Gastauteur

2.322 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Jacob Fredrickson (cc)

Nieuwe techniek, nieuwe kwetsbaarheden

ANALYSE - Nieuwe technologiën brengen nieuwe risico’s met zich mee. We worden dus niet minder kwetsbaar, maar anders kwetsbaar, betoogt filosoof Mark Coeckelbergh. Dat is geen reden om op te houden met wetenschap en het ontwikkelen van techniek. Wel is ethische en politieke reflectie gewenst.

Mensen hebben altijd pogingen gedaan om met wetenschap en techniek risico’s te verminderen en zich minder kwetsbaar te maken. Om ons te beschermen hebben we huizen gebouwd en wapens ontwikkeld. Om minder afhankelijk te zijn van jagen en verzamelen zijn we met landbouw begonnen. Nieuwe manieren om ons voedsel te bereiden bleken veiliger te zijn. We zijn gaan sparen en hebben verzekeringen ontwikkeld om ons in te dekken tegen risico’s. Met de geneeskunde proberen we ons minder kwetsbaar te maken voor ziektes. Onze auto’s proberen we niet alleen zuiniger, maar ook steeds veiliger te maken. Onze materiële cultuur is erop gericht om de kwetsbaarheid van het menselijke bestaan te verminderen.

In mijn recente boek Human Being @ Risk beargumenteer ik echter dat deze pogingen nooit helemaal slagen omdat ze telkens opnieuw nieuwe kwetsbaarheden creëren. De contingenties van de jacht zijn vervangen door de wisselvalligheden waarvan de landbouw afhankelijk is. Nieuwe voedingspatronen brengen nieuwe (welvaarts)ziektes met zich mee. Nieuwe wapens brengen ook weer nieuwe antiwapens voort, waardoor een wedloop ontstaat die tot nieuwe risico’s leidt. Financiële systemen zijn ook bijzonder kwetsbaar: er blijkt weinig nodig te zijn om het vertrouwen waarop deze systemen zijn gebouwd te laten instorten, en hedendaagse financiële transacties zijn volledig afhankelijk van altijd kwetsbare computersystemen en netwerken. Antibiotica brengt met zich mee dat bacteriën er resistent tegen worden. Auto’s krijgen wel meer veiligheidsvoorzieningen, maar nodigen ook weer uit tot sneller rijden.

Foto: Visha Angelova (cc)

Investeren in Bulgarije

ANALYSE - Om fraudezaken als de Bulgaarse aan te pakken is het bovenal nodig om te investeren in Bulgarije zelf, en de grenzen wijd open te zetten. Maar daarvoor is lef nodig.

KRO Brandpunt zond op 21 april een reportage uit over Bulgaarse fraude met huur en zorgtoeslagen. De reportage was gebaseerd op informatie uit het Bulgaarse bTV uit december 2012. In Bulgarije werden de organisatoren opgepakt door de politie. In Nederland werden pas veel later twee medeplichtigen aangehouden. Politie en belastingdienst wisten al van de fraude sinds mei 2012. Staatssecretaris Weekers moet diep door het stof. En terecht.

Toch leidt het politieke circus rondom Weekers af van een van de belangrijkste oorzaken van deze fraude, namelijk de rauwe armoede in Bulgarije zelf. In dit armste land van de Europese Unie deelt de huidige financiële crisis flinke klappen uit. Het gemiddelde loon is er 400 euro, terwijl de prijzen van veel levensmiddelen op Nederlands niveau liggen. De werkloosheid liep in februari op tot boven de 12 procent. In diverse plattelandsdorpen is dat zelfs 90 procent. En er is nog steeds geen fatsoenlijk sociaal vangnet.

Op een kleine groep na raakt de crisis elke Bulgaar. Toch zijn het vooral de gepensioneerden en Roma die het hardst getroffen worden. Wie in Bulgarije is geweest, kan het niet gemist hebben: bejaarden die in containers wroeten, zigeuners die in krotten leven die niet onderdoen voor de hutjes in de Braziliaanse favelas. Het is niet nieuw; de crisis in Bulgarije duurt al decennia. De huidige is er slechts een pijnlijke verdieping van. Maar wel eentje die mensen tot wanhoop drijft. Afgelopen maart staken zes Bulgaren zichzelf in brand. Uit totale uitzichtloosheid en onvrede met het politieke mismanagement, de hoge werkloosheid en desastreuze armoede. Al meer dan 750.000 Bulgaren zijn de afgelopen twintig jaar wegens de malaise naar het buitenland ‘gevlucht’. En ze blijven gaan. Geef ze eens ongelijk.

Foto: dydcheung (cc)

Alternative für Deutschland aanleiding tot debat euro

OPINIE - De opkomst van de Duitse anti-euro partij ‘Alternative für Deutschland’ toont maar weer eens dat alleen politieke outsiders een ander geluid laten horen, vindt gastschrijver Jermain Carter.

Nu de spanningen en emoties rondom het koningslied en de troonswisseling het lijf van menig Nederlander langzaamaan verlaten, kunnen we misschien nog even snel – nu we nog in de met-z’n-allen-modus zitten – stil staan bij een andere gebeurtenis van de afgelopen weken. De oprichting van Alternative für Deutschland (AfD), de Duitse ‘anti-euro’ partij die in Nederland tot nu toe opvallend weinig stof heeft doen opwaaien. Zeer opvallend eigenlijk, omdat de Nederlandse regering in eurokwesties graag optrekt met onze oosterburen en een verandering in de positie van Duitsland hoogstwaarschijnlijk directe gevolgen heeft voor de positionering van Nederland in het eurodebat. Het is dus knip en klaar dat wij ons nog steeds veel meer focussen op alles wat er binnen onze landsgrenzen gebeurt, ten opzichte van de rest van de EU, maar dit terzijde.

Of AfD uiteindelijk slechts een populistische anti-euro eendagsvlieg is, zal nog moeten blijken, maar is op het moment niet eens zo interessant. Wat wel interessant is, is dat wederom opvattingen uit de samenleving alleen tot uiting kunnen worden gebracht door een outsider. Hierbij is het trouwens de moeite waard om aandacht te schenken aan de framing die op nu wordt toegepast. Waar The Guardian kopt: ‘leading German economist calls for dissolution of eurozone to save EU,’ verwijst Bild structureel naar Afd met de koosnaam ‘Euro-Hasser’.

Foto: Lourens Rolograaf (cc)

Help! Onze minister is klusser!

OPINIE - Het laten fuseren van provincies en gemeenten is een slecht idee. Waarom niet een verregaande publiekrechtelijke samenwerking?

‘Help, mijn man is klusser!’ is een RTL4-programma waarbij een radeloze huisgenoot aanklopt bij John Williams omdat het echt niet langer gaat. De verbouwing van een woonhuis is jaren geleden begonnen, maar het wil maar niet vlotten. Als John Williams wordt gevraagd om te helpen, moet men wel echt wanhopig zijn. Maar misschien moeten wij, de Nederlandse burgers, hem ook maar eens opbellen.

Wat is immers het geval: ‘onze’ minister Plasterk van Binnenlandse Zaken (BZK) heeft besloten tot de oprichting van de Superprovincie. De provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht moeten opgaan in één landsdeel. Tegelijkertijd moeten gemeenten opschalen naar 100.000+ inwoners. Of preciezer: het moet niet, maar het wordt wel dringend aangeraden. Daarbij komen nog allerhande decentralisatieoperaties: de natuurbeschermingswetgeving gaat van het Rijk naar de provincies, de Awbz, de Wmo en Jeugdzorg naar de gemeenten. Dit alles in het kader van het BZK-mantra: wat decentraal kan, moet decentraal.

Of is het gewoon een doorzichtige bezuinigingsoperatie? Gemeenten en provincies krijgen er veel taken bij, maar wel met aanmerkelijk minder financiën dan het Rijk tot haar beschikking had.

Al met al worden er heel wat muren gesloopt en nieuwe deuren geplaatst in het Huis van Thorbecke. Dit ‘huis’ is vernoemd naar de liberaal Johan Rudolph Thorbecke: de architect van de Nederlandse grondwet van 1848. Daarbij hoort ook de term ‘decentrale eenheidsstaat’. Sindsdien zijn er heel wat slingerbewegingen waar te nemen tussen ‘decentraal’ en ‘eenheidsstaat’.

Foto: Michiel2005 (cc)

Doe mij maar een samenleving met een rafelrandje

OPINIE - Een pleidooi voor de monarchie. Ook als die voor een rafelrandje zorgt.

Draken bestaan niet, monsters bestaan niet, ridders dragen geen harnassen meer en kastelen zijn tegenwoordig party-centra. Maar prinsen bestaan wel. En over een paar dagen wordt er een prins gekroond tot koning. Dat is géén sprookje! Ik kan me geen fantasierijkere werkelijkheid voorstellen. Laten wij dat koesteren.

Het zijn de kille rationalisten die voor een republiek zijn. Grijze figuren die vinden dat het niet klopt dat een kind op basis van zijn afkomst staatshoofd kan worden. En de wereld moet kloppen ja! En honden moeten aan de lijn. Systeemfetisjisten onderschatten het nut van de verhalen die bij een monarchie horen.

Lang geleden

Want laten we even terug gaan in de tijd. (‘Naar toen de wereld nog jong was’, zou ik er bijna aan toe willen voegen.) Toen woonde er ene Willem in Delft. Hij werd doodgeschoten, omdat hij het opnam voor onderdrukten. Jaren later was er een koningin in ballingschap die via de radio in het geheim haar volk toesprak. En op een keer raasde er langs de Nederlandse kust een genadeloze noordwesterstorm. Grote delen van het land overstroomden. De koningin reisde naar het getroffen gebied en zij bood troost aan de slachtoffers. En elke vier jaar als olympische sporters medailles winnen, worden zij op het paleis uitgenodigd om dat te vieren.

Foto: John Perivolaris (cc)

Is dom en sceptisch rechts fout na de oorlog?

OPINIE - Een (super)kort manifest tegen klimaatsceptici.

We staan op een cruciaal punt in de geschiedenis van de mensheid. Aan de ene kant is er ruimte voor optimisme. De wetenschappelijke ontwikkeling gaat razendsnel en we kunnen verwachten of in ieder geval hopen dat voor veel van de huidige problemen een oplossing bedacht zal worden. Zo verwacht Peter Diamandis dat er door de exponentiële rendementsverbetering van zonnecellen over 20 jaar bijna gratis (zonne)energie voor iedereen zal zijn. Aan de andere kant ligt de ontwikkeling van die oplossing wel aan de keuzes die we nú maken. Een belangrijk obstakel daarbij is sceptisch rechts.

Ik heb het over de mensen die de opwarming van de aarde bagatelliseren, volhouden dat het geen gevolg is van menselijk handelen en dat klimaatalarmisten de kluit belazeren. Mensen die tegen inmenging van de overheid in het bedrijfsleven zijn, die beweren dat zelfregulering voldoende is om banken en producenten van medicijnen en insecticiden in toom te houden, die niet moe worden te roepen dat de consument heus wel zelf kan besluiten om minder vet en zoet te eten. Mensen die de Occupy-beweging belachelijk maken. Die protesten tegen nicotinoïden (waarschijnlijk oorzaak van bijensterfte), tegen genetisch gemanipuleerde gewassen en tegen de bio-industrie afdoen als geblaat van aluhoedjes en geitebreiers.

Foto: Julio Costa (cc)

We worden genaaid

OPINIE - De consument wordt genaaid. Of het nou om dure iPads of iPhones, suiker, alcohol of medicatie gaat.

Toen ik in de jaren ’80 in San Diego als verkoper bij Stanley Dodge Superdealer werkte, hield de sales manager elke maandagochtend een peptalk. En elke week weer legde hij uit dat elke klant die de dealership binnen kwam ons volgende salaris in zijn zak droeg. Het was onze taak dat er uit te kloppen. We moesten de klant voorover buigen en hem vervolgens zo diep en hard mogelijk naaien. “But”, zo was zijn uitsmijter, “use plenty of vaseline.” Wij moesten daar dan om lachen. Dus dat deden we. Elke week weer.

De zakenmentaliteit die uit dit voorbeeld spreekt, lijkt erg ouderwets. Maar wie om zich heen kijkt, de kranten leest en wat kritische weblogs volgt, kan niet anders dan constateren dan dat er niks veranderd is. Wij, consumenten, worden door veel ondernemingen gezien als productiemiddel en financier, als arbeidskracht én leverancier van inkomen. Zij zijn op aard om ons zo veel mogelijk geld uit de zak te kloppen. Om ons zo diep en zo hard mogelijk te naaien. Al dan niet met vaseline.

Ingebouwde levensduurverkorting

Enerzijds is er het uitbuiten van individuele consumenten. Bedrijven ontwikkelen steeds nieuwe producten met een steeds kortere levensduur. Ik zag vandaag iemand een nieuw model Philips stofzuiger bij het grof vuil zetten en zelf gooi ik ook regelmatig spullen weg van maar een paar jaar oud. Ze houden er gewoon mee op. Iets breekt af of brandt door. Op. Neem nou die spaarlampen. Niet goedkoop, maar dank zij de vele tienduizenden branduren toch voordelig. Zeiden ze. Die dingen bestaan nog niet eens vijf jaar. Waarom heb ik er dan al zoveel moeten weggooien? Ik maak me sterk dat de producenten hun spullen wel beter kúnnen maken, maar het gewoon niet willen. Voor de gloeilampenindustrie zijn daar overigens gewoon bewijzen voor. En als Apple iPhones en iPods verkoopt waarvan de batterij zeer lastig te vervangen is of even duur is als een nieuw apparaat, is ook dat eenhufterige manier om je klanten te ‘verplichten’ een nieuwe versie te kopen. Overigens valt ook het elke acht maanden uitbrengen van een nieuwe en verbeterde versie onder de definitie van ‘planned obsolence’. Ze smeren de verbeteringen uit over een langere periode, zoals Sergej Boebka elk groot toernooi zijn wereldrecord polsstokspringen met 1cm verbeterde om de kampioensbonus op te strijken. Veel aantrekkelijker dan in één keer 10 cm hoger springen. En wat te denken van het steeds ‘verbeteren’ van besturingssystemen zodat je op een gegeven moment je computer wel móet vervangen? Ik heb een zeven jaar oude MacBook die het nog prima doet. Maar zodra je online gaat, weigert hij dienst met de mededeling (in vier talen) “Herstart uw computer”. OK, ik kan er nog DVD’tjes op kijken, maar als computer is hij waardeloos.

Foto: Kennisland (cc)

Politiek op slot door sleutelrol partijen

OPINIE - De sleutelrol van politieke partijen in onze democratie moet aan banden gelegd worden door de voorkeursdrempel te verlagen.

Aan onze democratie is altijd gesleuteld. Vaak hadden veranderingen een positieve uitwerking op de representativiteit van de volksvertegenwoordiging, maar sommige maakten de invloed van het volk juist marginaler, bijvoorbeeld de opkomst van politieke partijen. De sleutelrol voor politieke partijen is een bedreiging voor ons democratische stelsel. Partijen trachten het gedrag van hun leden in het parlement namelijk dusdanig te beïnvloeden dat Kamerleden eerder het belang van de partij dan het belang van het volk behartigen.

Op zoek naar een oplossing voor deze impasse moet allereerst worden gekeken naar de formele rol van Kamerleden in de Tweede Kamer. Volgens artikel 50 van onze Grondwet moeten de Staten-Generaal het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigen. Vervolgens bepaalt artikel 67, derde lid, dat de leden van de Kamers dit op een onafhankelijke manier dienen te doen. Zij stemmen zonder last. Hiermee hebben Kamerleden grondwettelijk een onafhankelijke en zelfstandige positie binnen onze parlementaire democratie. Alhoewel deze positie de iure onomstreden is, is deze positie de facto aan ernstig verval onderhevig. Oftewel: het staat er wel zo mooi, maar het werkt anders.

In de praktijk functioneren Kamerleden alles behalve zelfstandig. Zij maken (praktisch) altijd deel uit van een politieke partij. Aanvankelijk vervulden deze partijen een ondersteunende rol voor min of meer gelijkdenkende Kamerleden. Tegenwoordig spelen deze partijen een sleutelrol binnen de politiek. Het politieke beleid wordt niet langer bepaald door de leden van de Tweede Kamer zelf, maar door het bestuur van hun politieke partij. Daarmee is de Grondwettelijke onafhankelijkheid tot een staatsrechtelijke fictie gedegradeerd. Partij- en fractiediscipline bepalen het politieke handelen van Kamerleden en daarmee de besluitvorming binnen het parlement. Zo was het partijvoorzitter Lilianne Ploumen die uiteindelijk Job Cohen het mes in de rug stak.

Foto: United Nations Photo (cc)

Jodendom als fictie – een brug te ver

OPINIE - Bart Voorzanger legde in een eerdere blogpost uit waarom volkeren fictie zijn. ‘Het duurde even voor ik snapte waarom mijn lezers niet altijd meteen overtuigd waren. Inmiddels snap ik dat: de bewering “volken zijn een fictie” is gewoon onwaar.’

Volken bestaan, in elk geval in de zeer concrete zin dat je van de meeste mensen ondubbelzinnig kunt vaststellen of zij al dan niet tot een bepaald volk behoren. Een volk is een heel concrete verzameling van heel concrete individuen. En het is verwarrend zo’n verzameling als fictie aan te duiden. Ik zei dus overduidelijk iets anders dan ik bedoelde, en dat spijt me.

Maar wat ik bedoelde was geen onzin. Volken zijn verzamelingen van mensen die niet meer gemeen hebben dan dat ze elementen uit die verzameling zijn. Wat Nederlanders gemeen hebben is hun Nederlanderschap, maar daarmee weet je nog niets over hoe ze eruit zie, hoe ze zich gedragen, wat ze vinden, waar ze wonen, welke taal ze spreken, enzovoort, enzovoort. Nederlander-zijn is een uiterst oninteressante eigenschap: als je weet dat iemand Nederlander is, weet je, afgezien van zijn of haar nationaliteit, nog niets. O zeker, u zult, dat wetende, bepaalde verwachtingen hebben, en statistisch zijn daar zeker gronden voor. Maar welke van die statistisch verantwoorde verwachtingen u ook hebt, er zijn heel wat Nederlanders die er niet aan zullen beantwoorden.

Foto: Tjebbe van Tijen (cc)

De revolutie begint bij het Koningslied

Laat ons strijden voor intrekking van de intrekking van de intrekking van het koningslied, stelt gastblogger Jair Schalkwijk.

Wat een heuse volksoproer beloofde te zijn, werd gisteren op de valreep de kop ingedrukt. De intrekking van het koningslied is officieel ingetrokken, en dat is jammer. In televisieprogramma’s afgelopen vrijdag werd het lied gekraakt. Een neerlandicus vond acht fouten in één strofe. Op Twitter gniffelde men om suffe fouten zoals ‘de W van stamppot eten’. Op zaterdag ontstond er een ware mediastorm waarin zelfs de apolitieke gebruikers van Facebook hun tanden lieten zien. Niet sinds de protesten tegen kernwapens in 1983 zag men in Nederland zoveel eensgezindheid over wat goed en wat slecht is.

Waar Fred Teeven wankelde maar wel bleef zitten, kwam Ewbank met een daverende klap neer. Een klinkende overwinning voor Nederland! Geen gelobby of gepolder: het volk kwam, luisterde en overwon. Zondag voelde daarom als de prelude voor een nieuw bewustzijn. Tegen de domme verheerlijking van dijken en saaie maaltijden. Voor muziek met inhoud en kwaliteit.

Meer dan dat, was de manier waarop en de snelheid waarmee dit allemaal gebeurde van onhollandse proporties.

Het deed denken aan revoluties zoals we ze op televisie zien. Een zelfbewust en krachtig volk dat in al zijn diversiteit een eensgezindheid ontwikkelt. Een groep mensen zonder leiders die zichzelf richting geeft, en de gewone en de sociale media als communicerende kracht. Nederland heeft nog het vermogen om te protesteren, Nederland leeft nog volop.

Foto: Niek Sprakel (cc)

Een brood stelen

COLUMN - Woensdag overleed bisschop Tini Muskens. In 1996 sloeg Frits Bolkestein hem met een bijbelcitaat om de oren, maar dat was misplaatst, vindt Les Clochards.

Op 2 oktober 1996 haalde bisschop Tini Muskens van Breda de landelijke pers met zijn uitspraak dat iemand die te arm is om een brood te kopen het recht heeft om het te stelen. Politici van links tot rechts lieten hun afkeuring horen.

Eén van hen was Frits Bolkestein. Hij gaf zijn verontwaardiging nog een extraatje mee door de bisschop met zijn eigen wapen te bestrijden: de bijbel. Wie uit honger stal, moest dat zevenvoudig terug betalen, aldus de Heilige Schrift zélf. De kerkvorst uit Breda kreeg een koekje van eigen deeg.

Het staat er inderdaad, in Spreuken hoofdstuk 6, vers 30 en 31:

ze verachten een dief niet wanneer hij steelt,-
om zijn lege keel te vullen
wanneer hij honger lijdt;
is hij betrapt
dan moet hij zevenvoudig vergoeden,-
al het geld bij hem in huis moet hij afgeven;
(Naardense vertaling)

Ik weet niet of iemand Frits Bolkestein ooit heeft uitgelegd dat hij met deze tekst de bisschop helemaal niet kapittelde over stelen, maar over vreemdgaan. Dat zie je als je de tekst eromheen leest:

Zal iemand vuur in zijn boezem nemen,
dat zijn klederen niet verbrand worden?
Zal iemand op kolen gaan,
dat zijn voeten niet branden?
Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat;
al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.
Men doet een dief geen verachting aan,
als hij steelt om zijn ziel te vullen, dewijl hij honger heeft;
En gevonden zijnde, vergeldt hij het zevenvoudig;
hij geeft al het goed van zijn huis.
Maar die met een vrouw overspel doet, is verstandeloos;
hij verderft zijn ziel, die dat doet;
Plage en schande zal hij vinden,
en zijn smaad zal niet uitgewist worden.
Want jaloersheid is een grimmigheid des mans;
en in den dag der wraak zal hij niet verschonen.
Hij zal geen verzoening aannemen;
en hij zal niet bewilligen, ofschoon gij het geschenk vergroot.
(vers 27 t/m 35 in de Statenvertaling)

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Waarom moeten de provincies fuseren?

ANALYSE - Provincies moeten fuseren om kosten te besparen. Maar volgens gastblogger Saskia liggen aan deze fusiedrang veel cynischer motieven ten grondslag. 

Wie op zijn werk een reorganisatie heeft meegemaakt zal ongetwijfeld ervaren hebben dat een reorganisatie ogenschijnlijk meer kost dan dat deze opbrengt. Iedereen zit ergens anders. Iedereen krijgt weer een andere computer waar van alles aan schort. Iedereen moet weer zijn boekenkast uitruimen en is daar weer een dag mee bezig. En uiteindelijk doet iedereen nog steeds ruwweg hetzelfde werk, op een handjevol mensen na dat eruit zijn gevlogen.

Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen onder gemeentelijk besturen wijst uit dat een fusie tussen gemeenten geen enkele reële bezuiniging met zich meebrengt. De reden om te reorganiseren is dan ook altijd een andere, meer strategische. Minder bestuurlijke baantjes? Geen sprake van. Minder ambtenaren? Absoluut niet. Meer belastingopbrengsten? Nee, burgers gaan niet ineens ergens anders wonen.

Waarom waarom waarom. Wat is dan het idee achter een superprovincie. En waarom wil de VVD het zo per se en is ineens de PvdA ook om, en wil die zeer dringend zijn achterban overtuigen?

Ik kwam er maar niet uit en vind het echt helemaal niks. Als ik móet kiezen noem ik mezelf Brabander. Ik merk het aan alles, ook al praat ik gelukkig niet zo. Bovendien is Brabant een veel betere provincie dan alle andere provincies. De provincie heeft een zeer deugdelijk bestuur en draagvlak onder de bevolking. En de mensen daar zijn aardiger. Waarom zou iemand dat nou willen splitsen in een Oost-Brabant dat bij Limburg moet en een West Brabant dat bij Zuid Holland moet?

Vorige Volgende