Zoekresultaten voor

'goma'

Closing Time | Sassenheim

Sassenheim speelt Colombo.

Sassenheim afficheert zich als een ‘groove trio waar je maar slecht stil bij kunt staan’. Muziek met sterke funk, jazz, soul en New Orleans invloeden. Als het maar grooved, stelt Sassenheim.

In 2014 publiceerden de Oxford Universiteit ‘Syncopation, Body-Movement and Pleasure in Groove Music’, een onderzoek van Maria A. G. Witek en Eric F. Clarke e.a. dat aantoonde hoe de relatie tussen groove-muziek en het ‘slecht stil bij kunnen staan’ in elkaar steekt: “medium degrees of syncopation elicited the most desire to move and the most pleasure”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De onheilsprofeet, het andere uiterste in het klimaatdebat

RECENSIE - Als we hier kritiek hebben op iemand die het niet zo nauw neemt met de feiten of de wetenschap rond het klimaat en klimaatverandering, dan gaat het vrijwel altijd om iemand die de menselijke invloed op het klimaat ontkent of minimaliseert, of die de gevolgen ervan bagatelliseert. Goed, incidenteel is er wel eens een politicus die de verwachte zeespiegelstijging veel te hoog inschat, en er komt wel eens iemand voorbij die zich heel nadrukkelijk op worst-case scenario’s richt, maar dat zijn uitzonderingen. Toch is het niet zo dat we dat ene uiterste bewust opzoeken om op te reageren. We komen het gewoon regelmatig tegen, in de media bijvoorbeeld, of in de politiek. Het andere uiterste veel minder.

Een kanttekening: worst-case scenario’s of staartrisico’s zijn wetenschappelijk interessant en relevant vanuit het oogpunt van risicomanagement. En dus kunnen ze ook nieuwswaardig zijn. Waarbij het wel de vraag is tot hoever dat het geval is – hoe onwaarschijnlijk moet iets zijn om het niet meer als scenario te beschouwen dat serieus te nemen is – en wat de goede toon is om erover te berichten. Mijn antwoord daarop is: ik weet het niet. Het enige dat ik daarover weet is dat het onmogelijk is om het voor iedereen goed te doen. Zolang er bij zulke scenario’s duidelijk wordt aangegeven dat het geen harde voorspelling is, maar dat de kans dat het werkelijk gebeurt juist klein is, is een bericht erover in principe niet in strijd met de wetenschap.

Foto: copyright ok. Gecheckt 14-10-2022

Onthoofdingen in de hofstad

RECENSIE - Hij liep ontspannen, zelfverzekerd, richting het schavot. Begroette bekenden en vrienden door zijn hoed af te nemen – en dat deed hij ook voor de nieuwsgierigen die uit de ramen hingen van het Stadhouderlijk kwartier, de werkvertrekken van prins Maurits op het Binnenhof. Eenmaal op het schavot legde hij kalm zijn mantel af, legde zijn degen neer, wierp zijn hoed nonchalant naar zijn lijfknecht, en knoopte zijn wambuis los. Hij liep naar de hoop zand waarop straks zijn hoofd zou rollen, en sprak de verzamelde menigte kort toe: ‘Wraakgier en kwade raad hebben mij hier gebracht. Heb ik iemand iets misdaan, dan smeek ik Christus mij te vergeven.’ En hij knielde en boog zijn hoofd. Niet in de richting van de Plaats, met de rug naar de Hofvijver, zoals gebruikelijk bij een onthoofding daar, maar met de rug naar Maurits, de blik gericht op de Kneuterdijk. Zodat hij, op het laatste moment, het huis van zijn vader kon zien. De beul hief het zwaard.

Zo stierf Reinier van Oldenbarnevelt, zoon van Johan van Oldenbarnevelt. De vader was op 31 mei 1619 onthoofd; de zoon volgde op 29 maart 1623. Reinier was ter dood veroordeeld wegens majesteitsschennis. Dat wil zeggen, hij had zijn broer Willem geld geleend om een aanslag te organiseren op prins Maurits. Willem ging daarbij behoorlijk amateuristisch te werk en het plan lekte uit, maar hij wist naar Brussel te ontkomen. Reinier, die verder waarschijnlijk niets van de plannen wist, werd opgepakt en moest boeten. De straf was ongekend hard. Al viel ze in zekere zin ook mee. Zijn lichaam en hoofd werden in een zwart kleed gewikkeld en thuis afgeleverd, zodat hij die nacht bij zijn vader begraven kon worden. Andere samenzweerders werden na onthoofding in vieren gehakt en hun lichaamsdelen waren ‘voor galg en rad’, voor iedereen te zien aan de vier uitvalswegen van Den Haag.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Overspannen democratie

RECENSIE - We hebben te hoge verwachtingen van democratie, volgens Gijs van Oenen. En dat gaat ons opbreken. Maar er is redding in zicht: de ‘algoritmische democratie’.

Wie overal democratische tekorten ziet of wie meent dat onze democratie bedreigd wordt door populisme en onverschilligheid moet dit boek beslist lezen. Want ‘de democratie wordt niet primair bedreigd door tegenstanders of haters ervan, maar juist door het enthousiasme ervoor, de verwachtingen erover en het succes ervan.’ Zo formuleert Gijs van Oenen, docent sociale en politieke filosofie aan de Erasmus Universiteit de kernstelling van zijn boek. De democratie is overspannen en verkeert in een ‘burn-out’ fase, zij wordt ‘het slachtoffer niet van desinteresse of manipulatie, maar juist van grote inzet, hoge verwachtingen en ambitieuze beloftes.’

© Sargasso logo democracy-shaun-apple-3

Die hoge ambities en verwachtingen hebben we te danken aan de culturele revolutie uit de jaren zestig en zeventig. Lange tijd werd de Nederlandse democratie gedomineerd door paternalistische regenten die gewone burgers in hun verzuilde bolwerken op afstand hielden. De democratiseringsgolf die daar een einde aan maakte zette burgerparticipatie in het bestuur centraal, in het onderwijs, de welzijnsvoorzieningen en ook in het openbare bestuur. Van Oenen herinnert hier onder andere aan het maatschappelijk opbouwwerk: burgers instrumenten geven om ‘aan de democratie mee te timmeren’. Deze ontwikkeling is in de tweede helft van de vorige eeuw uitgebouwd. In ambtelijke kringen heette het op een gegeven moment  ‘interactieve beleidsvorming’. Burgers werden co-producenten van beleid. Iedereen die er op lokaal niveau wel eens mee te maken heeft gehad herinnert zich de botsingen die daarmee samenhingen tussen burgers en hun representanten in raad en college.  In de communicatie over inspraakprocedures worden hoge verwachtingen gewekt die niet waargemaakt konden worden. Actieve burgers ontwikkelen zich op den duur als ‘geprotoprofessionaliseerde’ ambtenaren. Maar velen haken vermoeid  en gefrusteerd af. De burger die dacht dat zijn unieke, persoonlijke stem ook daadwerkelijk en direct gevolgen zou hebben voor het beleid raakt teleurgesteld in de werking van de representatieve democratie en klaagt steen en been over een democratisch tekort.

Foto: David Evers (cc)

Vrouwenhaat en vluchtelingen: Brenda Stoter en de taxichauffeur

De gemeenschappelijke wijsheid van tegenwoordig is dat het Midden-Oosten een broeinest is van patriarchaat en misogynie, en dat de islam daar de centrale rol in speelt. Enis Odaci en Arnold Yasin Mol plaatsen enkele kritische kanttekeningen bij het zoveelste stuk dat dit beeld nog maar eens bevestigde.

Brenda Stoter is sociologe en reist door het Midden-Oosten om te schrijven over vrouwen, kinderen en huiselijk geweld. Haar taxichauffeur in Jordanië is een beschonken iemand die Stoter vertelt dat zij de helft van zijn mannelijke verstand bezit, omdat het in de Koran staat.

Stoter concludeert: “Zijn woorden zeggen zoveel over de positie van vrouwen in de Arabische wereld.” Stoter geeft haar chauffeur overigens een fictieve naam mee, namelijk, Mohammed. Tja, toeval natuurlijk.

Relatie

Deze scène staat beschreven in Trouw van 16 januari jl. en vormt het begin van een beschouwing op de vrouwenrechten in het Midden-Oosten.

Tenminste, dat denken we, gezien de ontmoeting met de patriarchale taxichauffeur. De kop van Stoters essay luidt echter: De vrouwenhaat vlucht mee. Zegt Stoter dat er een link is tussen de achtergestelde positie, háát zelfs, van vrouwen in islamitische regio’s en de stroom vluchtelingen richting Europa? Wordt er haat geïmporteerd? Het is de opmaat tot een reeks bijzondere verbanden. Net zo min Stoter een logische relatie heeft met de taxichauffeur, net zo min heeft vrouwenhaat in essentie een logische relatie met vluchtelingen.

Foto: Marion Doss (cc)

The benefits of being dumb in politics

What is the best kind of political leader? One that is highly intelligent, or one that is sincere and reflective, Paul Frijters wonders.

It is natural to think of our political leaders as either superhumanly clever and benevolent when we agree with them, or else dumb as dishwater and evil when we don’t agree with them. Yet, if one takes our own group-loyalty out of the picture, we can ask the simple question what kind of mental qualities are likely to thrive in our Western political environment.

The political environment we have is highly competitive and combative, with constant media scrutiny and constantly shifting political factions. This gives rise to particular psychological demands and pressures: anyone who can’t keep their story straight or buckles under the relentless psychological pressure put on by the opponents from both within their own political parties and outside, is dead on arrival in politics. Hence the minimum requirement is to be very tough mentally and to have a pretty good memory and ability to keep a straight story.

This is of course why so many politicians are lawyers, for the legal profession trains people to be careful with words and to keep a line of argument, irrespective of whether they agree with it or not. So successful politicians certainly need to be in, say, the top 5% of their population in terms of smartness. This tallies well with the estimates of Simonton for the IQ of US president who assigned scores by analysing the intellectual content of their written and spoken works. He puts the average US president at an IQ of 142, with Clinton close to the top, easily 20 points ahead of Bush Junior. This indeed puts even the dumber US presidents in the top 5% of their population.

Kunst op Zondag | Musea

Uw KoZ-redacteur is op vakantie. Zonder vastomlijnde plannen en voornemens. Maar het zou leuk zijn onderweg een museum te treffen, dat zich als onverwachte verrassing aandient.

Museumgebouwen zijn soms kunst op zichzelf. De buitenkant of, het interieur of de gehele architectuur kan al een mooie beleving zijn. Of  het gebouw ook weerspiegelt wat het herbergt, is een kwestie van vele interpretaties.

De meest spectaculaire gebouwen vind je in het buitenland. Iets minder spectaculair, maar niet minder fraai, zijn een aantal Nederlandse museumgebouwen.

Een paar bekende museumgebouwen op een rij.

Het Bonnenfanten Museum, Maastricht.

Het Groninger Museum.

Het  Fries Museum, Leeuwarden.

Het Chabot Museum, Rotterdam.

Spanje kent meerdere, zeer fraaie museumgebouwen.

Het Palacio de Cristal in Madrid.

Het Guggenheim Museum Bilbao.

Maar verspreid over Europa vinden we nog meer verrassingen.

Het Kunsthaus Gras, uiteraard in Gras,  Oostenrijk.

Het Vitra Design Museum in Weil am Rhein, Duitsland.

Het Paul Klee Museum, te Bern, Zwitserland.
Twee verschillende opvattingen om Salvador Dalí met een museumgebouw te eren.

Het Dalí Theatre-Museum in Figueres, Spanje.

Wat een verschil met The Dalí Museum in Florida, USA.

Ik ben benieuwd welke musea jij tijdens je vakantie bent tegengekomen en binnengelopen. Met een aardige toelichting stellen we zo Sargasso’s museumgids samen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Is Bradley Manning een held?

Vandaag staat Bradley Manning, de Amerikaanse militair die vorig jaar Wikileaks vele duizenden geclassificeerde documenten toespeelde, voor het eerst voor de rechter. Anderhalf jaar lang zat hij vast, waarvan tien maanden in eenzame opsluiting.  Amnesty International maakte er een zaak van en een woordvoerder van minister Clinton, Crowley, nam zijn ontslag nadat hij de behandeling van Manning, die onder andere gedwongen werd naakt te slapen, tegenover de pers had bekritiseerd.

Hoe zal Manning er nu aan toe zijn? Hij wordt morgen 24. Ten tijde van het lekken zat hij niet lekker in zijn vel en was hij een risico voor zichzelf, zo zal een als getuige opgeroepen psycholoog verklaren.  Daniel Ellsberg (1931), de onthuller van de Pentagon Papers, is ook opgeroepen als getuige door advocaat Daniel Coombs. Ellsberg ziet in Manning zijn jongere maatje. Hij noemt hem een held. En hij neemt een leger demonstranten mee om hem in dit proces te steunen.

Bradley Manning verdient een medaille, schrijft Glenn Greenwald in de Guardian. Volgens deze criticus van het Amerikaanse beleid is hier geen sprake van een rechtvaardig proces. Het is meer een oefening in intimidatie. Net als Ellsberg wijst Greenwald op de historische betekenis van de onthullingen waar Manning aan bijgedragen heeft. Over de oorlog in Irak bijvoorbeeld. Maar ook over de wandaden van Arabische leiders. Zou er een Arabische lente zijn geweest als Wikileaks hier niet over had gepubliceerd, vraagt Ellsberg?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Progressieve Politiek en Vrijzinnige Religie

Er wordt wel eens gesteld dat je de geschiedenis van het Nederlandse partijenstelsel niet kunt begrijpen zonder te kijken naar de ontwikkeling van de Nederlandse kerken. En dat is heel terecht: Christelijke partijen hebben hun wortels in kerken en hebben hun bestaan deels te danken aan kerksplitsingen. Maar er is een onbelichte kant: de geschiedenis van het vrijzinnige Christendom, en haar invloed op progressieve politiek.

Zoals we allemaal weten is het CDA is ontstaan uit de ARP, de CHU en de KVP. De KVP was de partij van Katholieken die zochten naar politieke macht nadat ze jaren in de politieke marge waren gezet. De ARP was opgericht na een splitsing in de Nederlands Hervormde Kerk, de grote protestantse kerk. De CHU werd opgericht met name door de overgebleven leden van de Nederlands Hervormde Kerk die daarnaast weinig zagen in de samenwerking tussen de ARP en de Katholieken. De ChristenUnie is een fusie van de GPV en de RPF. De GPV was een gevolg van een kerkscheuring in de ARP-gelieerde Gereformeerde Kerk en de RPF was opgericht door ARP’ers die liever bij de GPV zaten maar dat om kerkelijke redenen niet mochten. Het CDA had nooit kunnen vormen als de progressieven in de Katholieken en Protestantse kerken niet de hokjes- en schotjesgeest daar hadden doorbroken en de CU had nooit kunnen vormen als de aan de GPV-gelieerde Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk niet moderner was geworden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het ongeregistreerde kind

EliasTwee weken geleden is onze zoon Elias in New York geboren. Moeder en kind maken het goed, dankuwel. We verbazen ons dagelijks over het kleine mannetje. We verbazen ons ook over hoe weinig de overheid zich met onze baby of ons gezin bemoeit. Het contrast met Nederland is groot.

Het hangt een beetje af van waar je in Nederland woont, maar voordat de kleine er überhaupt is, staat hij soms al geregistreerd omdat welzijnswerkers twijfels hebben over de moeder. Zodra hij er is, komen de bureaucratische welzijnsmolens in beweging. De kraamhulp komt langs en zorgt niet alleen voor het kind, maar speurt actief naar misstanden in huis. Het consultatiebureau stuurt een lijst met vragen die vooral ook betrekking hebben op de ouders (bent u vroeger mishandeld?). Wie de vragen weigert te beantwoorden is automatisch verdacht.

In Rotterdam krijgt ieder kind een risicoscore, dat tot eventuele verdere bemoeienis kan leiden. Worden er risicofactoren aangetroffen, dan komt het kind in de Verwijsindex terecht. Vrijwel alle beroepsgroepen die iets met kinderen te maken hebben, hebben een meldplicht (zelfs de tandarts). Gemeentelijke integrale interventie- en handhavingteams speuren niet alleen naar wietplantages of tandenborstels en slipjes die er niet moeten zijn, maar ook naar sociale misstanden achter uw voordeur. Gaat het kind naar een dagverblijf? Dan komt hij in elektronische volgsystemen, die weer aangesloten worden op Elektronische Leer Dossiers en andere digitale ongein.

Volgende