheen. Verwarring troef. De boodschap in enkele media lijkt te zijn: hoera, het valt allemaal reuze mee, die wetenschappers destijds overdreven. Hiermee verdwijnen echter de belangrijkste conclusies van het onderzoek achter de horizon. Hoe moet het onderzoek dan wel worden begrepen? En hoe verhoudt het zich tot eerdere studies? Een gastbijdrage van Jan Wuite, Ernst Schrama en Jan Paul van Soest.

Een icecap is geen ijskap

De terminologie steekt nauw. In veel media worden gletsjers, ijskappen en polen op één hoop gegooid, het onderscheid is onduidelijk. Het artikel richt zich met name op wat in jargon ‘glaciers and ice caps’ (GICs) wordt genoemd. Hiermee wordt bedoeld alle ijsmassa’s op land buiten Groenland en Antarctica. De term ‘icecap’ is niet te vertalen met het Nederlandse ‘ijskap’ – waarmee doorgaans het ijs op Groenland en Antarctica wordt aangeduid, en al helemaal niet met ‘polen’ (Noord- en Zuidpool). Met ‘icecap’ wordt bedoeld: een massa ijs die het land geheel bedekt, maar met een totale omvang kleiner dan 50.000 km2.Voorbeelden hiervan vinden we in IJsland en Patagonië. Voor het ijs op Groenland en Antarctica wordt de term ‘ice sheet’ gebruikt.  De verwarring kan nog groter worden als in de reacties, zoals de blogosfeer, ook nog eens zee-ijs over dezelfde kam wordt geschoren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Partijbestuur PvdA gijzelt de fractie

Een gastbijdrage van MN van Publiekrecht & Politiek.

Dát was nog eens een slimme zet vanmiddag, van het PvdA-partijbestuur: koud had Job Cohen (ik heb hem in geen maanden zo ontspannen gezien) bekendgemaakt dat hij de Kamer verlaat, of partijvoozitter Spekman schreef een ledenraadpleging over de nieuwe fractievoorzitter uit. Die ledenraadpleging zou formeel uiteraard niet meer kunnen zijn dan een zwaarwegend advies. Maar iedereen begrijpt dat het ondenkbaar is dat een duidelijke ledenuitspraak hierover door de fractie genegeerd wordt. Spekman zette zo de fractie vakkundig in de hoek: nog voordat er kongsies konden worden gevormd, werd het initiatief rondom de opvolging naar de leden verplaatst.

Mogelijk is de recente onrust in de fractie hiertoe aanleiding geweest. Potentiële opvolgers zullen zich de komende weken in de kijker willen spelen, en medio maart gaan de sociaaldemocratische stemkaartjes de lucht in. Wie als winnaar uit die procedure komt, heeft een sterk mandaat en weet zich in de rug gedekt tegen paleisrevoluties.

Bij eerdere tussentijdse wisselingen verliep dit toch meestal anders. Bos, Halsema en Rouvoet wezen hun opvolger zelf aan. Over de opvolging van De Hoop SchefferKant en De Graaf werd intern een beslissing genomen. Ik heb zo één-twee-drie geen voorbeelden paraat van tussentijdse wisselingen van fractievoorzitter waarbij de leden in feitelijk zin de sleutel in handen kregen. Het vertrek van Cohen is een persoonlijk drama, maar door Spekmans trouvaille kon het wel eens een blessing in disguise zijn voor de sociaaldemocraten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Relaas van een langstudeerder

Vanaf heden zal Laura Louwes geregeld voor Sargasso bloggen. Zij is studente in Groningen en haar stukken verschijnen ook in de Groninger Universiteitskrant.

Ik zou het liefste voor eeuwig ingeschreven willen blijven staan aan de RuG. Helaas doemden er de afgelopen jaren steeds meer obstakels op, die allemaal zeer begrijpelijk zijn, maar voor mij persoonlijk onhandig. Om me maar zacht uit te drukken. Als eerste verdween het fantastische concept Algemeen Vormende Vakken. Mocht je ‘in mijn tijd’ nog voor 30EC (1EC = 28 studie-uren) volgen aan totaal ongerelateerde lollige keuzevakken, nu is het een minor in hetzelfde thema. Ik hoorde geregeld oproepjes in mijn omgeving als “wie weet er nog een AVV van 5EC dat in twee dagen te halen is?”. Carrièretechnisch is een minor nuttiger, maar voor mensen met een brede interesse een gemis. Ik was erg blij dat ik mijn bètakant weer eens mocht inzetten bij het vak Criminalistiek aan de Farmaciefaculteit, en mijn interesse in de Islam kon bevredigen in het vak Moslimculturen van de faculteit Wijsbegeerte. En het was uitgerekend het AVV Inleiding Criminologie dat ervoor zorgde dat ik nu een tweede master Rechten wil gaan doen. De relatief nieuwe maatregel van de harde knip is ongetwijfeld een effectieve manier om de rendementen op te schroeven, maar dit zorgt er bij mij voor dat ik straks een half jaar moet wachten voor ik aan die tweede master mag beginnen omdat mijn master te klein is om twee keer per jaar op te starten. Nu vind ik dat nog wel overkomelijk, maar wat me verbaast en ontzettend tegenvalt is het financiële plaatje. Was ik net als mijn stagegenoot zo slim geweest om na het afronden van mijn studie mijn masterbul een jaar geleden nog niet aan te vragen, dan had de master me maar 1700 euro gekost. Nu zal ik over anderhalf jaar 10.500 euro moeten ophoesten. In één termijn alstublieft. Dat ik die tweede master zelf moet betalen snap ik, maar als achtste- en straks negendejaars mag ik dat bedrag niet meer lenen. De langstudeerdersboete van 3000 euro schiet de DUO dan weer wel voor, bij wijze van overgangsregeling. Enige voordeel is dat ik de komende jaren niet meer zal klagen over saaie vakken aangezien ik daarvoor wekelijks met vijf vreemde mannen naar bed moet, uitgaande van het standaardtarief van 50 euro.

Vorige Volgende