Boekrecensie | Culinaire troost

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

culinaire troostWeinig mensen zullen graag op begrafenissen komen of er zelfs maar graag aan denken. Je moet dan ook best wel lef hebben om een boek te schrijven over een onderwerp waar menigeen zich ongemakkelijk bij zal voelen als culinaire troost rond uitvaarten. Jeanette Diepenbroek deed het.

’t Is nog een leuk boekje ook. Gelukkig maar, want goed rouwen is belangrijk en een goede maaltijd kan daar uitstekend bij helpen. En dat geldt óók voor nuchtere Nederlanders, die de uitvaart zo dikwijls afdoen met een kopje (slechte) koffie en een plakje (matige) cake. Want dat Nederlanders rondom het thema van de dood nuchter zijn, kun je in deze tijd met al zijn stille tochten toch nauwelijks volhouden. Wat dat betreft is het back to the future, want eeuwen geleden moet het op begraafplaatsen een dolle boel zijn geweest. Men kwam er graag bijeen voor handel, cultuur, spel, drank en zelfs seks, vertelt Diepenbroek in Wat eet je op een begrafenis? Culinaire Troost.

Eén ding gebeurt overal ter wereld op uitvaarten: er wordt gegeten en gedronken. Heel soms is dat sober, maar meestal uitbundig. In veel culturen lijkt de uitvaartwens van Jacques Brel zoals hij die uitte in het onsterfelijke Le Moribond (“maak er een dolle boel van”) een vanzelfsprekendheid van de eerste orde.

Maar zelfs voor de koffie met cake breekt het boekje een lans: tijd voor eerherstel. De zoete koek uit vervlogen eeuwen was allesbehalve schamel en koffie was ooit een bijzondere drank voor bijzondere dagen. Je zou, zo suggereert Diepenbroek, die sfeer weer op kunnen roepen door bijvoorbeeld oesters en champagne te serveren. Ik bedoel maar: alles mag, niets is te gek–als het maar troost brengt.

Zwaartepunt van het boekje zijn de recepten: uitvaartgerechten uit de meest uiteenlopende landen en culturen, van België tot China, van christelijke, joodse, boeddhistische, hindoeïstische of moslimsignatuur. Bij het lezen voel je dat het moet werken: hier heb je comfort food in de meest letterlijke betekenis van dit ook bij ons inmiddels overbekende begrip.

Ach, en dat er in de Vlaamse stoofkarbonaden vlees wordt gebruikt dat alleen bij ons zo heet en dat bij de Vlamingen uitsluitend kotelet wordt genoemd (onder “karbonaden” verstaan zij runderstoofvlees) mag de pret niet drukken: wij Ollanders weten niet beter en een uitvaart is al zeker geen plek voor haarkloverijen. Een paar andere foutjes, onder meer in de recepten, moeten er wel in de tweede druk nog even uit. Dat geldt onder meer voor onderstaand recept, waarbij je als je de tekst volgt met de ui uit de ingrediëntenlijst blijft zitten. Die heb ik er dus maar even naar eigen inzicht in verwerkt.

Kabritu Stoba (Antilliaans gestoofd geitenvlees)

Nodig:

– 500 g geitenvlees (islamitische slagerij)
– theelepel zout
– limoen (of citroen)
– 2 eetlepels boter
– 2 eetlepels olie
– 1 ui
– 1/2 kop water
– 1 eetlepel tomatenpasta
– 1 eetlepel mosterd
– peper

Was het vlees, zout het en wrijf het in met de limoen. Verhit de boter en de olie en bak het vlees hierin eerst grijs, dan bruin. Voeg op het laatst de uien toe en laat ze even meefruiten tot ze zacht zijn.
Voeg het water toe en laat het vlees ca. 1 uur op een kleine vlak stoven. Voeg de tomatenpasta, de mosterd en de peper toe en stoof het gerecht nog 30 minuten. Dien het vlees op in een platte schaal.

Bestel hier Culinaire Troost

Reacties zijn uitgeschakeld