‘Journalist verzaakt als het om cannabis gaat’
Dit artikel is overgenomen van de site van de Vereniging voor Opheffing van het Cannabisverbod. Het verscheen ook op Villamedia en was hier kort waanlink.
Als het om cannabis gaat verzaken Nederlandse journalisten structureel hun taak: het controleren en kritisch volgen van de macht en het toepassen van wederhoor. Zou dat komen omdat zoveel journalisten alcoholverslaafd zijn?, vraagt Derrick Bergman zich af.
Vrijwel dagelijks berichten de media over cannabis en coffeeshops. Elke opgerolde wietkwekerij krijgt een een-kolommertje en elke politicus of politieman die iets te melden heeft over cannabis vindt een luisterend oor. Het controleren van beweringen of het toepassen van wederhoor wordt daarbij steeds zeldzamer. Hoe vaak hebben we niet gehoord en gelezen dat ‘tachtig tot negentig procent van de Nederlandse wiet voor de export bestemd is’? Deze volkomen uit de lucht gegrepen schatting is afkomstig van Max Daniel, voormalig hoofd van de Taskforce Opsporing Georganiseerde Hennepteelt. Dezelfde Daniel beweerde jarenlang dat alle Nederlandse wietkwekerijen samen de oppervlakte van de provincie Utrecht overtreffen.
Dit soort bizarre claims wordt klakkeloos overgenomen. Nooit stelt een journalist de voor de hand liggende vraag naar welke landen al die Nederlandse wiet wordt geëxporteerd. Anno 2011 wordt namelijk in heel Europa wiet geteeld; een Engelse politieman verklaarde onlangs op de BBC dat zijn land volledig zelfvoorzienend is geworden en geen gram wiet meer hoeft te importeren. Nog belangrijker is het gegeven dat zolang cannabisteelt verboden is, niemand ook maar bij benadering weet hoeveel wiet er hier wordt gekweekt, laat staan welk deel daarvan bestemd is voor export. Iets soortgelijks geldt voor het THC-percentage in Nederwiet. Al jaren melden de media dat dit percentage blijft stijgen. Wat zijn de feiten? Elk jaar koopt het Trimbos Instituut wiet bij vijftig coffeeshops. Vanaf 2004 daalt het THC-percentage van deze samples gestaag; alleen bij de meest recente meting was -voor het eerst in zes jaar- een lichte stijging waarneembaar.