OPINIE - Een initiatief van het ministerie van OC&W om het aantal zittenblijvers te verminderen, zorgt ervoor dat de kwaliteit niet kan worden gewaarborgd. Het ministerie van Onderwijs verstrekt dus een miljoenensubsidie voor oncontroleerbaar onderwijs betoogt leraar Steven Geurts.
Jaarlijks doen 45.000 leerlingen in het VO het jaar over. Dat is met zo’n €300 miljoen aan kosten een dure operatie. Staatssecretaris Dekker kwam daarom met een maatregel in de strijd tegen zittenblijvers: hij trekt vanaf de zomer van 2016 €9 miljoen uit om zogeheten zomerscholen te financieren. Scholen kunnen zelf een subsidieaanvraag doen en hun leerlingen in de zomer- of meivakantie extra onderwijs bieden. Per leerling is €500 beschikbaar.
Voor scholen is het gezien de bekostiging, cao en hoge werkdruk relatief ingewikkeld om een eigen docent in lesvrije weken aan het werk te zetten. Het is dan ook geen verrassing dat vooral externe instituten worden ingezet om de zomerschool te draaien. De branchevereniging van huiswerkinstituten LVSi schatte dat zo’n 75% van de zomer- en lentescholen worden verzorgd door een commercieel bureau. Precieze cijfers zijn er niet.
Het is niet nieuw dat commerciële instituten worden ingezet om de gaten te vullen. De commercialisering is het onderwijs ingeslopen. Werd er in mijn tijd (eindexamen in 2005) nog lacherig gedaan over examenleerlingen die via universiteiten en Luzac hun “diploma kochten”, tegenwoordig ben je als examenkandidaat een minderheid als je géén commerciële examentraining volgt. Wie niet kan betalen heeft pech. Leren voor school doen leerlingen ergens anders. Dit schaduwonderwijs maakt de kansenongelijkheid groter.
Ook wordt zo de rol van de leraar steeds kleiner. Dat is kwalijk. Want niet alleen bepaalt de kwaliteit van de leraar de kwaliteit van het onderwijs, precies over die kwaliteit is er bij commerciële instituten geen enkele controle. Een lesbevoegdheid is niet noodzakelijk. Er is geen controle door de onderwijsinspectie. Branchevereniging LVSi kent weliswaar een keurmerk, maar voert geen inhoudelijke controle uit zoals de inspectie dat doet. Marktleider Lyceo is zelfs niet eens lid van de branchevereniging.
De invloed van commerciële partijen op het onderwijs wordt pas echt zichtbaar als je de website zomerscholenvo.nl bekijkt. Deze site van de VO-raad is bedoeld voor schoolleiders die aan de slag willen met een lente- of zomerschool. Op de frontpage staat een ronkend verhaal over de samenwerking met examentraininggigant Lyceo. Op de pagina waar de benodigde materialen bij elkaar zijn gezet kun je in twee klikken door naar een site waar alle commerciële aanbieders te vinden zijn. De branchevereniging heeft zijn lobby goed voor elkaar.
Aardrijkskundeleraar Teunis Bloothoofd maakt in zijn ingezonden brief aan de Volkskrant duidelijk dat het onderwijs zo de verkeerde kant op gaat. Leerlingen worden op hun examen voorbereid door studenten die nog nooit een eindexamen hebben nagekeken en soms zelfs niet eens het vak studeren waar ze de training voor geven. Examentrainers bij Lyceo mogen niet te zeggen dat ze een ander vak studeren. Het komt zelfs voor dat een trainer niet eens zelf het betreffende vak gevolgd heeft op de middelbare school! Dit zijn de instituten die we nu via de voordeur de scholen binnenhalen. Als we onderwijs zo overlaten aan de markt zijn de controle over de kwaliteit kwijt.
Dekkers zomerscholen kunnen met de huidige structuur van onderwijsbekostiging niet verzorgd worden door bevoegde docenten. Het ministerie van Onderwijs verstrekt dus een miljoenensubsidie voor oncontroleerbaar onderwijs wat uitgevoerd wordt door leraren zonder diploma. Dekker wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Dat we daarmee ook de controle uit handen geven wordt vergeten.
Laten we beginnen met het controleren van de kwaliteit van de aangeboden zomerscholen. Dat mogen we als belastingbetalers én als belanghebbenden van een goed opgeleide bevolking verwachten. Tegelijkertijd is het tijd om uit te zoeken wat er gebeurd is met de miljarden die de laatste jaren tevergeefs naar het onderwijs zijn gegaan. Als het geld nu wél bij de klassen terecht komt, kunnen klassen misschien wat kleiner worden en kunnen er meer bevoegde leraren worden aangesteld. Dekker moet zijn miljoenen uitgeven aan het verhogen van de onderwijskwaliteit. De onderwijsboot is lek. En in plaats van te luisteren naar zijn bemanning geeft Dekker zijn geld liever uit aan ondernemers die met een rolletje Ducttape en een gepeperde rekening klaarstaan om het gat af te plakken.
Steven Geurts is bioloog en leraar. Hij schrijft op zijn eigen blog over onderwijs, natuur en politiek. Twitter: @stevengeurts
Reacties (3)
Er is natuurlijk wel een maatstaf: het eindexamen.
Ik weet niet of slechte kwaliteit heel erg is, zolang de kwaliteit van leraren is gewaarborgd. Sterker nog, dat zou in ieder geval betekenen dat de verschillen arm-rijk hierdoor qua schoolprestaties niet groter worden.
Het wordt pas echt een probleem als leerlingen wél beter worden. Alleen dat al zal het verschil arm-rijk groter maken. Daarnaast zal dat beter worden zich ook uiten in de normering, die strenger zal worden en zo mensen die geen training krijgen verder zal benadelen. (of heb ik het nu mis qua normering?)
De scholen hebben kapitalen gekregen om een blik leraren open te trekken, maar het is veelal in veel te dure nieuwbouw gestoken omdat er toch geen controle was.
Met een mooi pand kun je immers beter patsen dan met een zorgelijk kijkende docent met elleboogstukjes op zijn jasje.
@1: Pas op, je haalt hier zomerscholen (gesubsidieerd) en examentrainingen (door ouders gefinancieerd) door elkaar.
Daarnaast mogen we best meer vinger aan de pols dan alleen het eindexamenresultaat. Met de opleiding van leerlingen heb je niet te experimenteren en hoor je niet aan onbevoegden over te laten.