Het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting geldt bij uitstek voor de openbare ruimte: de straat, openbare gebouwen, de openbare vergadering, maar ook de publieke media, het internet. Er zijn wel grenzen natuurlijk, maar die zijn bij wet bepaald en gelden voor iedereen. Overschrijding daarvan zal altijd door een rechter moeten worden getoetst voordat er sancties kunnen volgen. In niet-openbare omgevingen, zoals bedrijven, scholen, particuliere huizen moet je je houden aan daar geldende regels. En dan kun je bij overtreding te maken krijgen met sancties van de daar bevoegde autoriteiten. Dat is dan een puur private aangelegenheid, willekeur is niet uitgesloten. Je kunt daarvoor naar een (civiele) rechter stappen natuurlijk, maar de meeste conflicten worden in de praktijk binnenshuis opgelost.
Nu is er in Nederland en vele andere westerse landen al jaren sprake van een privatisering van de openbare ruimte. Het overdekte winkelcentrum is het meest bekende voorbeeld. Een straat, plein, passage of traverse met uitsluitend winkels, beheerd door een particuliere onderneming en bewaakt door particuliere beveiligers. Die onderneming heeft namens de winkeliers meestal ook regels vastgesteld die er voor moeten zorgen dat er ongestoord gewinkeld wordt. En alleen gewinkeld wordt. Activiteiten die niet passen binnen dat kader kunnen worden verboden. Zwervers worden geweerd, evenals demonstraties en mensen die folderen in verkiezingstijd. Het is shoppen geblazen en anders ga je maar ergens anders heen.
Er zijn ook andere voorbeelden van privatisering van de openbare ruimte, zoals min of meer besloten woonerven, tuinen aan de binnenkant van een blok huizen, parken en plantsoenen die door de Gemeente in beheer gegeven zijn van omwonenden of speciaal daarvoor opgerichte groepen. Ten dele openbaar, maar met restricties die door particulieren worden opgelegd (sluiting na zonsondergang bv.). Dat gebeurt dan wel in overleg met de gemeente als eindverantwoordelijke voor de openbare ruimte.
Hoe de Gemeente die eindverantwoordelijkheid invult in die min of meer geprivatiseerde openbare ruimtes is voor mij een punt van zorg. Eigenlijk al sinds het bestaan van het Utrechtse winkelgebied Hoog Catharijne. Het hele stationsgebied is in feite een openbaar gebied, maar het is in handen van particuliere bedrijven, naast Corio, de beheerder van het winkelcentrum ook nog de NS. De Gemeente Utrecht heeft met die eigenaren afgesproken dat het gebied doorlopend toegankelijk is. Anders is het Centraal station ook onbereikbaar. Je mag er dus door lopen. Maar verder bepalen de eigenaars wat er daar wel en niet mag gebeuren. Straatmuzikanten kunnen worden weggestuurd. Folders uitdelen is in principe verboden. Demonstreren is daar ondenkbaar. Je zou het winkelend publiek maar hinderen. Ongehinderd zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk laten kopen is het enige uitgangspunt voor wat in deze openbare ruimte wel en niet is toegestaan.
Dat je ook elders kunt demonstreren, folders uitdelen, musiceren etc. is natuurlijk juist. Maar wie de openbaarheid zoekt voor dergelijke doelen kiest bij voorkeur plaatsen waar veel mensen zijn. Demonstreren op zaterdagmiddag op een industrieterrein is zinloos. De vraag is: wat betekent openbaarheid eigenlijk en welke consequenties verbindt de overheid daar aan voor de regelgeving?
Openbaar betekent volgens deze definitie: voor iedereen zonder onderscheid toegankelijk en in principe beheerd door de overheid, die daar ook de regels voor stelt. Die regels staan gewoonlijk in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bepalen bijvoorbeeld dat demonstreren alleen mag na melding bij de politie, aanplakken alleen op de daarvoor bestemde borden en dat openbare dronkenschap, naakt lopen of vloeken verboden zijn. Dat laatste komt voor in streng christelijke gemeenten, maar is een paar jaar geleden onwettig verklaard en voor zover nog aanwezig dus puur symbolisch. Maar dit terzijde.
De vraag is hoe de gemeente dan nu met de openbaarheid omgaat in de vele inmiddels geprivatiseerde openbare ruimtes. Veel gemeenten hebben van harte meegewerkt aan deze privatisering omdat zij zo kunnen besparen op beheer, onderhoud en toezicht. De kortingen op het gemeentelijke budget maken het maar al te verleidelijk om het beheer van delen van de openbare ruimte in handen te leggen van particulieren. Bij plantsoenen en parken kan dat een positieve uitwerking hebben in de zin dat direct belanghebbenden dan hun verantwoordelijkheid nemen en er, ook voor hun eigen uitzicht of recreatie, iets moois van maken. Maar bij de grote stedelijke publiekstrekkers als winkelcentra rijst de vraag: waarom gelden daar niet dezelfde regels als twee straten verderop, waar geen sprake is van gemeenschappelijk door één bedrijf beheerde winkels. Hoog-Catharijne is qua eigendomsverhoudingen een hybride gebied. Zonder de gemeentelijke voorzieningen zijn de winkels niet te exploiteren. Het openbare karakter van het gebied is ook in het belang van de winkeliers. Regelgeving en handhaving is voor dit geprivatiseerde gebied uiteraard een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Net zo goed als je bewoners rond een half besloten parkje in een woonblok moet betrekken bij de regels die daar gelden hebben de winkeliers het recht hun eisen te stellen voor de straat waar zij gevestigd zijn. Maar de gemeente behoort de eindverantwoordelijkheid te dragen als het om ruimte gaat waar iedereen vrije toegang heeft. En binnen die eindverantwoordelijkheid valt ook de zorg die de overheid grondwettelijk is gegeven voor de vrijheid van meningsuiting. Over de uitvoering daarvan behoort met betrokkenen overlegd te worden, maar de uitingsvrijheid in de openbare ruimte is geen recht dat je kunt privatiseren.
Foto Flickr cc zoetnet
Reacties (19)
Toevallig is vandaag The Guardian met een interessant crowdsourcingproject begonnen om de verloren publieke ruimte in kaart te brengen, http://www.guardian.co.uk/news/datablog/2012/jun/11/privately-owned-public-space-map. In Engeland is het nog veel erger, maar ook in Nederland wordt volgens mij steeds meer ruimte opgeslokt. Het valt me op in zo’n beetje alle nieuwbouwgebieden in Amsterdam: overal zit een groot hek omheen: alleen nog voor de bewoners gaat ‘ie open. Eigenlijk zijn het gated communities, vaak midden in de stad.
Ook al eerder op Sargasso gehad: de love police in Engeland
Krijg bijna heimwee naar Jo´burg.
In hun lagere schooltijd hebben ze waarschijnlijk niet genoeg belletje getrokken, fikkie gestookt en politieagentje achter zich aangehad. Dat gaan ze dan als volwassene proberen in te halen. Of het is een kunst-in-de-openbare-ruimte-project.
Prachtig filmpje! Alle vragen die daar gesteld worden kunnen we ook in Hoog Catharijne en soortgelijke gebieden stellen. Uiteindelijk gaat het om er om dat we de openbare weg moeten beschermen tegen privé politie die alleen door privé ondernemingen gecontroleerd wordt. Deze hele ontwikkeling is een risico voor de rechtsstaat.
Er is geen enkele Nederlandse wet die een private bewakingsorganisatie mag overtreden. Het bedrijf waarbij ze in dienst zijn is 100% voor hun gedrag aansprakelijk.
Wat zou mijn dagje uit toch zijn zonder zwervers, vragenlijstjes, abonnee-wervers, boeroepers en guerilla marketeers? Precies, ongestoord en zoals ik het wil.
Demonstreren is zinloos, verwerkelijk je visie gewoon.
………ongestoord en zoals ik het wil.
Blijf dan maar thuis, zou ik zeggen
Jos van Dijk: “Hoog-Catharijne is qua eigendomsverhoudingen een hybride gebied. Zonder de gemeentelijke voorzieningen zijn de winkels niet te exploiteren. Het openbare karakter van het gebied is ook in het belang van de winkeliers. Regelgeving en handhaving is voor dit geprivatiseerde gebied uiteraard een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
– Wat is er dan hybride aan een privaat gebied?
– Welke gemeentelijke voorzieningen zijn dat dan? Water? Electriciteit? Verlichting?
– De winkeliers benadelen zichzelf nu? Maar dat is dan toch hun eigen nadeel, hun eigen verantwoordelijkheid?
– Hoe kan er een gezamenlijke verantwoordelijkheid bestaan—van de private bezitters en het ‘publieke (overheid) belang’, als je stelt dat een gebied geprivatiseerd is? Mijn woonruimte is ook privaat, en daar laat ik ook geen politie, op hun ronde, in surveilleren. Ik ben mijn eigen bewakingsdienst.
Als Hoog Catharijne niet zou bestaan, dan zouden er op diverse plaatsen van het gebied vast en zeker straten zijn (openbare weg dus); maar daar is nu geen sprake van. Je kan er wel hoog en droog comfortabel van en naar de trein—zonder verder lastig gevallen te worden door colporteurs, die doorstroming zouden hinderen—want daarvoor is het private gebied, heel openbaar, toch prima toe- & doorgankelijk.
Activisten kunnen in Utrecht in allerhande echte winkelstraten en de hele Oude Gracht folderen en agiteren, want Hoog Catharijne is toch verder— vooral—een te mijden gebied.
Ik heb gehoord dat het zelfs bij betrokkenen niet helemaal duidelijk meer is wat van wie is. Er was een roltrap stuk in de buurt van het station en niemand wist wie daarvoor verantwoordelijk was.
Maar daar gaat het mij niet om. Het is een openbaar gebied, de weg van Vredenburg naar station, over particulier terrein, gebouwd op gemeentelijk terrein, bewaakt door particuliere veiligheidsdiensten die de gemeentelijke politie achter de hand hebben. Dat bedoel ik met hybride. Je mag het ook onduidelijk noemen. Het is niet even privaat als jouw huis, het is een tussenvorm tussen het eigen terrein van de ondernemer en het openbare terrein van de gemeente.
Wie stelt hier de regels? Los van het praktische argument dat je ook elders kunt demonstreren vind ik dat als er sprake is van een openbare weg waar iedereen gelijk toegang heeft, de overheid de eindverantwoordelijkheid heeft voor de toepassing van de grondrechten. De APV gaat boven de huisregels van Corio om het preciezer te zeggen. Dat is nu onduidelijk. En in de discussies over de inrichting van dit gebied in Utrecht krijgt dit aspect naar mijn mening onvoldoende aandacht.
Volgens mij is het nogal simpel: kijk even in het kadaster ( voor zoverre dat nog actueel is tegenwoordig) en kijk wie de eigenaar is.
Als de overheid de eigenaar is en het publiek toegankelijk is, betreft het openbaar gebied en anders niet. Ook als het stuk grond door de overheid verpacht of verhuurd wordt is het geen openbaar gebied meer.
De eigenaar bepaalt in principe wat er mag en wat niet. In geval van verpachting of verhuur worden er er in de overeenkomst afspraken gemaakt over o.a. onderhoud, het gebruik en toezicht.
In gated communities hoor je de vogeltjes tenminste nog kwinkeleren
In de niet-gated communities ook. Zeker hier buiten de Randstad.
Corio heeft er flink wat geld voor betaald aan de gemeente. Wat heeft de gemeente daarmee gedaan? Of is alles naar het Rijk gedaan? Ik hoor daar de gekste verhalen over.
Ach, dat lastig vallen door demonstraties, zwervers en marketeers. Hoort bij de stad. Jemig zeg, dat gaat gewoon naar de tijd dat je zonder pasje of legitimatie niet meer binnen mag. En natuurlijk je banksaldo vermelden, want je moet wel koopkracht hebben.
Dat is nog niet eens zo’n gek idee. Waarom zou je anders zo’n gebied in moeten?
Mensen die dat gebied in willen hoeven niet te verantwoorden waarom ze dat doen? Dat is toch hun eigen zaak? Waarom wil je dat weten? De enige relevante vraag is: waarom zou iemand er NIET mogen zijn, of waarom zou iemand daar iets NIET mogen doen? Dat dat gebied van Corio is maakt geen donder uit. Alsof ‘eigendom’ van een gebied ineens maakt dat je daar alles voor het zeggen hebt. Het gaat hier juist om de vrijheid van handelen/uiting van alle mensen, in principe op alle plekken. Dat allerlei openbare plekken (een straat met winkels) ‘privaat’ zijn geworden dat is onderdeel van het hele probleem, niet een gegeven situatie op basis waarvan dan de regels gemaakt worden.
De openbare ruimte is al bij de bouw van Hoog Catharijne overgegaan in private ruimte waarbij de gemeente eisen stelt aan de toegankelijkheid. Corio is overigens niet de enige partij in het complex, ook diverse verenigingen van eigenaren (zowel bedrijven als woningbezitters) hebben belangen qua veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Met de huidige vernieuwing van Hoog Catharijne verandert er niet zoveel aan dit concept. Wat mij eerder zorgen baart is het ontstaan van een grote hoeveelheid nieuwe afgeschermde openbare ruimte aan de westzijde van het station. De ambtelijke stukken spreken over een forum, een mooi woord voor een betonplaat van 300 m lang op 7 meter hoogte, waaronder de boel waarschijnlijk zal zijn afgehekt.
Overigens zie ik veiligheid als grotere spelbreker in de mate waarop de burger van de ‘openbaarheid’ kan genieten. Schoonmakers konden bijvoorbeeld onlangs nog demonstreren op Utrecht Centraal. Maar ik ken diverse verhalen van mensen die er foto’s (van de bouw bijvoorbeeld) maakten die onaangenaam zijn behandeld door bromsnor van het spoor. Utrecht Centraal wordt door de antiterrorismemachinerie als mogelijk doel gezien en dat maakt sommigen nerveus. Fotograferen en filmen is er, zonder toestemming, verboden, net als in Hoog Catharijne. Een nogal onnozele maatregel met al die smartphones tegenwoordig.
Als je vindt dat je overal moet kunnen demonstreren, folderen (vaak reclame trouwens), musciseren of slapen dan klopt dit betoog. Je moet dan ook vinden dat alles wat buiten zich de voordeur bevindt openbaar is (waar je dus moet kunnen demonstreren, folderen, musciseren en slapen) en alles binnen de voordeur privé.
Maar in werkelijkheid zijn er tal van tussengebieden die niet in bezit zijn van de overheid en toch redelijk openbaar. Bij gebieden als Hoog Catherijne en de Lijnbaan ervaren we het als openbaar (maar Hoog Catherijne gaat ‘s nachts wel grotendeels op slot), maar wat te denken van grote stations, de bibliotheek van bijvoorbeeld Amsterdam of het gemeentehuis van Den Haag. Mag het daar ook? En zo nee, waarom daar niet en in Hoog Catherijne wel? Stations, bibliotheken en gemeentehuizen zijn publieke gebieden. Ze zijn eigendom van de overheid (of bij de NS eb de bieb van een overheidsbedrijf).
Of een stap verder: de Bijenkorf of V&D. Met name de Bijenkorf lijkt sterk op een stadsstructuur (een soort markt) en de V&D in mijn stad is een handige doorsteekje in de stad.
Kortom, het is niet zo heel eenduidig en eenvoudig.
We kennen in Nederland (net als in veel andere landen) een divers palet aan openbare, private en publieke ruimtes. En wat er mag verschilt per gebied. En dat past ook veel beter bij de huidige maatschappij dan vinden dat alles overal per se moet kunnen.
Jan-Willem Wesselink – Stedelijk Interieur
Ik vind ook niet dat alles overal moet kunnen. Ik vind wel dat in gebieden die gelijk staan met de openbare weg (niet de Bijenkorf dus of de bibliotheek) de overheid de eindverantwoordelijkheid heeft voor de regels en daarbij grondrechten in acht moet nemen. Dat is helaas niet altijd het geval.
Demonstreren doe je niet meer op straat maar digitaal :))