In een paar dagen kocht Unilever de Bulgaarse ijsfabrikant Darko, Plukon Royale het Duitse pluimveebedrijf Stolle en Heineken twee niet met name genoemde bierbrouwerijen in Ethiopië. In snel tempo komt steeds meer voedsel in steeds minder handen.
Dat is enigszins zorgwekkend, want over de voedselsituatie in de wereld op termijn bestaan gerede twijfels. Regelmatig hoor je filosofen al de overtuiging uitspreken dat de volgende grote oorlog een voedseloorlog zal blijken. Ik weet niet of het zo ver komt, maar ik moet eerlijk toegeven dat een dergelijk scenario ook mijn voorstellingsvermogen niet te boven gaat.
Tijdens de beurscrisis van de afgelopen weken viel al op dat voedselgiganten wereldwijd in alle chaos behoorlijk overeind bleven en regelmatig zelfs winst boekten. Dat is niet voor niets. Wie het voedsel heeft, heeft de toekomst. En in die omstandigheden is het ontstaan van steeds grotere machtsconcentraties een ontwikkeling om goed in de gaten te houden.
Toch is het niet de enige trend. Aan de andere kant van het spectrum werken de kleinschalige bedrijven onverminderd aan die andere manier om efficiënter om te springen met voedseldistributie: ketenverkorting. Steeds meer tussenhandel wordt uitgeschakeld, steeds meer voedsel gaat van producent via een minimum aan tussenstations naar de consument. Was het vijf jaar geleden voor een groot deel van de Nederlandse bevolking praktisch nog ondoenlijk om buiten een handjevol supermarkten om in een groot deel van zijn behoefte aan voedsel te voorzien, dan wordt dat vandaag de dag steeds makkelijker.
De vraag is welke van de twee trends het gaat winnen. Krijgt het kapitaal de bovenhand of blijkt uiteindelijk de creativiteit sterker? Eerlijk gezegd hoop ik op het laatste. En waar ik een jaar of twee geleden nog behoorlijk pessimistisch was, verwacht ik dat ook steeds meer. Een goede zaak, want pluriformiteit is een groot goed. Dat moeten we koesteren. En gelukkig hebben wij als consumenten het in extremis voor het zeggen.
Lees meer bij Eetschrijver.
Reacties (3)
Maar beste Eetschrijver, wat nou als schaalvergroting de enige manier is om het groeiende aantal monden te blijven voeden? Wat doen die korte-ketenbedrijfjes dan?
En wat maakt het voor de Hoorn van Afrika nou uit of jij je lokaal gebrouwen Flevo-pils rechtstreeks bij de brouwer uit zijn schuurtje in Emmeloord kan kopen?
Natuurlijk zijn er wel tegens te noemen mbt de schaalvergroting, en heb je met het steeds minder voedsel in veel meer handen wel een punt, maar verwar nou niet het culinisme wat tot op zekere hoogte een trend is in de westerse wereld met een kentering in globalisering en industrialisering op de voedselmarkt.
Wat stel je voor om van je culi-diversiteitscultuur een export-product te maken?
Anders blijft het zo navelstaarderig.
Ketenverkorting is in versproductie niet per se strijdig met schaalvergroting. Dit omdat de optimale grootte van veel bedrijven klein genoeg is om nog regionaal te kunnen blijven leveren.
Dat voedselproductie teveel in handen van grote bedrijven komt is misschien een gevaar maar dat dat met voedselverwerking gebeurd is toch niet erg? i.e. je voorbeelden van een ijsfabrikant en een bierfabrikant die door unilever en heineken worden overgenomen. Die moeten hun melk en hun graan nog steeds op de markt inkopen bij de boer. Als je iets anders wilt als consument of concurrent is dat geen probleem. Jij hebt in dezelfde mate toegang tot de grondstoffen – het voedsel.