Zoekresultaten voor

'bestrijdingsmiddelen'

Foto: Roel Wijnants (cc)

Meer of minder zelfstandige boeren?

De afgelopen twintig jaar is door schaalvergroting één op de twee zelfstandige boerenbedrijven gestopt – de afgelopen zeventig jaar zelfs zes op de zeven. Van wat zich nu nog ‘boer’ noemt, is een groot deel de mega-investeerders die voor platte winst de plattelandsgemeenschappen kapot hebben gemaakt. Het gevolg van staand beleid.

Deze investeerders hebben minder verstand van dieren dan van leningen, subsidies en spreadsheets. De stal zien ze nooit, het schoonmaken, melken, voeren en slachten laten ze over aan machines en dagloners. Voor het eigen land produceren ze niet: het voer wordt geimporteerd en het vlees wordt weer geexporteerd. Daarbij: de boer melkt het vee, de agro-industrie en de bank melken de boer. Een heel verdienmodel. De boer van nu zit gevangen in het systeem, de boeren van toen zijn in meerderheid al lang stadsbewoner geworden.

Nu wil ‘de boerenstand’ in de waterschappen het grondwater zo laag mogelijk hebben, zodat meer vee kan grazen. Maar als dat gebeurt, verzilt het land, zodat we over een decennium op een zoutkorst zitten waar niets meer op groeit. Daarnaast raakt onze bodem vertieft, niet alleen met ammoniak (stikstof), maar ook met bestrijdingsmiddelen – die we vervolgens zelf binnenkrijgen, de boer voorop.

Foto: © Sargasso logo Quack?!

De betekenis en de grenzen van de academische vrijheid

‘Academische vrijheid is essentieel voor goede wetenschap, maar niet onbegrensd: wetenschappers moeten steeds een goed evenwicht zoeken tussen academische vrijheid en onafhankelijkheid aan de ene kant, en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aan de andere kant.’ Dat schrijft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) bij een vorige week verschenen rapport dat bedoeld is als voorzet voor nadere discussie over dit onderwerp.

‘Academische vrijheid definieert de KNAW als het beginsel dat medewerkers aan wetenschappelijke instellingen in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven. Dat gaat dan onder meer over:  de keuze van te onderzoeken thema’s, de keuze en toepassing van de eigen onderzoeksvragen en -methoden, de toegang tot informatiebronnen, het publiceren en delen van informatie via conferenties, lezingen en lidmaatschap van wetenschappelijke groepen, de keuze om samenwerking met wetenschappelijke partners aan te gaan, en de invulling van het wetenschappelijk onderwijs. De wetenschappers zelf en de instellingen waar zij werken zijn als eerste verantwoordelijk voor de academische vrijheid. Maar ook de overheid, als opdrachtgever en financierder, en de samenleving, inclusief het bedrijfsleven, dragen bij hun betrokkenheid met wetenschap verantwoordelijkheid. De grenzen van academische vrijheid worden in belangrijke mate bepaald door professionele normen van wetenschapsbeoefening. Deze zijn voor het wetenschappelijk onderzoek vastgelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Daar vinden we dan ook de criteria voor het onderscheid tussen integere wetenschapsbeoefening en pseudowetenschap.

Foto: caroline_says (cc)

Hoe we een tweede ‘silent spring’ kunnen voorkomen

Bijna 60 jaar na het verschijnen van Silent Spring luiden experts nog steeds de noodklok over het afnemen van de biodiversiteit en uitsterven van soorten. Terwijl de oplossing er al lang ligt.

Er heerste een verontrustende, doodse stilte. De vogels, waar waren ze gebleven? De voedertafels in de tuinen bleven onbezocht. De weinige vogels die nog gezien werden, waren stervende, trilden en konden niet vliegen. Het was een lente zonder lentestemmen.

In haar befaamde boek Silent Spring schetst biologe Rachel Carson een stadje in de toekomst, waar alle vogels zijn verdwenen door het grootschalige gebruik van chemische middelen. Het boek komt uit in 1962 en slaat in als een bom. Als één van de eersten toont ze aan hoe een enkele chemische stof een heel ecosysteem kan verwoesten, met dodelijke gevolgen voor planten en dieren. Milieukundige dr. Jerry van Dijk (UU): “Ik kon het boek niet in één keer doorlezen. Als ecoloog houd ik me bezig met biodiversiteit en de invloed van dit soort stoffen daarop. En als je dit boek leest met de kennis van nu… ik kreeg er buikpijn van.” In zijn lezing ‘Silent Spring‘ laat hij zien waarom Carsons boek iconisch was, en dat we desalniettemin weinig lijken te hebben geleerd. “De oplossingen zijn er wel, maar we gebruiken ze niet.”

Foto: Johan Wieland (cc)

Verboden bijengif in Westland nog steeds tussen de kassen

NIEUWS - Persbericht: Bijengif imidacloprid vergiftigt het slootwater tussen de kassen

Sinds april 2018 is het gebruik van het bestrijdingsmiddel imidacloprid verboden in open teelten. Toch werd imidacloprid in 2019 nog in alle meetpunten van het hoogheemraadschap Delfland aangetroffen boven de toegestane norm. De Algemene Waterschapspartij wil dat de vervuiler betaalt en pleit voor een toeslag op de waterschapsbelasting voor de glastuinbouw.

Imidacloprid, dat verkocht wordt onder de naam Admire, is uiterst effectief. Elk insect dat zijn snuit in een blad prikt, gaat er onherroepelijk aan. Imidacloprid breekt maar heel langzaam af. Zo langzaam, dat de tomatenplanten aan het einde van het groeiseizoen niet op de composthoop mogen maar bij het chemisch afval moeten.

Imidacloprid veroorzaakt blijvende beschadiging van het zenuwstelsel van insecten. Bijen en hommels, die met imidacloprid in aanraking zijn geweest, kunnen de weg naar de korf niet meer terug vinden en gaan onherroepelijk dood. “Imidacloprid is het DDT van onze tijd”, zegt Anne Van Hagen van de Algemene Waterschapspartij. “En een drama voor de biodiversiteit.”

Boven de norm

Van Hagen verwacht dat imidacloprid in de toekomst wordt aangewezen als een Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS). Hoe eerder de sector gaat zoeken naar vervangende middelen met minder milieuschade, hoe kleiner de kans dat zij straks voor het blok wordt gezet.

Foto: Dean Johnson (cc)

Tot tien tellen

COLUMN - ‘Hoeveel waren het er ook alweer?’ vroeg ik de goede vriend die mijn halfslachtig ziekbed was komen verlichten. ‘Zeven, toch?’

Hij schudde gedecideerd zijn hoofd: ‘Tien.’ Uit het blote hoofd somde hij er zo vier of vijf op. Die had-ie goed, maar de rest moesten we opzoeken. Toen gingen we zelf tellen.

De veepest: check, meermalen zelfs: van varkens- en vogelpest tot aan de gekkekoeienziekte. Overslaan op mensen is, gezien de grote populaties van mens en dier en hun innige nabijheid gekoppeld aan toenemende mobiliteit, steeds makkelijker. Dus nu zitten we met q-koorts en covid-19.

Water dat bloed werd hadden we nog niet gezien, maar wel tragische, eindeloos veel beelden van bomen en struiken die in een rode vuurzee vuur veranderden: dat telde ook, vonden we eensgezind. Australië dus.

Hadden we de duisternis ook meteen gehad, want het is in delen van Australië door de dikke rookwolken dagen achtereen zo donker geweest, dat het overdag op z’n best permanent schemerde, al is was het er hoogzomer.

Sprinkhanen: makkelijk. Die vreten momenteel half Oost-Afrika kaal: Kenia, Somalië, Zuid-Soedan, Oeganda, Ethiopië. Ze zijn ook in Pakistan neergestreken. China stuurt Pakistan hulptroepen: het land vaardigt honderdduizend eenden af om de insecten op te vreten. Dat zijn biologische wapens die effectiever zijn dan bestrijdingsmiddelen,’ zei onderzoeker Lu Lizhi. Eén eend kan dagelijks circa 200 sprinkhanen op, maakt 20 miljoen sprinkhanen per dag.  Beat that, Monsanto.

Foto: M. Appelman (cc)

Strafrechtelijke aanpak milieucriminaliteit schiet tekort

Afvaldumpingen en lozingen van giftig afval zijn aan de orde van de dag. Politie en justitie kijken vaak machteloos toe. Toepassing van het schadebeginsel kan de controle en bestraffing van milieudelicten aanzienlijk verscherpen – een analyse door Marc Schuilenburg.

Wie het klimaatdebat in ons land volgt, krijgt snel het gevoel te zijn beland in een discussie tussen boekhouders: zoveel heffing per ton CO2-uitstoot, belastingmaatregelen om huizen energieneutraal te maken en invoering van een vliegtaks van 7 euro per ticket.

Maar klimaatbeleid hoort meer te zijn dan voer voor boekhouders. Het is namelijk ook een juridisch probleem. Simpel gezegd: je kunt als overheid nog zoveel willen, maar als er een window of opportunity blijft bestaan om als burger willens en wetens de regels aan je laars te lappen, dan verandert er niets.

Afvaldumpingen en giftige lozingen

Met alle aandacht in de politiek en de media voor het klimaat zou je verwachten dat politie en justitie haast maken met de aanpak van milieucriminaliteit.

In de praktijk is daarvan weinig te merken. Dagelijks lees je in de krant over milieuovertredingen waarvoor de politie zegt geen tijd of middelen te hebben.

Zo zijn afvaldumpingen in de natuur aan de orde van de dag, maar de politie komt aan de opsporing van de daders niet toe. In de Brabantse natuur gaat het om zo’n 5.000 dumpingen per jaar, waarbij het zwerfafval niet eens is meegerekend.

Foto: OccupyReno MediaCommittee (cc)

Juichen en huilen over het Ultieme Duivelse Product

COLUMN - Nog niet zo lang geleden is Monsanto/Bayer veroordeeld tot het betalen van 2 miljard boete voor Roundup, de onkruidverdelger die bij een Amerikaans echtpaar kanker veroorzaakt zou hebben. En dit is niet de laatste claim in dit dossier; velen zullen er nog volgen…

Nu heb ik mij enige decennia in kringen van milieuactivisten begeven, en ik was een spil in de organisatie van menige locale actiegroep. In deze kringen geldt Monsanto zo ongeveer als de personificatie van de Duivel zelf. Ik zou – gezien deze achtergrond, en gezien mijn algemene weerzin tegen bestrijdingsmiddelen – moeten staan te juichen.

Maar ik ben ook te veel een wetenschapper daarvoor en daar wringt de zaak. Vanuit de wetenschap kunnen zulk soort claims namelijk vrijwel nooit bewezen worden. Zeker niet wanneer er duizenden onderzoeken zijn die geen enkel verband aantonen tussen het gebruik van Roundup en kanker, en zeker niet bij het totaal ontbreken van theoretische kennis over het mechanisme waarmee Roundup die kanker dan wel veroorzaakt zou hebben.

De Europese voedselautoriteit EFSA, de Amerikaanse milieuwaakhond EPA, de Europese chemiekoepel ECHA, de WHO en nog veel meer organisaties komen dan ook tot het oordeel dat glyfosaat niet kankerverwekkend is voor de mens. De enige uitzondering is echter het IARC, het International Agency for Research on Cancer; zij vinden op basis van aanvechtbare criteria dat het middel potentieel kankerverwekkend zou kunnen zijn. De rest van de wetenschappelijke wereld is van mening dat er geen enkele link kan worden gelegd tussen kanker en glyfosaat.

Foto: Mike Mozart (cc)

Zo werkt de lobbyist

ELDERS - In Frankrijk is aan de vooravond van de Europese verkiezingen ophef ontstaan over lijsten met gegevens van journalisten en politici voor Monsanto’s lobbyisten.

Het dossier Glyfosaat is nog lang niet afgesloten in de EU. Ook het nieuwe parlement zal er mee te maken krijgen als het onderzoek naar de toelating van het onkruidverdelgingsmiddel Roundup aan de orde komt. In januari besloot het Europees Parlement een onderzoekscommissie in te stellen nadat de EU het middel tegen de wil van het parlement opnieuw voor vijf jaar heeft toegelaten (met instemming van de Nederlandse regering). Het EU-besluit is hevig bekritiseerd vanwege de geheimhouding van rapporten over de schadelijkheid van Roundup. De Europese Commissie heeft inmiddels meer openheid beloofd, naar aanleiding van een burgerinitiatief waarin meer dan een miljoen Europeanen opriepen tot een verbod op glyfosaat en openbaarmaking van wetenschappelijke rapporten die worden gebruikt bij het beoordelen van bestrijdingsmiddelen.

Roundup is al jaren omstreden omdat het kankerverwekkend zou zijn en schade aanricht aan de biodiversiteit. De Nederlandse regering is ondanks aanmaningen vanuit het parlement nog niet toe aan een verbod. In België en Frankrijk is het gebruik van Roundup door particulieren verboden. In Frankrijk is de druk op de regering om het middel helemaal te verbieden groot, maar president Macron kwam begin dit jaar terug op zijn belofte om daaraan gehoor te geven.

Foto: Heinrich-Böll-Stiftung (cc)

Rwanda, tweedehandskleding en de ‘donuteconomie’

ANALYSE - Vandaag is het Donut-D-Day. Geïnspireerd door de alternatieve economie van Kate Raworth gaan mensen uit de milieubeweging, de monetaire hervormers en de voorstanders van het basisinkomen de ‘donuteconomie’ handen en voeten geven. Gastschrijver S. de Beter ziet in de invoerrechten die Rwanda heft op tweedehandskleding een voorbeeld.

Kate Raworth pleit met haar economisch model voor het respecteren van sociale en planetaire grenzen (de binnen resp. buitenring van de donut) bij alle economische activiteiten. Vrijwel alle Nederlandse economen vinden het boek Doughnut Economics van Kate Raworth maar niks, zelfs als ze het nog niet hebben gelezen – zoals Bengeltje Bouman. Lees maar de column van Ewald Engelen n.a.v. haar eerste bezoek aan ons land. Of het artikel van Rob Hagendijk en Paul Kalma in De Groene Amsterdammer.

Zijn de economen misschien stikjaloers op Raworth? Omdat ze volle zalen trekt, terwijl in economenland alleen de eigen parochie luistert, meestal louter pro forma. Plus natuurlijk opportunistische politici in het geval zij hun cijfers, argumenten of visie goed kunnen gebruiken.

Op één punt hebben die kritische economen echter wél gelijk: Raworth is niet bepaald scheutig met de concretisering van haar Doughnut Economics. Dat is jammer omdat zij wel degelijk in de juiste richting wijst. Het menselijk ras – nog erger: planeet Aarde – stevent immers af op zijn eigen ondergang. Om de doodeenvoudige reden dat ons economische systeem onvoldoende rekening houdt met sociale behoeften en ecologische grenzen, dus met de binnenste en de buitenste ring van de doughnut. Iedereen die niet ziende blind is, weet dat deze randvoorwaarden voortdurend worden genegeerd, en zeker wat de ecologie betreft in een verontrustende tempo – denk alleen al aan de plastic soep die in de oceanen drijft. Het gilde van economen – overwegend van neoklassieke allure – is er nog steeds niet in geslaagd om daar verandering in te brengen, door mens en maatschappij – en politici in het bijzonder – te inspireren met vruchtbare ideeën voor economische alternatieven in gedrag en beleid. Raworth slaagt daar beter in, maar het enthousiasme dat zij losmaakt, zal in deze vluchtige samenleving snel verdampen, zeker als haar benadering zo weinig concreet blijft.

Medewerker waterschap onder druk gezet om privéwebsite met data

Het Centrum Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden verdient blijkbaar geld aan het in kaart brengen van openbare (!) gegevens van het waterschap over vervuiling door bestrijdingsmiddelen.

Dan is het natuurlijk niet de bedoeling dat een medewerker van het waterschap in zijn privétijd met z’n eigen rekenmethode een concurrerend ‘product’ gaat leveren.

Om een lang verhaal kort te maken: de medewerker van het waterschap heeft na een belletje van een boze prof. nu een arbeidsconflict met zijn werkgever.

Volgende