ANALYSE - een gastbijdrage van Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.
Vrijwel ieder jaar steekt de discussie over de kiesdrempel wel even op. Dit jaar was het Jo Ritzen die samen met CDA-, D66-, VVD- en PvdA-prominenten pleit voor een kiesdrempel van 2%. Vaak is het Tom van der Meer die hier op Stuk Rood Vlees zijn licht laat schijnen over deze discussie. Dat deed hij hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier en hier. Ik zal zijn argumenten hier niet herhalen. U kunt in zijn eloquente betogen lezen waarom een kiesdrempel slecht is voor politiek vertrouwen.
Het is tijd voor creatieve alternatieven in het politiek debat. Daarom doe ik hier vijf voorstellen die de negatieve bijeffecten van versplintering adresseren zonder de stemmen van honderdduizenden Nederlanders weg te gooien.
Wat is het probleem waarvoor de kiesdrempel een oplossing is? Groep-Ritzen stelt dat de onelineliners domineren rond het Binnenhof. De controlerende en wetgevende taken delven ondertussen het onderspit. Dat koppelen zij in een achtergrondstuk via twee mechanismen aan versplintering.
Gemiddelde fractiegrootte
De gemiddelde Kamerfractie is nu kleiner dan 20 jaar geleden. Na de verkiezingen van 2003 waren dat 17 leden per fractie. Na de verkiezingen van 2021 waren dat 9 leden per fractie. Iedere fractie heeft voor alle onderwerpen een woordvoerder. Met kleinere fracties zijn Kamerleden dus woordvoerder op steeds meer onderwerpen. Hun portefeuille wordt steeds zwaarder portefeuille. Fracties missen daarmee kritische massa voor goede controle. Ze missen de deskundigheid om weerwerk te bieden aan het kabinet. En ze missen de tijd om zich goed in te lezen in onderwerpen.
De kiesdrempel van 2% van de stemmen die Groep-Ritzen voorstelt zou de gemiddelde fractie 11 zetels geven bij de verkiezingen van 2021. Dat waren er in realiteit 9. De fracties van BIJ1, 50PLUS en BBB zouden verdwijnen uit de Tweede Kamer. De zetels van Den Haan en BBB zouden bij de VVD komen en van BIJ1 bij Volt.
Slechtere debatten
Het tweede mechanisme dat de groep-Ritzen noemt, zijn slechtere debatten. Er doen nu veel fracties aan debatten mee. Hiervoor worden zij chaotisch en langdradig. Bovendien kan iedere fractie zoveel moties indienen als hun spreektijd toestaat. Het politiek debat heeft door al deze mini-interventies geen oog voor de lange termijn.
Er zijn volgens mij vijf manieren om het parlement op deze punten te verbeteren zonder een kiesdrempel in te voeren:
Minimale fractiegrootte
In Nederland krijgt iedere lijst die zetels haalde bij de verkiezingen de status van fractie. Ze krijgen daarmee alle rechten van een fractie. In andere parlementen moet je aan een aantal minimumeisen voldoen om een fractie te zijn. Dit is het geval voor het Europees, Franse, Duitse en Zwitserse Parlement. In ieder van die parlementen moet een fractie een bepaald aantal zetels hebben. Bepaalde rechten, zoals spreektijd, moties en vragenrecht, commissiezetels, worden vervolgens alleen aan fracties toebedeeld.[1]
Wat is het effect hiervan? Stel dat we de huidige uitslag hadden gehad en een minimumeis van vier zetels per fractie, dan had Volt zich kunnen aansluiten bij D66. Dat had ook de formatie een stuk sneller gemaakt. BBB, JA21 en SGP hadden een gezamenlijke conservatieve fractie kunnen vormen. Sylvana Simons had zich bijvoorbeeld aan kunnen sluiten bij de PvdD. Liane den Haan had zich aan kunnen sluiten bij DENK of bij de mysterieuze fractie die haar in de zomer van 2021 gevraagd had. Die fracties hoeven niet per sé met ijzeren fractiediscipline te opereren maar zouden wel inhoudelijk werk kunnen afstemmen, woordvoerders in commissies kunnen benoemen en één vertegenwoordiger naar Kamerdebatten kunnen sturen.
De gemiddelde fractiegrootte neemt in dit voorbeeld toe van 9 naar 12.5 zonder dat er ook maar een stem extra verdwenen is. Als dergelijke fractiesamenwerking was aangemoedigd, dan zou in mijn inschatting tussen 1956 en nu de gemiddelde fractie zes zetels groter zijn geweest dan nu.
Een groter parlement
Als kleine fracties het probleem is, dan is een groter parlement een oplossing. Nederland heeft vergelijkingsgewijs een heel klein parlement. We wijken sterk af van de derdemachtswortelwet. Dit is de empirische wetmatigheid dat het gemiddelde Lagerhuis evenveel leden heeft als de derdemachtswortel van de bevolking die vertegenwoordigd wordt. Dat zouden er in Nederland 259 zijn. Dat levert een gemiddelde fractiegrootte op van 14. Ik heb al eerder betoogd dat dit kan zorgen voor een sterker parlement. Dat geldt zeker als je ervoor zorgt dat deze extra Kamerleden inhoudelijk werk kunnen doen in commissies.
Niet alleen dat: de proportionaliteit van het parlement zou er op vooruitgaan in plaats van achteruit. De stem van de kiezer wordt in een groter parlement beter vertegenwoordigd.
Politieke samenwerking
Eén antwoord op de nadelen van versplintering is politieke samenwerking. Fracties voeren nu al vaak het woord voor elkaar. Deze samenwerking versterken zou enorm kunnen helpen om de versplintering te keren. Bij samenwerking denken de meeste journalisten meteen aan een fusie. Er is echter nog zo veel meer mogelijk: gezamenlijke woordvoerders, gezamenlijke voorstellen, gezamenlijke programma’s, zoals Keerpunt ‘72, of schaduwkabinetten. Je zou deze samenwerking kunnen bevorderen door de lijstverbinding nieuw leven in te blazen. Dit beloont samenwerking electoraal.
Meer ondersteuning
Als je betere debatten wilt, betere controle en betere wetgeving dan moet je Kamerleden beter ondersteunen in hun werk. Het gaat bij ondersteuning niet alleen maar om het aantal medewerkers. Het gaat ook om de kwaliteit van medewerkers en om de taken van die medewerkers, zo betoogde ik eerder met collega’s. Wil de Kamer meer inzetten op haar controlerende taak, dan zal zij moeten investeren in informatiemakelaars: dat zijn medewerkers die contact maken met experts en belanghebbenden om onafhankelijk informatie te verzamelen over de effecten van beleid. Voor een sterker wetgevend parlement is er juist behoefte aan meer slimme wetgevingsjuristen.
Parlementaire agenda
Als het probleem is dat debatten ellelang en zinloos zijn, moet je het reglement van orde aanpassen. Dat betoogde Tim Mickler en ik eerder. Je zou ervoor kunnen zorgen dat er minder plenair gedebatteerd wordt en dat er meer in commissies gebeurt. Het afschaffen van het plenaire dertigledendebat is een optie. Dat kan zeker als daar tegenover staat dat je een commissiedebat met een minderheid van de commissie kan aanvragen. Dat laatste kan nu alleen met een meerderheid. En dus is er veel druk op de plenaire agenda: als het goedkoper is om Carré af te huren dan een zaaltje in het café op de hoek, moet je niet verbaasd zijn dat Carré permanent is volgeboekt.
Wijziging van het reglement van orde kan ook helpen tegen de overvloed aan moties. De Kamervoorzitter zou het oude ondersteuningsvereiste serieus kunnen hanteren: over een motie wordt pas gestemd als ten minste vier leden de indiening ervan ondersteunen. En je zou dat ook nog kunnen versterken: als er Kamerleden onder staan uit fracties die samen ten minste 20% van het parlement vertegenwoordigen.
Voorbij de kiesdrempel
De kern van mijn verhaal is: er is zoveel meer mogelijk dan een kiesdrempel. Je kan samenwerking tussen partijen bevorderen of opleggen met een minimumfractievereiste, je kan het parlement, of in elk geval de ondersteuning ervan, vergroten. Dat alles kan zorgen voor betere controle, betere debatten en betere wetgeving. Sterker nog, ik denk dat het effect op het functioneren van het parlement groter is dan als we de kiezers van BIJ1, BBB of 50PLUS hun vertegenwoordiging in de Kamer ontzeggen.
[1] Dat kan in elk geval voor rechten die grondwettelijk niet aan een individueel Kamerlid toebedeeld worden, zoals het indienen van wetsvoorstellen en amendementen.
Reacties (38)
Goeie voorstellen. Uitbreiding van het aantal leden lijkt me een uitstekend idee, evenals uitbreiding van de ondersteuning:
Het is een bekende klacht. Tegenover een uitdijend ambtenarenapparaat beschikken parlemementsleden over te weinig personeel en expertise om zich goed te informeren en om de regering het noodzakelijke tegengas te kunnen geven. De Kamerfracties investeerden helaas meer in woordvoerders en communicatieadviseurs. Ook op dit punt zal het roer om moeten naar meer inhoudelijke ondersteuning.
Expertise bij en tegengas van de oppositie zijn echter helemaal niet de bedoeling van de grote machtspartijen. Daarom is de lijstverbinding afgeschaft en pleit een CDA-er voor een kiesdrempel.
Voor een groter parlement is niet alleen fysiek groter denken een vereiste. De profiteurs van een kleiner parlement zullen spinnen dat het leidt tot meer wachtgeld, bouwkosten etc. ‘van uw belastingcenten.’ Ik zeg hier centen omdat het penny-wise en pound-foolish is.
Nieuwe ideeën -goed of slecht- komen meestal van kleine nieuwkomers, en alleen al daarom verdienen die een kans. Maar of de Tweede Kamer ooit een Tweede Zaal gaat worden, ik heb er -wederom door die vastgeroeste machtspartijen in het midden- een hard hoofd in.
Ik ben voor een getrapte kiesdrempel.
Het is goed om nieuwe kleine partijen of zelfs eenlingen een kans te geven zich te presenteren in de Kamer, nadat ze die 60,000 stemmen hebben verkregen, om zo meer bekendheid te krijgen en te kunnen groeien in aanhang.
Maar dan moeten ze bij de volgend verkiezingen wel minimaal 4 of 5 of meer zetels binnenhalen, anders moeten ze weg.
Vervolgens gaan ze allemaal op de populistische toer om toch maar die zetels te halen.
Nee, doe dan een talentenshow; de nieuw gekozen Kamerleden moeten voor een jury met in ieder geval Gordon en Patricia Paay verschijnen en mogen hun zetel alleen behouden als ze volgens deze uiterst vakkundige jury talent hebben.
Hmm, niet slecht, als je op talent mag selecteren loopt sowieso de PVV vrijwel geheel leeg…
Dan moeten Patricia Paay en Gordon wel talent herkennen…
Probleem met een kiesdrempel is dat effectief de stemmen van de mensen op partijen die die drempel niet halen vervallen aan de partijen die de drempel wel halen, dat moeten we niet willen want dat zal 2 dingen in de hand werken, mensen die nog meer afstand tot de politiek zullen voelen omdat hun stem verloren gaat en mensen zullen minder geneigd zijn om op nieuwkomers te stemmen, want de kans op een verloren stem is te groot.
Een kiesdrempel is alleen gunstig voor de gevestigde partijen.
Nu je het zo verwoordt: Dat de stem van een splinterstemmer door dit systeem juist aan de grote partijen toevalt is eigenlijk extra pijnlijk, want de splinterstemmer zal juist van die grote clubs de buik vol hebben.
We hebben nu ook een kiesdrempel, dus dat gebeurt altijd.
Als je de 60.000 niet haalt ben je alles kwijt, als je 70.000 haalt ben je er 10.000 kwijt.
Een stuk beter dan een districtenstelsel waar bijna de helft van de stemmen verloren kan gaan.
Sommige landen kennen trouwens een bonus van X zetels voor de grootste partij om stabiele regeringen te krijgen.
Bijna de helft? In veel gevallen meer dan de helft. In 2015 werd bij de Britse parlementsverkiezingen zelfs iemand verkozen met nog geen kwart van de stemmen in zijn kiesdistrict.
Ik zie overigens liever 100 Kamerleden.
– hogere kiesdrempel
– makkelijker rekenen wie hoeveel macht heeft
– minder deelnemers aan debatten
Daar moet dan wel tegenover staan dat er per kamerlid meer assistenten komen.
Zodat bv Omtzigt en Simons zich niet helemaal de vernieling inwerken om overal aan deel te nemen als eenpitter.
Een heel ander idee:
Deel het aantal stemgerechtigden door het aantal Kamerzetels. Als de helft van de kiezers niet komt opdagen, blijft ook die helft van de zetels leeg. De lijsters weten dan ook vooraf al hoeveel er nodig is om op het pluche te belanden.
Ook dit zal er nooit van komen, al was het maar omdat dan al die versmade egootjes gek zouden worden van al de lege stoelen. Maar bij plenaire bijeenkomsten geeft het wel elke keer een duidelijke waarschuwing aan de zittende Kamerleden: Dit deel van het volk hebben jullie de vorige keer niet bereikt.
Ik ben voor. (Als ik me niet vergis heb ik lang geleden ook al eens ergens zoiets voorgesteld.)
Het mooie is dat die lege zetels niet alleen confronterend zijn voor Kamerleden, maar ook voor de niet-stemmers: hier hadden jullie vertegenwoordigers kunnen zitten. Maar ik verwacht ook niet dat het ooit zal gebeuren.
Hoeveel % van de niet-stemmers zal daarna de plenaire debatten volgen?
Heel weinig. Maar dat retorische punt kun je ook best maken als ze die debatten niet volgen.
Dan bepalen niet zozeer de splinterstemmers maar de niet-stemmers hoeveel stemmen er verloren gaan naar de grote partijen.
Dan liever het salaris vermenigvuldigen met het opkomstpercentage.
Nee hoor. Het aantal zetels dat een partij krijgt wordt dan alleen nog bepaald door het aantal stemmen op die partij. En door niets anders.
Misschien maakt dit duidelijker wat ik bedoel:
Als je 13mln stemgerechtigden hebt en 70% komt op dan zijn er 9,1 mln stemmen uitgebracht.
9,1 gedeeld door 150 zetels is 60.666 per zetel.
Als een partij 50.000 stemmen krijgt, dan zijn die stemmen weggegooid en de zetel gaat naar de andere partijen.
Als je 13mln stemgerechtigden hebt en 70% komt op dan zijn er 9,1 mln stemmen uitgebracht.
9,1 gedeeld door 105 zetels (=70%) is 86.666 per zetel.
Als een partij 70.000 stemmen krijgt, dan zijn die stemmen weggegooid en de zetel gaat naar de andere partijen.
Hoe meer niet-stemmers, des te hoger de kiesdeler, de te hoger het aantal verloren stemmen.
De kiesdeler is in het tweede geval gewoon 13,5 miljoen / 150 zetels.
De kiesdeler blijft dus altijd hetzelfde.
Wel blijven bij meer niet-stemmers meer zetels leeg.
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is, die is dus nooit hetzelfde.
Maar als je de definitie veranderen wilt, dan is het 13 miljoen gedeeld door 150 = 86.666 per zetel, waarvan er maar 105 gevuld worden bij 70% opkomst.
Die is dus hoger dan 60.666 per zetel.
Klopt, de kiesdeler zou iets hoger worden. Net als in je eigen plan (#4) om het aantal zetels terug te brengen tot 100. De kans voor een kleine partij om in de Kamer te komen zou dus iets kleiner zijn.
Maar het ligt best voor de hand om dit plan te combineren met een uitbreiding van het aantal (theoretisch beschikbare) zetels. Naar 175 of zo. Omdat je nou eenmaal niet kunt rekenen op een opkomst van 100%. Wat mij betreft zouden het er ook best 200 of 250 mogen zijn.
We beginnen uiteraard alvast met meer dan 150 zetels (stukje niet gelezen ofzo? We hebben momenteel veel te weinig zetels). Zet de kiesdrempel eerst maar eens op de derdemachtswortel van het aantal stemgerechtigden. En we zetten in de Kamer zoveel zetels neer als er te halen waren geweest bij 100% opkomst. Daarna geldt, iedereen krijgt het aantal zetels naar rato kiesdeler (waarbij overigens normaal afgerond wordt, in plaats van naar beneden bij partijen die onder de kiesdeler zitten), dus 13,5 keer de kiesdeler is 14 zetels, 6,2 keer de kiesdeler is 6 zetels en 0.7 keer de kiesdeler is 1 zetel).
#2 niet gelezen ofzo?
#4 niet gelezen ofzo?
Ga je me nu vertellen dat “stukje gelezen” betekent dat ik gedwongen wordt het er mee eens te zijn?
Ik hoop dat je uit #2.2 hebt begrepen dat ik #2 niet serieus neem, Dat doe ik overigens net zo min met #4. Het is een feit dat Nederland ontzettend Hollands (=zuinig) is met het aantal volksvertegenwoordigers. Dat jij er daar graag nóg minder van maakt, betekent niet dat iedereen dat als beginsel moet meenemen in hun voorstellen in de discussie. Dat je het stukje leest betekent dat je gedwongen wordt om aan te nemen dat anderen het stukje als uitgangspunt nemen voor de discussie, ook als jij dat zelf misschien niet wilt.
Nogal opzichtige poging om recht te praten wat krom is in #5.10
Minder Kamerleden en getrapte kiesdrempel passen 100% bij het uitgangspunt in het artikel.
Als je alleen maar 100% in dezelfde richting mag meeredeneren als het artikel kun je op Sargasso sowieso de helft van de reacties schrappen.
Verder moet je niet doen alsof er een (natuurwet) is die het aantal Kamerleden voorschrijft, en out-of-the-box denken is hier gewoon toegestaan hoor… ook als jij dat zelf misschien niet wilt.
Nu ga ik eens zoeken naar dat artikel waarin stond dat feitelijk slechts de fractievoorzitters plus hun eventuele specialisten bepalen hoe in de 2e Kamer gestemd wordt, of dat nu 100 of 250 Kamerleden zijn.
Het werkt natuurlijk het beste als er nog steeds 76 zetels nodig zijn om een besluit te nemen.
(Of is dat nu niet het geval? ik ken het reglement niet).
Jij wilt Nederland echt onregeerbaar maken?
Je snapt toch wel dat dan bij minder dan 50% opkomst er zelfs helemaal geen enkel besluit genomen kan worden?
Dan schrijven ze maar nieuwe verkiezingen uit en beloven ze bier en tieten.
Bij mijn weten is dat nu ook niet zo. Een meerderheid is voldoende. Dus als er enkele Kamerleden afwezig zijn of zich onthouden van stemming kan een voorstel met minder dan 76 stemmen worden aangenomen.
– Een deel van de bevolking wil helemaal nooit stemmen. Het interesseert ze niet.
– Een deel denkt: ik ben al oud, laat jongere mensen maar het beleid bepalen, mijn toekomst ligt achter mij.
– Van het resterende deel zou je misschien nog een deel kunnen overhalen te stemmen. Maar democratie is ook “bekijk het maar, ik doe niet mee”.
Overigens zou de toepassing van lege zetels op waterschapsverkiezingen tot 75% lege stoelen leiden en bij gemeente/provincie tot 50% lege stoelen. Ik denk niet dat bewuste kiezers daarvan onder de indruk zullen zijn, als ze überhaupt wel eens naar het nieuws(-uur) kijken en die lege stoelen zien.
Nu zien de wel/niet kiezers trouwens ook voornamelijk lege stoelen omdat de meeste debatten helemaal niet door de voltallige kamer gevoerd worden.
P.S. bij de laatste 2e Kamerverkiezingen zijn 206.963 stemmen verloren gegaan aan partijen die de kiesdeler niet gehaald hebben, maar liefst 3 zetels.
Iets minder spreektijd voor de kleine fracties zou ik wel redelijk vinden. Caroline (BBB) heeft maar één zetel, maar je hoort haar vrij vaak.
En een kiesdrempel van 2 zetels geeft iets minder versplintering. Kan ook geen kwaad denk ik.
Je zou ook nog iets kunnen doen met (winner takes more), waarbij je relatief veel stemmen nodig hebt voor de eerste zetel, maar voor vervolgzetels steeds minder. De VVD zou in dat model anderhalf keer zo groot zijn en de kleine SGP gaat van 3 naar 2. Coalitievorming wordt op die manier makkelijker.
Dan ontneem je kleine fracties dus weer de kans om te groeien, dus weer in het voordeel van de grote partijen die sowieso in het voordeel zijn met al hun aparte specialisten, waar een kleine fractie alle spreektijd met een of een paar mensen moet zien te vullen en dan geen tijd hebben om in commissie te zitten, of juist omgekeerd.
En de FvD zit daar alleen om geld te incasseren met niks doen tenzij het onderwerp zich leent voor spraakmakende filmpjes voor youtube en ON.
@Frank789: Misschien moet een 1-mans fractie niet alle onderwerpen willen doen. Met 20 fracties komt er anders geen eind aan als ieder z’n “plasje” moet doen. Dat groeien gaat als ze het goed doen in de kamer. En ze hoeven niet eens in de kamer te zitten om groot te worden. De LPF kwam in één keer met 26 zetels in de kamer.
En dat je geen hoge pet op hebt van de FvD, dat was bekend. Waarom wil je het zo graag over de FvD hebben? Is dat relevant voor dit topic?
Uiteraard heb ik geen hoge pet op van de racisten, fascisten en antisemieten.
Het is relevant omdat ze weinig aan debatten deelnemen om hun kiezers te vertegenwoordigen en toch zoveel mogelijk geld opstrijken.
Gideon van Meijeren harkt als raadslid/statenlid/kamerlid anderhalve ton binnen en is nergens voldoende aanwezig.
https://www.rtlnieuws.nl/nederland/politiek/artikel/3789536/forum-voor-democratie-minst-actief-van-kleine-partijen-tweede
We hebben al een systeem van “winner takes more” :
een grote partij krijgt makkelijker een restzetel erbij.
Het zou eerlijker zijn als een partij die geen zetel haalt, (vooraf) mag bepalen naar welke partij de verloren stemmen gaan.
(ik vermoed dat de lijstverbindingen vroeger zo’n effect hadden).
Dat je Caroline vaak hoort ligt aan de media. Het ontbreekt ook aan een representatieve (en inhoudelijke!) verslaggeving. Kijk eens in oude kranten waar na een Kamerdebat woordvoerders van meerdere partijen letterlijk werden geciteerd. Nu moeten we het doen met een (volgens de journalist) pakkende oneliner. Wie is nog in staat de volksvertegenwoordiger te volgen die zijn/haar stem heeft gekregen? Dat was toch de bedoeling in een democratie, dat je als kiezer informatie krijgt over hoe jouw kandidaat het doet. Zodat je de volgende keer een betere keuze kunt maken. Ik zie daar weinig meer van terug. En ik denk dat als we er wel in zouden slagen die terugkoppeling te laten plaatsvinden dat het snel gedaan is met eenmanspartijen.
@0: Nederland heeft trouwens al een kiesdrempel ter hoogte van de kiesdeler.