Quote du Jour | Zin in fascisme

Serie:

© Sargasso logo Quote du Jour

Onderzoek na onderzoek heeft aangetoond dat overal in het Westen het enthousiasme voor democratie verdwijnt. Al vijftien jaar lang kalft het vertrouwen af. Dat is tegelijkertijd dramatisch en niet verwonderlijk: als de democratie haar belofte op collectieve vooruitgang niet meer kan waarmaken, gaan mensen elders hun heil zoeken.

Als betekenisvolle inspraak van de massa het keer op keer aflegt tegen de stille macht van de kassa, hoeft het niet te verbazen dat steeds meer mensen afhaken. Wie burgers herleidt tot kiezers, krijgt nukkige consumenten.

David van Reybrouck (bekend van boeken over Congo en de Indonesische ‘Revolusi’) geeft in Trouw een diagnose van hoe de liberale democratie er bij staat.

Op sterven na dood, moeten we constateren. Donald Trump is geen uitzondering. Overal in het Westen zien we “de terugkeer van een rancuneuze, masculiene, autocratische, populistische en in simplismen grossierende politieke cultuur.”

Wat steekt daar achter? Zelf kan ik me nog herinneren dat liberale politicologen in de jaren negentig droomden van ‘het einde van de geschiedenis’. Nu het communisme was ingestort zou de hele wereld, bijeengebracht onder de paraplu van wereldwijd opererend kapitaal,  in een uitvergrote versie van het liberaal-democratische Westen veranderen.

Nou, mooi niet dus. Dit komt, volgens Van Reybrouck, omdat men in het Westen na 1975 de les heeft losgelaten die men van de Tweede Wereldoorlog had geleerd, namelijk dat men het grootkapitaal aan banden moest leggen. In de dertig jaar na de oorlog kwam dan ook een daarvoor ongekende welvaart beschikbaar voor brede lagen van de bevolking, ook de arbeiders.

De generatie van mijn grootouders kreeg kansen die hun ouders nooit gehad hadden: een beter loon, een bescheiden huis, weekend, vakantie, ziektezorg, pensioen en bovenal een betere toekomst voor hun kinderen. Iedereen ging erop vooruit.

De oliecrisis maakte dat overheden zich gedwongen zagen te bezuinigen op de uitgaven. Ze lieten de oren hangen naar neoliberale economen die “beweerden dat de belofte van het democratische kapitalisme – gezamenlijk voorwaarts! – stukken goedkoper kon worden gerealiseerd als de markt een pak overheidstaken op zich nam.”

In de jaren ’80 zagen tal van Westerse landen deze visie politiek verwezenlijkt, met als koplopers Margaret Thatcher in het Verenigd Koninkrijk en Ronald Reagan in de VS. In Nederland bezuinigde het kabinet Lubbers op de overheidsuitgaven.

Tijdens de jaren ’90 kwamen ook de voormalige socialisten aan boord, zoals Tony Blair in het Verenigd Koninkrijk en oud-vakbondsman Wim Kok in Nederland. Die laatste vond dat de PvdA haar ‘ideologische veren’ moest afschudden en ging met de VVD en D66 in zee. Men sprak over De Derde Weg: men dacht een ideale middenweg gevonden te hebben tussen hard marktkapitalisme en sociaal-democratie, waarbij zowel het grootkapitaal als de werknemer profiteerde.

In werkelijkheid had men gewoon het economische tij mee, waardoor de groeiende ongelijkheid in welvaart een tijdlang gemaskeerd bleef. Intussen wijzigden de verhoudingen tussen kapitaal, arbeid(ers) en overheid fundamenteel. De staat liep inmiddels aan de hand van ‘de markt’.

De kassa kreeg meer te zeggen dan de massa. Openbare diensten kalfden af terwijl vele prijzen stegen. En terwijl de omzet aan de kassa jaar na jaar bleef groeien, ging de koopkracht van de massa er niet noemenswaardig op vooruit. Gevolg: een ongelijkheid die al dertig jaar aan het groeien is. De belofte van het democratische kapitalisme was een illusie geworden.

Geen wonder dus, dat steeds meer mensen afhaken, wrokkig en cynisch zijn over de parlementaire democratie en democratische instituties die hun meest elementaire beloften niet nakomen, vervolgens de schuld zoeken bij zondebokken (links, buitenlanders) en hun hoop vestigen op een sterke man die even orde op zaken komt stellen.

Onze samenlevingen zijn ten diepste verdeeld tussen mensen die nog wel vinden dat er enigszins naar hen geluisterd wordt en mensen die die hoop helemaal hebben laten varen, tot er een verlokkelijk alternatief langskomt. Naarmate die laatste groep groeit, sterft de democratie langzaam af.

Het is geen onwetendheid dat mensen op fascisme stemmen, zegt van Reybrouck. Velen voelen zich zo belazerd door het systeem dat ze er wel zin in hebben, een grote afrekening. Vraag is of onze bestuurlijke en economische elite voldoende beseft waar dat toe kan leiden.

Ik vermoed van niet.

Reacties (1)

#1 Hans Custers

Op de conclusie dat het geen onwetendheid is valt wel wat af te dingen. Het huidige radicaal en extreemrechts is immers in nogal wat opzichten neoliberalisme in de overtreffende trap. Geen radicale breuk dus met het beleid van de afgelopen 30 of 40 jaar, maar juist een flinke schep er bovenop. Wat er nu in de VS gebeurt is bijvoorbeeld juist een poging van de economische elite om definitief de macht te grijpen. Natuurlijk is het denkbaar dat dat zich ook ooit tegen hen keert, maar daarvoor moet er wel een heleboel veranderen. Vooralsnog laten kiezers zich nog massaal belazeren door de propaganda die grotendeels wordt gefinancierd door een economische elite. Ofwel: door gevestigde belangen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*