Yesilgöz en het stickertje van de rest

Yesilgöz “kent best veel allochtonen“. En “geen van hen voelt zich aangesproken als ik zeg dat eerwraak slecht is.” Het klinkt stoer. Onaangedaan. Liberaal. En ook een beetje gek, want ze is zelf een allochtoon en lijkt zich hiermee van die groep te distantiëren. Maar het is ook wereldvreemd. Want wat Yesilgöz niet begrijpt, of waarschijnlijker: niet wil begrijpen, is dat kritiek op “gemeenschappen” in Nederland nooit zomaar kritiek is. Het is munitie in een maatschappelijk klimaat waarin namen, gezichten en accenten allang gelabeld zijn voordat iemand een woord zegt. Je hoeft je niet aangesproken te vóelen om aangesproken te wórden. De rest van Nederland plakt dat stickertje toch wel. Ook op de allochtonen die ze kent. Daarbij is het voorbeeld dat ze kiest curieus. Want allochtonen worden ook, of vooral, aangesproken op dingen als de religie die ze aanhangen, en wat die religie wel of niet inhoudt. Iets wat een stuk fundamenteler is dan een opinie over eerwraak, waar bijna iedereen hetzelfde over denkt.

De fictie van neutrale kritiek

Yesilgöz zegt dat de VVD niet “alle migranten” of “alle allochtonen” bedoelt. Dat klopt formeel. Maar politiek taalgebruik is geen wiskunde. Het is framing. En in de mond van een ex-minister van Justitie en partijleider wordt elk ‘feitelijk’ verband tussen migratie en misdaad een maatschappelijke stempel. In het interview verwijst ze naar cijfers over Syriërs en eergerelateerd toegenomen geweld. En dat ze daar ‘dan wel wat mee doet’. En ja, dat aantal is gestegen. Elk geval is er natuurlijk één te veel, maar het gaat om een paar honderd zaken per jaar, tegenover duizenden gevallen van vrouwgericht partnergeweld waar de VVD zelden nog een persmoment aan wijdt. De keuze om juist deze categorie te benadrukken is dus niet neutraal, maar verdacht.

Zeker als je bedenkt dat de vrouw die die cijfers aanhaalt zelf een allochtoon is, die inmiddels moeiteloos spreekt vanuit het perspectief van de meerderheid waar ze ooit ook niet toe behoorde. Het effect van dat soort framing is niet dat mensen nadenken over beleid, maar dat een Syrische jongen bij de bushalte drie blikken wantrouwen krijgt, nog voordat hij goedemorgen kan zeggen. De stigmatisering die daaruit volgt is geen misverstand. Het is beleid met sociale gevolgen. Het vertaalt zich in lagere kansen, meer controles, minder vertrouwen. Dat is de realiteit waarin Yesilgöz haar theoretische gelijk probeert te plakken op echte mensen die wel worstelen met de gevolgen van haar woorden.

De VVD als producent van het stickertje

Yesilgöz vraagt: “Waarom voel je je aangesproken?” Misschien omdat haar eigen partij er al jaren een sport van maakt om hele bevolkingsgroepen als beleidsprobleem te definiëren. Of omdat de VVD consequent spreekt over “de instroom”, “de overlast”, “de integratieproblematiek”. Termen die ontmenselijken en inmiddels zó vaak zijn herhaald dat ze als etiketten zijn ingebrand. Ze zegt: “Voor ons zijn dat gewoon Nederlanders.” Maar een zin later legt ze uit dat de VVD wil blijven monitoren hoe Nederlanders met een niet-westerse achtergrond zich ontwikkelen, want dat geeft “veel informatie over hoe het land is ingericht.” Je mag dus Nederlander zijn, zolang je in de juiste kolom blijft staan.

De kracht van onschuldige onwetendheid
Wat Yesilgöz presenteert als gezond verstand is feitelijk morele blindheid. Ze gelooft dat als haar intentie niet discriminerend is, de gevolgen dat ook niet kunnen zijn. Dat is de luxe van macht: nooit zelf hoeven leven met de naschokken van je woorden. Want in buurten waar de VVD vooral over praat maar zelden komt, vertaalt die “kritiek op gemeenschappen” zich in minder werk, meer wantrouwen en een politie die je net wat vaker aanspreekt op straat. Of je verdenkt van iets. De gevolgen van stigmatisering verdwijnen niet omdat een minister ze niet bedoelt.

De erfenis van twee jaar Yesilgöz

Twee jaar na haar aantreden ligt de erfenis van Yesilgöz niet in beleid, maar in de woorden die zijn blijven hangen: de verrechtse koers van de partij. Ze heeft niet alleen Rutte’s technocratische kilte geërfd, maar er een emotionele laag aan toegevoegd: de overtuiging dat gekwetstheid zwakte is, of gezeur. Dat een samenleving sterker wordt door ongevoelig te zijn. Maar de paradox is dat Nederland juist verhardt omdat die ongevoeligheid van bovenaf wordt gepreekt. Wie geen empathie toont, kweekt wantrouwen. Wie weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de maatschappelijke gevolgen van woorden, maakt van vrijheid een klassenvoordeel.

Het privilege van ongekwetst zijn

Yesilgöz zegt dat wie kritiek krijgen niet meteen moeten denken dat het over hen gaat. Maar in een land waar namen, huidskleuren en postcodes allang politiek geladen zijn, is dat advies ongeveer zo bruikbaar als “blijf droog” tegen iemand die al tot de knieën in het water staat. Het echte probleem is niet dat mensen zich aangesproken voelen. Het probleem is dat ze dat niet hoeven te doen, omdat de samenleving het al voor ze doet.

Vorige week interviewde Nu.nl Dilan Yesilgöz. Ze heeft, zo blijkt niet heel verrassend, een eenvoudig wereldbeeld, en daar wilde ik het over hebben. Maar ik kreeg het stukje voor de verkiezingen niet meer rond, en ik verwachtte dat ze zou aftreden na de komende verkiezingsnederlaag. Die bleef uit, en nu het er op lijkt dat we nog even met haar opgescheept zitten, heb ik het stukje toch maar even afgestoft. 

Reacties (1)

#1 Co Stuifbergen

Natuurlijk voelen die allochtonen zich niet aangesproken.
Als iemand mij vertelt dat eerwraak slecht is, voel ik mij ook niet aangesproken.

Want ik doe niet aan eerwraak.
En dat zal ook wel gelden voor de allochtonen uit Yesilgöz’ milieu.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*