RECENSIE - door Addie Schulte, redacteur van Boekenstrijd.
Liberalisme is misschien het meest succesvolle politieke idee van de afgelopen eeuwen. Het beloofde vrijheid voor allen en dat is een aanstekelijke boodschap gebleken. Daarom is het merkwaardig te lezen dat liberalisme heeft gefaald. Patrick Deneen heeft dan ook een paradox nodig om dit te verklaren: het liberalisme faalt juist door zijn overweldigende succes. Het brengt zelf de beloofde vrijheid om zeep.
Deneen, hoogleraar politieke theorie aan de katholieke Notre Dame University, vat liberalisme breed op. Het liberalisme neemt twee belangrijke stellingen in, schrijft hij. Ten eerste ziet het mensen als individuen, die los staan van groep, tijd en plaats en ten tweede gaat het uit van een scheiding tussen mens en natuur. Mensen kunnen individuele keuzes maken en worden niet bepaald door een bepaalde ‘natuur’ of aard. Om met Ed Nijpels te spreken: lekker jezelf kunnen zijn.
Het tweede uitgangspunt is dat de mens heerst over de omgeving door middel van wetenschap en techniek, zoals Francis Bacon al had uitgelegd in de 17e eeuw. De mogelijkheden van de mens worden niet begrensd door tijd, plaats, traditie of natuurlijke restricties. Liberalisme bevrijdt mensen van hun banden met bepaalde plaatsen, relaties, lidmaatschap en zelfs identiteit, schrijft Deneen. In het liberalisme kan je alleen maar losse verhoudingen onderhouden. Moderne ideeën zoals transhumanisme, de versmelting van mens en techniek, en het idee van kolonies op andere planeten passen hier dus prima in.
Conservatief
De kritiek van Deneen op het liberalisme volgt voor een deel het standaard-verhaal van de conservatieven. Het liberalisme verscheurt gemeenschappen, heeft geen respect voor traditie en laat mensen alleen en verweesd achter.
Maar hij maakt zijn kritiek breder en bestrijkt ook het terrein van de linkse tegenstanders van liberalisme. Hij bekritiseert het economisch of klassiek liberalisme en de daarbij horende vrije markt. Ook die zorgt voor een verwijdering tussen mensen. Hij ziet geen fundamentele tegenstelling tussen het klassieke, economisch gerichte liberalisme en het progressieve, culturele liberalisme. Uiteindelijk hebben die hetzelfde effect. Ze slopen alle krachten die tussen de staat en het individu staan. Het economisch liberalisme vernietigt gilden, vakbonden en andere barrières van de vrije markt-krachten. Het cultureel liberalisme maakt korte metten met het gezin, de kerk en andere beschermende structuren. Deze nadruk op de twee-eenheid van het liberalisme is een van de belangrijkste uitgangspunten van het boek.
Hoe meer de traditionele banden verdwijnen, hoe meer we op de staat moeten vertrouwen, om onze individuele rechten te beschermen of om de markt in goede banen te leiden. In Nederland is dat te zien in de standaard-reactie op bijna ieder mogelijk probleem: wat doet de overheid eraan? Bij een probleem dat de nationale grenzen overschrijdt, is de vraag: wat doet de EU eraan? Om dan te klagen over de overheid of de EU.
Een belangrijk punt van zijn kritiek is dat daardoor de liberale staat steeds verder oprukt, terwijl mensen de overheid tegelijk als afstandelijk en onbeheersbaar ervaren. En passant bekritiseert ook het grenzeloze vertrouwen in de techniek die alle problemen zou oplossen.
Vooruitgang
In veel opzichten is Deneen de tegenpool van Steven Pinker, de grote vooruitgangsdenker. “Een van de grootste uitdagingen van de mensheid is de kunst om de vooruitgang te overleven,” schrijft Deneen een beetje cynisch. Nu de stijgende materiële welvaart niet meer gegarandeerd kan worden, valt een bodem onder het systeem weg. Nu bepalen de winnaars de gang van zaken en komt de ‘liberalocracy’ aan de macht.
Toen ik dit boek aan het lezen was, kwam net het manifest uit van ‘Vrij Links’, een clubje seculiere voorvechters van de vrijheid. Met de analyse van Deneen in de hand was duidelijk dat zij een zeer liberale visie voorstaan. Ze bekritiseren ‘de groep’ die de natie en het individu verdrukt. De groep (mensen die gedefinieerd worden door religie, achtergrond, geslacht, geaardheid of ras) heeft in hun ogen geen recht om tussen de staat en het individu te staan. Hoewel de schrijvers van het manifest zich als links presenteerden, verwoorden zij perfect het cultureel-liberale geluid. Daarin past ook het verzet tegen scholen op levensbeschouwelijke basis en tegen de grondwettelijke bescherming van de vrijheid van godsdienst.
Vrijheid
Deneen presenteert een ander concept van vrijheid. Dat is de vrijheid om je aan de regels te houden, om beperkingen van tijd en plaats te accepteren, om zelfbeheersing te tonen. De vrijheid bestaat om het goede te doen, niet om te doen wat je wil. Deze niet-liberale visie op vrijheid is ook te vinden in het boek van Paul Teule.
Het einde van het liberalisme is in zicht, stelt Deneen. Maar dat stemt zelfs hem als tegenstander niet positief. Er kan een in naam liberale despotie voor in de plaats komen of een autoritaire staat. Om deze risico’s te vermijden moeten we de positieve prestaties van liberalisme erkennen, schrijft Deneen. Dat is verrassend in een boek waarin hij het liberalisme van boven tot onder en van voor tot achter heeft bekritiseerd. Er is geen terugkeer naar een pre-liberale orde mogelijk. Daarnaast moeten we afstand nemen van ideologie, maar ons richten op de praktijk, adviseert Deneen. Dat klinkt een beetje naïef van een hoogleraar politieke theorie. Want de theorie, de ideologie zit al in de praktijk.
Dat is ook duidelijk in het advies van Deneen. De praktijk moet zich afwenden van de grootschalige economie, en zich richten op huishoudens, stelt hij. Eigenlijk roept hij om kleine gemeenschappen die zich afwenden van het individualisme, de economische concurrentie en de technologische overheersing. Dat moeten ‘vuurtorens en veldhospitalen’ worden waarin een nieuwe praktijk geboren kan worden. Dat klinkt een beetje utopisch, met het verlangen om in afzondering een betere toestand te bereiken. Het doet me ook denken aan een zelfde soort streven binnen linkse kringen, in een roep om terugkeer naar gemeenschappelijk bezit en beheer van de publieke ruimte (de commons of in goed Nederlands de meent).
Individu
Het beeld dat Deneen schetst van het vrij zwevende liberale individu dat nergens aan gebonden is, is uiteraard overdreven. Verreweg de meeste mensen zijn nog gebonden aan familie, land en zelfs streek. In Amerika zijn de kerken nog sterk in vergelijking met Europa. Het succes van het liberalisme is minder groot dan hij stelt. Of dat genoeg is om de liberale opmars van staat en markt te keren, is de vraag. Ook ontstaan er nieuwe vormen van gemeenschappelijkheid, van gezamenlijke beheerde leeszalen tot speeltuinen. Wat hij wil bestaat voor een deel nog of komt in nieuwe vormen op.
Zelfs Deneen heeft moeite om het individualisme volledig af te keuren. Wat dat betreft is zijn verhouding tot het liberalisme toch ambivalent. Maar dat het liberalisme onder druk staat, van binnenuit en van buitenaf, is duidelijk. De tegenwind komt van links en rechts en soms in combinatie.
Een van de lessen die uit het boek van Deneen, is dat liberalisme zo succesvol is door die combinatie van een economische en een culturele benadering. En dat de staat – de Leviathan van Hobbes – de grote profiteur is van het liberalisme. Ook als je het niet met hem eens bent, is dit een krachtig en boeiend statement, dat aandacht verdient.
Deze recensie verscheen eerder op Boekenstrijd.
Reacties (8)
De bespreking maakt wel nieuwsgierig, dan is het een goede.
Maar toch roept de tekst vooral vraagtekens op. Gaat het over het liberalisme? Wat is dat dan en waarom kun je volhouden dat het heeft gefaald?
Ik lees Edmund Fawcett, Liberalism, the life of an idea, 2014. Dat is een boeiend historisch overzicht, in de volle breedte.
Deneen heeft het over de centrale concepten als vrijheid en individu, begrijp ik? Het begrip “vrijheid” kent nogal wat ingewikkeldheden. Vrijheid wordt beperkt door mensen. Vrijheid is geen abstract begrip, maar een relatie begrip, vrijheid om iets te doen of juist na te laten.
Dan heb je het al snel over moraliteit in de markt: mogen farmaceuten de prijzen vertienvoudigen omdat zij dat kunnen doen als monopolist?
Individu verwijst naar de sociale context waarin mensen moeten en willen leven: de Meent, of de mir, zoals de Russen hun “commons” noemden. Of de woorden verwant zijn, weet ik niet, wel dat mir ook vrede betekent in het Russisch.
De Engelse filosoof Thomas Green noemt vrijheden van weinig waarde, wanneer mensen niet in staat zijn conform die vrijheden te leven. Dat is een radicaliteit, die je links zou kunnen noemen.
Kortom, het verhaal roept veel vragen op. Moeten we naar kleinschaliger voortbrengingsprocessen? Het past bij de klimaat-uitdagingen en bij de denkbeelden van “groen rechts”.
Ik zal het boek toch maar eens opscharrelen.
Als dit liberalisme betekend dan is liberalisme geen politiek idee, maar onze natuurlijke staat. Alles wat geïdentificeerd is, is juist een politiek idee. Noem maar op: religie is in veel landen politiek bedrijven, Trump is groot geworden door zijn religieuze achterban. Erdogan idem. Lidmaatschap van een vereniging of iets anders eindigt vaak in politiek op kleuterniveau. Het zijn van een nationaliteit (banden met bepaalde plaatsen) leidt niet zelden tot politiek getouwtrek of zelfs oorlog. (Catalonië, Oost-Oekraïne)
Ideologie is ook al zo’n fraaie identiteit welke nog maar weinig goeds heeft voortgebracht.
Liberalisme houdt inderdaad het los staan van de groep in. Maar waarom zou je je tot een groep bekeren? Het Veronica-liberalisme van Ed Nijpels was een beetje infantiel, maar er zat wel een kern van waarheid in. Als individu bepaal ik zelf wel, ik geloof niet in maakbaarheid. We hebben alleen regels nodig om alles in goede banen te leiden.
@2.
Oké, regels voor alles in goede banen leiden, kom maar met de grens daarvan. Want dan kan je gevaarlijk dicht bij maakbaarheid komen. Zeker als het meer dan alleen veiligheid betreft.
“Deneen presenteert een ander concept van vrijheid. Dat is de vrijheid om je aan de regels te houden, om beperkingen van tijd en plaats te accepteren, om zelfbeheersing te tonen.” Dat is geen ander concept, het liberalisme is zo veel mogelijk vrijheid voor het individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. De beperking en het houden aan bepaalde regels zit daar automatisch bij ingebakken.
“Het beeld dat Deneen schetst van het vrij zwevende liberale individu dat nergens aan gebonden is, is uiteraard overdreven.”
Het is niet alleen overdreven het is ook onwaar, het liberalisme houdt in dat iedereen gevrijwaard is van een verplichte verbinding met voornamelijk kerk en staat. Die zelfde vrijheid is er voor een vrijwillige binding met wat voor organisatie ook, mits die organisatie dan weer niet tot doel heeft vrijheid van anderen te beperken. Kerk, vakbond en staat kunnen beschermende structuren zijn, maar staan daar zeker niet garant voor, van alle drie zijn voorbeelden van het tegendeel in overvloed. Van en liberale stromig die tegen gezinsbanden is heb ik nog nooit gehoord.
Ik mis de technologische component in dit verhaal. Liberalisme staat mede onder druk omdat technologie het idee van individuele autonomie onderuithaalt. Een algoritme kan een simpel patroon zien in gedrag dat een individu als zijn allerindividueelste expressie ziet, en dat is dodelijk in een samenleving waarin die individuele expressie als het hoogste goed wordt gezien. Jij kan als beginnend rappertje je haar roze verven en een tatoeage op je voorhoofd zetten en denken dat je je zo tegen de massa afzet. Maar dan google je even en dan blijkt dat er honderden soundcloud rappertjes zijn die exact hetzelfde hebben gedaan.
Wat transhumanisme betreft, dat is van oorsprong inderdaad een ultra-liberaal project, een poging tot ultieme zelfverwezenlijking. Maar uit de hoek waar het transhumanisme haar wortels heeft, de Bay Area, komt ook veel kritiek op het liberalisme. Daardoor is transhumanisme een breder project geworden, dat ook door (neo)reactionairen is omarmd. Niet omdat zij ernaar verlangen, zoals sommige techno-utopisten, maar omdat zij het als onvermijdelijk zien. Technische vooruitgang is niet tegen te houden, en het gaat exponentieel. Dat heeft bij die reactionairen de vraag opgeroepen, hoe combineer je conservatieve waarden met transhumanisme? Sommige reactionairen stellen een soort technofascisme voor, waarbij iedereen gedwongen meemoet met de vooruitgang. Een beetje zoals vaccinatie een collectief gebeuren is, waaraan uiteindelijk ook conservatieve religieuze gemeenschappen moeten meedoen, omdat het anders niet werkt. Dat mechanisme, maar dan veel extremer. Anderen, zoals Michael Anissimov, geloven meer in elites en hierarchie dan in de heilzame werking van technologie voor de massa. Zij zien de samenleving liever in tweeen gesplitst, met twee verschillende snelheden. Eentje voor de liberale elite en eentje voor de conservatieve massa.
Voor veel mensen op links is het idee van kleinere gemeenschappen aantrekkelijk, een alternatief voor zielloos kapitalisme. Maar daarbij zullen ze dat idee van die onvermijdelijke technische progressie niet in gedachten hebben. Die progressie verloopt echter exponentieel, en dat geldt ook voor de machtsverschillen die zullen ontstaan. Dus ook zij zullen op de langere termijn de vraag moeten stellen hoe je met de technische vooruitgang om moet gaan, als die tot gigantische machtsverschillen gaat leiden. Wordt je een Luddiet en trek je de stekker eruit, of accepteer je dat er een tweedeling ontstaat? Of ga je weer richting marxisme?
@3
Dat is wel een dingetje, goed dat je het opmerkt. Maakbaarheid dienen we te voorkomen, dat geeft maar weer ideologische verdwazing. We zijn dus gebaat bij een maatschappij welke enorm versplinterd is, dat voorkomt maakbaarheid. En stimuleert het op de winkel passen. En dat treft! Zowel Nederland als de EU is enorm versplinterd. En op dat vlak doet zich een merkwaardig fenomeen voor: des te groter de verdeeldheid, des te beter de zaak loopt.
@6.
Ik denk dat maakbaarheid op dit moment juist niet meer ideologisch is, maar ambtelijk technocratisch is. Dat kan je in onderwijs zien, bij semi-overheidsinstellingen, want massa wordt altijd in min of meerdere mate gestuurd.
Staat, kerk en vakbond zijn al genoemd. Maar tegenwoordig sociale media, banken, multinationals, mens denkt nooit uit zichzelf. Ik vind autonomie altijd wel grappig, daar geloof ik daarom niet in.
Komt nog bij dat vrijheid altijd met geld te maken heeft. Die kunnen hun ideeën het meeste waar maken. Daarom hekel aan overheid . En ook hekel aan plebs. De massa.
Liberalisme en socialisme zijn kindertjes van de verlichting en de Franse revolutie. God is dood, leve de mens. En daarmee het individualisme. Zelfontplooiing en emancipatie, beschavingsoffensief naar zelfredzaamheid.
Tradities en mede daaruit voortvloeiende groepsvorming vanuit religieus en cultureel perspectief moet verbroken worden. Want benauwend en onderdrukkend.
Vraag me af of dat allemaal nog wel stand houdt. Zeker met andere culturen die nog weinig hebben met liberalisme, juist vastzitten in hun tradities.