Rousseau was een populist
Het is dit jaar driehonderd jaar geleden dat de filosoof Jean-Jacques Rousseau het levenslicht zag. Wat is de relevantie van zijn gedachtegoed voor de moderne mens, vraagt Studium Generale Utrecht zich af.
Volgens Willem Koops heeft Rousseau een belangrijke rol gespeeld in de manier waarop kinderen opgevoed worden. In zijn inleidende column voor de lezing van prof. Herman Philipse in de serie Van nature goed, vertelt hij over de psycholoog Jean Piaget. Toen hij de verschillende ontwikkelingsstadia onderzocht die kinderen doormaken, kwamen die opvallend goed overeen met de ideeën van Rousseau zoals naar voren gebracht in zijn Émile ou de l’éducation. Niet vreemd, want de manier waarop kinderen op school onderwezen worden is in hoge mate beïnvloed door Rousseaus gedachtegoed. Rousseau leverde met Émile een blauwdruk die later waarheid zou worden en heeft daarmee een groot stempel op onze cultuur gedrukt.
Een paradoxale denker
Herman Philipse houdt een ‘causerie’ over zijn lectuur van Rousseau, een paradoxale denker volgens hem. De mens heeft het vermogen om zichzelf te verbeteren, zegt Rousseau, maar juist in dat vermogen ligt ook de oorsprong van de ongelijkheid tussen mensen. Hij had dédain voor het gecultiveerde stadsleven. Voordat de mens verpest werd door de cultuur, leefde hij in de natuur. Hij was gelukkig in deze ‘natuurtoestand’, maar bovenal was hij vrij. In het proces van beschaving raakt de mens die vrijheid kwijt. Bovendien zorgt de daarmee samenhangende cultuur er volgens Rousseau voor dat er in allerlei opzichten ongelijkheid ontstaat tussen mensen. Hij had dan ook niets op met de vermeende superioriteit van het geciviliseerde bestaan.