India doet het goed. Economisch gezien. De economie is de laatste drie maanden van 2010 weer met 8,2% gegroeid t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor. De groei gaat dermate hard, dat men over 10 jaar een fors tekort aan steenkool voorziet, simpelweg omdat de economie eigenlijk te hard groeit. De kolenproducenten kunnen de groeiende vraag naar kool niet bijbenen. Desalniettemin staat India thans op de vierde plaats in de wereldranglijst voor investeringen in duurzame energie. Het gaat goed met India. Of niet?
De economische groei van India leunde aanvankelijk sterk op de technologische sector, waaronder goedkope ICT. Eén van de belangrijkste motoren van de recente groeiende economie in India is thans na de financiële sector (11,2% groei over 2010) de agrarische sector (8,9%). Het frappante is echter dat deze groei op de agrarische markt niet ten goede komt aan het overgrote deel van de bevolking van India, waarvan 52% ironisch genoeg zelf werkzaam is in diezelfde landbouwsector. Wetenschappers van Harvard en de University of Michigan hebben geconcludeerd dat ondervoeding onder kinderen niet minder is geworden. Met name in de deelstaten Bihar, Madhya Pradesh en Uttar Pradesh is de situatie nog altijd schrijnend. Er is geen correlatie geconstateerd tussen economische groei en afname van ondervoeding. Duidelijk is in ieder geval dat slechts de ‘happy few’ lijken te profiteren van de groei.
Er is echter een sprankje hoop. En die hoop komt voort uit beter onderwijs en gezondheidszorg. In de deelstaat Kerala geeft de lokale overheid relatief gezien meer geld uit aan onderwijs en gezondheidszorg en ondervoeding speelt in deze deelstaat een kleinere rol. Er komen snel nieuwe scholen bij, onderwijs is verplicht tot 14 jaar en, niet onbelangrijk, het is gratis. Zal verbeterd onderwijs daadwerkelijk bijdragen tot meer welvaart onder de Indische bevolking? En zo ja, wat zal de impact gaan worden van al die Indiërs die een beroep gaan doen op de schaarse grondstoffen die onze wereld rijk is?
Tien jaar geleden was ik in India. Ik sprak met een jongen uit de middenklasse. Hij woonde met zijn familie in een klein huisje, ter grote van een klein appartement, alwaar we werden uitgenodigd om mee te eten. De verf bladderde van de gebarsten muren. Het toilet, niet meer dan een gat in de grond, bevond zich in een hoek van de keuken. Er zaten gaten in de bekleding van de bank. Maar zijn grootste droom was destijds het bezit van een mobiele telefoon. Een vriend van hem, een student, had zo’n mobiele telefoon. Dat was hèt ultieme statussymbool: die vriend werd door een professor namelijk aangesproken met “meneer”. Als je het materiële aspect wegfiltert, is dat niet wat welvaart daadwerkelijk inhoudt? Een gevulde maag en je gerespecteerd voelen door je medemens?
Reacties (8)
Als je het materiële aspect wegfiltert, is dat niet wat welvaart daadwerkelijk inhoudt? Een gevulde maag en je gerespecteerd voelen door je medemens?
Da’s dan ook precies de reden waarom het vaststellen van de armoedegrens in westerse landen zo lastig is.
Een gevulde maag is niet materieel ? Je hoeft geen centen te overleggen om voedsel te verkrijgen ?
@2: Het respect blijkbaar ook, want dat komt met statusgoederen.
Tien jaar geleden was ik in India. Ik sprak met een jongen uit de middenklasse. Hij woonde met zijn familie in een klein huisje, ter grote van een klein appartement, alwaar we werden uitgenodigd om mee te eten. De verf bladderde van de gebarsten muren. Het toilet, niet meer dan een gat in de grond, bevond zich in een hoek van de keuken. Er zaten gaten in de bekleding van de bank. Maar zijn grootste droom was destijds het bezit van een mobiele telefoon.
In 1994 woonde ik in Oporto. Daar had je, op de oevers van de Douro op diverse hoogte-niveaux, iets meer landinwaarts, de sloppenwijken: de Favelas. Rio de Janeiro (minus het geweld hoor, moet ik zeggen) gewoon in de EU. Kadavers van huizen met golfplaten erop. Vuilnis gooiden ze gewoon over de rand, waardoor je een soort schaakbord-patroon kreeg: huis – vullis – huis en eronder: vullis – huis – vullis. Kinderen liepen er maar een beetje tussen.
Ze hadden allemaal een televisie antenne op het dak.
Ramachandra Guha beschrijft in zijn boek ‘India na Gandhi’ dat er de laatste jaren massaal zelfmoord wordt gepleegd door de boeren. Ze waren best wel gewend aan hard werken en aan een leven met schulden. Maar de tegenstelling in vergelijking met het succesvolle deel van de Indiërs maakt het boerenbestaan ineens veel onverdraaglijker, zegt Guha.
Het landbezit onder de hogere kasten en van de boeren wordt steeds kleiner door de enorme bevolkingsgroei. Er moeten bovendien veel meer mensen leven van de kleine lapjes grond. Veel grondeigenaren zijn zelf boer geworden op hun eigen land. Daarmee verloren ze de status en aanzien van hun vroegere kastegenoten.
Veel boeren moeten hard werken voor een lage opbrengst en met grote schulden.
Er ontstaat (mede hierdoor) een enorme trek van het platteland naar de grote steden. Maar daar is geen werk voor hen. Dus leven ze in sloppen rondom de steden. De werklozen beconcurreren elkaar in de strijd om het bestaan. Ze worden uitgebuit door de zichzelfverrijkende middenklasse, die ze niet in dienst neemt, maar alleen voor losse arbeid betaalt, en dat voor een schijntje waar nauwelijks van te overleven valt. De overheid doet daar niets aan, las ik (bron em. prof. Breman, socioloog). Dat kan leiden tot escalaties volgens hem.
Gebrek aan werk voor de lagere kastes/klasse, gebrek aan rechtspositie en de idiote inkomensverschillen door mondialiseringsprocessen zouden dus het probleem zijn.
Ja, scholing is altijd goed, maar maatschappelijk ondernemen en een betere rechtspositie zou (ook internationaal) wel wat meer aandacht mogen krijgen.
Zou succesvol Kaptalisme dan cultuur gebonden zijn?
Westers Kapitalisme wordt gecopieerd in andere landen/culturen, en toch “werkt” het niet.
Ergo, niet het Westerse Kapitalisme, maar de cultuur is de factor die succes bepaald? Het is een kwestie van compatability?
Ik vraag het weleens af….
@6: Nee, natuurlijk niet. Het kapitalisme in India werkt wel, het werkt wat Schuur betreft gewoon niet “snel genoeg”. Tsja. Bijvoorbeeld.
Met name in de deelstaten Bihar, Madhya Pradesh en Uttar Pradesh is de situatie nog altijd schrijnend. Er is geen correlatie geconstateerd tussen economische groei en afname van ondervoeding.
Wat hij verzuimd te zeggen is dat de bevolking in Uttar Pradesh nog altijd zeer sterk groeit: de toename was ruim 25 miljoen van 1991 tot 2001. Nogal wiedes er “nog steeds” problemen zijn met ondervoeding.
Volgens Guha is India slechts voor 50 % democratisch. Democratisch in: onderwijs is bedoeld voor iedereen, er worden regelmatig verkiezingen gehouden en er heerst een seculier bewind (volgens de grondwet). Ondemocratisch in: corruptie en kastenverschillen. En ook door constante conflicten over de culturele identiteit van de bevolking over taal, religie en kaste. De talen zijn: Hindi, Engels en nog 21 andere erkende talen. Daarnaast zijn er nog 392 andere levende talen. Bovendien willen drie van de achtentwintig provincies onafhankelijk worden.”
Toch denk ik nog steeds dat grote bedrijven die zich hier vestigen of onderdelen laten maken, wel wat meer kunnen bijdragen aan rechtsposities, etc.