Vijanden van een vrij internet

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022
Serie:

ELDERS - Reporters sans Frontières (RSF) publiceert  jaarlijkse een overzicht van landen die het vrije verkeer van informatie via het internet dwarsbomen. De meeste Europese landen lijken zich daaraan niet schuldig te maken, op het eerste gezicht.

Natalia Radzina is een journaliste uit Wit-Rusland. Vorige jaar woonde zij in Wenen een bijeenkomst bij van de OVSE onder de veelbelovende titel Shaping policies to advance media freedomGroot was haar verbazing dat ze op deze bijeenkomst oog in oog kwam te staan met de censor van haar eigen nieuwsorgaan, de Wit-Russische overheidsdienst die het internet moet controleren.

RSF heeft in het jaaroverzicht Enemies of the Internet de focus gericht op dit soort instanties die overal op de wereld werken om internetgebruikers te bespioneren en hun vrijheid te beteugelen. Op de kaart zien we in Europa naast Wit-Rusland (de laatste Europese dictatuur) en Rusland alleen nog Groot-Brittannië met zijn Governement Communication Headquarters (GCHQ). Volgens dit rapport is het Britse GCHQ wereldkampioen in het controleren van burgers, en volgens klokkenluider Snowden zelfs “erger dan de VS”. De Britten hebben daarvoor ook uitstekende mogelijkheden omdat de belangrijkste kabels voor internetverkeer via hun stranden lopen. Ze maken verder graag gebruik van een ruimhartige antiterrorisme-wetgeving om te spioneren en journalisten en media dwars te zitten, zoals het afgelopen jaar meermalen is gebleken. EFF (Electronic Frontier Foundation), een collega van RSF, voegt daar nog het Britse zedelijkheidsbeleid aan toe dat zelfs voor legale porno een opt-in procedure voorschrijft en onnodige blokkades in de hand werkt. Verder had EFF Turkije ook graag op de lijst gezien en dat is natuurlijk volkomen terecht gezien de recente maatregelen van Erdogan, ook al zijn die inmiddels door de rechtbank deels teruggedraaid.

Is de rest van Europa onschuldig? Dat is niet met zekerheid te zeggen. De NSA en de GCHQ, het Information Network Security Agency in Ethiopië, de Saoedi-Arabische Internet Services Unit, het Wit-Russische Operations and Analysis Centre, De Russische FSB en de National Intelligence and Security Service in Soedan, om de ergste vijanden van het internet te noemen, kunnen niet werken zonder apparatuur die voor een belangrijk geleverd wordt door Europese en Amerikaanse bedrijven. RSF besteedt daarom ook aandacht aan de handel in technologie die het staten mogelijk maakt het internet te controleren. Het rapport noemt drie beurzen waar deze handel plaats vindt. Dat zijn beurzen waar de veiligheidsindustrie aan vertegenwoordigers van staten (leger, politie) zijn producten probeert te slijten. Twee daarvan worden in Frankrijk gehouden, met instemming van de Franse regering. Een bedrijf dat actief is op deze beurzen is het Engels/Duitse Gamma International, leverancier van FinFisher, een totaalpakket dat o.a. pc’s kan infecteren. Andere bronnen noemen in dit verband ook het Amerikaanse bedrijf Blue Coat, dat apparatuur leverde aan een reeks van autoritaire landen, waaronder Syrië. Iran en Soedan, toch ook geen vrienden van de VS, profiteerden voor het monitoren van het web van de producten van dit bedrijf.

De handel in deze technologie die de internetvrijheid en daarmee verbonden mensenrechten kan aantasten wordt nog steeds slecht gecontroleerd. Welke landen er in welke mate aan meewerken is niet goed na te gaan. De situatie is erg vergelijkbaar met de wapenhandel. Voor de wapenexport is er een niet-bindend protocol om informatie uit te wisselen. Dit geldt sinds kort ook voor enkele IT-producten uit de veiligheidsindustrie die zowel militair als civiel gebruikt kunnen worden (dual use). Zo belanden we opmerkelijk genoeg in een verhaal over de vrijheid op het internet in de sfeer van chemische en biologische grondstoffen en technische onderdelen voor moderne wapens.

In het rapport van de Nederlandse Campagne tegen de Wapenhandel over de wapenexport in 2012 wordt ook “apparatuur en software voor informatiebeveiliging” in de rubriek dual use genoemd. Specificaties ontbreken. Het is een weinig transparante handel, om het eufemistisch uit te drukken. De Nederlandse regering is nog niet tegemoetgekomen aan een door de meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen motie van GroenLinks waarin wordt gevraagd om “in de jaarrapportage van het wapenexportbeleid vanaf 2013 een hoofdstuk op te nemen met daarin een overzicht van de “dual use”- goederen met uitsluitend eindgebruik van leger, politie en andere veiligheidsdiensten vanaf een drempelwaarde van 2 mln”.

Dit standpunt is in lijn met een resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van eind vorig jaar. De Verenigde Naties vragen hun leden om hun procedures, werkwijzen en wetgeving met betrekking tot surveillance van (digitale) communicatie en persoonlijke data, te herzien. Nieuwe technologie die wordt ingezet bij surveillance, aftappen en het data-verzamelen van overheden “schendt of misbruikt mogelijk de mensenrechten, met name het recht op privacy.”

RSF heeft de EU opgeroepen om meer bindende regelingen te treffen om de export van deze producten aan banden te leggen.

 

 

 

 

Reacties zijn uitgeschakeld