Gastauteur

2.321 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Eric de Redelijkheid (cc)

“Is het niet geweldig?!”

OPINIE - “De kracht van de wetenschap zit hem in de kritiek die wij elkaar leveren.” Volgens Steven Raaijmakers (Universiteit Utrecht) moeten onderzoekers niet schromen om ook hun ‘beroemde collega’s’ af en toe tot de orde te roepen.

Wetenschap is hot. Drommen van mensen gaan op hun zondagmiddag vrijwillig in de schoolbanken (dan wel van die comfortabele theaterbanken) zitten om een uur lang te luisteren naar een wetenschapper. Ook ik doe er gewillig aan mee. In de Stopera ben ik wezen kijken naar een gesprek tussen Richard Dawkins en Lawrence Krauss. Gebiologeerd door de boeken van beide heren vond ik het interessant om hen in levenden lijve te horen spreken. Ook in de media kunnen we niet om de wetenschap heen. Wekelijks (of misschien zelfs dagelijks) zien we wetenschappers aanschuiven op televisie om over hun werkveld te komen vertellen. Deze populariteit is uiteraard toe te juichen, maar zou die populariteit niet ook een keerzijde kunnen hebben?

Als we kijken naar wie er beschikbaar is voor dit type lezingen, zien we dat dit vaak hoogleraren zijn die enorm goed kunnen spreken en het publiek meenemen in hun verhaal. We genieten van hun indrukwekkende verhalen. Het lijkt bijna alsof er een relatie bestaat tussen hoe indrukwekkend de verhalen zijn en hoeveel wij ervan genieten. Hoe indrukwekkender, hoe beter. Dit zien we bijvoorbeeld terug in hoe in De Wereld Draait Door Mathijs van Nieuwkerk zijn wetenschappelijke gasten aanmoedigt: “Ik begrijp er niets van, maar ga door!”.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Waarom een verbod op onverdoofde slacht geen symboolpolitiek is

OPINIE - Godsdienstvrijheid zwaarder wegen dan dierenwelzijn duidt op een gebrek aan inlevingsvermogen, meent filosoof Floris Schleicher.

Een verbod op onverdoofde slacht is symboolpolitiek. Dit betoogt Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) in een opiniestuk in Trouw, naar aanleiding van een nieuw voorstel van de Partij voor de Dieren om onverdoofde slacht geheel te verbieden. Momenteel is de onverdoofde slacht al verboden tenzij er religieuze gronden voor zijn. In de praktijk betekent dit dat de onverdoofde slacht is toegestaan voor joden en moslims.

Het mag geen wonder heten dat Dik-Faber voor deze religieuze groepen opkomt. Als christendemocraat heeft ze godsdienstvrijheid hoog in het vaandel staan. Het dierenleed zou echter zwaarder moeten wegen dan haar appèl op godsdienstvrijheid. Wanneer we deze argumenten in overweging nemen, wordt duidelijk dat het bij het algehele verbod op onverdoofde slacht niet gaat om symboolpolitiek.

Drie miljoen

Dik-Faber stelt dat het voorgestelde verbod niet direct zal bijdragen aan dierenwelzijn. Ze wijst hierbij op het kleine percentage dat de onverdoofde slacht uitmaakt van de gehele vleesindustrie. Er worden jaarlijks zo’n 600 miljoen dieren geslacht in Nederland en de onverdoofde slacht is verantwoordelijk voor minder dan een half procent daarvan. Hoewel dat klopt, vergeet Dik-Faber dat het bij de onverdoofde slacht dus om miljoenen dieren gaat die extra leed wordt aangedaan. De cijfers over de gehele vleesindustrie leiden vooral af van waar het bij dit wetsvoorstel echt om gaat: bijna drie miljoenen dieren die te maken hebben met de onverdoofde slacht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Duurzame energie vervangt kerncentrales en verlaagt tegelijkertijd CO2 emissies

ANALYSE - Een mythe waart door de Engelstalige wereld (en door Nederland): naar verluidt stijgt de CO2 uitstoot in Duitsland omdat hernieuwbare energiebronnen nucleaire energie niet kunnen vervangen – en dat Frankrijk gelijk heeft om te kiezen voor kernenergie. Wat laten de gegevens zien? Craig Morris onderzoekt het.

Tekst: Craig Morris. Vertaling: Krispijn Beek.

Duitsland verlaagde de CO2 emissies terwijl het kerncentrales sloot (publiek domein).

Het zijn niet alleen trollen, ook Cambridge professors en goede Amerikaanse journalisten zeggen het, en een Amerikaanse presidents kandidaat vertelde het tegen de New York Times:

Germany initially set out to close all of its nuclear reactors by 2022, but as a result, they are now likely to miss their emissions reduction targets. And France is now considering options to extend the life of many of its older nuclear power plants.

— Presidentskandidaat Marianne Williamson in de New York Times

Wat erger is is dat Amerikaanse beleidsmakers het zeggen. Inmiddels subsidiëren vijf Amerikaanse staten bestaande kerncentrales om ze open te houden. Mogelijk doen ze dat alle vijf op basis van onjuiste aannames. Het gebeurde jaren geleden in de staat New York met expliciete verwijzeing naar de verluide stijging van Duitse CO2 emissies door de uitfasering van kernenergie, daarna gebeurde het in Illinois. Een nieuwsbericht uit Ohio omschreef het eerder dit jaar als volgt toen een subsidie voor bestaande kerncentrales werd aangekondigd:

The experience of Germany was repeatedly used as an example of what might happen in Ohio. Germany decommissioned its nuclear plants in favor of an all-renewable strategy. Electricity prices spiked and carbon pollution spiked, in part because of the ramping up of fossil-fuel plants to compensate for when wind and solar faltered.

“If the studies are correct, the Germans must not know how to do this,” Mr. Randazzo [chairman of the Public Utilities Commission of Ohio] said.

“If the studies are correct” inderdaad: de vraag is of Duitsland en Frankrijk laten zien dat klimaatverandering kernenergie noodzakelijk maakt, zoals Williamson zegt? Laten we beginnen met Frankrijk.

Frankrijks “nucleaire opties”

De Franse overheid heeft als officieel beleidsdoel om het aandeel kernenergie in de elektriciteitsmix te verlagen van ongeveer 75% naar 50%. Dit beleidsdoel werd in 2012 gesteld door Hollande. Na jaren van niets doen is de datum voor het realiseren van deze beleidsdoelstelling is in 2017 uitgesteld van 2025 naar 2035. Om het nog wat ingewikkelder te maken heeft de Franse overheid het doel om nieuwe kerncentrales te bouwen. Op 15 oktober vroeg de Franse regering aan EDF om de komende 15 jaar nog zes kerncentrales te bouwen, van hetzelfde type dat in Flamanville nog steeds niet afgerond is.

Alleen kan Williamson dit voorjaar niet verwezen hebben naar de aankondiging van 15 oktober. Mogelijk doelde Williamson met zijn verwijzing naar de Franse plannen op de Grand Carénage (grote revisie) van de Franse kerncentrales. De carénage is alleen niet Frankrijk’s plan, maar het plan van EDF. Het energiebedrijf dat de Franse kerncentrales exploiteert en dat de levensduur van haar kerncentrales liever verlengt tot zestig jaar dan ze te sluiten. EDF kan dat echter niet doen zonder de toestemming van de ASN, de Franse tegenhanger van onze Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Dit agentschap wordt in het algemeen aangeduid als een  “waakhond.”

Hier zien we hoe moeilijk het is om te zeggen wat ‘Frankrijk’, een pluralistisch land, wil. De Franse regering bezit 84% van de aandelen van EDF, dat zijn kerncentrales langer open wil houden. De ASN, een overheidsdienst, zal een dergelijke verlenging mogelijk niet toestaan: toen het gebreken in het staalwerk van oude kerncentrales ontdekte, sloot ze in 2016 een derde van Frankrijk’s kerncentrales voor ongeplande veiligheidsinspecties. (Gebreken in het staalwerk hebben overigens ook effect op de nieuwe EPR’s.)

Er zijn geen details bekend van de revisie of de afbouw van de Franse capaciteit aan kerncentrales. Er is geen lijst van kerncentrales die EDF (niet Frankrijk) wil reviseren, geen specifieke website met daarop informatie, noch een roadmap die laat zien welke reactor wanneer uitgeschakeld wordt om het aandeel kernenergie tot 50% te reduceren.

De werkelijkheid wacht niet op vaag beleid. Tot nu toe was het algemene beeld dat Frankrijk’s oudste twee kerncentrales in Fessenheim pas dicht zouden gaan nadat de nieuwe kerncentrale in Flamanville in gebruik genomen was. Al was zelf die uitruil onzeker. Inmiddels heeft de ASN de opening van Flamanville met nog eens drie jaar vertraagd, maar EDF heeft Fessenheim opgegeven. In september kondigde het bedrijf aan dat de twee reactoren halverwege 2020 gesloten worden. Frankrijk gaat dus een ongeplande uitfasering van kernenergie tegemoet.

Dit gebrek aan gedetailleerde planning is in Frankrijk gebruikelijk beleid, tenminste voor energie: President Hollande bedacht de 50% doelstelling tijdens de verkiezingscampagne van 2012 in navolging van het incident in Fukushima. De doelstelling was niet gebaseerd op de uitkomsten van onderzoek. Het onderzoek waarop de doelstelling gebaseerd had moeten zijn werd pas uitgevoerd nadat de doelstelling was aangenomen. Onderzoekers concludeerden dat het beleidsdoel een tijdelijke stijging van de de CO2 emissies kon veroorzaken. Door de datum voor het behalen van de doelstelling te vertragen is het probleem niet opgelost, maar doorgeschoven. Frankrijk heeft sinds 2017 geen betere ideeën ontwikkeld om de tijdelijke stijging van de CO2 emissies te voorkomen dan in 2017, toen het uitstel werd aangekondigd.

Bewijst dat dan niet dat Williamson gelijk heeft en dat het sluiten van kerncentrales voor stijging van de CO2 emissies zorgt? Nee, Frankrijk’s zorgen zijn theoretisch: de Fransen hebben geen reactoren gesloten en ook niet geprobeerd om kernstroom te vervangen door hernieuwbare energiebronnen. Integendeel, de Fransen lieten kernenergie ongemoeid en de stroom van hernieuwbare energiebronnen groeide nauwelijks; zonne-energie (1,9%) en wind (5,1%) vormden slechts 7,5% van de Franse stroomvoorziening in 2018. (In Duitsland zorgde alleen al zonne-energie voor 7,7% van de vraag in 2018, met wind nog eens 18,7%, wat het totaal brengt op 26,4% ). Maar in Duitsland is het vervangen van kernenergie door hernieuwbare energiebronnen niet alleen een uitgestelde politieke ambitie; het gebeurt. Dus wat weten we?

Duitslands broeikasgasemissies tijdens de Atomausstieg

In 2011 waren 8 van Duitsland’s 17 kerncentrales gesloten. In de periode 2010-2017 daalde de emissies van de Duitse elektriciteitssector met meer dan 15%. Er zijn nog geen cijfers voor de elektriciteitssector in 2018, maar de emissies van de Duitse energiesector daalde met bijna twee procent. Tot op heden heeft hernieuwbare energie in 2019 een aandeel van bijna 50%  in de elektriciteitsproductie. Duitsland produceert nu ongeveer 210 TWh hernieuwbare energie (exclusief waterkracht), veel meer dan het record van 171 TWh voor kernenergie uit 2001. Sinds 2010 is de productie van groene stroom bijna dubbel zo hoog als de afname van kernenergie. Ongeveer 90% hiervan is wind- en zonne-energie. Duitsland laat duidelijk zien dat hernieuwbare energiebronnen de CO2 emissies kunnen verlagen tijdens het afbouwen van kernenergie.

Foto: NYU Stern BHR (cc)

Koopmacht – deel 2

ANALYSE - Oproep tot een publiek debat over scheve mondiale economische machtsverhoudingen

Veel mensen denken dat na de dekolonisatie de omvang van het mondiale economische uitbuitingsvraagstuk is afgenomen. In een eerdere publicatie op Sargasso hebben Paul Schenderling en Matthias Olthaar voor het eerst op een rijtje gezet hoeveel mensen uit niet-Westerse landen er eigenlijk aan het werk zijn ten dienste van de Nederlandse economie. Het antwoord? 13.800.000. In dit tweede deel van de publicatie gaan de auteurs in op de ethische en politieke vragen die deze bevindingen oproepen.

Het maken van de berekening en het achterhalen van de achterliggende verklaringen in het eerste deel van deze publicatie zijn slechts een eerste stap. Er is een publiek debat nodig over de ethische en politieke implicaties van deze bevindingen. Wat betekent het dat wij nog steeds op zo’n grote schaal economische macht over mensen uitoefenen?

Hoe kan het gebeuren dat – weliswaar onzichtbaar maar wel namens ons – overeenkomsten worden gesloten die de meesten van ons persoonlijk nooit zouden sluiten met mensen die werk voor ons verrichten? Wat kunnen we doen om verandering te brengen in de hardnekkig scheve mondiale economische machtsverhoudingen? En welke persoonlijke en politieke keuzes zijn daarvoor nodig?

Foto: NYU Stern BHR (cc)

Koopmacht – deel 1

ANALYSE - Hoeveel mensen werken er anno 2019 in verre productielanden ten dienste van u en mij? Een onderzoek van Paul Schenderling en Matthias Olthaar.

Velen voelen zich er ongemakkelijk onder: zwaar, slecht betaald werk in verre productielanden. Tegelijkertijd weet niemand hoeveel mensen dit werk ten dienste van u en mij uitvoeren. Daardoor blijft het probleem abstract en verandert er weinig. In dit artikel maken we aan de hand van een nieuwe rekentechniek voor het eerst concreet hoeveel mensen overzee werken voor onze koopkracht en openen we het debat over onze omgang met deze schokkende nieuwe feiten.

De afgelopen maanden is er in diverse media terecht veel aandacht geweest voor de omvang en impact van het Nederlandse koloniale verleden. Een rode draad in deze artikelen is dat er sprake is van een tijdvak dat is afgesloten en dat we collectief moeten verwerken. Een veronderstelling die we hierbij impliciet maken, is dat na de dekolonisatie de omvang van het mondiale economische uitbuitingsvraagstuk is afgenomen. Toch? Voordat u verder leest, zou u een eigen antwoord op deze vraag kunnen geven. Is de economische macht die wij over mensen uitoefenen en de schaal waarop dit gebeurt anno 2019 inderdaad afgenomen? Of is het gelijk gebleven of zelfs toegenomen?

Foto: Bengt Nyman (cc)

Voorbij de usual suspects: waarom participeren burgers niet?

ANALYSE - Onderzoeksrapporten geven telkens weer aan dat Nederlandse burgers zich vaak niet gehoord voelen door de politiek.  In reactie daarop organiseren veel lokale/provinciale/nationale overheden bewonersavonden, G1000 bijeenkomsten, referenda en voorzien ze allerlei andere participatiekanalen. …Om dan te merken dat ze weer dezelfde burgers zien als altijd – de usual suspects. Een gastbijdrage van Kristof Jacobs, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Hoe kan dit? En waarom blijven de ‘unusual suspects’ thuis?

Het waarom is cruciaal

Er is best veel statistisch onderzoek gedaan naar politieke participatie. We weten dat vooral hogeropgeleide, oude, blanke mannen participeren. Dat zegt iets, maar daarmee weten we nog niet waarom die andere groepen meer geneigd zijn om thuis te blijven. En dat laatste is net cruciaal.

In een recente studie in het tijdschrift European Journal of Political Research, onderzocht de Belgische onderzoeker Vincent Jacquet welke redenen de thuisblijvers gaven om thuis te blijven bij G1000-initiatieven.[1]

Opzet van de studie: diepte-interviews

Willen we inzicht krijgen in de achterliggende redenen waarom mensen thuisblijven, zeker bij nieuwe en veeleisende vormen van participatie, dan is het zinvol om ook gebruik te maken van kwalitatief onderzoek. Dat is wat Jacquet deed in zijn studie. Hij interviewde een diverse groep van 34 thuisblijvers die hadden besloten om niet deel te nemen aan drie Belgische burgerfora (de nationale G1000; het Climate Citizens Parliament in de Provincie Luxemburg en de lokale G100 in het Brusselse).

Foto: skinner08 (cc)

Europese grensmuren zijn goudmijn voor militaire en security-industrie

ONDERZOEK - Wapenhandelaren, die verdienen aan de gewapende conflicten, repressieve regimes en mensenrechtenschenders waarvoor mensen op de vlucht slaan, profiteren ook volop van de muren die voor deze vluchtelingen worden opgetrokken, schrijft Mark Akkerman van Stop Wapenhandel op basis van een recent onderzoeksrapport.

Dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur telt Europa meer muren dan ooit. Met name sinds de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ van 2015 verrezen steeds meer grensmuren en -hekken. Die hebben inmiddels een totale lengte van zo’n 1000 kilometer, zo werd vorig jaar becijferd in het rapport ‘Building Walls’. Daarnaast bestrijken Frontex-operaties het hele Middellandse Zeegebied en de zee tussen het Afrikaanse vasteland en de Canarische Eilanden, in totaal zo’n 4750 kilometer. Een nieuw rapport, ‘The Business of Building Walls‘, van Stop Wapenhandel, het Transnational Institute (TNI) en Centre Delàs, duikt in de kosten van en bedrijven achter deze landmuren, ‘maritieme’ muren en de ‘virtuele’ muren van Fort Europa, de (biometrische) databases en het EU-grenssurveillancesysteem Eurosur.

De muren zijn een prominent en zichtbaar onderdeel van het totale Europese migratiebeleid, dat sterk gericht is op het buiten houden of krijgen van vluchtelingen. Hieronder ligt een narratief waarin migratie geframed wordt als een veiligheidsprobleem en bedreiging, waartegen de inzet van militaire middelen dé oplossing is. Dit narratief wordt vooral door de militaire en security-industrie stevig gepromoot.

Foto: AntMan3001 (cc)

Wat kunnen we leren van Joker

COLUMN - Een gastbijdrage van Floris Schleicher. die ook schrijft op {tussenwoord} en Joop.nl.

De nieuwe hitfilm Joker bevat terechte maatschappijkritiek voor wie verder dan de oppervlakte kijkt. De analyse van Sid Lukkassen is exemplarisch in haar onvermogen dit daadwerkelijk te doen. Ze hangt van de halve waarheden en hele misvattingen aan elkaar. Het is belangrijk dat we de waarheden van de misvattingen onderscheiden en om over de waarheden verder te denken. 

Doorgeslagen individualisme

Volgens Lukkassen kunnen we in Joker een radicale kritiek zien op het moderne individualisme. Hiervoor biedt de film inderdaad aanknopingspunten. De analyse en oplossing die Lukkassen voorstelt kloppen echter van geen kant.

Gek genoeg ziet Lukkassen helder de maatschappelijke problemen in de film.

Hij stipt aan dat de film begint met enkele belangrijke scènes waarin we veel maatschappijkritiek herkennen. Neem de openingsscène: terwijl we kennismaken met het hoofdkarakter speelt op de achtergrond de radio. In het radioprogramma gaat het over de stakingen van onderbetaalde vuilnismannen en de chaos die daarop volgt. Het vuilnis hoopt zich op en er is inmiddels zelfs een superrattenplaag in de stad uitgebroken. Daarnaast komen we aan het begin van de film ook te weten dat op de geestelijke gezondheidszorg hard wordt bezuninigd.

Foto: logo blendle coöperatie correspondent copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Redden Blendle, De Correspondent en De Coöperatie de journalistiek?

ANALYSE - Blendle, De Correspondent en De Coöperatie zijn, ook door subsidiegevers, bestempeld als belangrijke strohalmen voor een journalistieke markt in verval. Alle drie trokken ze de Nederlandse grens over. Maken ze hun belofte waar? Een materiële beschouwing, door Peter Olsthoorn, eerder verschenen op Netkwesties.

Geld in en uit Blendle

Alexander Klöpping en Marten Blankesteijn brachten Blendle in 2014 op de markt, na een lange voorbereiding. Geld kwam van ‘angels’. Vervolgens kwamen er bekende aandeelhouders aan boord:

*) In oktober 2014 investeerden The New York Times Co. en Axel Springer samen 3 miljoen euro in Blendle. New York Times meldde er niets over, het jaarverslag 2014 van AS meldde een belang van 21 procent, Dit betekent dat ook New York Times waarschijnlijk ook ongeveer dit aandeel bezit.

*) In april 2017 investeerden het Japanse Nikkei, eigenaar van FT, en het Amsterdamse Inkef Capital van pensioenfondsen ABP en APG. Nikkei meldt in het jaarverslag 2017-2018 Blendle als ‘strategische alliantie’ om jongere lezers te trekken met betaling per artikel. Beide partijen investeerden op grond van 1 miljoen klanten. En ook 80 medewerkers, vermeldt Inkef. Blendle heeft nu 50 medewerkers

*) In mei 2018 investeerde Novamedia-dochter BookSpot (voorheen ECI) van Maarten Poelmann 3 miljoen euro in Blendle. Novamedia zegt dat dit een converteerbare lening is. De Deense nieuwe media-ondernemer Morten Strunge stortte 1 miljoen euro. Alle investeerders doen op een ‘Series A’ basis mee, in de ‘vroegste fase’

Foto: Benny (cc)

Ruhrgebied, alleen maar Steenkool en Staal?

COLUMN - Het Ruhrgebied, alleen steenkool en staal? Het beeld dat we in Nederland hebben en dat ook in Duitsland bestaat, moet worden veranderd. Een gastbijdrage van Jan Keuken.

Onlangs had ik het met mijn vader over het Ruhrgebied. Als we vroeger op vakantie gingen naar Oostenrijk, reden we altijd zo snel mogelijk aan dit gebied voorbij. Want ja, het Ruhrgebied, dat was toch niet meer dan fabrieken, milieuvervuiling, ongezonde lucht, en steenkolen en staal zover je kon kijken. Is dat zo? Volgens mij niet. Laten we eens naar de huidige stand van zaken kijken.

De tijden waarin de economie van het Ruhrgebied werd gedomineerd door de kolenindustrie en de staalindustrie zijn echt wel voorbij.

In 2018 zijn de landelijke overheid en de deelstaat NordRhein Westfalen met hun subsidies voor de mijnbouw gestopt en kwam het traditionele tijdperk van kolen in het Ruhrgebied grotendeels ten einde. Al in de jaren zestig en zeventig leden de twee grote sectoren van de economie enorme banenverliezen die noch een andere industrie, noch de dienstensector konden opvangen. Sindsdien is het werkloosheidscijfer in dubbele cijfers gestegen in bijna alle Ruhrgebied-steden. Tot zover de negatieve berichten.

Lange tijd was het enige doel van het Ruhrgebied om de grondstoffen te leveren voor de industriële ontwikkeling. Pas met de steenkoolcrisis aan het einde van de jaren 50 begint een verandering. Binnen de kortst mogelijke tijd werden vanaf 1960 vijf universiteiten opgericht in Bochum, Dortmund, Essen, Duisburg en Hagen. Later kwam hier ook nog de particuliere universiteit Witten-Herdecke bij.

Foto: https://pixabay.com/nl/illustrations/aarde-globe-water-golf-zee-meer-216834/ copyright ok. Gecheckt 26-09-2022

Klimaatontkenning komt niet door het egoïsme van ouderen

Toen Greta Thunberg door Trevor Noah geïnterviewd werd sprak ze veel rake woorden. Maar toen het even niet over harde wetenschap ging, maar over een sociaal verschijnsel, zat ze er volgens mij even naast.

Is het niet opvallend, dat mensen die waarschuwen voor klimaatverandering vaker jong zijn? Toen Greta werd gevraagd waarom, zei ze dat haar generatie klimaatverandering veel meer als een directe bedreiging ervaart dan oudere generaties. Volgens Greta zouden ouderen vaker denken: ‘ik leef dan toch niet meer’.

Op dat punt ben ik het met haar oneens. Niet per se over de levensverwachting, sommige ouderen zullen de heftigste misère wellicht niet zien of overleven. Maar volgens mij heeft ze het mis over de betrokkenheid van de oudste generaties bij hun kinderen of kleinkinderen. Volgens mij is daar weinig mee aan de hand en speelt er iets anders.

Mijn generatie – ik kom uit ‘82 – en iedereen die na mij geboren is, heeft op school en via het jeugdjournaal en klokhuis uitgebreid geleerd over de beginselen van klimaatverandering. Het is voor ons inmiddels vrij vanzelfsprekende kennis, net als de gezondsheidseffecten van roken, de werking van vaccins, en hoe de ronde aarde vooral om de zon draait en niet vice versa.

Foto: copyright ok. Gecheckt 20-09-2022

Het evangelie van rappers en dokters

Wanneer heb jij eigenlijk een fijn, gelukkig leven? In deze gastbijdrage gaat Joep Bos-Coenraad in op deze vraag.

Natuurlijk is voor bijna iedereen een goede gezondheid en een liefdevolle omgeving het belangrijkste. Geen zorgen over het dak boven je hoofd, eten op je bord, en zorg als je die nodig hebt staat ook zelden ter discussie. Een baan die daaraan bijdraagt en inhoudelijke voldoening geeft volgt voor de meesten ook snel.

En dan? Lekker eten? Sport? Veel vrije tijd? Een mooie auto? Lekker op vakantie, verre reizen maken? Een mooie computer of televisie? Een groot huis?

Sport en lekker eten zijn hele natuurlijke wensen: zelfs de eerste primaten en hun voorouders streefden daar al naar. Maar ik denk dat veel van wat we denken dat ons gelukkig maakt cultureel en (dus) aangeleerd is. Het kan overigens goed dat het ons, mede daardoor, ook daadwerkelijk gelukkig maakt, maar als we andere behoeften zouden promoten dan zouden we dáár naar verlangen en zou de wereld er anders uitzien.

Het wordt overal, in alle lagen van de bevolking aangeleerd. Rappers die ‘braggen’ (opscheppen) over hoeveel moneys en auto’s ze hebben. Kinderen die zich op school onderscheiden door dure kleren waarvan reclames hebben voorgeprogrammeerd dat ze cool zijn, en dokters hebben zelfs een vereniging waarvan het clubblad nog altijd “Arts & Auto” heet.

Vorige Volgende