Gastauteur

2.332 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Didier Misson (cc)

Hoe grote multinationals EU-burgers er met TTIP opnieuw in proberen te luizen

OPINIE - TTIP wordt vaak een vrijhandelsverdrag tussen de VS en de EU genoemd. De Piratenpartij heeft niks tegen vrije handel. Toch nemen wij als een van de weinige partijen duidelijk stelling tegen TTIP. Het is namelijk niets meer dan een lobbydeal waarmee de belangen van grote multinationals boven mensenrechten worden gesteld, schrijft Matthijs Pontier, Lijsttrekker Piratenpartij bij de Europees Parlementsverkiezingen.

Het lobbyparadijs in de EU

We zijn de enige internationale politieke partij. Samen met de Piratenpartijen in andere landen denken we daarom dus ook vaak na hoe we dingen internationaal kunnen oplossen. Ook denken we dus graag na hoe we door internationale afspraken te maken, effectiever handel kunnen bedrijven.

We zien echter grote problemen in hoe de Europese politiek nu werkt. Er ligt te veel macht bij te weinig mensen. Er wordt niet transparant geopereerd en er is een gebrek aan democratische controle. Hierdoor is de EU een lobbyparadijs geworden. Grote multinationals schrijven met hulp van een leger aan lobbyisten wetsvoorstellen die vaak letterlijk worden overgenomen door de Europese Commissie. NGO’s en ‘gewone burgers’ hebben vaak geen tijd en geen geld om op een zelfde manier de politiek naar hun hand te zetten.

Zeker nu de EU na een mislukt referendum met het verdrag van Lissabon via de achterdeur alsnog een politieke unie is geworden en landen een groot deel van hun wetgeving uit Europa krijgen opgelegd, is dit een steeds groter wordend probleem. Belangen van grote multinationals komen boven de belangen van de kiezers te staan, die politici in de EU zouden moeten representeren.

Foto: campact (cc)

TTIP: Een bedreiging voor de democratie

ANALYSE - De Europese Unie en de Verenigde Staten onderhandelen sinds 2013 over het handelsverdrag ‘Transatlantic Trade and Investment Partnership’ (TTIP). Het hoofddoel van TTIP is om wetgeving en regelgeving te verwijderen die de winsten van multinationals kunnen beperken en is daarmee een bedreiging voor de democratie, meent Samuel Gosens.

Lonen en arbeidsrechten

Amerikaanse werknemers zijn al bekend met werkverlies ten gevolge van de North American Free Trade Agreement (NAFTA) tussen Amerika, Canada en Mexico. De Amerikaanse overheid beloofde dat het aantal banen door NAFTA zou groeien, maar in werkelijkheid heeft NAFTA tussen 1994-2006 geleid tot een nettoverlies van meer dan één miljoen banen in de VS en een daling van lonen voor miljoenen werknemers in de drie landen.

TTIP zou net als haar soortgenoot NAFTA leiden tot een verslechtering van de arbeidsrechten en lonen doordat het gemakkelijker wordt voor multinationals om de productie te verplaatsen naar regio’s waar lonen en arbeidsrechten slechter zijn. De Europese Commissie verwacht bij bepaalde bedrijfssectoren een toename van de werkloosheid door TTIP.

Regelgeving en publieke voorzieningen

De Amerikaanse voedselregelgeving is veel slechter dan de Europese. De Amerikaanse regering wil TTIP gebruiken om de Europese voedselveiligheidsregels te verzwakken. De Europese Commissie verklaarde zich bereid om de voedselveiligheidsregels van de Europese landen te verminderen. Een paar voorbeelden zijn:

Foto: Dietmut Teijgeman-Hansen (cc)

Het heilige huisje genaamd de vrijheid van meningsuiting

OPINIE - Nourdine Tighadouini kwam onlangs in het nieuws omdat hij aangifte deed tegen het weblog GeenStijl.

In dit tijdperk zou de vrijheid van meningsuiting gepaard moeten gaan met enig verantwoordelijkheidsbesef. Vanwaar ben ik deze mening toegedaan? Een politicus kan aan de hand van één enkele uitspraak een brandhaard elders op de wereld veroorzaken. Een redactie van een goed bekeken website die structureel beledigingen koppelt aan etniciteit, maakt dat de norm in het maatschappelijke verkeer. Woorden, zij het geschreven of gesproken, hebben heden ten dage in een bepaalde context direct invloed op het maatschappelijke klimaat. Vandaar mijn opinie dat de vrijheid van meningsuiting en verantwoordelijkheid hand in hand zouden moeten gaan.

Noem het een realistische en constructieve visie. Een poging tot het herdefiniëren van het vrije woord. Een pretentieuze uitspraak van mij, alla. Enkel waar liggen de grenzen momenteel? Waar is de balans gebleven tussen satire, het recht op beledigen, de vrijheid van meningsuiting en andere wetsartikelen aangaande discriminatie? Dat is de vraag die bij mij is gaan rijzen. Opmerkingen met betrekking tot dit onderwerp worden momenteel niet gewaardeerd. Mea culpa. Want velen zijn namelijk voor een absolute vorm van het vrije woord. Zij citeren daarbij graag Voltaire: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’

Foto: Euro Realist Newsletter (cc)

Wie zijn Henk en Ingrid eigenlijk?

ANALYSE - Het lijkt erop dat Henk en Ingrid, niet alleen in Nederland maar ook in andere West-Europese landen, de verliezers van het globaliseringsproces zijn, vindt Matthijs Rooduijn.

Er is de laatste maanden veel geschreven over de samenwerking tussen de PVV en radicaal rechtse zusterpartijen als het Front National in Frankrijk, de United Kingdom Independence Party (UKIP) in het Verenigd Koninkrijk en de Lega Nord in Italië. Onlangs heeft de PvdA de aanval op deze partijen ingezet. Met een speciale website, getiteld devriendenvanwilders.eu, probeert de partij kiezers over te halen niet op de PVV te stemmen.

Ook de ‘lijsttrekker’ van de fractie van de sociaaldemocratische partijen in het Europees Parlement, Martin Schulz, is niet zo blij met het succes van radicaal rechts. Hij zei dat deze partijen haat voorstaan en noemde het ondenkbaar dat er straks een nazipartij in het Europees Parlement zit die propaganda maakt voor Adolf Hitler. Of dit een goede strategie is valt te betwijfelen. Maar vooral laten deze acties en uitspraken van de sociaaldemocraten zien hoe het publieke debat over het succes van radicaal rechts een sterk veroordelende ondertoon heeft en bovendien puur en alleen gaat over de partijen zelf.

In plaats van radicaal rechts tot vervelens toe te veroordelen is het voor gevestigde partijen misschien een beter idee om eens te proberen te begrijpen waar het succes van Wilders en de zijnen eigenlijk vandaan komt. Een goed begin is dan wat langer stil te staan bij de vraag wie nu eigenlijk de mensen zijn die op radicaal rechts stemmen en waarom ze dat doen. Het zijn uiteindelijk immers de kiezers die bepalen hoe succesvol radicaal rechtse partijen zijn. Om het succes van deze partijen te begrijpen zullen we, in andere woorden, moeten uitzoeken wie Henk en Ingrid zijn.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Tweedeling

COLUMN - Ik was de veertig nog niet gepasseerd toen ik mijn eerste economische model bedacht. Een mens doet wel eens rare dingen. Het begon met een onschuldige gedachte: een samenleving valt niet noodzakelijk samen met zijn economie, dat zijn twee verschillende dingen. Hoewel je daarbij in eerste instantie kunt denken aan een nationale samenleving die opereert in een globale economie, kan het ook andersom. Dat was mijn tweede onschuldige gedachte. Als je een economie ziet als een ingewikkeld netwerk waarbinnen geld, goederen, diensten, arbeid en nog zo wat ongeregeld worden uitgewisseld, dan zou het in theorie mogelijk moeten zijn dat er binnen één samenleving bijvoorbeeld twee economieën naast elkaar functioneren, vooropgesteld dat er – toevallig of om een andere reden – een contactarme kloof bestond of ontstond tussen die twee economische netwerken.

Destijds woonde ik in een buurt waar nogal wat sociale achterstand heerste. Veel bijstandstrekkers en arbeidsongeschikten en bijgevolg ook verschijnselen van een ‘informele economie’: een kringloopwinkel, een weggeefwinkel, een buurtcentrum dat een soort ruilhandel in diensten faciliteerde (ik verf jouw muren, jij past op mijn kinderen), een heel grote vrijwilligerscentrale en niet te vergeten een daklozenopvang waarvan enkele cliënten zich verdienstelijk maakten met het schoonhouden van de straat en het bezorgen van huis aan huis bladen. Door die omgeving werden mijn gedachten al minder onschuldig. Stel dat die twee economieën niet naast, maar boven elkaar bestonden?

Bovenin zou dan de ‘echte’ economie spelen: de economie waarover we lezen in de krant en waarmee politici hun kiezers sarren; de economie die – mits op de juiste wijze gehanteerd – levens kan maken en breken, wat zeg ik: samenlevingen kan maken en breken, díe economie. Onderin de samenleving zou dan iets functioneren dat leek op die informele economie in mijn buurt, maar dan veel groter. In theorie – aldus mijn gedachtenexperiment – zou het mogelijk moeten zijn om beide netwerken onafhankelijk van elkaar in de lucht te houden, op voorwaarde dat er voldoende kritische massa was: genoeg mensen dus om de kringloop van goederen, diensten, geld en arbeid op gang te houden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Geen consumentenvertrouwen in Brussels lof

Zolang het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen niet aantrekken, zal het voorspelde economisch herstel in Nederland niet doorzetten, meent Jasper Klapwijk.

De Europese Commissie is gisteren in de spring forecast uitzonderlijk positief over de Nederlandse economie. Waar de groeiverwachting voor de hele Eurozone voor dit en volgend jaar naar beneden bijgesteld werd, kwam Nederland positiever uit de bus dan ons eigen CPB twee maanden geleden nog voorspelde. De groeiverwachting voor 2014 is verhoogd naar 1,2% en voor 2015 zelfs naar 1,4%. Dit jaar zal de economie vooral profiteren van bedrijven die investeren, maar volgend jaar zullen de consumenten eindelijk hun hand van de knip halen. Dat is de afgelopen jaren al vaker gezegd. Zou het nu echt gebeuren? Ik heb er weinig vertrouwen in.

Begrotingstekort

Het gaat volgens de Europese Commissie uitzonderlijk goed met Nederland, en vooral met het begrotingstekort. Dat daalt tot 2,8% in 2014 en verder naar 1,8% in 2015 door hogere belastinginkomsten. Maar die hebben geen direct effect op de bestedingen; daarvoor zou de overheid meer moeten uitgeven, of zouden de belastingen omlaag moeten. Dat wordt lastig. Dijsselbloem heeft al gewaarschuwd dat de overheid nog steeds te veel uitgeeft en dat hij weinig ruimte heeft op de begroting. Hogere overheidsinvesteringen, bijvoorbeeld in defensie of terugdraaien van lastenverzwaringen lijken daarom niet goed mogelijk. De voorspelde groei is dus vooral afhankelijk van export en consumentenbestedingen.

Foto: Pedro Ribeiro Simões (cc)

De zoektocht naar leiderschap

OPINIE - We willen allemaal meer vrijheid voor, en gelijkwaardigheid van, het individu, maar ondertussen zoeken we ook naar leiding en ankerpunten. Het zoeken naar leiderschap is de last van de individualisering en modernisering, meent Menno Hurenkamp.

Bijna niemand is tegen ‘emancipatie’, het bevrijden van individuen uit verstikkende verbanden. Bijna de gehele politiek pleit dan ook graag vóór modernisering van onze sociale verhoudingen. Graag ruim baan voor minder dwingende arbeidsverhoudingen, minder dwingende gezinsverhoudingen, minder dwingende grenzen van het land en andere bevrijdingen uit de ketenen van het oude, en verstikkende.

Maar de ‘lichte gemeenschappen’ die je daardoor krijgt, hebben ook een prijs. Want wanneer het om de onbedoelde en vaak negatieve effecten van deze modernisering gaat, dan vraagt de politiek juist weer om nieuwe ordening, om herkenbaarheid die al te vrije individuen weer een thuis moet bieden.

Het schuurt dus; roepen dat vrijheid het hoogste goed is en ondertussen kaders willen scheppen om het gevreesde gebrek aan binding een beetje overzichtelijk te houden. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar in pleidooien voor burgerschap.

In lichte gemeenschappen leer je in de dagelijkse praktijk wat goed burgerschap is; thuis of op straat of op school of in de vereniging oefenen mensen zich in idealen articuleren, meningsverschillen oplossen, vergaderen. Maar dat goede burgerschap wordt op het nationale niveau getoetst: je hoeft niet helemaal te weten hoe je vergadert of hoe je geld inzamelt voor een goed doel, maar je moet wel weten wie een vinger in de dijk stak en wie Willem van Oranje was om een goed Nederlands burger te zijn en het inburgeringsexamen te halen. Dit wringt met de logica van de lichte gemeenschappen.

Foto: Giampaolo Squarcina (cc)

S.E.X.

OPINIE - Serieuze Europese Xenofobie: terwijl andere continenten de contouren schetsen van een nieuwe wereld, luisteren wij Europeanen liever naar de halve waarheden van anti-Europese populisten, meent Nourdine Tighadouini.

De hegemonie van de Verenigde Staten in de wereld is al enige tijd voorbij. China is in 2020 de grootste economie van de wereld. Ook India en Brazilië boeken op economisch gebied razendsnel progressie. Rusland viel Georgië in 2008 met militair geweld binnen, annexeerde recent een deel van Oekraïne en verstevigt momenteel haar controle over onze gastoevoer. De EU lidstaten Oekraïne, Polen en Hongarije vrezen ondertussen voor de expansiedrift van Rusland. Wij Nederlanders, wij Europeanen staan erbij en kijken ernaar.

Europa is ons politiek, financieel, juridisch en militair fundament voor de toekomst. Een noodzaak in een tijdperk van globalisering en grensoverschrijdende vraagstukken zoals de eurocrisis, energiezekerheid, terrorisme en migratie. Nederland an sich is wereldwijd bezien van geen enkele betekenis meer. U wilt het misschien niet horen, maar dat is wel de waarheid.

Aanpassen


De wereld verandert niet meer door beslissingen gemaakt in Den Haag. De wereld verandert wel door beslissingen gemaakt in Brussel. Vooral voor Nederland als klein handelsland met haar marginale invloed op mondiale schaal is het verstandig om een vaste pro Europese koers te blijven volgen. Wat er ingeleverd is aan invloed wereldwijd kunnen we terugwinnen op Europees niveau. En zoals Darwin het al zei: ‘Winnaars zijn degenen die zich het beste aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid.’

Foto: Lukas Koster (cc)

Wát nou fraude?

ACHTERGROND - De berichten over fraude door 400 eerstejaars economie aan de UvA zijn schromelijk overdreven.

Volgens de berichten zouden 400 eerstejaars economiestudenten aan de UvA hebben gefraudeerd bij hun toets statistiek. Er gaan al Kamervragen over gesteld worden. De digitale toets waarmee gefraudeerd zou zijn, kon eenvoudig worden omzeild. Studenten openden de toets in twee browsers tegelijk, verkregen de goede antwoorden in de ene en vulden die vervolgens in de tweede in. Het viel op toen sommige studenten de test sneller gedaan bleken te hebben dan hun docenten het konden. Dat verhaal is overal in de media terecht gekomen. Het is lariekoek.

Om te beginnen hebben er geen 400 studenten gefraudeerd. De examencommissie heeft besloten de uitslag van de toets voor 400 studenten te annuleren. Studenten die kunnen aantonen dat ze voldoende tijd hebben benut om de toets te maken ‘kunnen bezwaar maken’ aldus die commissie, die kennelijk niets meer dan dat durft toe te zeggen. Schuldig dus, totdat onschuld bewezen is. Dat heet grootschalige verdachtmaking, geen grootschalige fraude.

Ik heb wel eens met economiestudenten van de UvA zitten kletsen – ouderejaars trouwens – en ik ken die Maple-toets. Het is een toets die je gewoon thuis of in de bieb kunt maken, met je boeken erbij of in overleg met medestudenten. Op Facebook zijn speciale groepen te vinden van UvA-economiestudenten uit de verschillende jaren waarop driftig onderling wordt gediscussieerd over toetsopgaven, oefententamens en andere studie-opdrachten. Fantastisch. Dat is hoe studeren moet: samen met anderen de zaak bespreken en zo van elkaar leren en van de uitwisseling van ideeën.

Foto: epSos .de (cc)

Is ongelijkheid wel zo slecht?

ACHTERGROND - Linkse partijen gebruiken vooral morele argumenten om tegen inkomensongelijkheid te protesteren. Is dat wel verstandig, vraagt Matthijs Rooduijn zich af.

Tijdens de crisis is de ongelijkheid in Nederland groter geworden, zo berichtte de Volkskrant afgelopen weekend naar aanleiding van cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). De rijkste 1 procent in ons land beschikt over maar liefst een kwart van het totale vermogen. Een half jaar geleden schreef dezelfde krant ook al uitvoerig over de groeiende ongelijkheid in ons land. Het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS) had namelijk berekend dat sinds 1977 de 10 procent minst verdienende huishoudens er qua reëel inkomen 30% op achteruit waren gegaan. En dat terwijl het met de andere inkomensgroepen juist steeds beter ging.

Beide berichten leidden tot nogal wat verontwaardigde reacties. SP-leider Roemer riep bijvoorbeeld meteen op de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Opvallend is dat vrijwel alle reacties op de cijfers van het CBS sterk normatief geladen zijn. De (linkse) teneur: een zichzelf respecterende verzorgingsstaat zou het niet moeten toestaan dat de sociaaleconomische verschillen tussen burgers zo groot zijn.

Dat is allemaal leuk en aardig, maar met een dergelijke ideologische opvatting kun je het simpelweg eens zijn of niet. Minstens zo interessant is het om te analyseren wat de daadwerkelijke gevolgen zijn van sociaaleconomische ongelijkheid. Daar is tot nu toe helaas veel minder aandacht voor geweest. Misschien valt het in de praktijk allemaal wel mee, en is ongelijkheid helemaal niet zo slecht voor de maatschappij…

Foto: Juanedc (cc)

Nederlandse wapenleveranties aan Qatar

OPINIE - Nederlandse wapenleveranties aan Qatar zijn omgeven met onvoldoende garanties met betrekking tot het (eind)gebruik van deze wapensystemen, meent gastredacteur Martin Broek.

Afgelopen vrijdag beantwoorde Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Ploumen Kamervragen van PVV-kamerlid De Roon over de bouw van zeven oorlogsschepen in Qatar door scheepsbouwer Nakilat Damen Shipyards Qatar (NDSQ). NDSQ is een joint venture tussen Nakilat en Nederlandse scheepsbouwer Damen.

Ploumen belooft dat de uitvoer van Nederlandse kennis wordt getoetst aan het wapenexportbeleid. Deze samenwerking bij de bouw van de schepen staat echter niet op zichzelf als het gaat om Nederlandse wapenleveranties die onderdeel zijn van de omvangrijke wapenaankopen die Qatar onlangs bekend maakte.

Bij de sluitingsceremonie van de DIMDEX Arms Fair kondigde het emiraat orders aan ter waarde van € 17 miljard ($ 23 miljard). Dit is meer dan twee keer zoveel als het hele Nederlandse defensiebudget. De plannen betreffen gevechtshelikopters, geleide projectielen, tankervliegtuigen en marineschepen. Het is duidelijk dat de wapenwedloop op het Arabisch schiereiland er een speler bij heeft.

Het diplomatieke beleid van Qatar is berucht, vooral omdat het land politieke steun geeft en wapens levert aan islamisten in de conflictgebieden van het Midden-Oosten, zoals Egypte, Libië, Syrië, en Jemen. De steun voor de Moslimbroederschap in Egypte en Al Nusra in Syrië leidden onlangs zelfs tot een breuk in de Gulf Cooperation Council (GCC).

Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Waarom hebben ze Jaurès vermoord?

ACHTERGROND - Op de laatste plaat van Jacques Brel uit 1977 staat een mooi liedje, Pourquoi ont-ils tués Jaures?.

Over het hondenleven dat gewone mensen aan het begin van de twintigste eeuw leidden: wie per ongeluk de mijnen overleefde mocht sterven in de loopgraaf. Het refrein is gewijd aan Jean Jaurès, de in 1859 geboren voorman van de Franse socialisten die op 31 juli 1914 in Parijs vermoord werd door een verwarde nationalist.

De moordenaar meende dat de immens populaire vredesactivist Jaurès Frankrijk aan de Duitsers zou overleveren. Jean Jaurès had immers, samen met onder andere Lenin, in 1912 de arbeiders van heel Europa opgeroepen zich met alle middelen tegen de in de lucht hangende oorlog te verzetten. Hij werd sindsdien door de conservatieve publieke opinie verketterd als een landverrader en het was wachten tot het moment dat iemand de trekker zou overhalen. Jaurès, die de gruwelen van de eerste wereldoorlog tamelijk concreet voorspelde, is lange tijd een groot voorbeeld voor socialisten wereldwijd geweest, ook voor bijvoorbeeld prominente vooroorlogse Nederlandse sociaaldemocraten als Herman Wiardi Beckman en Willem Banning. En sinds zijn gewelddadige dood in 1914 hangt er een pacifistisch geurtje om de socialistenleider, maar dat is niet terecht.

Jaurès wilde dolgraag dat Frankrijk een leger had en ook dat Frankrijk zich teweer zou stellen tegen de Duitsers. Alleen moest het niet een beroepsleger zijn waarmee dat zou gebeuren, maar een volksleger. Alle mannen zouden korte tijd moeten dienen, en slechts een klein deel van de officieren zou in het ideale model van Jaurès levenslang zijn brood verdienen onder de wapenen. Zodat het leger zou veranderen, van het oerconservatieve bolwerk dat Alfred Dreyfuss valselijk gevangen had gezet, tot de voorhoede van een socialistische staat. Zelf was Jaurès ook niet zo’n pacifist. De linkse volksheld vocht tot twee keer toe een duel op het pistool uit, omdat hij meende dat zijn eer geschonden was. Hij reisde zelfs naar Spanje teneinde tegen een opponent in het krijt te treden – om daar aangekomen te constateren dat de Spaanse politie duelleren op het pistool verbood, en ook niet oogluikend toestond. Waarna de kemphanen beide de grens naar Frankrijk overstaken, elkaar onder vuur namen als waren ze 19e eeuwse adelborsten, natuurlijk beide hun doel misten en weer naar hun respectievelijke huizen vertrokken.

Vorige Volgende