Nieuwe politieke partijen hebben alleen een kansje als ze al hun energie in de verkiezingscampagne kunnen steken én in alle twintig kieskringen meedoen, schreven we gisteren. Dat moeten we nuanceren.
Van de 37 partijen die op 5 februari door de Kiesraad een lijstnummer kregen toegewezen, doen 20 partijen mee in alle 20 kieskringen. Nog eens zes partijen hebben kieskring 20 (Bonaire, Saba, St. Eustatius) laten schieten maar doen wel mee in alle 19 hier lokale kieskringen.
Elf partijen hopen toch op minstens één zetel, ook al prijken hun kandidatenlijsten straks niet op alle stembiljetten. Maken ze een reële kans?
De Partij voor de Republiek doet in slechts twee kieskringen mee: in kieskring 2 (Leeuwarden) en 9 (Amsterdam). Daar is de wel heel jonge partij (naar eigen zeggen bestaat de partij officieel nog maar een maand) erg blij mee, want
Amsterdam noemt zichzelf al republiek en krijgt daarvoor nu eindelijk ook een politiek platform. Friesland kenmerkt zich eveneens door een historisch diepgewortelde aversie tegen de heerschappij van Oranje-Nassau
De republikeinen schrijven voorts:
Tezamen zouden deze kieskringen weleens genoeg stemmen kunnen opbrengen om tenminste één vertegenwoordiger van de Partij voor de Republiek af te vaardigen naar de Staten-Generaal. Zo’n 10 procent van het electoraat zou dan voor de Partij voor de Republiek moeten kiezen.
Of ‘10 procent van het electoraat’ een haalbare kaart is, kunnen we nagaan als we de ‘Schatting van het aantal kiesgerechtigden in Nederland’ er bij halen. Helaas ontbreken bij deze door het CBS gemaakte schatting de cijfers over kieskring 20. Maar het aantal kiesgerechtigden dat is vermeld bij de laatste eilandraadsverkiezingen op Bonaire, Saba en St. Eustatius voldoen ook.
Daarmee kunnen we de kiesdeler schatten (totaal geldige stemmen alle kieskringen, gedeeld door 150 = 1 zetel). In 2017 kwam de kiesdeler uit op 70.106, in 2012 op 62.828. Nemen we hier het gemiddelde van dan zou bij de komende verkiezingen er een ruw geschatte kiesdeler van ongeveer 66.467 stemmen uitkomen.
Kieskring 2 (Leeuwarden) bevat 18 gemeenten, gezamenlijk goed voor 510.000 kiesgerechtigden. Kieskring 9 is alleen de gemeente Amsterdam en telt voor de komende verkiezing naar schatting 581.100 kiesgerechtigden.
Omdat de Partij voor de Republiek het heeft over ‘Tezamen zouden deze kieskringen weleens genoeg stemmen kunnen opbrengen…’ tellen we het geschatte aantal kiesgerechtigden bij elkaar op (1.091.100) en schatten dat zo’n 76,5% daarvan als (83.470) geldige stemmen worden geteld.
Die 76,5% is het gemiddelde aan geldige stemmen in de twee kieskringen bij de verkiezingen van 2017 en 2012.
Het maakt nog wel uit in welke verhoudingen die 10% van de benodigde stemmen bij elkaar worden gesprokkeld. Maar op basis van deze gegevens komt de Partij van de Republiek zo’n drieëntwintig- tot ruim vijfentwintigduizend stemmen tekort.
Dat zou dan ook kunnen opgaan voor De Groenen. Ook deze partij doet in dezelfde twee kieskringen mee.
Soms duurt het een aantal jaren /verkiezingen voor een partij zetels weet te bemachtigen. De SP kwam pas na vijf eerdere verkiezingen in de Tweede Kamer. De Groenen zouden zo bezien een kanshebber kunnen zijn omdat deze partij al veel langer aan de weg timmert en op andere niveau’s zetels wist te halen.
De Groenen waren echter nooit succesvol bij Tweede Kamerverkiezingen (4x deelgenomen, 4x geen zetels behaald). Succesvoller was de partij bij verkiezingen voor gemeenteraden en Provinciale Staten. Maar in respectievelijk 2010 en 2003 verloor men daar de laatste zetels. Nu in twee kieskringen ineens 12% van de stemmen halen zou een wonder zijn.
Nee, dan De Feestpartij van Johan Vlemmix. Onder de naam ‘Partij van de Toekomst’ waagde hij eerder een kans. Zonder resultaat. In 2002, (6.393 stemmen), 2003 (13.845 stemmen) en 2012 (8.194 stemmen) haalde ook hij geen enkele zetel.
Nu doet hij in acht kieskringen mee. Groningen, Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Haarlem, Tilburg, Den Bosch en Maastricht. Hij hoeft in elke kieskring niet meer dan 1,53% van de geldige stemmen te halen om de kiesdeler en dus 1 zetel te halen. Dat zou een hele prestatie zijn voor een partij die maar één kandidaat op de lijst heeft staan.
Bedenk dat in het verleden regelmatig een percentage van net onder de 1% (gemiddeld 0,91%) voldoende was om één zetel te halen. Dat was dan wel bij partijen die in álle kieskringen meededen.
Hier op een rij alle partijen die in minder dan 19 kieskringen meedoen.
Reacties (6)
…Het maakt nog wel uit in welke verhoudingen die 10% van de benodigde stemmen bij elkaar worden gesprokkeld. ….
Dat is onzin.
10% van 834.699 is (afgerond) 83.470
Dat hoeft niet te betekenen dan in elke kieskring 10% gehaald wordt. Het gewogen gemiddelde moet wel 10% zijn.
En bij mijn weten is “het electoraat” iedereen die het recht heeft om te stemmen, niet alleen de mensen die de moeite nemen om te stemmen.
Dan zou het dus om 10% van 1.091.100 gaan.
Of dat voldoende is, weten we pas als we de opkomst weten.
Verder staan in de tabel grove rekenfouten.
Molto excusi…
Over hoe die 10% verdeeld zou kunnen zijn: elke kieskring heeft een verschillen aantal kiezers (en had ook een verschillend aantal geldige stemmen). Dus 1% in kieskring 2 geeft iets anders dan 1% in kieskring 9.
Verder: ik ben, zoals je al zag, geen geniaal rekenwonder maar waarom is een enkelvoudig gemiddelde niet goed? En welke factoren zouden er dan wel in een gewogen gemiddelde meegenomen moeten worden?
10% van 834.699 is (afgerond) 83.470 check, verbeterd.
Dan zou het dus om 10% van 1.091.100 gaan. Maar om een zo reëel mogelijk inschatting te maken leek het me beter om uit te gaan van wat we weten over de kiesdeler bij de laatste twee verkiezingen En een kiesdeler wordt nog altijd berekend op grond van het aantal uitgebrachte geldige stemmen. Natuurlijk zien de cijfers er meteen anders uit als je een berekening maakt op grond van de kiesdeler van, pakweg, de laatste 10 verkiezingen, of alle verkiezingen sinds 1945. Ik koos voor 2017 en 2012 omdat er i 2017 een redelijk grote opkomst was en in 2012 wat minder. Dat leek me passend bij de huidige verwachtingen: misschien grote opkomst omdat het broeit (zie de vele nieuwe partijen), misschien minder lagere opkomst (zie de berichten over mensen die ivm corona de deur niet uit willen om te stemmen).
Tot slot: ik hoop nu die grove rekenfouten eruit gehaald te hebben. Nogmaals ‘molto excusi’
Voor de rest is het wel een leuk artikel.
Nou, er mag ook over de andere delen wel wat proofreading heen:
“Nog eens zes partijen doen hebben kieskring 20 (Bonaire, Saba, St. Eustatius) laten schieten maar doen wel in alle 19 hier lokale kieskringen mee.”
Verdient wat snoei- en kapwerk.
“In 2017 kwam de kiesdeler uit op 70.106, in 2012 op 62.829. Nemen we hier het gemiddelde van dan zou bij de komende verkiezingen er een ruw geschatte kiesdeler van ongeveer 70.484 stemmen uitkomen.”
Non Sequitur.
“Omdat de Partij voor de Republiek het heeft over ‘Tezamen zouden deze kieskringen weleens genoeg stemmen kunnen opbrengen…’ tellen we het geschatte aantal kiesgerechtigden bij elkaar op (1.091.100) en schatten dat zo’n 76,5% daarvan als (834.699) geldige stemmen worden geteld.”
Hier had je kunnen stoppen met de conclusie dat de Republikeinen gelijk hebben (beide cijfers zijn meer dan 10 keer de verwachte kiesdeler, dus normaliter is 10% van het electoraat, ongeacht definiëring, in deze kieskringen ruim voldoende voor een zetel).
“Bedenk dat in het verleden regelmatig een percentage van net onder de 1% (gemiddeld 0,91%) voldoende was om één zetel te halen. “
Deze constatering is overbodig, aangezien per definitie iets minder dan 0,67% (de kiesdeler) voldoende is om een zetel te halen. Het is dus een open deur dat 0,91% dat ook is.
Ook mijn nederige excuses jegens u.
Verdient wat snoei- en kapwerk. check
Non Sequitur. check
Over de rest: ik volg je niet helemaal. De kiesdeler is toch het aantal geldige stemmen (van alle kieskringen) gedeeld door 150?
“De kiesdeler is toch het aantal geldige stemmen (van alle kieskringen) gedeeld door 150?”
Dat is onder alle omstandigheden dus minder dan 0,67% van de geldig uitgebrachte stemmen (en onder jouw verwachting ook minder dan 10% van het electoraat van de kieskringen Amsterdam en Leeuwarden). Voor de duidelijkheid: 0,91% is volgens de mainstream wiskunde meer dan 0,67%.