In het kader van Zonnige Zomerse vergeZichten over mooie nieuwe progressieve idealen hier de aftrap met een pleidooi voor radicale transparantie van alles wat overheid en politiek is.
Een goed werkende democratie is van de bevolking. De bevolking kiest de vertegenwoordigers daarin, en heeft daarmee een belang om te weten waar die vertegenwoordigers voor staan en hoe ze tot hun besluiten komen. En de gehele overheid plus alle politieke organen zijn uitvoeringsorganen in dienst van de bevolking.
Daarmee is ook alle informatie daarover van de bevolking.
Maak de vergelijking met een willekeurige organisatie of bedrijf. Komt het ooit voor dat de directeur of CEO buitengesloten wordt van informatie binnen de eigen organisatie? Nee, natuurlijk niet! Zie de bevolking als gezamenlijke CEO. Immers, als de bevolking niet de baas is, wie dan wel? En is het dan nog een democratie?
Om dus als bevolking goed te kunnen beoordelen of alles gaat zoals het wil, moet alle informatie ten alle tijde direct beschikbaar zijn voor iedereen. Radicale transparantie dus. Alle notities, agenda’s, rapporten, gespreksverslagen, sms’jes, appjes, etc… in functie opgesteld, gaan direct een openbaar register in.
Ontwerp het werk van de overheid en de politieke organen zo dat dit mogelijk wordt.
Dit is niet alleen een heel natuurlijk uitgangspunt voor een echte democratie, het is ook de beste waarborg tegen misbruik van macht. Macht van spelers binnen de overheid of politiek, maar ook de macht van grote organisaties die met veel geld invloed kunnen uitoefenen buiten het zicht van de bevolking.
Nu hoor ik iemand al roepen dat sommige informatie te ingewikkeld is en misschien niet juist geïnterpreteerd kan worden en tot verstoring van een proces kan leiden. Dat is ten eerste een motie van wantrouwen naar de bevolking (u bent te dom hiervoor) en ten tweede een teken dat het proces niet goed in elkaar zit.
Geen achterkamertjes meer, geen stoffige archieven, geen zwarte lak, geen eindeloze procedures om een mailtje van de overheid los te peuteren, nee, alles altijd open data.
Okay, uiteraard is er een uitzondering. Persoonsgegevens, bijvoorbeeld een dossier van iemand die een uitkering ontvangt, vragen andere benadering. Ja, het moet voor iedereen zichtbaar zijn dat zo’n dossier er is en ja de persoon waar het over gaat moet volledig inzage hebben in het eigen dossier. Maar nee, niet iedereen hoeft andermans dossier te zien.
En voor de nerds onder ons, dat betekent dus ook dat alle autorisaties binnen alle systemen voor iedereen zichtbaar zijn. Wie heeft de rechten om de foto’s van snelheidscamera’s in te zien, wie heeft de mogelijkheid om een fraudemelding aan een belastingdossier toe te voegen (en gedurende welke periode), etc…
U kunt zich vast wel voorstellen tot welke schoonmaak dat kan gaan leiden.
Kortom, radicale transparantie nu!
Reacties (11)
@Steeph denk je ook wel eens na over dat dingen in de praktijk anders zouden kunnen uitpakken dan gehoopt?
Ambtenaren en politici zijn (nog) geen robots, maar mensen, en die hebben net zo goed recht op veiligheid in hun werk. Er is meer dan één vorm van misbruik van macht, ontdaan van de context kan je van alles een schandaal maken. En daar is de democratie ook niet bij gebaat.
Natuurlijk wel.
Ja, ik ben het hier wel voor een groot deel mee eens.
En er is nog wat. Als je alles openbaar maakt zijn er misschien wel wat meer spelden te vinden, maar de hooiberg groeit ook gigantisch. En voor dingen waarvan ze echt niet willen dat het naar buiten komt verzinnen ze wel wat. Alleen nog mondeling overleg, of kladjes die helemaal nergens geregistreerd worden, bijvoorbeeld. Het is dus nog maar de vraag of het er echt transparanter van wordt. De Groene had vorige week toevallig een goed artikel dat duidelijk maakt dat het niet zo eenvoudig is: In de machinekamer van de openbaarheid.
Het is een cliché, ik weet het, maar ik denk toch dat de oplossing zal moeten komen van een cultuurverandering. Hoe je dat dan ook voor elkaar moet krijgen.
Geen aardige openingszin…
Iets ontdoen van context en dan een schandaal maken gebeurt nu aan de lopende band al. Transparantie (dus beschikbaarheid van alle context) zou dat juist moeten helpen bestrijden.
En ja, veilig werken moet kunnen. Maar als een individuele ambtenaar aangevallen zou worden op basis van openbare informatie, dan klopt het proces en de cultuur niet. Ook dat moet veranderen.
En… soms is het terecht en komt daarmee naar boven dat een ambtenaar zijn of haar positie misbruikt of gewoon slecht invult.
Maak je er nu niet een iets te simpel verhaal van ‘goeien tegen kwaaien’ van? De realiteit is wat genuanceerder.
Je hebt een heleboel goedwillende ambtenaren, en die maken ook wel eens een foutje. Die ambtenaren zullen natuurlijk alles keurig archiveren zoals het hoort. En die foutjes zouden een makkelijk mikpunt kunnen worden voor een ‘fishing expedition’. Georganiseerd door, ik noem maar wat, een groepje bedrijven dat het zich kan veroorloven om wat juristen in te huren om alles wat er maar te vinden is over stikstof door te pluizen. Als zo’n foutje geen gevolgen heeft voor het beleid, of misschien zelfs is gecorrigeerd in een volgende notitie, zal dat geen belemmering zijn om het toch naar buiten te brengen.
En kwaadwillenden hebben altijd wel manieren om te zorgen dat informatie buiten het systeem blijft. Alleen mondeling overleg, een notitie die buiten het systeem om bij een vergadering (die zo nodig wordt gehouden op het kantoor van een consultant of lobbybedrijf) wordt uitgereikt, of een notitie die om onopgehelderde reden zomaar uit het archief is verdwenen.
In de kern blijft het probleem met hoe politici en (een deel van?) de ambtelijke top zich gedragen. En misschien ook wel met hoe wij, de maatschappij (kiezers, journalistiek, gevestigde belangen) daarmee omgaan. Dat los je niet op met systemen of procedures. In het beste geval helpt het een heeeeel klein beetje.
Als jij een idee propageert, ben jij mijns inziens niet alleen verantwoordelijk voor hoe jij zou willen dat het zou werken, maar ook voor hoe dat in de praktijk daadwerkelijk uitpakt.
Dus als het nu al zo is dat individuele ambtenaren aangevallen worden op basis van openbare informatie, dan moet je dat meenemen in het gevolg van je voorstel voor nog radicalere transparantie, en niet wegwuiven met ‘o ja, daar is dan ook nog een cultuurverandering nodig’.
En begrijp me goed: ik pleit hier zeker niet tegen transparantie van overheidsinformatie, dat is belangrijk. Maar wel met erkenning dat er niet alleen maar voordelen zitten aan transparantie, ook niet voor de democratie als geheel.
Als het volk door regering en grootkapitaal wordt onderworpen aan radicale transparantie, (motto: wie niets te verbergen heeft…), mag het radicale transparantie terug eisen.
De regering hoeft daar niets van te vrezen. Die is toch regelmatig bonnetjes kwijt, memo’s verloren of heeft appjes gewist.
Het grootkapitaal is een ander, lastiger, verhaal. Eén jaarverslag en wat kwartaalcijfers staan heel mooi, maar de notulen van de vergaderingen van directies en raden van bestuur? Die krijgen hun werknemers al niet eens te zien.
En ff serieus… bestuurlijke verandering, cultuurverandering, daar heb je allen wat aan als heel concreet wordt gemaakt wat dat in heeft te houden.
Volledige openheid lijkt me een illusie. Het principe van actieve openbaarheid is wel een goed uitgangspunt. Het grootste struikelblok is de abominabele staat van de informatiehuishouding. Die geeft de overheid nog steeds een excuus om niet of veel te laat te leveren . Dat maakt de woo onuitvoerbaar. En zo blijft veel informatie onbereikbaar voor degenen die er recht op hebben.
Lees even de link in #1.1, Jos. Het zit echt wel wat ingewikkelder in elkaar.
Het treurige verhaal in De Groene heb ik gelezen. Dat gaat vooral over de problemen die ambtenaren hebben met Woo-verzoeken. Mijn punt is meer dat de overheid tekort schiet als het gaat om actieve openbaarheid: het beschikbaar stellen van stukken zonder dat er naar gevraagd wordt. Een open overheid zoals bedoeld in de wet moet het mogelijk maken voor burgers binnen zekere grenzen mee te kijken in de databanken die voor overheidsdocumenten worden aangelegd. Noorwegen wordt vaak als voorbeeld genoemd. Niet alles is daar openbaar. Maar wat openbaar is kan wel direct worden opgevraagd via één portal. . Zonder honderden ambtenaren en juristen apart voor elke vraag aan het werk te zetten, zoals we in De Groene hebben kunnen lezen. En dat begint met een goede informatiehuishouding die vooruitloopt op vragen van burgers.
Je gaat wel heel makkelijk voorbij aan de andere kant van dat verhaal in De Groene. Dat gaat namelijk over een afdeling die actief helpt met het zoeken naar antwoorden op vragen die door (onder meer) journalisten worden gesteld. Door te helpen met het duidelijker formuleren van de vraag, bijvoorbeeld, zodat gerichter gezocht kan worden naar de informatie die ze nodig hebben. En ze in contact te brengen met ambtenaren die eraan hebben gewerkt. Daar schieten die journalisten (en dus de transparantie) vaak waarschijnlijk meer mee op dan met het online plempen van enorme hoeveelheden documenten.
Ik ben overigens, voor alle duidelijkheid, niet tegen meer openbaarheid. Maar ik zou er ook geen al te hoge verwachtingen van hebben. En het lijkt me toch ook best belangrijk om ook de nadelen daarvan te onderkennen. Zoals het risico op ‘fishing expeditions’. Of de mogelijkheid dat er vooral veel meer relatief kleine fouten aan het licht komen, terwijl echt kwaadwillenden het toch wel voor elkaar zullen krijgen om belastende informatie te verbergen.
Stoffige archieven zijn er niet. Er wordt een godsvermogen uitgegeven om stof buiten de archiefdepots te houden, aangezien dat heel slecht is voor het bewaren van papier. Een E-depot kent sowieso geen stof.
Verder natuurlijk onmogelijk vanwege het onnoemlijke dataverkeer wat noodzakelijk is en het feit dat je wel uit de EU moet stappen onder meer vanwege de AVG welke ook geldt voor medewerkers van de overheid.