Gastauteur

2.330 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: FolsomNatural (cc)

Waar blijft de psychosociale Corona-test?

OPINIE - Virologen, microbiologen en epidemiologen, zij lijken nu de enige wetenschappers die ertoe doen. Over de hele wereld zijn deze druk in de weer met het verbeteren van moleculaire en serologische testen, het ontwikkelen van een Corona-vaccin en zoeken naar antistoffen die ons minder vatbaar maken voor besmetting. Zijn gamma-wetenschappers bezig met iets vergelijkbaars, vraagt Hein Vrolijk zich af? Bijvoorbeeld een psychosociale test om te weten welke vorm van quarantaine het beste past bij jouw persoonlijkheid en levenssituatie? Zodat je voor een antwoord op deze vraag niet alleen terecht kunt bij je sociale netwerk of op internet (Oma weet raad).

Sociale wetenschappers leken met lege handen te staan toen de Corona-crisis in volle hevigheid uitbrak. Denk aan het Noord-Overijsselse Hasselt dat eind maart het epicentrum van een regionale Corona-epidemie werd. De vermoedelijke ‘aanstichters’ zijn een huisarts, dominee en koordirigent: drie mensen die in het overwegend christelijke Hasselt de kern van een sociaal netwerk vormen. Waarom heeft geen enkele sociaal-wetenschapper tijdig gewaarschuwd voor dit netwerk-effect, en werd alleen gesproken over carnaval (niet in Hasselt!) en wintersport als grote aanstichters?

Of neem het onderscheid tussen vitale en minder vitale beroepen, waarmee de regering vrij snel op de proppen kwam. Mensen in de eerste categorie – zoals zorg, vervoer, voedsel- en energievoorziening – moeten zoveel mogelijk kunnen doorwerken, in de tweede categorie mag alleen vanuit huis wordt gewerkt (om de kans op besmetting te minimaliseren). Je mag toch verwachten dat economen en andere sociale wetenschappers iets zinnigs over dit onderscheid te zeggen hebben, wat uitstijgt boven borrelpraat en boerenverstand. Maar het bleef stil. Ook hebben zij geen discussie over internationale verschillen aangezwengeld: in ons land  wordt de scheidslijn tussen vitale en non-vitale beroepen immers een tikkeltje anders getrokken dan in omringende landen, zowel formeel als informeel. Denk aan de bouwnijverheid die hier rustig doorgaat, hoewel het officieel geen vitale sector is. Kan deze vorm van ongelijkheid concurrentievervalsing opleveren? Of het draagvlak onder het lockdown-beleid ondermijnen?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bezwaar tegen een puppy?

Overgenomen van het weblog Jans.je, waar Jansje van Middendorp schrijft over ervaringen met onder andere hulpvragende mensen met financiële problemen.

De coördinator van de dienst thuisadministratie waar ik vrijwilliger ben, belt of ik een nieuwe hulpvrager wil ondersteunen, samen met een andere vrijwilliger. Het gaat om een alleenstaande man die zijn post al een tijdje niet meer open maakt. Hij heeft zichzelf aangemeld, want hij maakt zich zorgen. Hij heeft schulden, maar hoe hoog? Welke en hoeveel schuldeisers er zijn? Het is onbekend. Het lijkt me een mooi traject voor een vrijwilliger thuisadministratie. Of ik er bezwaar tegen heb dat mijn nieuwe hulpvrager een puppy heeft, vraagt de coördinator. In het begin heb ik aangegeven dat ik bang ben voor honden.

Ach een puppy moet kunnen, dus ik zet m’n bezwaar aan de kant. “Wat dapper van je! En een goede casus om vooroordelen aan de kant te zetten,” zegt de coördinator. Heb ik zoveel vooroordelen? Ik ga toch altijd onbevangen een traject in? En wat voor vooroordelen zou ik hebben over een man met een puppy? Ja, oké, een hond kost geld. Vaak meer dan iemand van tevoren inschat. Niet alleen aan eten, maar ook aan de dierenarts. Voor iemand met schulden is het misschien niet verstandig om een puppy te nemen. Maar aan de andere kant heb ik geleerd hoeveel een hond voor iemand kan betekenen. Onvoorwaardelijke vriendschap, een luisterend oor, geen vooroordelen… Ik neem de casus aan en bedenk dat het me misschien over mijn angst voor honden heen kan helpen; een lieve, speelse, jonge pup.

Foto: Abhi Sharma (cc)

Nogmaals Peter Gøtzsche over vaccinaties

RECENSIE - Een gastbijdrage van Pepijn van Erp, eerder verschenen op KloptDatWel.nl

De controversiële Deense arts Peter Gøtzsche kondigde op Twitter de publicatie van zijn nieuwe boek over vaccinaties aan. Door het lezen van zijn vorige boek en wat recente akkefietjes rondom zijn persoon was ik toch wel nieuwsgierig naar het boek en heb het inmiddels gelezen.

Nogmaals Peter Gøtzsche over vaccinaties 1

In zijn vorige boek maakte Gøtzsche al duidelijk waar hij staat in discussies over vaccinaties. Dat werd eigenlijk ook wel tijd aangezien hij vaak door antivaxxers wordt aangehaald als een volkomen onafhankelijke expert, wars van enige BigPharma-invloed, die heel kritisch is over vaccins. Ja, van het griepvaccin en dat tegen HPV is Gøtzsche bepaald geen fan, maar de meeste vaccinaties die bij ons in het Rijksvaccinatieprogramma zitten, vindt hij fantastisch. In zijn net verschenen Vaccines: truth, lies and controversy diept hij het onderwerp verder uit.

Vaccinontkenners

Het eerste hoofdstuk gaat over het vaccindebat en de soms uiterste felle toon waarop dat plaatsvindt. Gøtzsche maakt zich er zorgen over dat uit angst de antivaxxers in de kaart te spelen, zo’n beetje elke kritiek op vaccins al snel als verdacht en ongewenst wordt weggezet.

People who reject all vaccines and are totally resistant to rational arguments and findings from high-quality science going against their beliefs are often called anti-vaxxers. I do not like calling people anti-something. People who criticise the huge consumption of psychiatric drugs for valid scientific reasons are often called anti-psychiatry by psychiatrists, which they are not; they are pro-people. I prefer to use the term vaccine deniers, since they deny the science, just as there are Holocaust deniers and people who deny that man ever set foot on the Moon.
The other camp I shall call vaccine advocates even though this term is too kind for those of them who are similarly unreasonable as the vaccine deniers when they say we should accept all vaccines without asking questions.

Foto: This scanning electron microscope image shows SARS-CoV-2 (yellow)—also known as 2019-nCoV, the virus that causes COVID-19—isolated from a patient in the U.S., emerging from the surface of cells (blue/pink) cultured in the lab. Credit: NIAID-RML copyright ok. Gecheckt 13-10-2022

Wat weten we over COVID19?

Dit is een gastbijdrage van Sam Gerrits, aardwetenschapper en journalist (@SamGerrits). Op verzoek brengt hij ons op de hoogte van de stand van zaken rondom COVID19.

Nederland lijkt zich vooralsnog weinig zorgen te maken om Covid19. Veel media, waaronder de Volkskrant, hebben lang volgehouden dat het om een soort koorts gaat, “WuFlu”, een term die pure desinformatie is overigens. Verder is op dit moment de informatie over deze ziekte nogal versnipperd. Daardoor is het gevoel van urgentie in Nederland niet groot. Maar is dat terecht? In deze blog zet ik op een rijtje wat er inmiddels bekend is over Covid19. Lees en oordeel zelf.

Op 18 januari maakte ik voor het eerst kennis met de nieuwe ziekte die momenteel wereldwijd om zich heen grijpt. Enige verdieping leerde me al snel dat het hier om een nauw aan SARS verwant coronavirus ging. Ik noemde het daarom direct “SARS 2.0”.

Op dinsdag 11 februari doopte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de nieuwe Chinese ziekte “COVID-19”, wat staat voor COrona VIrus Disease 2019. Het virus zelf heet sindsdien SARS-CoV-2, een onderscheid vergelijkbaar met het AIDS-virus, dat HIV heet.

Verwantschap met andere coronavirussen

Wat de bron en verwantschap met andere coronavirussen betreft: Lee et al. melden op 24 februari in de Lancet (non peer reviewed) het volgende over SARS-CoV-2:

Foto: Danny Tax (cc)

Wet staat Grand Prix-teams niet toe door strandreservaat te rijden

De gemeente Noordwijk overtreedt waarschijnlijk de wet als zij toestaat dat drie Grand Prix-teams begin mei door het strandreservaat Noordvoort mogen rijden op weg naar het racecircuit in Zandvoort. Dat stellen de Partij voor de Dieren en de Partij van de Arbeid in de Provincie Zuid-Holland. Volgens hen staan zowel de Algemene Plaatselijke Verordening als de Wet natuurbescherming een dergelijke verstoring van het dieren- en plantenleven ter plekke niet toe.

Begin mei vindt de Dutch Grand Prix Formule 1-race plaats op het circuit in Zandvoort. Ook de provincie Zuid-Holland krijgt te maken met de gevolgen van deze race. Veel bezoekers en ook drie Grand Prix-teams maken in die periode gebruik van hotels en campings in en rond Noordwijk.

Die gemeente heeft laten weten dat ze van plan is de drie Grand Prix-teams toe te staan om drie dagen lang via het strand van Noordwijk naar Zandvoort te rijden. Daarbij doorkruisen ze onder meer het strandreservaat Noordvoort, een drie kilometer lang natuurgebied tussen beide gemeenten, precies op de grens van Zuid-Holland en Noord-Holland. Het is een stiltegebied voor onder meer vogels en zeehonden, waar mensen zo veel mogelijk worden geweerd. Het werd in mei 2019 officieel geopend.

Volgens de ‘Strategische agenda Kust Zuid-Holland’ zijn de rustige stranden tussen Hoek van Holland en Noordwijk, die liggen voor Natura 2000-duingebied, toegevoegd aan het natuurnetwerk Nederland (NNN). Dat geldt ook voor het strandreservaat Noordvoort voor het deel dat in Zuid-Holland ligt.

Foto: Marco Verch Professional Photographer and Speaker (cc)

Kerkbelasting: goed idee of niet?

Kerken voeren steeds vaker zorgtaken uit voor de overheid, zonder daar financiële compensatie voor te krijgen. Moeten we, naar Duits voorbeeld, een ‘Kerkbelasting’ invoeren? Een gastbijdrage van Jan Keuken.

In het Betuwse dorp waar wij wonen, is het bijna niet te missen. Tegenover het plaatselijke cafetaria hangt een groot rood spandoek waarop de actie Kerkbalans staat aangekondigd.

De actie gaat uit van vijf kerkgenootschappen en wordt gebruikt om de financiën van lokale kerken aan te zuiveren. Bij veel wel of niet meelevende kerkleden valt er bovendien een envelop op de mat met het verzoek om een bijdrage voor de kerk.

De actie Kerkbalans is een oproep aan iedereen, gelovig of niet, om de lokale geloofsgemeenschap te steunen. En die gemeenschap begint sinds de verregaande decentralisatie van zorgtaken door de overheid bijna een diaconaal platform te worden.

Duitsland: kerkbelasting

In Nederland is zo’n verzoek om een financiële bijdrage iets tussen de kerk en de gelovige. De staat houdt zich daarbuiten. In Duitsland ligt dat heel anders. Daar betalen geregistreerde gelovigen – of ze nu naar de kerk gaan of niet – een kerkbelasting van 8 tot 9 procent van de loonbelasting.

Werkgevers dragen die belasting direct af aan de belastingdienst en die maakt dat bedrag over naar de kerk waartoe de werknemer behoort. Er moet dus bewust een keuze worden gemaakt voor een kerkgenootschap.

Foto: Trending Topics 2019 (cc)

Aanhangers van populistische partijen: geïnformeerd, ongeïnformeerd, of verkeerd geïnformeerd?

Zijn kiezers van populistische partijen bovengemiddeld vatbaar voor misleidende informatie die door politici en (sociale) media wordt verspreid? Een analyse van Stijn van Kessel, Javier Sajuria en Steven van Hauwaert. Eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Politicologen hebben vaak genoeg aangetoond dat kiezers van radicaal linkse en rechtse populistische partijen bewuste keuzes maken: ze stemmen grotendeels op deze partijen omdat ze het eens zijn met de standpunten die deze verkondigen. Toch worden kiezers van populistische partijen vaak afgeschilderd als slecht geïnformeerd en vatbaar voor bezwerende doch misleidende woorden van een charismatisch leider.

Dit heeft niet in de laatste plaats te maken met een wijdverbreide negatieve interpretatie van het concept ‘populisme’. Populisme wordt regelmatig in verband gebracht met politiek opportunisme (‘zeggen wat de mensen willen horen’), naïviteit (‘simpele oplossingen voor complexe problemen’) en demagogie (‘inspelen op de onderbuik’), of verward met aangrenzende maar fundamenteel verschillende concepten zoals xenofobie of nationalisme.

In hoeverre klopt de stereotypering van populistische kiezers als politiek onnozel of misleid, als er al iets van waar is? In de hedendaagse context van ‘fake news’ is deze vraag wellicht relevanter dan ooit. Zijn kiezers van populistische partijen bovengemiddeld vatbaar voor misleidende informatie die door politici en (sociale) media wordt verspreid? In ons recent gepubliceerde onderzoek geven we een eerste antwoord op deze vragen.

Foto: Metro Centric (cc)

Kiezer steeds meer radicaal-rechts?

ANALYSE - Kiezers die al negatief waren over immigratie lijken beter hun weg te hebben gevonden naar partijen die op dat thema dicht bij ze staan. Een analyse van Matthijs Rooduijn, eerder gepubliceerd op Stuk Rood Vlees.

Eén van de (vele) in het oog springende politieke ontwikkelingen van de jaren nul en tien is het succes van radicaal-rechts. Donald Trump won de verkiezingen in de VS, Jair Bolsonaro in Brazilië, en Narendra Modi in India. In Europa is de steun voor radicaal-rechtse partijen toegenomen van minder dan 5% twee decennia geleden tot ongeveer 15% nu.

Maar het succes van radicaal-rechts uit zich niet alleen in de verkiezingsoverwinningen van deze partijen. Hun gedachtegoed is ook steeds meer wijdverspreid geraakt doordat gevestigde middenpartijen steeds dichter tegen radicaal-rechts zijn aangekropen (met name op het gebied van immigratie).

Worden kiezers nu ook steeds meer radicaal-rechts? Is de publieke opinie langzaam maar zeker steeds negatiever geworden over immigratie en de multiculturele samenleving (het hoofdthema van radicaal-rechtse partijen)? Het antwoord is nee.

Figuur 1 hieronder laat voor 28 Europese landen zien hoe de gemiddelde opvatting over immigratie zich heeft ontwikkeld tussen 2002 en 2018. De gegevens komen van de European Social Survey. Een lage score staat voor een zeer negatieve opvatting over immigratie en een hoge score voor een heel positieve. Zie voor meer informatie over de data de methodologische verantwoording onder deze tekst.
© European Social Survey graph1-1024x683 via Stuk Rood Vlees
Figuur 1: Gemiddelde opvatting over immigratie (0 = zeer negatief; 10 = zeer positief) per land-jaar

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Transparantie rond digitale politieke advertenties laat te wensen over

ANALYSE - door Rebekah Tromble, Kristof Jacobs en Tom Louwerse (eerder verschenen op Stuk Rood Vlees).

Online advertenties worden steeds belangrijker in verkiezingscampagnes, maar er is ook groeiende kritiek. Anders dan bij advertenties in traditionele media, is niet duidelijk wie welke boodschap te zien krijgt. Ook is de afzender van de advertenties niet altijd helder. Dit kan leiden tot misbruik, zo benadrukte ook de Staatscommissie Parlementair Stelsel.

Platforms zijn niet ongevoelig voor deze kritiek. Twitter kondigde recentelijk aan politieke advertenties (deels) te verbieden, en ook Google wil ze aan banden leggen. Facebook wil ermee doorgaan, maar committeerde zich vorig jaar wel aan een Code of Practice on Disinformation, waarin platforms beloven om onder andere de transparantie van digitale politieke advertenties te verbeteren.

In hoeverre hebben die vrijwillige afspraken geleid tot meer transparantie? In opdracht van het Netherlands Helsinki Committee en het European Partnership for Democracy analyseerden wij hoe deze afspraken in de praktijk uitpakten rondom de Europese parlementsverkiezingen.

Ad libraries als oplossing?

Eén van de maatregelen is het opzetten van Ad libraries: online overzichten waarin je precies kunt zien wie (welke Facebook-pagina of welke Twitter handle) welke politieke advertentie heeft geplaatst, hoe vaak deze is bekeken en aan wat voor soort mensen deze advertentie is getoond. Bij dat laatste gaat het bijvoorbeeld om het geslacht, leeftijd en de regio. Dat klinkt als een belangrijke verbetering van de transparantie, maar dan moet zo’n ad library natuurlijk wel alle politieke advertenties bevatten en ook voldoende complete informatie bevatten.

Foto: Eric de Redelijkheid (cc)

“Is het niet geweldig?!”

OPINIE - “De kracht van de wetenschap zit hem in de kritiek die wij elkaar leveren.” Volgens Steven Raaijmakers (Universiteit Utrecht) moeten onderzoekers niet schromen om ook hun ‘beroemde collega’s’ af en toe tot de orde te roepen.

Wetenschap is hot. Drommen van mensen gaan op hun zondagmiddag vrijwillig in de schoolbanken (dan wel van die comfortabele theaterbanken) zitten om een uur lang te luisteren naar een wetenschapper. Ook ik doe er gewillig aan mee. In de Stopera ben ik wezen kijken naar een gesprek tussen Richard Dawkins en Lawrence Krauss. Gebiologeerd door de boeken van beide heren vond ik het interessant om hen in levenden lijve te horen spreken. Ook in de media kunnen we niet om de wetenschap heen. Wekelijks (of misschien zelfs dagelijks) zien we wetenschappers aanschuiven op televisie om over hun werkveld te komen vertellen. Deze populariteit is uiteraard toe te juichen, maar zou die populariteit niet ook een keerzijde kunnen hebben?

Als we kijken naar wie er beschikbaar is voor dit type lezingen, zien we dat dit vaak hoogleraren zijn die enorm goed kunnen spreken en het publiek meenemen in hun verhaal. We genieten van hun indrukwekkende verhalen. Het lijkt bijna alsof er een relatie bestaat tussen hoe indrukwekkend de verhalen zijn en hoeveel wij ervan genieten. Hoe indrukwekkender, hoe beter. Dit zien we bijvoorbeeld terug in hoe in De Wereld Draait Door Mathijs van Nieuwkerk zijn wetenschappelijke gasten aanmoedigt: “Ik begrijp er niets van, maar ga door!”.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Waarom een verbod op onverdoofde slacht geen symboolpolitiek is

OPINIE - Godsdienstvrijheid zwaarder wegen dan dierenwelzijn duidt op een gebrek aan inlevingsvermogen, meent filosoof Floris Schleicher.

Een verbod op onverdoofde slacht is symboolpolitiek. Dit betoogt Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) in een opiniestuk in Trouw, naar aanleiding van een nieuw voorstel van de Partij voor de Dieren om onverdoofde slacht geheel te verbieden. Momenteel is de onverdoofde slacht al verboden tenzij er religieuze gronden voor zijn. In de praktijk betekent dit dat de onverdoofde slacht is toegestaan voor joden en moslims.

Het mag geen wonder heten dat Dik-Faber voor deze religieuze groepen opkomt. Als christendemocraat heeft ze godsdienstvrijheid hoog in het vaandel staan. Het dierenleed zou echter zwaarder moeten wegen dan haar appèl op godsdienstvrijheid. Wanneer we deze argumenten in overweging nemen, wordt duidelijk dat het bij het algehele verbod op onverdoofde slacht niet gaat om symboolpolitiek.

Drie miljoen

Dik-Faber stelt dat het voorgestelde verbod niet direct zal bijdragen aan dierenwelzijn. Ze wijst hierbij op het kleine percentage dat de onverdoofde slacht uitmaakt van de gehele vleesindustrie. Er worden jaarlijks zo’n 600 miljoen dieren geslacht in Nederland en de onverdoofde slacht is verantwoordelijk voor minder dan een half procent daarvan. Hoewel dat klopt, vergeet Dik-Faber dat het bij de onverdoofde slacht dus om miljoenen dieren gaat die extra leed wordt aangedaan. De cijfers over de gehele vleesindustrie leiden vooral af van waar het bij dit wetsvoorstel echt om gaat: bijna drie miljoenen dieren die te maken hebben met de onverdoofde slacht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Duurzame energie vervangt kerncentrales en verlaagt tegelijkertijd CO2 emissies

ANALYSE - Een mythe waart door de Engelstalige wereld (en door Nederland): naar verluidt stijgt de CO2 uitstoot in Duitsland omdat hernieuwbare energiebronnen nucleaire energie niet kunnen vervangen – en dat Frankrijk gelijk heeft om te kiezen voor kernenergie. Wat laten de gegevens zien? Craig Morris onderzoekt het.

Tekst: Craig Morris. Vertaling: Krispijn Beek.

Duitsland verlaagde de CO2 emissies terwijl het kerncentrales sloot (publiek domein).

Het zijn niet alleen trollen, ook Cambridge professors en goede Amerikaanse journalisten zeggen het, en een Amerikaanse presidents kandidaat vertelde het tegen de New York Times:

Germany initially set out to close all of its nuclear reactors by 2022, but as a result, they are now likely to miss their emissions reduction targets. And France is now considering options to extend the life of many of its older nuclear power plants.

— Presidentskandidaat Marianne Williamson in de New York Times

Wat erger is is dat Amerikaanse beleidsmakers het zeggen. Inmiddels subsidiëren vijf Amerikaanse staten bestaande kerncentrales om ze open te houden. Mogelijk doen ze dat alle vijf op basis van onjuiste aannames. Het gebeurde jaren geleden in de staat New York met expliciete verwijzeing naar de verluide stijging van Duitse CO2 emissies door de uitfasering van kernenergie, daarna gebeurde het in Illinois. Een nieuwsbericht uit Ohio omschreef het eerder dit jaar als volgt toen een subsidie voor bestaande kerncentrales werd aangekondigd:

The experience of Germany was repeatedly used as an example of what might happen in Ohio. Germany decommissioned its nuclear plants in favor of an all-renewable strategy. Electricity prices spiked and carbon pollution spiked, in part because of the ramping up of fossil-fuel plants to compensate for when wind and solar faltered.

“If the studies are correct, the Germans must not know how to do this,” Mr. Randazzo [chairman of the Public Utilities Commission of Ohio] said.

“If the studies are correct” inderdaad: de vraag is of Duitsland en Frankrijk laten zien dat klimaatverandering kernenergie noodzakelijk maakt, zoals Williamson zegt? Laten we beginnen met Frankrijk.

Frankrijks “nucleaire opties”

De Franse overheid heeft als officieel beleidsdoel om het aandeel kernenergie in de elektriciteitsmix te verlagen van ongeveer 75% naar 50%. Dit beleidsdoel werd in 2012 gesteld door Hollande. Na jaren van niets doen is de datum voor het realiseren van deze beleidsdoelstelling is in 2017 uitgesteld van 2025 naar 2035. Om het nog wat ingewikkelder te maken heeft de Franse overheid het doel om nieuwe kerncentrales te bouwen. Op 15 oktober vroeg de Franse regering aan EDF om de komende 15 jaar nog zes kerncentrales te bouwen, van hetzelfde type dat in Flamanville nog steeds niet afgerond is.

Alleen kan Williamson dit voorjaar niet verwezen hebben naar de aankondiging van 15 oktober. Mogelijk doelde Williamson met zijn verwijzing naar de Franse plannen op de Grand Carénage (grote revisie) van de Franse kerncentrales. De carénage is alleen niet Frankrijk’s plan, maar het plan van EDF. Het energiebedrijf dat de Franse kerncentrales exploiteert en dat de levensduur van haar kerncentrales liever verlengt tot zestig jaar dan ze te sluiten. EDF kan dat echter niet doen zonder de toestemming van de ASN, de Franse tegenhanger van onze Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Dit agentschap wordt in het algemeen aangeduid als een  “waakhond.”

Hier zien we hoe moeilijk het is om te zeggen wat ‘Frankrijk’, een pluralistisch land, wil. De Franse regering bezit 84% van de aandelen van EDF, dat zijn kerncentrales langer open wil houden. De ASN, een overheidsdienst, zal een dergelijke verlenging mogelijk niet toestaan: toen het gebreken in het staalwerk van oude kerncentrales ontdekte, sloot ze in 2016 een derde van Frankrijk’s kerncentrales voor ongeplande veiligheidsinspecties. (Gebreken in het staalwerk hebben overigens ook effect op de nieuwe EPR’s.)

Er zijn geen details bekend van de revisie of de afbouw van de Franse capaciteit aan kerncentrales. Er is geen lijst van kerncentrales die EDF (niet Frankrijk) wil reviseren, geen specifieke website met daarop informatie, noch een roadmap die laat zien welke reactor wanneer uitgeschakeld wordt om het aandeel kernenergie tot 50% te reduceren.

De werkelijkheid wacht niet op vaag beleid. Tot nu toe was het algemene beeld dat Frankrijk’s oudste twee kerncentrales in Fessenheim pas dicht zouden gaan nadat de nieuwe kerncentrale in Flamanville in gebruik genomen was. Al was zelf die uitruil onzeker. Inmiddels heeft de ASN de opening van Flamanville met nog eens drie jaar vertraagd, maar EDF heeft Fessenheim opgegeven. In september kondigde het bedrijf aan dat de twee reactoren halverwege 2020 gesloten worden. Frankrijk gaat dus een ongeplande uitfasering van kernenergie tegemoet.

Dit gebrek aan gedetailleerde planning is in Frankrijk gebruikelijk beleid, tenminste voor energie: President Hollande bedacht de 50% doelstelling tijdens de verkiezingscampagne van 2012 in navolging van het incident in Fukushima. De doelstelling was niet gebaseerd op de uitkomsten van onderzoek. Het onderzoek waarop de doelstelling gebaseerd had moeten zijn werd pas uitgevoerd nadat de doelstelling was aangenomen. Onderzoekers concludeerden dat het beleidsdoel een tijdelijke stijging van de de CO2 emissies kon veroorzaken. Door de datum voor het behalen van de doelstelling te vertragen is het probleem niet opgelost, maar doorgeschoven. Frankrijk heeft sinds 2017 geen betere ideeën ontwikkeld om de tijdelijke stijging van de CO2 emissies te voorkomen dan in 2017, toen het uitstel werd aangekondigd.

Bewijst dat dan niet dat Williamson gelijk heeft en dat het sluiten van kerncentrales voor stijging van de CO2 emissies zorgt? Nee, Frankrijk’s zorgen zijn theoretisch: de Fransen hebben geen reactoren gesloten en ook niet geprobeerd om kernstroom te vervangen door hernieuwbare energiebronnen. Integendeel, de Fransen lieten kernenergie ongemoeid en de stroom van hernieuwbare energiebronnen groeide nauwelijks; zonne-energie (1,9%) en wind (5,1%) vormden slechts 7,5% van de Franse stroomvoorziening in 2018. (In Duitsland zorgde alleen al zonne-energie voor 7,7% van de vraag in 2018, met wind nog eens 18,7%, wat het totaal brengt op 26,4% ). Maar in Duitsland is het vervangen van kernenergie door hernieuwbare energiebronnen niet alleen een uitgestelde politieke ambitie; het gebeurt. Dus wat weten we?

Duitslands broeikasgasemissies tijdens de Atomausstieg

In 2011 waren 8 van Duitsland’s 17 kerncentrales gesloten. In de periode 2010-2017 daalde de emissies van de Duitse elektriciteitssector met meer dan 15%. Er zijn nog geen cijfers voor de elektriciteitssector in 2018, maar de emissies van de Duitse energiesector daalde met bijna twee procent. Tot op heden heeft hernieuwbare energie in 2019 een aandeel van bijna 50%  in de elektriciteitsproductie. Duitsland produceert nu ongeveer 210 TWh hernieuwbare energie (exclusief waterkracht), veel meer dan het record van 171 TWh voor kernenergie uit 2001. Sinds 2010 is de productie van groene stroom bijna dubbel zo hoog als de afname van kernenergie. Ongeveer 90% hiervan is wind- en zonne-energie. Duitsland laat duidelijk zien dat hernieuwbare energiebronnen de CO2 emissies kunnen verlagen tijdens het afbouwen van kernenergie.

Vorige Volgende