Persvrijheid vereist een democratische cultuur en zelfreflectie van de media

COLUMN - In de jaarlijkse Persvrijheidsindex van RSF (Reporters Sans Frontières) staat Nederland dit jaar op de derde plaats. Geen reden om ons zorgen te maken, dus. Lijkt het. Maar toch. De vrijheid van de media blijft waakzaamheid vereisen. Die vrijheid is namelijk afhankelijk van een context van de democratische rechtsstaat die in toenemende mate onder druk staat. Vrije media passen in een democratische cultuur. Maar wat gebeurt er als de politieke cultuur steeds meer onder invloed komt te staan van autoritaire, illiberale tendensen? Het kan snel afgelopen zijn met de persvrijheid zoals Hongarije laat zien. En dan de VS, al tachtig jaar cultureel, economisch en politiek hét grote voorbeeld voor Nederland. Direct na de start van de tweede termijn van Trump schreef  Katherine Jacobsen van het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ): “Het is voor journalisten steeds moeilijker om hun werk goed te doen. Als dit zo doorgaat, dan zou Amerika het nieuwe Rusland kunnen worden.”

De NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten) vindt in reactie op de Persvrijheidsindex dat er geen reden is voor een juichstemming. ‘De publieke omroep krijgt te maken met ingrijpende bezuinigingen. Journalisten hebben in toenemende mate te maken met geweldsincidenten, schadelijke politieke retoriek en juridische intimidatie (SLAPP-zaken). Er zijn zorgen over de mediaconcentratie in Nederland en de toegang tot informatie.’ De huidige -inmiddels demissionaire- regering kan niet beschouwd worden als actieve beschermer van de vrijheid in de media. De openbaarheid van informatie wordt eerder tegengewerkt dan bevorderd, zoals bijvoorbeeld bleek bij de weigering van BBB-minister Wiersma om emissiegegevens van boeren openbaar te maken. De NVJ is voorts bezorgd over het toenemend aantal bedreigingen van journalisten. In totaal hebben in 2024 journalisten 249 keer melding gedaan van een incident bij PersVeilig, tegenover 218 keer in 2023 en 198 keer in 2022.

Het is allemaal onderdeel van de gure politieke wind die ook in Nederland is gaan waaien. Rechtse en extreemrechtse politici bevorderen een antidemocratische stemming waar de vrije pers en de vrijheid van meningsuiting het slachtoffer van worden. Belangengebonden digitale media winnen terrein. Het vertrouwen in de klassieke, onafhankelijke media staat op het spel. Het tegenwicht moet volgens Wytse Vellinga, coördinator journalistieke verantwoording bij de Ombudsman voor de Publieke Omroepen, gevonden worden in actief werken met de journalistieke ethische codes. En dat dan ook laten zien. En niet alleen als het een keer fout is gegaan, maar standaard als verantwoording van een betrouwbare werkwijze. ‘De journalistiek moet niet wachten op regulering van buitenaf, maar moet zelf transparanter zijn over de journalistieke werkwijze en ruimte creëren voor zelfreflectie.’

Openheid, bereidheid om verantwoording af te leggen en zelfreflectie: precies die kenmerken ontbreken bij extreemrechts en juist daarom moeten ze als wapen ingezet worden om antidemocratische politieke tendensen te bestrijden.

[overgenomen van Free Flow of Information]

Reacties (2)

#1 Hans Custers

Bij die opmerking over zelfreflectie bij de journalistiek, moest ik toch even denken aan een discussie met een parlementair journalist van de NOS op Bluesky. Die begon met een schoolvoorbeeld van ‘bothsidesism‘:

Volgens X ben ik een Wildershater
Volgens Bluesky ben ik een Wildersknuffelaar

Het is weer precies goed gegaan

Maar dat erkennen, toen hij daarop werd gewezen, bleek teveel gevraagd.

Ja dat both-sides verwijt heeft wel een baard inmiddels en daar wordt hier meer misbruik van gemaakt dan op X.

Een bijspijkercursusje zelfreflectie zou misschien geen kwaad kunnen bij de NOS. Wat niet wegneemt dat ik de demonstratie daar van een tijdje terug overdreven vond. Als je actievoert tegen desinformatie of misinformatie kun je je beter richten op de propagandakanalen die dat bewust verspreiden. In plaats van tegen nieuwsmedia die niet soms minder gelukkige journalistieke keuzes maken.

#2 Jos van Dijk

Het vandaag verschenen Digital News Report Nederland 2025 (DNR) laat zien dat de professionele journalistiek het verliest van nepnieuws op sociale media en een algemene desinteresse in nieuws.

Enkele bevindingen:

Het aantal mensen dat niet in nieuws is geïnteresseerd groeide van 6 procent in 2021 naar 14 procent in 2025. Onder jongeren is de daling van de interesse in nieuws met 28 procentpunten naar 33 procent in 2025 bijzonder groot. Met name onder jonge vrouwen is interesse in nieuws gedaald van 58 procent in 2021 naar slechts 22 procent in 2025. Van de leeftijdsgroep 18-24 jaar betrekt 81 procent het nieuws exclusief via sociale media. In de leeftijdsgroep 24-34 is dat 72 procent. Televisie heeft de afgelopen jaren haar populariteit als eerste nieuwsmedium verloren en dat geldt ook voor de ochtendkrant. Nog maar 8 procent komt via de papieren krant in aanraking met het eerste nieuws van de dag.

Het vertrouwen in de nieuwsmedia daalde in vijf jaar met 9 procentpunten en raakt voor het eerst de 50% lijn. Wie zelf op zoek gaat naar nieuws, vertrouwt dat uiteindelijk meer. Vertrouwen in zelfgekozen nieuws groeide van 18 procent in 2018 naar 27 procent in 2025. Op de vraag welke bronnen een gevaar voor foute of misleidende informatie vormen staat TikTok op 1 (58 procent). Daarop volgen X (53 procent) en Facebook (51 procent).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*