“Een monetair systeem van een volk weerspiegelt alles wat een natie wil, doet, ondergaat, is”; het is een opmerking van Schumpeter die ik vond in the Economist. Nu is er met ons monetaire systeem wat mis: dat bengt bij mij onrust teweeg, misschien zelfs een identiteitscrisis. Wat zijn de bankbiljetten in mijn zak volgend jaar nog waard?
De weeffouten van de euro worden politiek niet besproken, zo schreef ik in “de ondraaglijke lichtheid van de ideologie”. Daags na verschijning daarvan kreeg ik van mijn partij een invitatie voor een discussie over Europa, met de titel “een rechtvaardige oplossing”. Huh? Is dat de goede vraag? Moeten we alleen even wat onrecht wegwerken in Europa? Het probleem lijkt iets ingewikkelder.
Waarom spreken we niet over de onderwerpen van de crisis, die er echt toe doen, over aanpassingen in de verdragsteksten, die voor grotere stabiliteit kunnen zorgen? Want, zeg ik simpeltjes, het kernprobleem is dat de stabiliteit rond de euro zoek is en dat stabilisatoren onvoldoende werken. Dat is ook, misschien vooral, een politiek probleem. Dus niet alleen monetaire specialisten moeten zich met het debat bemoeien, maar ook politici. Onlangs heeft De Jager nog dapper geroepen dat alle scenario’s werden onderzocht op Financiën; daar moest de Tweede Kamer meer van weten. Maar Rutte en De Jager hielden hun kaken vrijwel geheel op elkaar.
Dat is wel te begrijpen: economen hebben van sociologen geleerd dat sommige voorspellingen waar worden als je ze uitspreekt. Maar het probleem is dat het opstellen van geheime strategische schema’s, in acherkamers van departementen, de opvatting van de populistische oppositie onderschrijft: ‘Europa is het speeltje van de elites’. Een open debat over de te maken keuzen zou kunnen helpen; maar de arme Griekse premier Papadopoulos werd onmiddellijk afgeserveerd toen hij aangaf een referendum te willen, want het idee kostte zijn land bijna de redding van het faillissement en leverde Europa miljardenschade op.
Een fuik kortom, waarin alles verkeerd is; dat geeft onrust is mijn hoofd. Waarom is de euro zo’n onstabiele constructie? Waarom hebben we de kritiek bij de invoering niet beter gewogen? Zijn er betere vormen van stabilisatie te bedenken? Blijven we doormodderen van crisis naar nieuwe top? Helpt het construeren van een sterkere fiscale autoriteit? (Stiglitz) Helpt een commissaris met bevoegdheden inzake begrotingstoezicht en sanctiemogelijkheden? (Rutte, De Jager)
De Economist staart in de afgrond. En de afgrond kijkt terug: het portret van Wilders, met een sombere blik: misschien voelt de studie naar de terugkeer van de gulden als een fragmentatiebom. De analyse van het artikel is, in alle eenvoud: het taboe op het nationalistisch populisme is verdwenen in Europa. Zo ontstaat op de rechtervleugel een anti-Europa sentiment (PVV) en op de linkervleugel ook (SP), waardoor een gematigde pro-Europa houding in het traditionele midden wordt weggedrukt. In andere lidstaten zijn soortgelijke politieke bewegingen te zien. Maar de conclusie dat het electoraat in Europa afscheid heeft genomen van de integratie is weer veel te snel: in Nederland en Frankrijk denkt de helft van de ondervraagden nog dat hun stem meetelt in Europa; en dat waren de landen waar de ontwerp Constitutie, met het referendum van 2005 in de prullenbak werd gegooid.
De studie naar de terugkeer van de gulden illustreert mijn probleem. De gedachte is logisch, zoals een referendum logisch is. Maar de ruimte voor dit soort regressieve denkbeelden ontstaat, omdat de krachten pro Europa en euro met niets lijken te komen: geen plan, geen strategie, geen aansprekend verhaal, geen leiderschap ook. Dat geeft ruimte voor deze regressieve denkbeelden.
Hoe zit het met “het meisje van Kohl”, Angela Merkel? Zij zou zich moeten transformeren van kanselier tot Europees leider, maar zij heeft stevige handboeien om alle ledematen. Dat zijn ten eerste: de traditionele angst van de Duitsers voor geldontwaarding. Opmerkelijk: Trichet meldt bij zijn afscheid dat de ECB het beter heeft gedaan op het vlak van prijsstabiliteit dan de Duitse Centrale Bank ooit heeft gedaan, een buiging voor de Duitse angst voor hyperinflatie van de Weimarrepubliek en de politieke ellende daarna. Ten tweede: de Duitse Grondwet en de macht van het Verfassungsgericht, die de speelruimte voor overdracht van geld en bevoegdheden, naar lichtzinnige Grieken of Italianen sterk heeft beperkt.
Maar doet Angie aan strategie? Der Spiegel meldt daarover het volgende: “In einem sechsseitigen Papier des Auswärtigen Ambts (‘Erforderliche Integrationspolitische Fortschritte zur Schaffung einer Stabilitätsunion’) heiszt es, für ene Änderung der EU-Verträge sollte ‘kurzfristig ein inhaltlich genau begrenzter (kleiner) Konvent einberufen werden’, der dann “zügig” Vorschläge vorlegen solle.” (Der Spiegel, 14-11-11, p. 41)
Dat is een interessant opstel, dat ik graag eens zou lezen. Ik heb, als uw wakkere Kuifje, rondgeneusd op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Duitsland, maar het pamfletje tot dusver niet kunnen vinden.
De sfeer in het Duitse electoraat is ingewikkeld te duiden. Drie kwart van de Duitsers wil niet meer geld steken in de EFSF, een stevige meerderheid is tegen de Euro-obligaties. Maar tweederde wil meer integratie en driekwart geeft de financiële markten de schuld van de eurocrisis en niet de politici. Dat geeft Merkel de ruimte, maar ze moet dan wel iets laten zien. Bijvoorbeeld door zich los te maken van Sarkozy. Want we weten nog steeds niet wat de Fransen bedoelen met hun “saut federal”: misschien toch eigenlijk vooral dat de schulden gezamenlijk worden gedragen en de Duitsers meer moeten gaan betalen?
De vraag naar de reconstructie van de EU en de toekomst van de Euro is hiermee niet beantwoord. Wat gaan de regeringen nu doen? Hoe gaan we Europa reconstrueren? De nederlandse econoom Willem Buiter schrijft: “Provided enough independent fiscal and regulatory instruments are available at the national level, and provided individual member states have the proper governance systems in place at the national level, effective cyclical stabilisation and response to asymmetric shocks does not require independent national monetary policies.”
Dat is een interessante opmerking: niet terug naar de gulden! Tegelijk is de hardheid van de voorwaarden van dien aard dat de populisten veel wind in de rug krijgen: meer dan een neuro zou je dan toch niet moeten willen. Want de Grieken hebben geen effectieve fiscale instrumenten en de Italianen missen de “proper governance systems”, die Buiter graag ziet. Toch ziet hij niets in een terugkeer naar oude nationale munten.
De reden is dat er twee Keynesiaanse misvattingen bestaan volgens Buiter: de eerste is dat een forse nominale afwaardering van de munt noodzakelijkerwijs resulteert in een blijvende verbetering van de concurrentiekracht. De tweede is dat een door de markt bepaalde wisselkoers in een wereld met een hoge graad van internationale mobiliteit van kapitaal zal werken als een beleidsinstrument dat wordt toegepast door een alwetende en welwillende centrale planner.
Boeiend! Maar als de terugkeer naar een systeem met nationale munten geen soelaas biedt, wat moet er dan gebeuren? Buiter maakt het iets ingewikkelder, maar mijn samenvatting is dat Europa door zal gaan met “modderen”. Het is geen plezierig vooruitzicht.
(Featured foto van Jimee, Jackie, Tom & Asha)
Reacties (9)
Je moet het wel juist intepreteren. Schumpeter heeft een economische visie van een democratie. De burger is eigenlijk een consument,en de instituties zijn ondernemingen die hun product slijten door middel van vaste preferenties. Daarop slaat die quote in het begin op terug. Daar zou je je op moeten richten, omdat als dat waar is, we in een trieste samenleving lezen waarin meer productie gelijk staat aan geluk.
http://www.nytimes.com/2011/11/18/opinion/brooks-the-technocratic-nightmare.html?ref=opinion
Excuus, beetje off-topic misschien: in Griekenland zit nu een extreem-rechtse partij in de regering: LAOS, die samen met Lega Nord en de SGP in het europarlement zit. Via weblog van Yanis Varoufakis, die de antisemitische en rechtsradicale roots van de leiders beschrijft.
’t Zijn in ieder geval geen “technocraten”.
EUROPESE INTEGRATIE. Dit is de roepnaam van het ideaal van, eerst, de voornaamste Europese landen om onderling tot eenwording te komen. Na de 2e Wereldoorlog werd daar onder de auspiciën van de USA mee begonnen en resultaten ontbreken niet. Wel werden ze steeds lustelozer behaald. Het defaitisme dat Europa aan Hitler uitleverde, is gebleven. Haar hoofdstad werd niet het Roma Aeterna. De instelling van een zgn. Europese grondwet werd in 2005 door 2 kernlanden van de Unie per volksreferenda verworpen. Terecht. Een document van klerken! De bereikte eenheid is vulgair en saai. De goddelijke vonk, de sine qua non factor van integratie (Rousseau) blijft ontbreken. De makers van Europa minachten God. De Europese politici die haar aanbevelen is zij een machine van luxe banen. Conflicten lost de Europese Unie nooit gezagsvol op, zij koopt ze oneervol af. Europa wil geen Fort voor zijn onderdanen zijn.
Kenmerkend voor hun streven naar Eenheid is de weigering van Europese landen om daarvoor geweld te gebruiken. ‘Geen oorlog meer’ was trouwens het motief om tot unificatie te willen komen. Na de Affaires met Duitsland had men daar schoon genoeg. En wie van enig aanzien in Europa een pleidooi zou durven voeren voor een stoutmoediger EU beleid, zou onverwijld van alle kanten niet tot ‘een durch Blut und Eisen Bismarck’ of ‘een Napoleon’, maar tot ‘Hitler’ worden uitgeroepen. Geen originele beschuldiging, wel een effectieve. Het is meteen met je afgelopen; hier en daar een demonstratie onder regie van de tv van een honderdtal geronselde antifascisten is voldoende.
Hoe is het vandaag met de Europese eenheid gesteld? Nooit waren zoveel Europeanen er zo goed aan toe.Scheen het in 2009. Maar er is geen enthousiasme. Een bureaucratische kolos ontstond, met riante werkgelegenheid voor verlopen, nationaal afgedankte politici, maar het proces van politieke integratie is nog verre van voltooid. Op mondiale uitdagingen regeert de Europese Unie verlamd; politiek gezag is haar vreemd. De Unie werd rijk, ontwikkelde haarden van ellende, bevorderde terrorisme, putte zich zedeloos uit. Corrupt, door schulden bedreigd, nadert zij de financiële afgrond, haar Euromunt wankelt. De Griekse en Ierse staatsbankroets 2010, de komende van Spanje, Portugal, Italia, sluiten andere voorspellingen uit. Waarschijnlijk is in leidende Europese kringen gedacht dat alles uit de economie voortvloeit, inclusief de politiek. Dat heeft Marx zo bepaald en is men dat communist of niet blijven geloven. Hoe stupide. Mao, ook een complete communist, heeft nog zó geleerd dat politieke macht uit de loop van het geweer komt (Mao, Rode Boekje, stelling 85, pag. 42; cf. Bismarck!) en dus niet uit de economie. En mocht de gescheidenheid van politiek en economie de beaamde waarheid zijn, is het redelijk toe te geven dat het doel van de Europese Integratie langs tot dusverre gevolgd pad onverwezenlijkbaar is.
Een weinig verschillende verklaring voor de keuze van de economische route om Europa één te krijgen, is dat die weg moreel gesproken de makkelijkste toeschijnt. Je brengt lichter geldstromen bij elkaar dan conflicterende ideeën en ontvlambare temperamenten; en nationale elites gaan onttronen is riskant. Met voor een oneconomischer route te kiezen, kan de overweging zijn geweest, roep je spanningen op die je nu net met je actie te boven wilde komen.
Ik stop mijn verhaal over de EU met het trekken van 2 conclusies: de economische ontwikkeling van de Unie heeft 1) wel geleid tot iets wat op integratie lijkt*, 2) intern oorlog uitgebannen. Deze observaties zouden weer tot de gevolgtrekking kunnen voeren dat de economie een geweldloze super integratie-variabele is. Wat toch niet waar is.
* Een ordinaire supermarkt.
Mijn verhaal begint inderdaad wat plat. Ik kan er niks aan doen, maar ook ik moet dagelijks naar de supermarkt om in leven te blijven. Omdat ik gepensioneerd ben en men overweegt mijn inkomen te korten, ben ik nogal belangstellend naar de koopkracht van mijn euro’s. Ik denk dat het een gemeenschappelijke grondslag geeft.
Maar dan wordt het snel ingewikkeld: de constructies rond de euro zijn onstabiel. Mijn simpele vraag: laten we bespreken hoe je die stabiliteit vergroot. Dat doen we niet openlijk: zie de scenario’s van Financien of de adviezen van Angela’s Auswartige Ambt. Dat geeft voeding aan de populistische verdachtmakingen.
Hoe nu verder? Hpax somt de verdiensten wel netjes op, denk ik en de redenering klopt ook wel;laten we maar met de economie beginnen, dan zien we wel hoeveel ruimte er is voor de politieke eenwording.
Ik geloof alleen niet dat de stemming zo negatief is onder de kiezers: de EU moet geen miljarden gaan kosten en we hebben niks met luie Grieken of criminele Italianen. Maar de Eurobarometer registreert verder toch echt een heel genuanceerde opvatting onder de kiezer over de verdere ontwikkeling en kansen. Zoals ook in Der Spiegel valt te lezen.
En dan: hoe gaan we reconstrueren of verbeteren? De hooggeleerde Buiter vindt een terugweg naar nationale munten onzin. Moeten we daar niet eens een parlementaire enquete over hebben? Of gaan we samen doen met het kleine clubje van adviseurs dat Merkel advies gaat uitbrengen?
En dan: hoe gaan we reconstrueren of verbeteren? De hooggeleerde Buiter vindt een terugweg naar nationale munten onzin.
Hij vindt ook een opkoopprogramma voor Italiaanse staatsschuld onzin, als ik het door jouw gegeven citaat mag geloven.
Het opstel, met PDF alert ;)
Erforderliche Integrationspolitische Fortschritte zur Schaffung einer Stabilitätsunion
Helaas, het bestand is stuk en kan niet worden gerepareerd.
Kun je nog een poging doen of de plek aanwijzen? Bij voorbaat dank.
Natuurlijk ;)
of anders
http://www.multiupload.com/18GMWQF9AL