Bestuurlijke lafheid in Roosendaal en Bergen op Zoom: het probleem verplaatsen
Je hebt een paar coffeeshops in de binnenstad die draaien als een lier, vooral vanwege het grensoverschrijdend drugstoerisme. Je bent grensgemeente en dat zul je weten ook. Dat geeft overlast als er wekelijks zo’n 25 duizend klanten over de vloer komen. Dus wat doe je dan: je zorgt dat die coffeeshops uit het centrum verdwijnen en ergens verspreid in de periferie worden gevestigd. Beter bereikbaar vanaf de verkeersaders en het stadscentrum is verlost van de overlast.
Dat heet de methode-Maastricht: burgemeester Gerd Leers paste deze met succes toe en hield zijn rug recht, ondanks de vele protesten vanuit de randwijken die uiteraard niet zaten te wachten op een coffeeshop om de hoek. Leers had de moed om in te zien dat algehele sluiting van de legale softdrugs-leveranciers niet alleen het illegale circuit in de kaart zou spelen, maar tevens zou leiden tot verplaatsing van het probleem naar omliggende gemeenten.
Zo niet Roosendaal en Bergen op Zoom. Beide burgemeesters, Michel Marijnen en Han Polman, hebben de afgelopen jaren vooral veel geweeklaagd over de toenemende overlast van drugstoerisme in hun steden, daarbij steeds wijzend op de centrale overheid die hen te hulp moest schieten. Letterlijk zei Marijnen enkele maanden geleden nog dat hij het zelf niet meer aankon. Klopt: het enige wat de man wist te verzinnen was het per politieauto achternajagen van drugstoeristen uit België of Frankrijk, die dan toevallig wat meer dan vijf gram hadden opgehaald. En vervolgens in de media maar janken dat het allemaal niet hielp.
UPDATE: Gerd Leers pleit voor landelijke “Wiettop”, om het probleem van grensgemeenten op te lossen. en: coffeeshops Roosendaal en Bergen op zoom trekken samen ten strijde.