Simon Otjes

146 Artikelen
16 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Politicoloog en politiek filosoof. Promovendus bij de Universiteit Leiden. Blogt met name over Nederlandse politiek vanuit vergelijkend, historisch en filosofisch perspectief.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Schijnargumenten en valse vergelijkingen

Boek MartinBosma (Foto: boekcover)

In ‘De schijnelite van de valsemunters‘ werkt Martin Bosma, de denker achter Geert Wilders, het gedachtegoed van de PVV uit. Het is een opvallend mengsel van ontegenzeggelijke feiten, opvallende omissies en valse vergelijkingen.

De kern van het argument komt ongeveer op het volgende neer: links heeft haar traditionele achterban verraden. In de jaren ’60 is de PvdA overgenomen door de radicalen van Nieuw Links. Eerst legden ze de partij een cultureel marxisme op en verlegden ze de orientatie van de PvdA naar communistische en derde wereldlanden. Toen de Muur viel, verlegde ze hun orientatie naar allochtonen. De PVV staat in de traditie van de oude PvdA van Drees en De Kadt: anti-communistisch en anti-immigratie. De PVV verdedigt Nederlandse waarden als de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en homo’s en hetero’s.

Laat ik voor dat ik de rest van de argumenatie fileer, één ding voor op stellen: te lang is de discussie over immigratie beheerst door persoonlijke aanvallen. Sterker nog: door geen onderscheid te maken tussen de argumenten en de personen, kunnen mensen hier – onterecht – de legitimatie van gewelddadige actie in zien: kill the messenger, end the argument. De brand in Kedichem en de moord op Fortuyn zijn hier trieste dieptepunten van. Bosma wijst hier terecht op. Echter – en dit zien we vaker terug in het boek – hij is hier niet consequent in: als hij verwijst naar opiniemakers die zich kritisch uitlaten over de PVV (zoals Max van Weezel of Geert Mak) dan wordt hun voormalige lidmaatschap van de CPN of PSP hier uiteraard bij genoemd. Een redelijke discussie over immigratie moet gevoerd worden op argumenten en niet op personen, en zonder welke vergelijking met de Tweede Wereldoorlog dan ook. Het is mijn doel dan ook om de argumenten van Bosma hier kritisch te bekijken, onafhankelijk van de persoon.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Sociale sferen & democratie

In een interview, een tijdje geleden, merkte Wouter Bos op dat mensen beslissingen maken als burger, maar soms ook als werknemer, investeerder of consument, hij verwees hierbij naar het werk van Robert Reich. Dit gecombineerd met de discussie over de toekomst van de functionele bestuurslaag van de waterschappen inspireerde me tot het uitwerken van het idee van een democratie op basis van verschillende sociale sferen. Het idee gaat intellectueel terug op Walzer’s Spheres of Justice. Hij stelt voor dat er in verschillende sociale sferen verschillende principes van rechtvaardigheid gelden. Hoe zou een democratie eruit zien waarbij burgers de kans krijgen om vanuit verschillende maatschappelijke rollen en daarbij horende belangen en principes van rechtvaardigheid te kunnen stemmen?

Je zou je kunnen voorstellen dat er drie belangrijke maatschappelijke sferen zijn: de economische sfeer, de publieke sfeer en de sfeer die betrekking heeft op ruimtelijke ordening. In ieder van deze sferen zijn burgers met verschillende ‘petten’ actief: in de economische sfeer zijn we allemaal werkgevers of werknemers; in de publieke sfeer zijn we allemaal actief als ‘client’; in de milieusfeer zijn we allemaal bewoner. Je zou je kunnen voorstellen dat al deze groepen apart vertegenwoordigd worden. In plaats van één parlement met 150 leden zouden er drie parlementen kunnen zijn met 50 leden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Links in Frankrijk

Palais de Chaillot onder de Eiffeltoren door (Foto: Flickr/glyn_nelson)

Links in Frankrijk is verdeeld in vele partijen, groeperingen en allianties: zo is er binnen links sterke verdeling tussen communisten en socialisten en radicalen en republikeinen. Het kiesstelsel dwingt deze partijen samen te werken. Frankrijk heeft een districtenstelsel met twee ronden: die twee partijen die in de eerste ronde de meeste stemmen halen in een district, gaan in de tweede ronde de strijd aan voor die ene zetel. In de eerste ronde wordt dus een grote verscheidenheid aan partijen gekoesterd, maar in de tweede ronde wordt iedereen gedwongen te kiezen vaak voor een kandidaat van een links blok of van een rechts blok.

Groene politiek in Frankrijk heeft een lange tijd geweigerd te kiezen voor een van deze twee blokken. De leider van de Franse groene echode de Nederlandse CDA-leider Van Agt met zijn stelling dat groene politiek noch links, noch rechts was. Immers de vernieuwende ideeën van de Franse Groenen over een alternatieve, groene samenleving stond veraf van de nadruk van links en rechts op productie, economische groei en industrie. In de jaren ’90 braken De Groenen met deze koers en traden zij toe tot de linkse alliantie. Dit brak de groenen echter wel op: een groepering splitste af om de onafhankelijke koers door te zetten, maar ook bij de rechtse alliantie trad een groene partij toe. Dit zijn echter in electorale zin irrelevante partijen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Links in Israel

Vlag van Israel voor de Klaagmuur (Foto: Flickr/Nesher Guy)

Is er ruimte voor progressieve, linkse politiek in Israel, een land dat in een voortdurend conflict is met haar Palestijnse buren?

In bijna alle Westerse democratieën is het dominante politieke conflict economisch. Links en rechts worden daar gescheiden door vragen over de rol van de overheid in de economie en de manier waarop inkomen verdeeld moet worden. Israel is een van de weinige landen waar een andere kwestie de politieke partijen het sterkst verdeeld en dat is de relatie tussen de staat Israel aan de ene kant en de Palestijnen, de Arabische buurlanden en inwoners van Israel aan de andere kant. Is politiek in zo’n land wel te vergelijken met politiek in een land, als Nederland. Hier staat de Islam wel op de politieke agenda maar het is niet het belangrijkste politieke thema is, noch is het zo sterk ver verbonden is met het voortbestaan van de staat, als in Israel.

De centrale tegenstelling is tussen haviken en duiven: de duiven willen land opgeven voor vrede, steunen de vorming van een Palestijnse staat en willen de burgerrechten van Arabische Israeli’s en Palestijnen beschermen. De haviken willen geen land opgeven voor de vorming van een Palestijnse staat, wantrouwen de Arabische burgers sterk en steunen de kolonisten die zich in de Palestijnse gebieden vestigen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Denken over eten

Diner (Foto: flickr/colinjcampbell)Het is de tijd van kerstdiners, van gevulde restaurants en van copieuze maaltijden. In familieverband, met collega’s en met vriendengroepen wordt er nu heel wat afgegeten. En dan rijst de vraag wat maakt eten goed?

Ik ben nu al een aantal keer ontevreden uit restaurants gekomen met het gevoel dat wat mij daar werd voorgeschoteld niet mijn behoefte voor goed eten had vervuld. Dat het stapeltje gebakken groente dat me verkocht was als een lasagna van mediterrane groente of de rode-bietjescarpaccio mij aanzienlijk minder hadden gedaan dan het bruine brood met roomboter vooraf.

Het gaat mij hier om deugdelijk eten in de klassieke Aristoteleaanse zin dat het zijn doel als voedsel goed doet. Net als een goede docent meer doet dan kennis overdragen, maar dat doet met passie en overtuigingskracht, is ‘voedzaam’ zijn niet genoeg. Daarnaast wil ik de vragen over eerlijk eten (vegetarisch, biologisch, fair trade) even parkeren.

Ik kan komen tot drie dingen die een maaltijd goed maken:

  • Voeden: Deugdelijk eten voedt, het is niet de bedoeling dat je met honger weg gaat van de drie kleine gerechtjes die zijn voorgeschoteld. Sterker nog, goed eten heeft iets overdadigs. Net als een goede spreker je hoofd doet overvloeien met gedachten, moet je na goed eten ook echt voldaan zijn. Voor vegetariërs zijn zachte of gesmolten kazen daar erg goed in.
  • Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    ChristenUniek? De problemen van de ChristenUnie

    De ChristenUnie is net met een stevig rapport over de laatste ‘verloren’ verkiezingen gekomen. In plaats van de verwachte 7 tot 10 zetels kwam de ChristenUnie uit op 5. Waarom?

    De adviezen van de commissie waren helder:

    De ChristenUnie profileert zich blijvend als een uitgesproken christelijke partij. (…) De ChristenUnie heeft een eigen achterban van betrokken en overtuigde christenen die de vaste basis vormt van de partij. De ChristenUnie moet blijven investeren in deze achterban…

    Ik vind dit een rare conclusie, die zich moeilijk laat staven door de werkelijkheid. De problemen waarmee de ChristenUnie kampt, lijken mij niet uniek voor de ChristenUnie.

    ChristenUnie - Tweede Kamerverkiezingen 2003, 2006 en 2010

    Het rapport biedt drie interessante tabellen. Eerst kijken ze waar CU-stemmers wonen. Ze maken het onderscheid tussen vier gebieden. CU-bolwerken, plaatsen waar de CU geen lijst had bij de gemeenteraadsverkiezingen en twee tussen gebieden. Overal verliest de partij ongeveer 0,7 procent van de stemmen. Dat betekent dat de partij relatief de minste stemmen in de traditionele CU-bolwerken behaalt. De partij verliest met name in plaatsen waar er geen consistente CU-aanwezigheid was in het verleden: dat duidt erop dat traditionele christelijke kiezers (vrijgemaakt, gereformeerd) bij de partij zijn gebleven, en dat ze niet-traditionele kiezers verliest.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Links in Ierland

    Ierland (Foto:flickr/nzebula)Voor mensen die groene, sociale en progressieve politiek nastreven is het in Ierland moeilijk kiezen. Er zijn wel groene, linkse en progressieve partijen maar dat komt niet mooi samen in een partij.

    De voornaamste reden daarvoor is dat de belangrijkste politieke scheidslijn niet over het sociaal-economisch beleid gaat, maar over buitenlandse politiek. De twee grootste partijen, Fianna Fáil en Fine Gael, zijn onstaan als twee verschillende kampen in de Ierse bevrijdingsbeweging, die gescheiden werden door hun visie op de relatie met het Verenigd Koninkrijk. Fianna Fáil hechtte net iets meer aan onafhankelijkheid dan Fine Gael. De partijen splitsten over een vredesverdrag met het Verenigd Koninkrijk, dat uiteindelijk tot burgeroorlog in Ierland leidde. Fianna Fáil was principieel Republikeins en Fine Gael was veel pragmatischer. Beide partijen groeiden uit tot populistische centrum/centrum-rechtse partijen, die geen klassieke ideologie hadden. De een was net iets meer gebrand op het beschermen van de Ierse autonomie dan de andere.

    Deze nu bijna tachtig jaar oude politieke tegenstelling tussen wat het pro-Verdrag en anti-Verdrag kamp heet, lijkt niet relevant meer voor de Ierse politiek van vandaag: Ierland is nu onafhankelijk, zelfs in Noord-Ierland is nu vrede tussen de Republikeinenen de Unionisten. Dit verschil in de mate waarin de partijen hechten aan Ierse onafhankelijkheid komt nu terug bij andere thema’s. Het belangrijkste daarvan is Europese integratie: Fianna Fáil, de partij voor een onafhankelijk Ierland, heeft zich jarenlang verzet tegen verregaande Europese integratie, omdat deze de autonomie van Ierland in gevaar zou kunnen brengen. Fine Gael is juist een voorstander van Europese integratie.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Een kritocratie

    Hoe zou een samenleving eruit zien als deze is gebaseerd op de meest pure klassieke liberale waarden? De overheid zou dan gereduceerd zijn tot een kritocratie, een overheid van rechters. Alles wat de overheid zou moeten doen is om als er een conflict is tussen mensen omdat de rechten van een van hen wordt geschonden de correcte straf bepalen. Daarbuiten is er ruimte voor individueel initiatief, een dynamische vrije markt, vrije verenigingen van personen en allerlei vormen van naastenliefde en competitie.

    Alles wat nodig is een grondwet van twee kantjes. Deze organiseert burgerschap, de verkiezing van rechters (door het volk uit mensen die een rechtersexamen hebben afgelegd), het wijzigen de grondwet (per referendum) en het meest belangrijk een aantal klassieke grondrechten, die niet mogen worden geschonden. Iedereen moet bij schending voor dat onrecht bij een rechter gecompenseerd kunnen worden. Rechters hoeven niet betaald te worden: noch door burgers (dat voorkomt dat mensen hun recht zullen halen) noch door de overheid (want dan is er belasting nodig). Er wordt dus geen belasting geheven, alleen rijke mensen kunnen rechter worden. Er zijn denk ik vier grondrechten nodig:

    • De onschendbaarheid van de geest;
    • De onschendbaarheid van het lichaam;
    • De onschendbaarheid van bezit;
    • De onschendbaarheid van het contract.
    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Verzuiling en vernieuwing in de publieke omroep

    Talking heads (Foto: Flickr/Yiping Lim)

    De publieke omroep is vernieuwd: nieuwe omroepen, nieuwe programma’s. De bedoeling was dat dit de representativiteit van de publieke omroep vergroot. Neigt de publieke omroep naar links of naar rechts? Nodigen omroepen met name mensen uit van hun eigen politieke kleur? De NRC.NEXT leverde ruim een week geleden een interessante dataset om hier naar te kijken. Alle talking heads die in September op televisie waren verschenen in de nieuws- en praatprogramma’s bij de publieke omroep waren geturft: ook politici inclusief partij-lidmaatschap. Welke patronen zitten er in de data?

    De eerste laag van de analyse kijkt naar welke partijen vaker worden uitgenodigd en welke programma’s veel partijen uitnodigen. De aandacht die een partij krijgt is grofweg proportioneel aan het aantal zetels dat ze hebben (correlatie van 0.84). Natuurlijk zijn er uitzonderingen: er worden bovengemiddeld veel CDA’ers uitgenodigd: ze zijn goed voor 14% van de zetels maar voor bijna 30% van de talking heads. Dat is ook wel logisch want dit was de periode van de grote onrust in het CDA. De VVD levert net iets meer talking heads dan zetels. Alle andere partijen leveren minder talking heads dan ze zetels hebben. Met name de SP verschijnt minder op de televisie dan je op basis van hun zetelaantal zou verwachten. Over het algemeen is ‘rechts’ (CDA, VVD, SGP en PVV) dus in deze periode oververtegenwoordigd. Ze hebben ongeveer 50% van de zetels, maar zijn goed voor 66% van de media-optredens. Dat is niet gek in een periode dat er een rechtse regering wordt geformeerd.

    Aantal zetels vs. deel van de tijd op publieke omroep

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Links in Australië

    Outback in Australie (Foto: Flickr/poppalina)

    In veel landen zijn tweepartijenstelsels. Er is een linkse partij en een rechtse partij en dat is alles. Daar is weinig te zoeken voor mensen die op zoek zijn naar vrijzinnige, anti-dogmatische linkse politiek. Australië was zo’n land. De laatste verkiezingen brachten daar verandering in.

    Er waren twee partijen in Australië: de centrum-rechtse conservatief-liberale Liberal Party en de centrum-linkse sociaal-democratische Labor Party. Ze wisselden elkaar regelmatig af in de regering. In de jaren ’70 kwam daar verandering in. De Australian Democrats werden opgericht als een progressieve afsplitsing van de Liberal Party. Dit was een progressieve middenpartij die stond voor meer directe democratie, bescherming van het milieu en burgerrechten. Het kiesstelsel voorkwam dat de Australian Democrats in het Lagerhuis kwamen, maar ze wonnen wel zetels in het Hogerhuis. Door haar kritisch-constructieve opstelling werd deze kleine partij een belangrijke macht. Ze waren nodig voor een meerderheid in het Hogerhuis en konden hun progressieve thema’s via het hun kamerwerk naar voren brengen.

    Interne verdeeldheid zou de Australian Democrats uiteindelijk opbreken maar de partij vormde wel een voorbeeld voor anderen. Eén van die partijen die dit voorbeeld volgde, zijn de Australian Greens. Dit is de oudste groene partij van de wereld. Haar geschiedenis loopt terug tot 1972, toen op het eiland Tasmanië een groene partij wordt gevormd, in verzet tegen de vernietiging van een natuurgebied. Dit is de eerste partij die zich specifiek inzette voor de bescherming van het milieu en de natuur wil behouden voor toekomstige generaties. In de jaren ’90 vormen groene partijen uit verschillende staten één partij: De Groenen en beginnen al snel zetels te winnen in het Hogerhuis. In 1994 stelt de beroemde filosoof Peter Singer, bekend voor zijn verdediging van dierenrechten, zich (onsuccesvol) kandidaat voor de partij. In 2010 wint de partij de eerste echte zetel in het Lagerhuis en deze groene zetel is nodig voor de meerderheid. De Groenen geven steun aan een voortzetting van de sociaal-democratische regering, die zich sterk probeert te maken tegen klimaatverandering. Vanuit deze positie kunnen de Groenen een sterke stempel drukken op het beleid.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Van der Lans Ruimte II

    In ‘Ontregelen. De Herovering van de werkvloer‘ en in zijn nieuwe boek ‘Eropaf! Het nieuwe begin van het sociale werk‘ beschrijft Van der Lans een nieuwe weg van het maatschappelijk werk. Eigenlijk is het een nieuwe agenda voor de hele publieke sector. Hij gebruikt een aantal ruimtelijke metaforen om deze nieuwe agenda te beschrijven. Deze laten echter wel de zwakke plekken in zijn betoog zien.

    Van der Lans maakt gebruikt van een ruimtelijke metafoor om uit te leggen hoe het maatschappelijk werk is ontwikkeld. Ik heb al eerder over deze Van der Lans ruimte geschreven. Van het paternalistische erbovenop, via het empathisch ernaast naar het afstandelijke ervanaf. Het maatschappelijk werk moet nu terugkomen in de vorm van Eropaf! Het afstandelijke welzijnswerk van de jaren ’80 en ’90 moet worden vervangen door een veel actievere, betrokkenere vorm van het welzijnswerk zonder te vervallen in het softe ernaast of het paternalistische erbovenop. Als we de ruimtelijke metafoor eens uit tekenen zien we het probleem van Van der Lans’ betoog: Ernaast en erboven zijn eigenlijk twee verschillende varianten van Eropaf! Die allebei sterk verschillen van ervandaan. De vraag hoe we precies de balans gaan vinden tussen het paternalisme van erboven en de empathie van ernaast. Deze balans zoekt Van der Lans in Eropaf! maar een zekere ambiguiteit tussen vertrouwen in de kracht van mensen en juist achter de achter ingrijpen zit er wel in.

    Van der Lans' Ruimte (Plaatje: Simon Otjes)

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Mens, samenleving en science fiction

    Science fiction in 1954 (Foto: Flickr/x-ray delta one)

    Filosofie van de Toekomst van Fred Keyzer is een interessante inleiding in de filosofische onderbouwing van science fiction. Het boek pleit ervoor om science fiction te gebruiken om filosofische ideeën uit te werken. Dat is geen raar idee: in dit genre kunnen we kijken naar andere levensvormen, de effecten van technologische vernieuwing op de samenleving en bijzondere fysische fenomenen als tijdreizen.

    Boeken als the Physics of the Metaphysics of Star Trek gaan over de bijzondere fysische fenomenen: ruimtereizen, tijdreizen etc. etc. Vaak verzinnen schrijvers bepaalde fenomenen en dan is het aan natuurkundigen of filosofen om te kijken of het wel mogelijk is. Kan je sneller dan het licht reizen? Dematerialiseren en dan rematerialiseren?

    Fred Keyzer is een filosofisch antropoloog en dus gaat zijn interesse naar fenomenen die ’the Human Experience’ veranderen. Of naar veranderingen in de aard van mensen zelf. Hij stelt dat het menselijke bestaan over tijd fundamenteel zal veranderen. Als je bedenkt waar leven ooit vandaan is gekomen (een-cellige wezens als eukartya, die als een grijzige massa ooit de hele wereld bedekte), dan zal de toekomst onvoorstelbaar zijn. Science fiction kan op een consequente manier zulke scenario’s uitwerken: worden we bijvoorbeeld opgenomen in een technologische singulariteit, een supercomputer?

    Vorige Volgende